← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arrest
van 16 januari 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 januari 2020, heeft
het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudic « Schenden de artikelen 214
en 283 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arrest van 16 januari 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 januari 2020, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudic « Schenden de artikelen 214 en 283 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 a. Par arrêt du 16 janvier 2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 23 janvier 2020, la Cour d'appel de Liège a posé la question préjudicielle suivante : b. Par arrêt du 16 janvier 2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 23 janvier (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 a. Bij arrest van 16 januari 2020, waarvan de expeditie ter griffie | a. Par arrêt du 16 janvier 2020, dont l'expédition est parvenue au |
van het Hof is ingekomen op 23 januari 2020, heeft het Hof van Beroep | greffe de la Cour le 23 janvier 2020, la Cour d'appel de Liège a posé |
te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld: | la question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 214 en 283 van de algemene wet van 18 juli | « Les articles 214, 283, de la loi générale du 18 juillet 1977 sur les |
1977 inzake douane en accijnzen en artikel 1385undecies van het | douanes et accises et 1385undecies du Code judiciaire violent-ils les |
Gerechtelijk Wetboek de artikelen 12 en 13 van de Grondwet, al dan | articles 12 et 13 de la Constitution, combinés ou non avec les |
niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor | |
de rechten van de mens en met artikel 14 van het Verdrag van New York, | articles 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et 14 du |
indien zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de bevoegdheid | Pacte de New York s'ils sont interprétés comme limitant le pouvoir du |
beperken van de strafrechter die, nadat hij de vrijspraak van de | juge répressif qui, après avoir prononcé l'acquittement du prévenu, ne |
beklaagde heeft uitgesproken, geen daadwerkelijke toetsing van de | peut exercer un contrôle effectif du fondement de l'action civile |
grondslag van de burgerlijke vordering met betrekking tot de betaling | relative au payement des droits d'accises dès l'instant où une |
van de accijnzen kan uitoefenen vanaf het ogenblik dat een door | décision de retrait prise par la même administration des douanes et |
dezelfde administratie der douane en accijnzen genomen beslissing tot | |
intrekking, ongeacht of zij al dan niet wordt betwist, ipso facto en | accises, qu'elle soit ou non contestée, conditionne ipso facto et de |
onherroepelijk als voorwaarde wordt gesteld voor het lot dat aan die | manière irrémédiable le sort à réserver à cette action civile, ce qui |
burgerlijke vordering moet worden voorbehouden, hetgeen de beklaagde | place le prévenu dans l'impossibilité de faire valoir ses moyens de |
in de onmogelijkheid plaatst om zijn verweermiddelen te doen gelden | |
voor de rechter die de wet hem toekent ? ». | défense devant le juge que la loi lui assigne ? ». |
b. Bij arrest van 16 januari 2020, waarvan de expeditie ter griffie | b. Par arrêt du 16 janvier 2020, dont l'expédition est parvenue au |
van het Hof is ingekomen op 23 januari 2020, heeft het Hof van Beroep | greffe de la Cour le 23 janvier 2020, la Cour d'appel de Liège, a posé |
te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld: | la question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 266, § 1, en 283 van de algemene wet inzake | « Les articles 266, § 1er, et 283 de la loi générale sur les douanes |
douane en accijnzen, in die zin geïnterpreteerd dat zij de | |
strafrechter de verplichting opleggen om uitspraak te doen over de | et accises interprétés comme imposant au juge répressif de statuer sur |
vordering tot betaling van de ontdoken rechten in het geval waarin de | l'action en payement des droits éludés dans l'hypothèse où l'action |
strafvordering wegens overtreding, fraude of misdrijf, bedoeld in de | publique du chef de contravention, fraude ou délit, visée aux articles |
artikelen 281 en 282 van dezelfde wet, vanaf de datum van het op gang | 281 et 282 de la même loi est, dès la date de sa mise en mouvement, |
brengen ervan vervalt door de werking van de verjaring, zodat een voor | éteinte par l'effet de la prescription de sorte qu'une action civile |
de strafrechter gebrachte burgerlijke vordering, in dat geval, aan | portée devant le juge répressif échappe, dans ce cas de figure, à sa |
zijn bevoegdheid ontsnapt terwijl zij, in casu, met toepassing van | compétence tout en relevant, in casu, en application de l'article 569, |
artikel 569, 32°, van het Gerechtelijk Wetboek, tot de bevoegdheid | 32°, du Code judiciaire de la compétence du juge civil nommé |
behoort van de overeenkomstig artikel 190, § 2ter, van hetzelfde | conformément à l'article 190, § 2 ter, du même Code, viole-t-il |
Wetboek benoemde burgerlijke rechter, artikel 13 van de Grondwet ? ». | l'article 13 de la Constitution ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7346 en 7347 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 7346 et 7347 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |