← Terug naar "Arrest nr. 104/2000 van 11 oktober 2000 Rolnummer 1795 In zake : het beroep tot vernietiging
van artikel 17 van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de
vakverenigingen van het personeel van de politi Het Arbitragehof, samengesteld uit de rechters
H. Boel en L. François, waarnemend voorzitters, e(...)"
Arrest nr. 104/2000 van 11 oktober 2000 Rolnummer 1795 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 17 van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politi Het Arbitragehof, samengesteld uit de rechters H. Boel en L. François, waarnemend voorzitters, e(...) | Arrêt n° 104/2000 du 11 octobre 2000 Numéro du rôle : 1795 En cause : le recours en annulation de l'article 17 de la loi du 24 mars 1999 organisant les relations entre les autorités publiques et les organisations syndicales du personnel des s La Cour d'arbitrage, composée des juges H. Boel et L. François, faisant fonction de présidents, (...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Arrest nr. 104/2000 van 11 oktober 2000 | Arrêt n° 104/2000 du 11 octobre 2000 |
Rolnummer 1795 | Numéro du rôle : 1795 |
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 17 van de wet van 24 | En cause : le recours en annulation de l'article 17 de la loi du 24 |
maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de | mars 1999 organisant les relations entre les autorités publiques et |
vakverenigingen van het personeel van de politiediensten, ingesteld | les organisations syndicales du personnel des services de police, |
door de v.z.w. Autonome vakbond van de gerechtelijke politie en | introduit par l'a.s.b.l. Syndicat autonome de la police judiciaire et |
anderen. | autres. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de rechters H. Boel en L. François, waarnemend | composée des juges H. Boel et L. François, faisant fonction de |
voorzitters, en de rechters P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans, R. | présidents, et des juges P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans, R. |
Henneuse en M. Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder | Henneuse et M. Bossuyt, assistée du greffier L. Potoms, présidée par |
voorzitterschap van rechter H. Boel, | le juge H. Boel, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep | I. Objet du recours |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 5 november | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 5 |
1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 | novembre 1999 et parvenue au greffe le 8 novembre 1999, un recours en |
november 1999, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 17 van | annulation de l'article 17 de la loi du 24 mars 1999 organisant les |
de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de | relations entre les autorités publiques et les organisations |
overheid en de vakverenigingen van het personeel van de | syndicales du personnel des services de police (publiée au Moniteur |
politiediensten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 mei | belge du 8 mai 1999) a été introduit par l'a.s.b.l. Syndicat autonome |
1999), door de v.z.w. Autonome vakbond van de gerechtelijke politie, | |
met zetel te 1060 Brussel, Henri Jasparlaan 114/19, de v.z.w. | de la police judiciaire, dont le siège est établi à 1060 Bruxelles, |
Syndicale federatie van politiebeambten van het Brussels Gewest en | avenue Henri Jaspar 114/19, l'a.s.b.l. Fédération syndicale policière |
uitbreiding, met zetel te 1070 Brussel, Geurstraat 23, de v.z.w. | de la Région bruxelloise et extension, dont le siège est établi à 1070 |
Bruxelles, rue des Parfums 23, l'a.s.b.l. Fédération wallonne des | |
Fédération wallonne des syndicats de police, met zetel te 4000 Luik, | syndicats de police, dont le siège est établi à 4000 Liège, rue |
rue Sainte-Walburge 285, en de v.z.w. Nationaal syndikaat van de | Sainte-Walburge 285, et l'a.s.b.l. Syndicat national de la police |
Belgische politie, met zetel te 1030 Brussel, E. Zolalaan 62. | belge, dont le siège est établi à 1030 Bruxelles, avenue E. Zola 62. |
De vordering tot schorsing van dezelfde wettelijke bepaling is | La demande de suspension de la même disposition légale a été rejetée |
verworpen bij arrest nr. 139/99 van 22 december 1999, bekendgemaakt in | par l'arrêt n° 139/99 du 22 décembre 1999, publié au Moniteur belge du |
het Belgisch Staatsblad van 22 februari 2000. | 22 février 2000. |
II. De rechtspleging | II. La procédure |
Bij beschikking van 8 november 1999 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 8 novembre 1999, le président en exercice a désigné |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de | Le recours a été notifié conformément à l'article 76 de la loi |
organieke wet bij op 24 november 1999 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 24 novembre 1999. |
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 december 1999. | Moniteur belge du 4 décembre 1999. |
De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie | Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a |
ingediend bij op 7 januari 2000 ter post aangetekende brief. | introduit un mémoire par lettre recommandée à la poste le 7 janvier |
Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | 2000. Ce mémoire a été notifié conformément à l'article 89 de la loi |
organieke wet bij op 29 februari 2000 ter post aangetekende brief. | organique, par lettre recommandée à la poste le 29 février 2000. |
De verzoekende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend bij | Les parties requérantes ont introduit un mémoire en réponse par lettre |
op 28 maart 2000 ter post aangetekende brief. | recommandée à la poste le 28 mars 2000. |
Bij beschikking van 27 april 2000 heeft het Hof de termijn waarbinnen | Par ordonnance du 27 avril 2000, la Cour a prorogé jusqu'au 5 novembre |
het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 5 november 2000. | 2000 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. |
Bij beschikking van 12 juli 2000 heeft het Hof de zaak in gereedheid | Par ordonnance du 12 juillet 2000, la Cour a déclaré l'affaire en état |
verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 26 september | et fixé l'audience au 26 septembre 2000, après avoir constaté que les |
2000, na te hebben vastgesteld dat de voorzitters G. De Baets en M. | présidents G. De Baets et M. Melchior, légitimement empêchés, étaient |
Melchior, wettig verhinderd, werden vervangen door de rechters H. Boel | remplacés par les juges H. Boel et L. François, et avoir complété le |
en L. François en de zetel te hebben aangevuld met rechter E. Cerexhe. | siège par le juge E. Cerexhe. |
Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats, |
bij op 13 juli 2000 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 13 juillet 2000. |
Bij beschikking van 26 september 2000 werd rechter E. Cerexhe, wettig | Par ordonnance du 26 septembre 2000, le juge E. Cerexhe, légitimement |
verhinderd, vervangen door rechter J. Delruelle. | empêché, a été remplacé par le juge J. Delruelle. |
Op de openbare terechtzitting van 26 september 2000 : | A l'audience publique du 26 septembre 2000 : |
- is verschenen : Mr. R. Heijse loco Mr. D. D'Hooghe en Mr. F. | - a comparu Me R. Heijse loco Me D. D'Hooghe et Me F. Vandendriessche, |
Vandendriessche, advocaten bij de balie te Brussel, voor de Ministerraad; | avocats au barreau de Bruxelles, pour le Conseil des ministres; |
- hebben de rechters-verslaggevers H. Coremans en L. François verslag uitgebracht; | - les juges-rapporteurs H. Coremans et L. François ont fait rapport; |
- is de voornoemde advocaat gehoord; | - l'avocat précité a été entendu; |
- is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
III. In rechte | III. En droit |
- A - | - A - |
Ten aanzien van het belang | Quant à l'intérêt |
A.1. De verzoekende partijen zijn van mening dat zij van het vereiste | A.1. Les parties requérantes estiment qu'elles justifient de l'intérêt |
belang doen blijken aangezien hun werking wordt bedreigd door het | requis puisque leur fonctionnement est menacé par l'interdiction de |
verbod om fondsen te verwerven door middel van een leurpraktijk. Zij | récolter des fonds à l'aide de pratiques de démarchage. Elles |
beweren dat zij daardoor over onvoldoende financiële middelen zullen | affirment qu'elles ne disposeront plus, de ce fait, de moyens |
beschikken om hun maatschappelijk doel te verwezenlijken en hun | financiers suffisants pour réaliser leur objet social et développer |
vakbondsactiviteiten te ontwikkelen. | des activités syndicales. |
Ten aanzien van de middelen | Quant aux moyens |
A.2. De verzoekende partijen leiden hun middelen af uit een schending | A.2. Les parties requérantes infèrent leurs moyens d'une violation des |
van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | articles 10 et 11 de la Constitution. |
Zij stellen vast dat de bestreden bepaling een ongelijke behandeling | Elles constatent que la disposition attaquée fait naître un traitement |
doet ontstaan van de vakorganisaties van het personeel van de | inégal des organisations syndicales du personnel des services de |
politiediensten ten opzichte van, enerzijds, andere | police par rapport, d'une part, aux associations de police autres que |
politieverenigingen dan vakorganisaties en, anderzijds, | des organisations syndicales et, d'autre part, aux organisations |
vakorganisaties van ander overheidspersoneel. | syndicales d'autres agents de services publics. |
Bovendien voeren zij aan dat twee categorieën van personen die zich | Elles font valoir, en outre, que deux catégories de personnes qui se |
ten aanzien van de bestreden bepaling in wezenlijk verschillende | trouvent dans des situations essentiellement différentes au regard de |
situaties bevinden, namelijk het personeel van de politiediensten dat | la disposition attaquée, à savoir le personnel des services de police |
tot het operationele kader behoort en het personeel van de | qui relève du cadre opérationnel et le personnel des services de |
politiediensten dat tot het logistieke en administratieve kader | police qui relève du cadre logistique et administratif, sont traitées |
behoort, op identieke wijze worden behandeld. | de manière identique. |
A.3. Een analyse van de parlementaire voorbereiding toont volgens de | A.3. Pour les parties requérantes, une analyse des travaux |
verzoekende partijen aan dat er geen redelijke verantwoording bestaat | préparatoires démontre qu'il n'existe pas de justification raisonnable |
voor het criterium van onderscheid dat de wetgever heeft gehanteerd. | au critère de distinction utilisé par le législateur. |
De wetgever, die vaststelde dat « burgers zich vaak niet goed voelden | Le législateur, qui a constaté que « les citoyens n'apprécient pas |
bij de dikwijls agressieve of minstens opgedrongen contacten met de | toujours les contacts souvent agressifs ou du moins imposés par les |
ronselaars », zou met de bestreden bepaling willen bereiken dat de | démarcheurs », voudrait faire en sorte, par la disposition entreprise, |
burgers zich niet langer gedwongen zouden voelen om in te gaan op een | que les citoyens ne se sentent plus contraints de répondre à une |
vraag tot financiële ondersteuning van een vakorganisatie van de | demande de soutien financier d'une organisation syndicale des services |
politiediensten. Uit de verwijzing naar artikel 8 van de wet van 25 | de police. La référence à l'article 8 de la loi du 25 mars 1998 |
maart 1998 tot wijziging van het syndicaal statuut van het personeel | portant modification du statut syndical du personnel du corps |
van het operationeel korps van de rijkswacht en naar de parlementaire | opérationnel de la gendarmerie et aux travaux préparatoires de cette |
voorbereiding van die wet, zou ook nog blijken dat de wetgever met de | loi ferait également apparaître qu'en adoptant la mesure critiquée, le |
bestreden maatregel het hiërarchisch gezag, de beschikbaarheid en de | législateur a voulu garantir l'autorité hiérarchique, la disponibilité |
neutraliteit van de leden van het operationeel korps wilde waarborgen. | et la neutralité des membres du corps opérationnel. |
De gelijkschakeling van het personeel van het administratieve en | L'alignement du personnel du cadre administratif et logistique sur le |
logistieke kader met het personeel van het operationele kader zou | personnel du cadre opérationnel se justifierait, aux termes des |
blijkens de parlementaire voorbereiding worden verantwoord « door de | travaux préparatoires, « par la garantie que ce personnel du cadre |
garantie dat dit personeel van het administratieve en logistieke kader | administratif et logistique doit constamment apporter l'appui |
steeds de nodige steun moet leveren aan het politiepersoneel ». | nécessaire au personnel de police ». |
A.4. De verzoekende partijen stellen dat andere politieverenigingen | A.4. Les parties requérantes affirment que des associations de police |
dan vakorganisaties en vakorganisaties van ander overheidspersoneel | autres que les organisations syndicales et les organisations |
zonder wettelijke beperking werkingsfondsen mogen verzamelen, hoewel | syndicales d'autres agents de services publics peuvent collecter sans |
de burgers zich ook ten aanzien van hen gedwongen zouden kunnen voelen | limitation légale des fonds de fonctionnement, bien que les citoyens |
om in te gaan op een vraag tot financiële ondersteuning, en dat bij | pourraient également se sentir contraints, à l'égard de ceux-ci, de |
dergelijke verenigingen evenzeer het hiërarchisch gezag, de | répondre à une demande de soutien financier et que de telles |
beschikbaarheid en de neutraliteit van de leden in het gedrang zouden | associations pourraient également voir compromises l'autorité |
kunnen worden gebracht. | hiérarchique, la disponibilité et la neutralité des membres. |
De verzoekende partijen wijzen erop dat talloze overheidsambtenaren | Les parties requérantes soulignent que de très nombreux fonctionnaires |
politiebevoegdheid hebben en sommigen zelfs officier van gerechtelijke | publics ont un pouvoir de police et que certains sont même officiers |
politie zijn, wat hen in een identieke situatie plaatst als een | de police judiciaire, ce qui les place dans une situation identique à |
personeelslid van de politiedienst (bijvoorbeeld treinconducteurs, | celle d'un membre du personnel du service de police (par exemple les |
postmeesters, douanebeambten, arbeidsinspecteurs, ambtenaren van de bijzondere belastinginspectie, enz.), terwijl op hun vakorganisaties geen beperkende maatregelen van toepassing zijn. Men zou volgens de verzoekende partijen zelfs kunnen stellen dat de neutraliteit van bijvoorbeeld een ambtenaar van het Ministerie van Financiën die de burger om financiële ondersteuning vraagt voor zijn vakorganisatie, sneller in het gedrang wordt gebracht dan de neutraliteit van een personeelslid van een politiedienst die hetzelfde doet voor zijn vakorganisatie en dat de burger zich ten aanzien van een ambtenaar van het Ministerie van Financiën sneller gedwongen zal voelen om in te gaan op diens verzoek tot financiële ondersteuning van zijn vakorganisatie dan op een soortgelijke vraag van een politieman, « die voor de burger eerder een medestander is, want hoeder van diens | conducteurs de trains, les percepteurs des postes, les fonctionnaires des douanes, les inspecteurs du travail, les fonctionnaires de l'Inspection spéciale des impôts, etc.), alors qu'aucune mesure limitative ne s'applique à leurs organisations syndicales. Il pourrait même être affirmé, aux dires des parties requérantes, que la neutralité, par exemple, d'un fonctionnaire du ministère des Finances qui demande un soutien financier aux citoyens pour son organisation syndicale est plus rapidement compromise que la neutralité d'un membre du personnel d'un service de police qui agit de même pour son organisation syndicale et que le citoyen se sentira plus rapidement contraint, à l'égard d'un fonctionnaire du ministère des Finances, d'accéder à sa demande de soutien financier de son organisation syndicale qu'à une demande analogue d'un policier, « qui est davantage un allié pour le citoyen, car il est le gardien de la |
veiligheid ». A.5. Voor de gelijke behandeling van het personeel van het administratieve en logistieke kader en het personeel van het operationele kader bestaat in de ogen van de verzoekende partijen geen redelijke verantwoording. Dat het personeel van het administratieve en logistieke kader steeds de nodige steun moet geven aan het politiepersoneel, kan naar hun oordeel niet ter verantwoording worden aangewend van een gelijke behandeling van hun respectieve vakorganisaties. De verzoekende partijen merken overigens op dat de wetgever voor de verantwoording van de bestreden bepaling enkel verwijst naar beïnvloeding door personeelsleden van het operationele kader van de politiediensten en niet naar personeelsleden van het administratieve en logistieke kader. A.6. De verzoekende partijen voeren aan dat er geen redelijke verhouding bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel en dat derhalve de bestreden bepaling de evenredigheidstest niet kan doorstaan. Zij menen allereerst dat het vereiste van neutraliteit moet worden genuanceerd daar het een politieambtenaar is toegestaan lid te zijn | sécurité de celui-ci ». A.5. Aux yeux des parties requérantes, il n'y a pas de justification raisonnable au traitement égal du personnel du cadre administratif et logistique et du personnel du cadre opérationnel. Le fait que le personnel du cadre administratif et logistique doive toujours fournir l'appui nécessaire au personnel de police ne saurait, à leur estime, être utilisé pour justifier un traitement égal de leurs organisations syndicales respectives. Les parties requérantes observent du reste que, pour justifier la disposition attaquée, le législateur ne renvoie qu'à l'influence exercée par des membres du personnel du cadre opérationnel des services de police et non par les membres du personnel du cadre administratif et logistique. A.6. Les parties requérantes font valoir qu'il n'existe pas de rapport raisonnable entre les moyens employés et le but visé et que la disposition attaquée ne saurait dès lors résister au contrôle de proportionnalité. Elles estiment d'abord que l'exigence de neutralité doit être nuancée puisqu'il est permis à un fonctionnaire de police d'être membre d' « |
van « een traditionele, derhalve politiek getinte vakbond, waarmee de | un syndicat traditionnel, donc à coloration politique, adhésion par |
politieambtenaar politiek en filosofisch kleur bekent, en aldus zijn | laquelle le fonctionnaire de police affiche sa couleur politique et |
neutraliteit opgeeft ». | philosophique et abandonne ainsi sa neutralité ». |
Vervolgens merken zij op dat artikel 8 van de wet van 25 maart 1998, | Elles observent ensuite que l'article 8 de la loi du 25 mars 1998, |
waaraan de wetgever in de parlementaire voorbereiding van de bestreden | auquel le législateur s'est référé dans les travaux préparatoires de |
bepaling heeft gerefereerd, slechts van toepassing is op | la disposition attaquée, ne s'applique qu'aux organisations syndicales |
vakorganisaties van het personeel van het operationeel korps en | du personnel du cadre opérationnel et n'interdit que la collecte |
slechts de rechtstreekse verwerving van werkingsfondsen verbiedt. Door | directe de fonds de fonctionnement. En excluant également la |
tevens de mogelijkheid uit te sluiten dat een tussenpersoon voor de | possibilité qu'un intermédiaire tente de récolter des fonds de |
vakorganisatie werkingsmiddelen tracht te verwerven, zou de thans | fonctionnement pour l'organisation syndicale, la disposition |
bestreden bepaling een beperking opleggen die verder reikt dan nodig | actuellement entreprise imposerait une limitation qui va au-delà de ce |
om het vooropgestelde doel te bereiken. De verzoekende partijen menen | qui est nécessaire pour atteindre l'objectif recherché. Les parties |
dat « wanneer een derde, bijvoorbeeld een reklamebureau, | requérantes estiment que « lorsqu'un tiers, par exemple une agence de |
werkingsfondsen tracht te verwerven voor een vakorganisatie van een | publicité, tente de récolter des fonds de fonctionnement pour une |
politiedienst, de neutraliteit gewaarborgd is en de burger zich niet | organisation syndicale d'un service de police, la neutralité est |
garantie et le citoyen ne se sent pas contraint de répondre à la | |
gedwongen voelt op de vraag in te gaan, mocht dit überhaupt al het | demande, à supposer même qu'il en serait ainsi en cas de collecte |
geval zijn ingeval er rechtstreekse werving is, quod non ». | directe, quod non ». |
Naar het oordeel van de verzoekende partijen is ook de sanctie waarin | De l'avis des parties requérantes, la sanction prévue n'est pas |
is voorzien niet evenredig met het gestelde doel. | davantage proportionnée au but fixé. |
A.7. Ten slotte zijn de verzoekende partijen van oordeel dat het | A.7. Les parties requérantes estiment enfin que le principe d'égalité |
gelijkheidsbeginsel wordt geschonden doordat de bestreden bepaling is | est violé au motif que la disposition critiquée est dirigée contre les |
gericht tegen de autonome vakorganisaties, in de parlementaire | organisations syndicales autonomes, dénommées « professionnelles » ou |
voorbereiding de « professionele » of « corporatistische » | « corporatistes » dans les travaux préparatoires, puisqu'elles seules |
vakorganisaties genoemd, daar alleen zij financiële middelen ter | doivent récolter des moyens financiers pour soutenir leur action |
syndicale de la manière définie par la disposition attaquée. Les | |
ondersteuning van hun vakbondsactie moeten verwerven op de wijze zoals | organisations syndicales traditionnelles n'auraient pas besoin de ce |
omschreven in de bestreden bepaling. De traditionele vakorganisaties | type de collectes puisqu'elles obtiennent suffisamment de fonds de |
zouden een dergelijke verwerving niet nodig hebben aangezien zij | fonctionnement de leurs organisations politiques respectives. |
vanuit hun respectieve politieke zuilen voldoende werkingsfondsen | Les parties requérantes affirment que les organisations syndicales |
krijgen. De verzoekende partijen beweren dat de autonome vakorganisaties door | autonomes risquent de perdre leur principale source de revenus par |
de bestreden bepaling hun voornaamste bron van inkomsten dreigen te | suite de la disposition entreprise, ce qui aura pour effet qu'elles |
verliezen, waardoor zij geen middelen meer zullen hebben om hun | n'auront plus de moyens pour poursuivre leurs activités syndicales et |
vakbondsactiviteiten voort te zetten en zij derhalve in hun bestaan | qu'elles seront donc menacées dans leur existence. La disposition |
worden bedreigd. De bestreden bepaling zou daarmee haaks staan op de | attaquée irait ainsi à l'encontre de l'objectif général de la loi du |
algemene doelstelling van de wet van 24 maart 1999, waarvoor de | 24 mars 1999, pour lequel les parties requérantes renvoient aux |
travaux préparatoires. | |
verzoekende partijen naar de parlementaire voorbereiding verwijzen. | A.8. Le Conseil des ministres souligne tout d'abord que la disposition |
A.8. De Ministerraad wijst allereerst erop dat met de bestreden | entreprise, dans le prolongement de ce qui a déjà été instauré par |
bepaling, in aansluiting op hetgeen met artikel 8 van de wet van 25 | l'article 8 de la loi du 25 mars 1998 pour les organisations |
maart 1998 reeds voor de vakverenigingen van het operationeel korps | syndicales du corps opérationnel de la gendarmerie et par l'article |
van de rijkswacht en met artikel 130 van de wet van 7 december 1998 voor het politiepersoneel werd ingevoerd, het ronselverbod wordt uitgebreid tot alle erkende verenigingen die zich als vakorganisaties van het politiepersoneel kenbaar maken. A.9. Wat de ongelijke behandeling betreft van de vakorganisaties van het personeel van de politiediensten ten opzichte van de andere politieverenigingen dan vakorganisaties, meent de Ministerraad dat de voormelde categorieën niet vergelijkbaar zijn en, zo zij toch vergelijkbaar worden bevonden, dat het onderscheid minstens op een objectieve en redelijke verantwoording berust. De erkende vakorganisaties beschikken immers, in tegenstelling tot de andere politieverenigingen, over een bevoorrechte verhouding met de overheid. Door hun erkenning verwerven zij bijzondere bevoegdheden en worden zij bij de werking van de overheidsdiensten betrokken. | 130 de la loi du 7 décembre 1998 pour le personnel de police, étend l'interdiction de démarchage à toutes les associations agréées qui font état de leur qualité d'organisation syndicale du personnel de police. A.9. En ce qui concerne le traitement inégal des organisations syndicales du personnel des services de police par rapport aux associations de police autres que les organisations syndicales, le Conseil des ministres estime que les catégories précitées ne sont pas comparables et que, à supposer qu'elles le soient, la distinction est néanmoins objectivement et raisonnablement justifiée. En effet, les organisations syndicales agréées, contrairement aux autres associations de police, entretiennent des rapports privilégiés avec les pouvoirs publics. Du fait de leur agrément, elles reçoivent des compétences spéciales et elles sont associées au fonctionnement des services publics. Selon le Conseil des ministres, ces privilèges particuliers et l'agrément par l'autorité doivent être assortis de certaines mesures |
Volgens de Ministerraad moeten aan die bijzondere voorrechten en de | de contrôle et de certaines conditions « afin d'éviter que des |
erkenning door de overheid bepaalde controlemaatregelen en voorwaarden | pratiques répréhensibles de ces associations agréées - de par leur |
beantwoorden, « teneinde te vermijden dat laakbare praktijken van die | association à l'organisation et au fonctionnement des services publics |
erkende verenigingen - via hun betrokkenheid bij de organisatie en de | - jettent une lumière négative sur le fonctionnement de ces services |
werking van de overheidsdiensten - negatief op de werking van die | ». L'interdiction dénoncée des pratiques de démarchage constitue |
diensten afstralen ». Ook het aangeklaagde verbod van leurpraktijken | également une telle condition d'agrément. En effet, il découle de la |
vormt een dergelijke erkenningsvoorwaarde. Uit de in artikel 17 | sanction prévue à l'article 17 en cas d'infraction à cette |
vervatte sanctie voor het overtreden van het verbod - de intrekking | interdiction - le retrait de l'agrément - que l'interdiction ne vaut |
van de erkenning - vloeit immers voort dat het verbod enkel geldt voor | que pour les organisations syndicales agréées. |
de erkende vakorganisaties. | A.10. Les parties requérantes répliquent à ce propos que les deux |
A.10. De verzoekende partijen repliceren op dit punt dat beide soorten | types d'associations comptent parmi leurs affiliés des membres du |
verenigingen personeelsleden van de politiediensten als lid hebben en | personnel des services de police et que les deux types d'associations |
dat beide soorten politieverenigingen bij de burger aankloppen om | de police font du démarchage auprès des citoyens pour collecter des |
werkingsfondsen te verzamelen. Het doel van de bestreden bepaling is | fonds en vue de leur fonctionnement. L'objectif de la disposition |
niet aan vakverenigingen van politiediensten bijkomende voorwaarden op | entreprise n'est pas d'imposer aux organisations syndicales des |
te leggen voor de erkenning van een bevoorrechte verhouding met de | services de police des conditions supplémentaires en vue de la |
reconnaissance de rapports privilégiés avec les pouvoirs publics, mais | |
overheid, maar een zekere bescherming te bieden aan de burger tegen « | d'assurer au citoyen une certaine protection contre les « pratiques de |
ronselpraktijken » vanwege personeelsleden van politiediensten. | démarchage » de la part de membres du personnel des services de |
A.11. Wat de ongelijke behandeling betreft van de vakorganisaties van | police. A.11. Pour ce qui est du traitement inégal des organisations |
het personeel van de politiediensten ten opzichte van de | syndicales du personnel des services de police par rapport aux |
organisations syndicales d'autres membres du personnel des pouvoirs | |
vakorganisaties van ander overheidspersoneel, verwijst de Ministerraad | publics, le Conseil des ministres renvoie, en guise de justification, |
voor de verantwoording naar de parlementaire voorbereiding van de | aux travaux préparatoires de la disposition entreprise, ainsi qu'à la |
bestreden bepaling alsook naar de rechtspraak van het Hof, waaruit | jurisprudence de la Cour, dont il ressort que le caractère spécifique |
blijkt dat het bijzonder karakter van een politiedienst - namelijk het | d'un service de police - à savoir le fait qu'il s'agit d'un service |
feit dat het een dienst betreft die bij uitstek (dus meer nog dan | qui se caractérise par excellence (donc encore plus que les autres |
andere openbare diensten) moet worden gekenmerkt door beschikbaarheid, | services publics) par sa disponibilité, sa neutralité et son |
neutraliteit en onpartijdigheid - niet alleen een bijzonder | impartialité - peut non seulement justifier un statut (syndical) |
(vakbonds)statuut van de personeelsleden van die dienst kan | particulier pour les membres du personnel d'un tel service, mais peut |
verantwoorden, maar ook bijzondere (erkennings)voorwaarden voor de | également justifier des conditions particulières (d'agrément) pour les |
vakbondsorganisaties van dat personeel kan schragen. | organisations syndicales de ce personnel. |
Ook in casu bieden die bijzondere vereisten inzake neutraliteit, | A l'estime du Conseil des ministres, ces exigences particulières en |
onpartijdigheid en integriteit, alsook de nagestreefde ontwikkeling | matière de neutralité, d'impartialité et d'intégrité, ainsi que le |
van de politiediensten naar een community policing, naar het oordeel | passage des services de police vers une community policing que l'on |
van de Ministerraad een objectieve en redelijke verantwoording voor | tente de réaliser, justifient en l'espèce également de manière |
het ronselverbod dat als erkenningsvoorwaarde voor de vakorganisaties | objective et raisonnable l'interdiction de démarchage, qui est conçue |
van het politiepersoneel - en niet voor de vakorganisaties van het | comme une condition d'agrément des organisations syndicales du |
overige overheidspersoneel - wordt vooropgesteld. A.12. Volgens de verzoekende partijen heeft de Ministerraad niet accuraat geantwoord op dit onderdeel van het middel. Hij biedt immers geen verantwoording voor de onderscheiden behandeling van vakverenigingen van politiediensten en vakverenigingen van ander overheidspersoneel met politiebevoegdheid. A.13. Wat de gelijke behandeling betreft van de vakorganisaties van het personeel van het operationeel korps van de politiediensten en de vakorganisaties van het administratief en logistiek personeel van de politiediensten, is de Ministerraad, met verwijzing naar de parlementaire voorbereiding, van oordeel dat die gelijke behandeling aansluit bij de uniformisering van het statuut van het operationeel korps en het administratief en logistiek kader van het politiepersoneel die met de deontologische code, vervat in de | personnel de police - et non des organisations syndicales des autres membres du personnel des pouvoirs publics. A.12. Selon les parties requérantes, le Conseil des ministres n'a pas répondu de manière précise à cette branche du moyen. En effet, il ne justifie pas le traitement distinct des organisations syndicales des services de police par rapport aux organisations syndicales d'autres membres du personnel des services publics investis d'un pouvoir de police. A.13. Pour ce qui est du traitement égal des organisations syndicales du personnel du corps opérationnel des services de police et des organisations syndicales du personnel administratif et logistique des services de police, le Conseil des ministres, se référant aux travaux préparatoires, estime que ce traitement égal est conforme à l'uniformisation du statut du corps opérationnel et du cadre administratif et logistique du personnel de police, laquelle a été entamée par l'instauration du code déontologique inscrit aux articles |
artikelen 123 tot 132 van de wet van 7 december 1998, werd aangevat. | 123 à 132 de la loi du 7 décembre 1998. S'agissant de l'interdiction |
Voor het ronselverbod vindt die gelijkschakeling des te meer | de démarchage, cet alignement se justifie encore plus dans le statut |
verantwoording in het bijzondere statuut dat alle personeelsleden van | particulier commun à tous les membres du personnel des services de |
de politiediensten gemeen hebben. Met artikel 130 van de voormelde wet was die gelijkschakeling immers reeds doorgevoerd voor de personeelsleden zelf. Het thans bestreden artikel voert dezelfde gelijkschakeling door ten aanzien van de vakorganisaties. De Ministerraad meent overigens dat het ronselen door de vakorganisaties van het logistiek en administratief personeel van de politiediensten de absolute vereiste van onpartijdigheid en integriteit van de politiediensten en de vertrouwensrelatie tussen burger en politie evenzeer in het gedrang zou kunnen brengen als het ronselen door de vakverenigingen van het operationeel korps. A.14. Volgens de verzoekende partijen biedt de parlementaire voorbereiding die door de Ministerraad werd aangehaald slechts een verantwoording voor de gelijkschakeling van het personeel uit beide kaders op het vlak van de beperkingen opgelegd aan de uitoefening van hun rechten en vrijheden, doch niet op het vlak van de werving van werkingsmiddelen door hun onderscheiden vakorganisaties. A.15. Wat het aangevoerde onderscheid tussen de autonome en de traditionele vakorganisaties betreft, wijst de Ministerraad erop dat de bestreden bepaling een dergelijk onderscheid niet maakt en derhalve zonder onderscheid van toepassing is op alle (erkende) vakorganisaties die zich kenbaar maken als vakorganisaties van het personeel van de politiediensten. Het aangevoerde onderscheid mist derhalve feitelijke grondslag. De Ministerraad beklemtoont dat het verbod vanzelfsprekend geen toepassing vindt op vakorganisaties die zich niet kenbaar maken als vakorganisaties van het politiepersoneel. De uitgesproken band tussen een vakorganisatie en de politiediensten die maakt dat | police. En effet, l'article 130 de la loi précitée avait déjà opéré cet alignement pour les membres du personnel eux-mêmes. L'article présentement attaqué opère le même alignement à l'égard des organisations syndicales. Par ailleurs, le Conseil des ministres estime que le démarchage effectué par les organisations syndicales du personnel logistique et administratif des services de police pourrait, autant que le démarchage effectué par les organisations syndicales du corps opérationnel, compromettre l'exigence absolue d'impartialité et d'intégrité des services de police et la relation de confiance entre le citoyen et la police. A.14. Selon les parties requérantes, les travaux préparatoires cités par le Conseil des ministres ne justifient la mise sur pied d'égalité du personnel des deux cadres que pour ce qui est des limitations apportées à l'exercice de leurs droits et libertés, mais non sur le plan de la collecte, par leurs organisations syndicales respectives, des fonds destinés à leur fonctionnement. A.15. En ce qui concerne la distinction alléguée entre les organisations syndicales autonomes et les organisations syndicales traditionnelles, le Conseil des ministres précise que la disposition entreprise n'opère pas pareille distinction et qu'elle est dès lors indistinctement applicable à toutes les organisations syndicales (agréées) qui font état de leur qualité d'organisation syndicale du personnel des services de police. La distinction alléguée manque dès lors en fait. Le Conseil des ministres souligne que l'interdiction ne s'applique à l'évidence pas aux organisations syndicales qui ne font pas état de leur qualité d'organisation syndicale du personnel de police. En effet, le lien manifeste entre une organisation syndicale et les |
ronselpraktijken van die vereniging de integriteit en de onpartijdigheid van die diensten in het gedrang kunnen brengen, is immers enkel aanwezig in zoverre die vakorganisatie zich profileert als vertegenwoordiger van het politiepersoneel. Voor zover het aangeklaagde onderscheid derhalve al zou bestaan, vloeit het niet voort uit de bestreden bepaling doch uit een louter feitelijke situatie. A.16. Op dit punt wordt niet gerepliceerd door de verzoekende partijen. A.17. De Ministerraad weerlegt ten slotte nog de bewering dat de bestreden bepaling onevenredig zou zijn. Allereerst wordt erop gewezen dat de beoogde vertrouwensrelatie tussen politie en bevolking niet kan groeien in een situatie waar de bedoelde ronselpraktijken bij de bevolking een gevoel van dwang en potentiële bedreiging opwekken vanwege degenen die ze moeten beschermen en bewaken. Ten aanzien van de gevolgen van de bestreden maatregel kan volgens de Ministerraad ook geen sprake zijn van onevenredigheid daar het verbod geenszins impliceert dat de erkende vakorganisaties niet langer advertenties zouden kunnen plaatsen in hun ledenbladen. De maatregel verbiedt een dergelijke fondsenwerving immers enkel in zoverre zij gepaard gaat met ronselpraktijken. Het ronselverbod houdt verder ook geen absoluut vereiste in voor het bestaan van de vakorganisaties van het politiepersoneel. Een schending van het verbod leidt niet tot ontbinding of vereffening, doch slechts | services de police qui fait que les pratiques de démarchage de cette association peuvent compromettre l'intégrité et l'impartialité de ces services n'est présent que dans la mesure où cette organisation syndicale se profile comme représentant du personnel de police. Par conséquent, à supposer que la distinction dénoncée soit réelle, elle ne découle pas de la disposition entreprise, mais d'une situation purement factuelle. A.16. Les parties requérantes ne répliquent pas à ce sujet. A.17. Enfin, le Conseil des ministres réfute l'affirmation selon laquelle la disposition entreprise serait disproportionnée. Il est tout d'abord souligné que la relation de confiance que l'on veut instaurer entre la police et la population n'est pas compatible avec une situation dans laquelle les pratiques de démarchage visées créent, auprès de la population, un sentiment de contrainte et de menace potentielle émanant de ceux qui doivent la protéger. Pour ce qui est des effets de la mesure entreprise, il ne saurait, selon le Conseil des ministres, être question de disproportion, étant donné que l'interdiction n'implique nullement que les organisations syndicales agréées ne puissent plus publier d'annonces dans leurs revues destinées aux membres. En effet, la mesure n'interdit pareille collecte de fonds qu'en tant qu'elle s'accompagne de pratiques de démarchage. L'interdiction de démarchage ne conditionne du reste pas de manière absolue l'existence des organisations syndicales du personnel de police. Le non-respect de l'interdiction ne conduit pas à leur |
tot de intrekking van de erkenning. Een vakorganisatie kan echter ook | dissolution ou liquidation, mais uniquement au retrait de l'agrément. |
zonder die erkenning haar activiteiten uitoefenen, zij het zonder een | Une organisation syndicale peut cependant aussi exercer ses activités |
beroep te kunnen doen op de prerogatieven vermeld in de artikelen 14 | sans cet agrément, sans toutefois pouvoir bénéficier des prérogatives |
en 15 van de wet van 24 maart 1999. | mentionnées aux articles 14 et 15 de la loi du 24 mars 1999. |
Tevens verwijst de Ministerraad naar het voorbeeld van de | Le Conseil des ministres renvoie également à l'exemple des |
vakorganisaties van het operationeel korps van de rijkswacht, waarvoor | organisations syndicales du corps opérationnel de la gendarmerie, pour |
het ronselverbod reeds met de wet van 25 maart 1998 werd ingevoerd. | lesquelles l'interdiction de démarchage a déjà été instaurée par la |
Dat verbod heeft hen geenszins verhinderd hun activiteiten verder te | loi du 25 mars 1998. Cette interdiction ne les a nullement empêchées |
ontplooien en heeft hen evenmin enig aantoonbaar ledenverlies | de déployer leurs activités et n'a pas davantage entraîné une |
toegebracht. In zoverre de verzoekende partijen voldoen aan de | diminution démontrable du nombre de membres. Dans la mesure où les |
voorwaarden om als representatieve vakvereniging te worden aangemerkt, | parties requérantes réunissent les conditions pour pouvoir être |
kunnen zij voor het verzekeren van de continuïteit van hun werking ook | considérées comme organisations syndicales représentatives, elles |
nog een beroep doen op het stelsel van de vakbondspremies (wet van 1 | peuvent, pour assurer la continuité de leur fonctionnement, recourir |
september 1980). | aussi au régime des primes syndicales (loi du 1er septembre 1980). |
Naar het oordeel van de Ministerraad kan de onevenredigheid tussen de | A l'estime du Conseil des ministres, la disproportion entre la mesure |
maatregel en de beoogde doelstellingen evenmin worden afgeleid uit het | et les objectifs poursuivis ne se déduit pas davantage de la |
feit dat het verbod zowel het rechtstreeks ronselen als het ronselen | circonstance que l'interdiction porte tant sur le démarchage direct |
door middel van een tussenpersoon omvat. Indien slechts het | que sur le démarchage par un intermédiaire. Si seul le démarchage |
rechtstreeks ronselen verboden zou zijn, zou het verbod al te | direct était interdit, cette interdiction pourrait facilement être |
gemakkelijk kunnen worden omzeild en zou nog steeds dezelfde druk | contournée et la même pression pourrait toujours être exercée sur les |
kunnen worden uitgeoefend op de burgers. Dat ruime verbod sluit | citoyens. Cette interdiction générale s'inscrit par ailleurs dans le |
overigens aan bij het vergelijkbare verbod dat in artikel 130 van de | prolongement de l'interdiction comparable contenue dans l'article 130 |
wet van 7 december 1998 is vervat voor het politiepersoneel zelf en | de la loi du 7 décembre 1998 pour le personnel de police lui-même et |
dat in artikel 8 van de wet van 25 maart 1998 is vervat voor de | dans l'article 8 de la loi du 25 mars 1998 pour les organisations |
vakorganisaties van het rijkswachtpersoneel. Ook laatstgenoemde | syndicales du personnel de la gendarmerie. En effet, cette dernière |
bepaling is immers voldoende ruim geformuleerd om zowel de | disposition est formulée de façon suffisamment extensive pour porter |
rechtstreekse als de onrechtstreekse ronselpraktijken te omvatten. | sur les pratiques de démarchage directes comme sur les pratiques de |
démarchage indirectes. | |
De Ministerraad voert ten slotte aan dat uit de klachten die tot het | Enfin, le Conseil des ministres indique qu'il est apparu des plaintes |
wetgevend optreden hebben genoopt, is gebleken dat de morele druk door | qui ont nécessité l'intervention du législateur que la pression morale |
a été ressentie par la population uniquement - ou en tout cas au plus | |
de bevolking enkel - of minstens het sterkst - werd aangevoeld bij de | haut point - lors de la collecte de fonds par et pour les |
fondsenwerving door en voor de vakorganisaties van de politiediensten. | organisations syndicales des services de police. |
- B - | - B - |
B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 17 | B.1. Les parties requérantes demandent l'annulation de l'article 17 de |
van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen | la loi du 24 mars 1999 organisant les relations entre les autorités |
de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de | publiques et les organisations syndicales du personnel des services de |
politiediensten. Dat artikel bepaalt : | police. Cet article dispose : |
« Onder voorbehoud van artikel 15, 2°, is het de vakorganisaties die | « Sous réserve de l'article 15, 2°, il est interdit aux organisations |
zich kenbaar maken als vakorganisatie van het personeel van de | syndicales, en faisant état de leur qualité d'organisation syndicale |
politiediensten verboden, hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van | du personnel des services de police, de solliciter, elles-mêmes ou par |
een tussenpersoon, werkingsfondsen te verwerven door middel van gelijk | personne interposée, des fonds destinés à assurer leur fonctionnement, |
au moyen de pratiques de démarchage, sous quelque forme que ce soit. | |
welke leurpraktijk. De niet-naleving ervan leidt tot de intrekking van | Le non-respect de cette interdiction entraîne le retrait de l'agrément |
de erkenning als vakorganisatie. » | de l'organisation syndicale. » |
Naar luid van het vermelde artikel 15, 2°, mogen de representatieve | Aux termes du susdit article 15, 2°, les organisations syndicales |
vakorganisaties tijdens de diensturen en in de lokalen de | représentatives peuvent percevoir les cotisations syndicales dans les |
vakbondsbijdragen innen. | locaux pendant les heures de service. |
B.2. De bestreden bepaling maakt deel uit van de regeling van de | B.2. La disposition entreprise s'inscrit dans le cadre de la |
réglementation des relations entre les pouvoirs publics et les | |
betrekkingen tussen de overheid en de erkende vakverenigingen van het | organisations syndicales agréées du personnel des services de police. |
personeel van de politiediensten. Die regeling sluit nauw aan bij de | Ce régime se rapproche du régime de droit commun tel qu'il est compris |
gemeenrechtelijke regeling zoals die is vervat in de wet van 19 | dans la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les |
december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en | autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces |
de vakbonden van haar personeel, maar voorziet ook in een aantal | autorités, mais prévoit également une série de dispositions |
bijzondere bepalingen die zijn ingegeven door de essentiële vereisten | particulières dictées par les exigences essentielles de disponibilité, |
van beschikbaarheid, neutraliteit en onpartijdigheid (Parl. St., | de neutralité et d'impartialité (Doc. parl., Chambre, 1998-1999, n° |
Kamer, 1998-1999, nr. 1959/1, pp. 1-2). | 1959/1, pp. 1-2). |
Het bestreden artikel 17 kan als een dergelijke bijzondere bepaling | L'article 17 entrepris peut être considéré comme une telle disposition |
worden beschouwd. Het legt een ronselverbod op aan de vakorganisaties | particulière. Il impose une interdiction de démarchage aux |
van het personeel van de politiediensten omdat « burgers zich vaak | organisations syndicales du personnel des services de police parce que |
niet goed voelden bij de dikwijls agressieve of minstens opgedrongen | « les citoyens n'appréciaient pas toujours les contacts souvent |
contacten met de ronselaars. Meer nog dan vroeger dienen zij zich op | agressifs ou du moins imposés par les démarcheurs. Encore plus |
grond van deze bepaling niet gedwongen te voelen om in te gaan op een | qu'avant, ils ne doivent pas se sentir contraints, sur la base de |
vraag tot financiële ondersteuning van een vakorganisatie van de | cette disposition, de répondre à une demande de soutien financier |
politiediensten, onder de vorm van publiciteitsinlassingen, verkoop | d'une organisation syndicale des services de police, sous la forme |
van gadgets, steunkaarten, stickers, video's, verbandkistjes, | d'insertion de publicités, de vente de gadgets, de cartes de soutien, |
agenda's, ... » (ibid., p. 12). | d'autocollants, de vidéos, boîtes à pansements, agendas, ... » (ibid., p. 12). |
B.3.1. Volgens de verzoekende partijen schendt de bestreden bepaling | B.3.1. Selon les parties requérantes, la disposition entreprise viole |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij een ongelijke | les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle traite les |
behandeling doet ontstaan van de vakorganisaties van het personeel van | organisations syndicales du personnel des services de police |
de politiediensten ten opzichte van, enerzijds, de andere verenigingen | différemment des autres associations du personnel de police, d'une |
van het politiepersoneel en, anderzijds, de vakorganisaties van andere | part, et des organisations syndicales d'autres catégories de membres |
categorieën van overheidspersoneel. | du personnel des pouvoirs publics, d'autre part. |
B.3.2. Beide grieven hebben in wezen betrekking op het gegeven dat, | B.3.2. Les deux griefs portent essentiellement sur le fait que le |
door voor de categorie waartoe de verzoekende partijen behoren en niet | législateur, en instaurant une interdiction pour la catégorie à |
voor andere een verbodsmaatregel in te voeren, de wetgever een | laquelle appartiennent les requérants et non pour d'autres, aurait |
discriminatie ten nadele van de eerste categorie in het leven zou | créé une discrimination au détriment de la première catégorie. |
hebben geroepen. | |
B.3.3. Het staat niet aan het Hof te oordelen of de bestreden | B.3.3. Il n'appartient pas à la Cour d'apprécier si la mesure |
maatregel opportuun of wenselijk is. Het behoort tot de | critiquée est opportune ou souhaitable. L'adoption d'une |
beleidsvrijheid van de wetgever om, met het oog op het daadwerkelijk | réglementation qui, en vue d'assurer réellement la neutralité et |
verzekeren van de neutraliteit en de onpartijdigheid van de | l'impartialité des services de police, prémunit les citoyens contre |
politiediensten, een regeling uit te werken die de burgers van elke | toute forme d'abus de pouvoir exercé par des membres d'organisations |
vorm van machtsmisbruik door leden van vakorganisaties van | syndicales du personnel de police, relève de la liberté politique du |
politiepersoneel vrijwaart. | législateur. |
Het komt het Hof enkel toe te oordelen of de wetgever, door het | Il appartient seulement à la Cour d'apprécier si le législateur, en |
opleggen van het ronselverbod aan bepaalde organisaties, de artikelen | imposant l'interdiction de démarchage à certaines organisations, |
10 en 11 van de Grondwet al dan niet in acht neemt. | respecte ou non les articles 10 et 11 de la Constitution. |
B.3.4. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dezelfde regels verzetten er zich overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de aangevochten maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.3.5. Het enkele feit dat slechts ten aanzien van een bepaalde categorie van verenigingen van politiepersoneel een ronselverbod is ingevoerd, kan op zichzelf niet als voldoende worden beschouwd om het discriminerend karakter ervan aan te tonen. Wanneer de wetgever ten aanzien van bepaalde categorieën van verenigingen maatregelen neemt ter verzekering van de neutraliteit en de onpartijdigheid van een bepaalde openbare dienst, te dezen de politiedienst, dan zou het discriminerend achten van een dergelijk handelen erop neerkomen dat het gelijkheidsbeginsel wordt aangewend als een middel van verzet tegen elke verandering die slechts in fasen zou gebeuren. B.3.6. Ten aanzien van de andere categorieën van het overheidspersoneel, zelfs het personeel dat bekleed is met een bijzondere vorm van politionele bevoegdheid, moet worden opgemerkt dat - onverminderd het wezenlijke verschil tussen een vakorganisatie waarvan de leden allen tot het politiepersoneel behoren en een vakorganisatie waarvan slechts bepaalde leden een politionele | B.3.4. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. Les mêmes règles s'opposent, par ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure considérée, sont essentiellement différentes. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.3.5. La seule circonstance que l'interdiction de démarchage n'est imposée qu'à une catégorie déterminée d'associations du personnel de police ne peut pas en soi être considérée comme suffisante pour en démontrer le caractère discriminatoire. Lorsque le législateur prend des mesures à l'égard de certaines catégories d'associations en vue d'assurer la neutralité et l'impartialité d'un service public déterminé, en l'espèce le service de police, juger discriminatoire pareille façon d'agir reviendrait à utiliser le principe d'égalité pour s'opposer à tout changement qui ne se réaliserait que par étapes. B.3.6. Pour ce qui est des autres catégories du personnel des pouvoirs publics, même le personnel investi d'une forme particulière de pouvoir de police, il convient d'observer que - sans préjudice de la différence fondamentale entre une organisation syndicale dont les membres relèvent tous du personnel de police et une organisation syndicale dont seuls certains membres ont une compétence de police - |
bevoegdheid hebben - de specifieke dienst van ordehandhaving van het | le service spécifique de maintien de l'ordre du personnel de police, |
politiepersoneel, die een bijzondere gezagsverhouding en een permanent | qui implique un rapport d'autorité particulier et un contact permanent |
contact met de burgers impliceert, mag worden geacht van die aard te | avec les citoyens, peut être considéré comme étant tel que les agents |
zijn dat politieambtenaren, wanneer zij als leden van vakorganisaties | de police, lorsqu'ils se livrent à des pratiques de démarchage en tant |
van politiepersoneel leurpraktijken uitoefenen, aan een verhoogd | que membres d'organisations syndicales du personnel de police, |
risico van machtsmisbruik en van aantasting van hun neutraliteit en | s'exposent à un risque accru d'abus de pouvoir et d'atteinte à leur |
onpartijdigheid zijn blootgesteld. | neutralité et leur impartialité. |
B.3.7. Ten aanzien van de andere verenigingen van politiepersoneel | B.3.7. Pour ce qui est des autres associations du personnel de police, |
moet worden opgemerkt dat het bestreden verbod deel uitmaakt van een | il échet d'observer que l'interdiction litigieuse s'inscrit dans le |
cadre d'un régime global qui concerne en particulier les organisations | |
omvattende regeling die inzonderheid de vakverenigingen van | syndicales du personnel de police et que les organisations syndicales, |
politiepersoneel betreft en dat de vakverenigingen, anders dan de | à l'inverse des autres associations, en raison du rôle qu'elles jouent |
andere verenigingen, door hun inschakeling in de procedures van | dans les procédures de concertation et d'avis s'agissant des questions |
overleg en advies met betrekking tot personeelszaken in een | de personnel, se trouvent dans une situation privilégiée dans leurs |
bevoorrechte verhouding staan tot de overheid. Door hun erkenning | rapports avec les pouvoirs publics. En effet, leur agrément leur |
verwerven zij immers bijzondere bevoegdheden en worden zij aldus bij | confère des compétences particulières et elles sont de ce fait |
de werking van de overheidsdiensten betrokken. | associées au fonctionnement des services publics. |
B.3.8. Het behoort tot de appreciatiebevoegdheid van de wetgever de | B.3.8. Il relève du pouvoir d'appréciation du législateur de |
doelstelling van een neutrale en onpartijdige openbare dienst als | considérer l'objectif consistant à garantir un service public neutre |
primordiaal te beschouwen ten aanzien van de vakorganisaties van | et impartial comme primordial à l'égard des organisations syndicales |
politiepersoneel. | du personnel de police. |
B.4.1. Volgens de verzoekende partijen houdt ook de gelijke | B.4.1. Selon les parties requérantes, le traitement égal du personnel |
behandeling van het personeel van de politiediensten dat tot het | des services de police qui appartient au cadre opérationnel et du |
operationele kader behoort en het personeel van de politiediensten dat | personnel des services de police qui appartient au cadre logistique et |
tot het logistieke en administratieve kader behoort, een schending in | administratif est lui aussi constitutif d'une violation des articles |
van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | 10 et 11 de la Constitution. |
B.4.2. De wetgever was van oordeel dat de gelijke behandeling wordt | B.4.2. Le législateur a estimé que le traitement égal était justifié |
verantwoord door « de garantie dat dit personeel van het administratieve en logistieke kader steeds de nodige steun moet leveren aan het politiepersoneel » en door het feit dat de verschillende categorieën van personeelsleden van de politiediensten « op volstrekt complementaire wijze moeten samenwerken » (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 1959/1, p. 3). B.4.3. Die uitleg doet ervan blijken dat de respectieve categorieën van personeelsleden zich te dezen niet in wezenlijk verschillende situaties bevinden. Niets laat immers toe te veronderstellen dat het verschil in de aard van de prestaties van de leden van de onderscheiden kaders, gelet inzonderheid op de onderlinge complementariteit van de prestaties van het bedoelde personeel, het in B.3.6 vermelde risico gevoelig zou verminderen wanneer de enen dan wel de anderen als lid van een organisatie van politiepersoneel aan leurpraktijken doen. B.5.1. Het Hof dient nog te onderzoeken of de bestreden bepaling de evenredigheidstoets kan doorstaan. B.5.2. Volgens de verzoekende partijen zou de bestreden bepaling, door tevens de mogelijkheid uit te sluiten om via een tussenpersoon werkingsmiddelen te verwerven, verder gaan dan nodig om het nagestreefde doel te bereiken. Tevens zijn zij van oordeel dat de maatregel de autonome vakorganisaties op onevenredige wijze raakt in vergelijking met de traditionele vakorganisaties. Ten slotte menen zij dat de sanctie waarin de bestreden bepaling voorziet niet evenredig is met het nagestreefde doel. B.5.3. Dat het verbod van leurpraktijken ook geldt voor de via tussenpersonen verworven werkingsfondsen berust op dezelfde motieven als die welke gelden voor het verbod van rechtstreekse verwerving en mag redelijkerwijze worden beschouwd als een noodzakelijke maatregel om de omzeiling van het verbod te voorkomen. Aan die vaststelling wordt geen afbreuk gedaan door een vergelijking met artikel 8 van de wet van 25 maart 1998 tot wijziging van het syndicaal statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht, waarmee aan de vakorganisaties die zich kenbaar maken als vakorganisaties van het rijkswachtpersoneel het verbod werd opgelegd « werkingsfondsen te verwerven door middel van gelijk welke ronselpraktijk ». In tegenstelling met wat de verzoekers beweren, kan uit de bewoordingen van die bepaling niet worden afgeleid dat het de vakorganisaties van het rijkswachtpersoneel zou zijn toegestaan via tussenpersonen werkingsfondsen te verwerven. B.5.4. De bestreden bepaling is zonder onderscheid van toepassing op autonome en traditionele vakorganisaties die zich kenbaar maken als vakorganisaties van het politiepersoneel van de politiediensten. Dat daaruit zou resulteren dat, zoals de verzoekende partijen doen opmerken, enkel de autonome vakorganisaties in hun financiering worden getroffen, maakt de maatregel op zich niet onevenredig ten aanzien van de nagestreefde doelstellingen. B.5.5. Ten slotte kan ook de sanctie die in de bestreden bepaling is vervat niet als onevenredig worden beschouwd, nu de niet-naleving van het ronselverbod slechts de intrekking van de erkenning als vakorganisatie als gevolg heeft. De vakorganisatie wordt daardoor niet belet haar activiteiten verder uit te oefenen; zij zal enkel geen beroep kunnen doen op de in artikel 14 van de wet van 24 maart 1999 vermelde prerogatieven. B.5.6. Voor het overige tonen de verzoekende partijen niet aan dat de bestreden verbodsmaatregel de grenzen van de evenredigheid overschrijdt, noch dat hij het bestaan van bepaalde vakorganisaties in het gedrang zou kunnen brengen. B.6. De middelen zijn niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 11 oktober 2000. De griffier, L. Potoms. De wnd. voorzitter, | par « la garantie que ce personnel du cadre administratif et logistique doit constamment apporter l'appui nécessaire au personnel de police » et par la circonstance que les différentes catégories de membres du personnel des services de police « collaborent de façon totalement complémentaire » (Doc. parl., Chambre, 1998-1999, n° 1959/1, p. 3). B.4.3. Il résulte de ce qui précède qu'en l'espèce, les catégories de membres du personnel respectives ne se trouvent pas dans des situations fondamentalement différentes. En effet, rien ne permet de supposer que la circonstance que les prestations des membres des cadres respectifs, en particulier eu égard à la complémentarité des prestations du personnel concerné, sont d'une nature différente amenuiserait sensiblement le risque mentionné au B.3.6 lorsque les uns ou les autres, en tant que membres d'une organisation du personnel de police, se livrent à des pratiques de démarchage. B.5.1. La Cour doit encore examiner si la disposition entreprise résiste au contrôle de proportionnalité. B.5.2. Selon les parties requérantes, la disposition entreprise, en excluant également la possibilité de collecter des moyens de fonctionnement par personne interposée, irait au-delà de ce qui est nécessaire pour atteindre le but poursuivi. Elles estiment encore que la mesure affecte les organisations syndicales autonomes de façon disproportionnée par comparaison avec les organisations syndicales traditionnelles. Elles considèrent enfin que la sanction prévue par la disposition entreprise n'est pas proportionnée au but poursuivi. B.5.3. Le fait que l'interdiction des pratiques de démarchage s'applique également aux fonds de fonctionnement collectés par des intermédiaires repose sur les mêmes motifs que ceux qui fondent l'interdiction de collecte directe. La mesure peut raisonnablement être considérée comme nécessaire pour éviter que l'on contourne l'interdiction. Ce constat n'est pas remis en cause par une comparaison avec l'article 8 de la loi du 25 mars 1998 portant modification du statut syndical du personnel du corps opérationnel de la gendarmerie, disposition qui interdit aux organisations syndicales faisant état de leur qualité d'organisation syndicale du personnel de la gendarmerie « de récolter des fonds destinés à assurer leur fonctionnement au moyen de pratiques de démarchage, sous quelque forme que ce soit ». Contrairement à ce que soutiennent les requérants, il ne se déduit pas du libellé de cette disposition que les organisations syndicales du personnel de la gendarmerie seraient autorisées à collecter des fonds de fonctionnement par personne interposée. B.5.4. La disposition entreprise est indistinctement applicable aux organisations syndicales autonomes et traditionnelles qui font état de leur qualité d'organisation syndicale du personnel de police des services de police. La circonstance qu'il en résulterait que, comme l'observent les parties requérantes, le financement des seules organisations syndicales autonomes serait affecté ne rend pas en soi la mesure disproportionnée par rapport aux objectifs poursuivis. B.5.5. Enfin, la sanction prévue par la disposition entreprise ne peut être considérée comme disproportionnée, dès lors que le non-respect de l'interdiction de démarchage a pour seul effet le retrait de l'agrément de l'organisation syndicale. L'organisation syndicale n'est pas, de ce fait, empêchée de poursuivre ses activités; elle ne pourra seulement plus faire valoir les prérogatives mentionnées à l'article 14 de la loi du 24 mars 1999. B.5.6. Pour le surplus, les parties requérantes ne démontrent pas que l'interdiction litigieuse serait disproportionnée, ni qu'elle pourrait compromettre l'existence de certaines organisations syndicales. B.6. Les moyens ne sont pas fondés. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 11 octobre 2000. Le greffier, L. Potoms. Le président f.f., |
H. Boel. | H. Boel. |