← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest
van 19 december 2011 in zake Roméo Collodel tegen de cvba « IGRETEC », waarvan de expeditie ter griffie
van het Hof is ingekomen op 26 december 2011, heef « Naar luid van artikel 3, § 1, 1°, van de arbeidswet van 16 maart 1971
zijn de bepalingen van(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 19 december 2011 in zake Roméo Collodel tegen de cvba « IGRETEC », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 december 2011, heef « Naar luid van artikel 3, § 1, 1°, van de arbeidswet van 16 maart 1971 zijn de bepalingen van(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 19 décembre 2011 en cause de Roméo Collodel contre la SCRL « IGRETEC », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 décembre 2011, la Cour du travail « L'article 3, § 1 er , 1°, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail énonce que les d(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 Bij arrest van 19 december 2011 in zake Roméo Collodel tegen de cvba « | Par arrêt du 19 décembre 2011 en cause de Roméo Collodel contre la |
| IGRETEC », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen | SCRL « IGRETEC », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
| op 26 december 2011, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende | le 26 décembre 2011, la Cour du travail de Mons a posé la question |
| prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
| « Naar luid van artikel 3, § 1, 1°, van de arbeidswet van 16 maart | « L'article 3, § 1er, 1°, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail |
| 1971 zijn de bepalingen van hoofdstuk III, (afdelingen 1 en 2 en 4 tot | énonce que les dispositions du chapitre III, (sections 1re et 2 et 4 à |
| 7), niet van toepassing op de personen tewerkgesteld door het Rijk, de provincies, de gemeenten, de openbare instellingen die eronder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen. Daaruit volgt dat, met betrekking tot de bepalingen betreffende de arbeids- en rusttijden, de wetgever de situatie van de personen die tewerkgesteld zijn door instellingen van de openbare sector die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen en hun werkgevers heeft gelijkgesteld met die van de werknemers uit de privésector en hun werkgevers. | 7), ne sont pas applicables aux personnes occupées par l'Etat, les provinces, les communes, les établissements publics qui en dépendent et les organismes d'intérêt public, sauf si elles sont occupées par des établissements exerçant une activité industrielle ou commerciale ou par des établissements dispensant des soins de santé, de prophylaxie ou d'hygiène. Il en résulte que pour les dispositions relatives au temps de travail et de repos, le législateur a assimilé la situation des personnes occupées par des établissements du secteur public exerçant une activité industrielle ou commerciale et leurs employeurs à celle des travailleurs du secteur privé et leurs employeurs. |
| Artikel 3, § 3, 1°, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalt | L'article 3, § 3, 1°, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail dispose |
| niettemin dat de bepalingen van hoofdstuk III, (afdelingen 2 en 4 tot | toutefois que les dispositions du chapitre III, (section 2 et 4 à 7), |
| 7), niet van toepassing zijn op de door de Koning aangewezen | ne sont pas applicables aux travailleurs désignés par le Roi comme |
| werknemers die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden. | investis d'un poste de direction ou de confiance. |
| Bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 februari 1965 ' tot | L'article 2 de l'arrêté royal du 10 février 1965 désignant les |
| aanwijzing van de personen die met een leidende functie of met een | |
| vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sectors van 's lands | personnes investies d'un poste de direction ou de confiance, dans les |
| bedrijfsleven, voor de toepassing van de wet betreffende de | secteurs privés de l'économie nationale, pour l'application de la loi |
| arbeidsduur ', wordt de lijst van die werknemers vastgesteld. | sur la durée du travail établit la liste de ces travailleurs. |
| Dat koninklijk besluit werd aangenomen onder de gelding van de wet van | Cet arrêté royal a été adopté sous l'empire de la loi du 15 juillet |
| 15 juli 1964 ' betreffende de arbeidsduur in de openbare en de | 1964 sur la durée du travail dans les secteurs public et privé de |
| particuliere sector van 's Lands bedrijfsleven '. | l'économie nationale. |
| Die wet werd opgeheven bij artikel 64 van de arbeidswet van 16 maart | Cette loi a été abrogée par l'article 64 de la loi du 16 mars 1971 sur |
| 1971, die een coördinatie is van verschillende wetgevingen (waaronder | le travail qui constitue une coordination de plusieurs législations |
| de wet van 15 juli 1964). | (dont la loi du 15 juillet 1964). |
| Artikel 65 van de wet van 16 maart 1971 bepaalt dat de besluiten | L'article 65 de la loi du 16 mars 1971 énonce que les arrêtés pris en |
| genomen ter uitvoering van de door artikel 64 opgeheven wetten en | exécution des lois et des arrêtés abrogés par l'article 64 restent en |
| besluiten van kracht blijven totdat zij uitdrukkelijk worden opgeheven | vigueur jusqu'à leur abrogation expresse ou jusqu'a l'expiration de |
| of totdat hun geldigheidsduur verstrijkt. | leur durée de validité. |
| Artikel 65 van de wet van 16 maart 1971 heeft dus de handhaving van | L'article 65 de la loi du 16 mars 1971 a donc confirmé le maintien en |
| het koninklijk besluit van 10 februari 1965 bekrachtigd. | vigueur de l'AR du 10 février 1965. |
| Schendt artikel 65 van de wet van 16 maart 1971, in de interpretatie | |
| dat het koninklijk besluit van 10 februari 1965 niet van toepassing is | Dans l'interprétation selon laquelle l'arrêté royal du 10 février 1965 |
| op de personen die tewerkgesteld zijn door instellingen van de | ne s'applique pas aux personnes occupées par des établissements du |
| openbare sector die een industriële of commerciële activiteit | secteur public exerçant une activité industrielle ou commerciale et à |
| uitoefenen, noch op hun werkgevers, de bepalingen van de artikelen 10 | leurs employeurs, l'article 65 de la loi du 16 mars 1971 ne viole-t-il |
| en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in onderlinge samenhang | pas les dispositions des articles 10 et 11 de la Constitution, lus |
| gelezen, in zoverre het de beginselen van gelijkheid en | seuls ou en combinaison les uns avec les autres, en ce qu'il créerait |
| niet-discriminatie zou verbreken tussen twee vergelijkbare groepen van | une rupture des principes d'égalité et de non-discrimination entre |
| werknemers en werkgevers doordat het zonder beperking in de tijd een | deux groupes comparables de travailleurs et d'employeurs en maintenant |
| verschil in behandeling dat niet objectief is verantwoord, in stand | sans limite dans le temps une différence de traitement non-justifiée |
| houdt tussen hen, namelijk, enerzijds, de werknemers (zoals de heer | objectivement entre eux soit, d'une part, les travailleurs (tel M. C.) |
| C.) die werken in een instelling van de openbare sector die een | qui prestent au sein d'un établissement du secteur public exerçant une |
| commerciële activiteit uitoefent (zoals de cvba ' IGRETEC ') en die, | activité commerciale (telle est la situation de la SCRL IGRETEC) et |
| ten laste van hun werkgever, aanspraak kunnen maken op het voordeel | qui peuvent revendiquer, à charge de leur employeur, le bénéfice à |
| van de wet van 16 maart 1971 betreffende de arbeidsduur (minstens het | leur profit de la loi du 16 mars 1971 sur la durée du travail (à tout |
| voordeel van hoofdstuk III, afdeling 2), zelfs indien zij een leidende | le moins le bénéfice du chapitre III, section 2) et ce même s'ils sont |
| functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden, in zoverre het | investis d'un poste de direction ou de confiance dans la mesure où |
| koninklijk besluit van 10 februari 1965 niet van toepassing is op de | l'arrêté royal du 10 février 1965 n'est pas applicable aux |
| werknemers die in een openbare instelling werken (en dus evenmin op de | travailleurs prestant au sein d'un établissement public (et, donc, |
| werkgevers van de openbare sector van het bedrijfsleven, zoals de cvba | inapplicable aussi aux employeurs appartenant au secteur public de |
| ' IGRETEC ') en, anderzijds, de werknemers die werken voor een | l'économie comme la SCRL IGRETEC) et, d'autre part, les travailleurs |
| werkgever van de privésector van het bedrijfsleven, die daarentegen | prestant pour compte d'un employeur appartenant au secteur privé de |
| zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de wet van 16 maart | l'économie qui, quant à eux, sont exclus du champ d'application de la |
| 1971 (althans van hoofdstuk III, afdeling 2, betreffende de | loi du 16 mars 1971 (à tout le moins le chapitre III, section 2 sur la |
| arbeidsduur) indien zij een leidende functie uitoefenen of een | durée du travail) s'ils sont investis d'un poste de direction ou de |
| vertrouwenspost bekleden onder de voorwaarden en binnen de grenzen die | confiance dans les conditions et limites prescrites par l'arrêté royal |
| zijn voorgeschreven bij het koninklijk besluit van 10 februari 1965 ? ». | du 10 février 1965 ? ». |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 5276 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 5276 du rôle de la Cour. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |