← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van
5 december 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 januari 2020, heeft het
Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële « Schendt artikel 38, §
6, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegver(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 5 december 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 januari 2020, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële « Schendt artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegver(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 5 décembre 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 3 janvier 2020, la Cour d'appel de Liège a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest van 5 december 2019, waarvan de expeditie ter griffie van | Par arrêt du 5 décembre 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe |
het Hof is ingekomen op 3 januari 2020, heeft het Hof van Beroep te | de la Cour le 3 janvier 2020, la Cour d'appel de Liège a posé la |
Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de | « L'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de |
politie over het wegverkeer, zoals het van kracht was vóór de | la circulation routière, tel qu'il était en vigueur avant sa |
wijziging ervan bij de wet van 2 september 2018 tot wijziging van de | modification par la loi du 2 septembre 2018 modifiant la loi du 16 |
wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat | |
de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft, zo | mars 1968 relative à la police de la circulation routière, en ce qui |
geïnterpreteerd dat het van toepassing is op de beklaagde die opnieuw | concerne la confiscation et l'immobilisation des véhicules interprété |
een in dat artikel bedoeld misdrijf pleegt, binnen een termijn van | comme s'appliquant au prévenu qui commet à nouveau une infraction |
drie jaar vanaf de datum van de uitspraak van een in kracht van | visée par cet article, dans un délai de trois ans à compter du jour du |
gewijsde gegaan vonnis wegens een van de misdrijven bedoeld in artikel | prononcé d'un jugement coulé en force de chose jugée du chef de l'une |
38, § 6, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968, zonder dat dient te | des infractions visées à l'article 38, § 6, alinéa 1er, de la loi du |
worden vastgesteld dat de nieuw gepleegde misdrijven vooraf bewezen | 16 mars 1968 sans qu'il faille constater que les infractions |
zijn verklaard bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, de | nouvellement commises ont été préalablement déclarées établies par un |
artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | jugement passé en force de chose jugée, viole-t-il les articles 12 et |
met artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de | 14 de la Constitution combinés ou non avec les articles 7.1 de la |
mens en met artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake | Convention européenne des droits de l'homme et 15.1 du Pacte |
burgerrechten en politieke rechten ? ». | international relatif aux droits civils et politiques ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7339 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 7339 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |