← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet 6 januari 1989 Bij arrest van 9
oktober 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 oktober 2019, heeft het
Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vra « Schendt artikel 162bis van
het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet 6 januari 1989 Bij arrest van 9 oktober 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 oktober 2019, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vra « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 9 octobre 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 octobre 2019, la Cour d'appel de Liège a posé la question préjudicielle suivante : « L' Cette affaire est inscrite sous le numéro 7267 du rôle de la Cour. Le greffier, P.-Y. Dutille(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet 6 januari 1989 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
Bij arrest van 9 oktober 2019, waarvan de expeditie ter griffie van | Par arrêt du 9 octobre 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe |
het Hof is ingekomen op 24 oktober 2019, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het ten gunste van de geïntimeerde burgerlijke partij wanneer enkel een andere burgerlijke partij hoger beroep heeft ingesteld, niet voorziet in de veroordeling tot de betaling van een rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep ten laste van de in het ongelijk gestelde burgerlijke partij, terwijl bij de strafrechter in hoger beroep enkel nog een geschil hangende is met betrekking tot alleen de burgerlijke belangen waarbij de benadeelde partijen tegenover elkaar staan ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7267 van de rol van het Hof. De griffier, | de la Cour le 24 octobre 2019, la Cour d'appel de Liège a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 162bis du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en tant qu'il ne prévoit pas en faveur de la partie civile intimée sur le seul appel d'une autre partie civile la condamnation au payement d'une indemnité de procédure d'appel à charge de la partie civile succombante alors que le juge répressif d'appel n'est plus saisi que d'un litige portant sur les seuls intérêts civils opposant les parties préjudiciées ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7267 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |