← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten,
nrs. 246.688 en 246.689, van 16 januari 2020, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen
op 24 en 25 februari 2020, heeft de Raa «
Is artikel D.II.66, § 4, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, in zoverre het voorzi(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten, nrs. 246.688 en 246.689, van 16 januari 2020, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 24 en 25 februari 2020, heeft de Raa « Is artikel D.II.66, § 4, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, in zoverre het voorzi(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par deux arrêts, n os 246.688 et 246.689, du 16 janvier 2020, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 24 et le 25 février 2020, le Conseil d'Etat a « En ce qu'il décrète l'abrogation de plein droit de certains plans d'aménagement du territoire san(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten, nrs. 246.688 en 246.689, van 16 januari 2020, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 24 en 25 februari 2020, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel D.II.66, § 4, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, in zoverre het voorziet in de opheffing van rechtswege van sommige plannen van aanleg zonder dat enige milieu-effectbeoordeling is uitgevoerd en zonder procedurele waarborg, | COUR CONSTITUTIONNELLE Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par deux arrêts, nos 246.688 et 246.689, du 16 janvier 2020, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 24 et le 25 février 2020, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : « En ce qu'il décrète l'abrogation de plein droit de certains plans d'aménagement du territoire sans qu'aucune évaluation des incidences n'ait été réalisée et sans garantie procédurale, l'article D.II.66, § 4, du Code du développement territorial est-il conforme aux articles |
in overeenstemming met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in | 10, 11 et 23 de la Constitution, lus en combinaison avec la directive |
samenhang gelezen met de richtlijn 2001/42/EG van het Europees | |
Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van | 2001/42/CE du Parlement européen et du Conseil du 27 juin 2001 |
de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's, | relative à l'évaluation des incidences de certains plans et programmes |
inzonderheid de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 8 en 13 ervan ? ». | sur l'environnement, en particulier ses articles 2, 3, 4, 5, 6, 8 et |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7366 en 7367 van de rol van | 13 ? ». Ces affaires, inscrites sous les numéros 7366 et 7367 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |