← Terug naar "Arrest nr. 134/99 van 22 december 1999 Rolnummer 1418 In zake : het beroep tot vernietiging
van de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 februari 1998 tot wijziging van de wet van 27 december 1973
betreffende het statuut van het personeel van he Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...)"
| Arrest nr. 134/99 van 22 december 1999 Rolnummer 1418 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 februari 1998 tot wijziging van de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van he Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...) | Arrêt n° 134/99 du 22 décembre 1999 Numéro du rôle : 1418 En cause : le recours en annulation des articles 3 et 4 de la loi du 10 février 1998 portant modification de la loi du 27 décembre 1973 relative au statut du personnel du corps opérati La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. Boel, L(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Arrest nr. 134/99 van 22 december 1999 | Arrêt n° 134/99 du 22 décembre 1999 |
| Rolnummer 1418 | Numéro du rôle : 1418 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 3 en 4 van de | En cause : le recours en annulation des articles 3 et 4 de la loi du |
| wet van 10 februari 1998 tot wijziging van de wet van 27 december 1973 | 10 février 1998 portant modification de la loi du 27 décembre 1973 |
| betreffende het statuut van het personeel van het operationeel korps | relative au statut du personnel du corps opérationnel de la |
| van de rijkswacht en van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de | gendarmerie et de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations |
| betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het | entre les autorités publiques et les syndicats du personnel du corps |
| rijkswachtpersoneel van het operationeel korps, ingesteld door A. | opérationnel de la gendarmerie, introduit par A. Henneau et autres. |
| Henneau en anderen. | La Cour d'arbitrage, |
| Het Arbitragehof, | |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de | composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. |
| rechters H. Boel, L. François, H. Coremans, R. Henneuse et M. Bossuyt, | Boel, L. François, H. Coremans, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée du |
| bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van het beroep | I. Objet du recours |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 september | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 19 |
| 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 | septembre 1998 et parvenue au greffe le 21 septembre 1998, A. Henneau, |
| september 1998, hebben A. Henneau, wonende te 1400 Nijvel, rue | demeurant à 1400 Nivelles, rue Théodore Berthels 7/2, J. Adam, |
| Théodore Berthels 7/2, J. Adam, wonende te 9000 Gent, Spiegelhofstraat | demeurant à 9000 Gand, Spiegelhofstraat 57, et S. Verhulst, demeurant |
| 57, en S. Verhulst, wonende te 7100 La Louvière, rue des Rentiers | à 7100 La Louvière, rue des Rentiers 45/16, ont introduit un recours |
| 45/16, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3 en 4 van | en annulation des articles 3 et 4 de la loi du 10 février 1998 portant |
| de wet van 10 februari 1998 tot wijziging van de wet van 27 december | modification de la loi du 27 décembre 1973 relative au statut du |
| 1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel | |
| korps van de rijkswacht en van de wet van 11 juli 1978 tot regeling | personnel du corps opérationnel de la gendarmerie et de la loi du 11 |
| van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het | juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et |
| rijkswachtpersoneel van het operationeel korps (bekendgemaakt in het | les syndicats du personnel du corps opérationnel de la gendarmerie |
| Belgisch Staatsblad van 20 maart 1998). | (publiée au Moniteur belge du 20 mars 1998). |
| II. De rechtspleging | II. La procédure |
| Bij beschikking van 21 september 1998 heeft de voorzitter in functie | Par ordonnance du 21 septembre 1998, le président en exercice a |
| de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en | désigné les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la |
| 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
| De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
| om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
| Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de | Le recours a été notifié conformément à l'article 76 de la loi |
| organieke wet bij op 23 oktober 1998 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 23 octobre 1998. |
| Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 november 1998. | Moniteur belge du 4 novembre 1998. |
| De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie | Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a |
| ingediend bij op 4 december 1998 ter post aangetekende brief. | introduit un mémoire par lettre recommandée à la poste le 4 décembre |
| Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | 1998. Ce mémoire a été notifié conformément à l'article 89 de la loi |
| organieke wet bij op 18 december 1998 ter post aangetekende brief. | organique, par lettre recommandée à la poste le 18 décembre 1998. |
| Par ordonnance du 13 janvier 1999, le président en exercice a prorogé | |
| Bij beschikking van 13 januari 1999 heeft de voorzitter in functie, op | de quinze jours le délai pour l'introduction d'un mémoire en réponse, |
| verzoek van de raadsman van de verzoekende partijen van 8 januari | suite à la demande du conseil des parties requérantes du 8 janvier |
| 1999, de termijn voor het indienen van een memorie van antwoord verlengd met vijftien dagen | 1999. Cette ordonnance a été notifiée aux parties requérantes, par lettre |
| Van die beschikking is kennisgegeven aan de Ministerraad bij op 13 | recommandée à la poste le 13 janvier 1999. |
| januari 1999 ter post aangetekende brief. | |
| De verzoekende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend bij | Les parties requérantes ont introduit un mémoire en réponse, par |
| op 29 januari 1999 ter post aangetekende brief. | lettre recommandée à la poste le 29 janvier 1999. |
| Bij beschikkingen van 24 februari 1999 en 29 juni 1999 heeft het Hof | Par ordonnances du 24 février 1999 et du 29 juin 1999, la Cour a |
| de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
| respectievelijk 19 september 1999 en 19 maart 2000. | prorogé respectivement jusqu'aux 19 septembre 1999 et 19 mars 2000 le |
| délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
| Bij beschikking van 27 oktober 1999 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 27 octobre 1999, le président en exercice a complété |
| zetel aangevuld met rechter H. Coremans. | le siège par le juge H. Coremans. |
| Bij beschikking van 27 oktober 1999 heeft het Hof de zaak in | Par ordonnance du 27 octobre 1999, la Cour a déclaré l'affaire en état |
| gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 25 | et fixé l'audience au 25 novembre 1999. |
| november 1999. | |
| Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats |
| bij op 28 oktober 1999 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 28 octobre 1999. |
| Op de openbare terechtzitting van 25 november 1999 : | A l'audience publique du 25 novembre 1999 : |
| - zijn verschenen : | - ont comparu : |
| . Mr. T. Vermeire loco Mr. P. Vande Casteele, advocaten bij de balie | . Me T. Vermeire loco Me P. Vande Casteele, avocats au barreau de |
| te Brussel, voor de verzoekende partijen; | Bruxelles, pour les parties requérantes; |
| . rijkswachtkapitein J. Lacasse, voor de Ministerraad; | . le capitaine de gendarmerie J. Lacasse, pour le Conseil des |
| - hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en M. Bossuyt verslag uitgebracht; | ministres; - les juges-rapporteurs R. Henneuse et M. Bossuyt ont fait rapport; |
| - zijn de voornoemde partijen gehoord; | - les parties précitées ont été entendues; |
| - is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
| De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
| van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
| III. In rechte | III. En droit |
| - A - | - A - |
| Wat het eerste middel betreft | En ce qui concerne le premier moyen |
| A.1. Het eerste middel dat wordt aangevoerd ter staving van het | A.1. Le premier moyen invoqué à l'appui de la requête est pris de la |
| verzoekschrift is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 | violation des articles 10 et 11 de la Constitution, pris isolément et |
| van de Grondwet, afzonderlijk genomen en in samenhang gelezen met de artikelen 16, 23 en 184 van de Grondwet. Dat middel bekritiseert het feit dat de wetgever aan de Koning en aan de minister, elk wat hem betreft, toestaat een terugbetaling op te leggen die kan gaan tot het totale bedrag van de tijdens de opleiding genoten wedden, dat hij de modaliteiten van vaststelling en terugbetaling niet nader heeft bepaald en evenmin rekening heeft gehouden met de wijze waarop de rijkswachter voor de opleiding wordt aangewezen (van ambtswege of vrijwillig), noch met de tijdens de opleiding beklede betrekking. Zodoende maakt de wetgever, enerzijds (eerste onderdeel van het middel), een onevenredige inbreuk op de vrijheid van arbeid en het recht op eigendom, die respectievelijk worden gewaarborgd bij de | en combinaison avec les articles 16, 23 et 184 de la Constitution. Ce moyen critique le fait que le législateur permet au Roi et au ministre, chacun en ce qui le concerne, d'imposer un remboursement qui peut aller jusqu'à la totalité des traitements perçus pendant la formation, qu'il n'a pas précisé les modalités de fixation et de remboursement et n'a pas davantage tenu compte du mode de désignation (d'office ou volontaire) du gendarme pour la formation ni de l'emploi occupé par celui-ci lors de la formation. Ce faisant, le législateur, d'une part (première branche du moyen), porte une atteinte disproportionnée à la liberté du travail et au |
| artikelen 23 en 16 van de Grondwet, en roept hij aldus een | droit de propriété, garantis respectivement par les articles 23 et 16 |
| discriminatie ten nadele van de rijkswachters in het leven; in hun | de la Constitution, et opère ainsi une discrimination au détriment des |
| memorie van antwoord bekritiseren de verzoekende partijen in het | gendarmes; dans leur mémoire en réponse, les parties requérantes |
| bijzonder het feit dat het totale bedrag van de bezoldiging kan worden | critiquent en particulier le fait que la totalité du traitement est |
| opgeëist en dat de terug te betalen som onmiddellijk opeisbaar is. | susceptible d'être réclamée et que la somme à rembourser est exigible |
| immédiatement. | |
| Anderzijds (tweede onderdeel van het middel), laten de aldus bij de | D'autre part (seconde branche du moyen), les critères ainsi établis |
| wet van 10 februari 1998 vastgestelde, onduidelijke en onvolledige | par la loi du 10 février 1998, imprécis et incomplets, laissent au Roi |
| criteria aan de Koning en aan de minister een te ruime | et au ministre un pouvoir d'appréciation trop large, incompatible avec |
| beoordelingsbevoegdheid, die onverenigbaar is met artikel 184 van de | l'article 184 de la Constitution; les gendarmes sont dès lors privés, |
| Grondwet; de rijkswachters wordt bijgevolg, op discriminerende wijze, | de manière discriminatoire, de l'intervention d'une assemblée |
| het optreden van een democratisch verkozen vergadering ontzegd, dat | démocratiquement élue, que garantit cette disposition |
| bij die grondwetsbepaling wordt gegarandeerd. | constitutionnelle. |
| A.2.1. Nadat de Ministerraad het belang om in rechte te treden van de | A.2.1. Après avoir contesté l'intérêt à agir du premier requérant - |
| eerste verzoeker heeft betwist B de reeds verworven dienstanciënniteit | son ancienneté de service déjà acquise (30 ans) couvrant la « période |
| (30 jaar) bestrijkt de « rendementsperiode » die elke nieuwe opleiding | de rendement » qu'impliquerait toute nouvelle formation -, le Conseil |
| zou inhouden -, is hij van oordeel dat het onderdeel van dat middel, | des ministres estime que la branche de ce moyen prise de la violation |
| afgeleid uit de schending van de artikelen 16 en 23, in samenhang | des articles 16 et 23, combinés avec les articles 10 et 11 de la |
| gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « op bijzonder | Constitution, est rédigée « de manière particulièrement confuse » et |
| verwarrende wijze » is opgesteld en niet de bekritiseerde | ne fait pas apparaître les discriminations critiquées. Dans leur |
| discriminaties doet blijken. In hun memorie van antwoord preciseren de | mémoire en réponse, les parties requérantes précisent que « les |
| verzoekende partijen dat « de artikelen 13, 23 en 184 elk het | articles 16, 23 et 184 consacrent chacun le principe de légalité », |
| legaliteitsbeginsel verankeren », een beginsel dat hun wegens de | principe dont elles seraient privées du fait des dispositions |
| betwiste bepalingen zou worden ontzegd. | litigieuses. |
| A.2.2. Wat betreft het tweede onderdeel van dat middel, verwijst de | A.2.2. En ce qui concerne la seconde branche de ce moyen, le Conseil |
| Ministerraad naar het arrest van het Hof nr. 34/96 van 15 mei 1996, | des ministres s'en réfère à l'arrêt de la Cour n° 34/96 du 15 mai |
| meer bijzonder naar de considerans B.3 ervan, waaruit blijkt dat het | 1996, plus précisément à son considérant B.3, dont il résulte que la |
| Hof heeft aangenomen dat de vrije keuze van beroepsarbeid ten aanzien | Cour a admis que le libre choix de l'activité professionnelle pouvait |
| van personeelsleden van de rijkswacht kon worden beperkt, gelet op de | être limité dans le chef des membres du personnel de la gendarmerie, |
| specifieke opdrachten die aan dat korps worden toevertrouwd. In | eu égard aux missions spécifiques qui sont confiées à ce corps. Seule |
| werkelijkheid keurt het Hof alleen de te ruime aan de Koning verleende | en réalité a été sanctionnée par la Cour la délégation trop large |
| machtiging af, een bezwaar waaraan precies de te dezen in het geding | donnée au Roi, objection à laquelle, précisément, la loi du 10 février |
| zijnde wet van 10 februari 1998 heeft willen tegemoetkomen : met die | 1998 en cause en l'espèce a entendu remédier : en effet, par celle-ci, |
| wet oefent de wetgever immers zelf zijn bevoegdheden uit door zowel de modaliteiten te preciseren waardoor het bedrag van de verbrekingsvergoeding kan worden vastgesteld als de minimumduur van daadwerkelijke dienst waarboven die terugbetaling niet zal worden geëist. In de memorie van de Ministerraad wordt vervolgens de bestaansreden toegelicht van de vergoeding die « verbrekingsvergoeding » wordt genoemd; daarin wordt met name uiteengezet dat het facultatieve karakter van de beslissing om een terugbetaling op te leggen, enerzijds, het mogelijk maakt de verscheidenheid van de desbetreffende opleidingen en van de werkelijk door de rijkswacht gedragen lasten te dekken en, anderzijds, rekening te houden met de familiale of sociale omstandigheden. De Ministerraad brengt ten slotte in herinnering dat tegen de beslissing om een terugbetaling op te leggen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State en dat die beslissing door de Raad van State kan worden getoetst. Wat het tweede middel betreft A.3. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de artikelen | le législateur exerce lui-même ses compétences en précisant tant les modalités permettant de fixer le montant de l'indemnité de rupture que la durée minimum de service effectif au-delà de laquelle ce remboursement ne sera pas exigé. Le mémoire du Conseil des ministres expose ensuite la raison d'être de l'indemnité qu'il qualifie « de rupture »; il explique notamment que le caractère facultatif de la décision d'imposer un remboursement permet, d'une part, de couvrir la diversité des formations concernées et des charges réellement supportées par la gendarmerie et, d'autre part, de tenir compte des circonstances familiales ou sociales. Le Conseil des ministres rappelle enfin que la décision d'imposer un remboursement est susceptible d'un recours devant et d'un contrôle par le Conseil d'Etat. En ce qui concerne le deuxième moyen |
| 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 12, | A.3. Le deuxième moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 |
| 23, tweede lid, en 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, de artikelen 1 | de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 12, 23, |
| alinéa 2, et 23, alinéa 3, 1°, de la Constitution, les articles 1er et | |
| en 2 van het verdrag nr. 29 van de Internationale Arbeidsorganisatie, | 2 de la convention n° 29 de l'Organisation internationale du travail, |
| de artikelen 1 en 2 van het Verdrag nr. 105 van de Internationale | les articles 1er et 2 de la convention n° 105 de l'Organisation |
| Arbeidsorganisatie, artikel 6 van het verdrag nr. 95 van de | internationale du travail, l'article 6 de la convention n° 95 de |
| Internationale Arbeidsorganisatie in verband met de bescherming van de | l'Organisation internationale du travail relative à la protection de |
| bezoldiging, de artikelen 4, 14, 15 en 60 van het Europees verdrag | la rémunération, les articles 4, 14, 15 et 60 de la Convention |
| voor de Rechten van de Mens, artikel 48 van het E.G.-Verdrag en | européenne des droits de l'homme, l'article 48 du Traité C.E. et |
| artikel 1 van het Europees Sociaal Handvest. | l'article 1er de la Charte sociale européenne. |
| Selon les parties requérantes, les dispositions en cause ont pour | |
| Volgens de verzoekende partijen hebben de in het geding zijnde | effet que l'obligation de remboursement s'impose de façon inéluctable, |
| bepalingen tot gevolg dat de terugbetalingsplicht op onontkoombare | soit qu'il y ait démission volontaire soit qu'il y ait démission |
| wijze wordt opgelegd, hetzij wegens vrijwillig ontslag, hetzij wegens | d'office consécutive à une absence irrégulière de plus de 10 jours. |
| ontslag van ambtswege ten gevolge van een onwettige afwezigheid van meer dan tien dagen. | Constituant une « sérieuse entrave à l'exercice de nouvelles activités |
| Aangezien de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 februari 1998 een « | professionnelles », les articles 3 et 4 de la loi du 10 février 1998 |
| ernstige belemmering vormen voor de uitoefening van nieuwe | portent atteinte aux dispositions citées au moyen, lesquelles |
| beroepsactiviteiten », doen zij afbreuk aan de in het middel | garantissent le libre choix du travail et interdisent le travail |
| geciteerde bepalingen, die de vrije keuze van arbeid garanderen en | forcé; en outre, ils portent atteinte à la liberté du travailleur de |
| dwangarbeid verbieden; bovendien doen zij afbreuk aan de vrijheid van | disposer de son salaire à son gré dès lors que les gendarmes, lors |
| de werknemer om naar eigen goeddunken over zijn salaris te beschikken, | d'une démission volontaire ou non, doivent rembourser un traitement |
| aangezien de rijkswachters, bij een al dan niet vrijwillig ontslag, | |
| een eerder genoten wedde moeten terugbetalen. | précédemment perçu. |
| A.4.1. In zijn memorie onderstreept de Ministerraad in de eerste | A.4.1. Dans son mémoire, le Conseil des ministres souligne tout |
| plaats dat de verzoekende partijen « ermee volstaan internationale en | d'abord que les parties requérantes « se contentent d'énoncer des |
| interne rechtsbepalingen te vermelden zonder concreet te preciseren in | dispositions de droit interne et international sans concrètement |
| welk opzicht het gelijkheidsbeginsel zou zijn geschonden » en besluit | préciser en quoi elles constituent une violation du principe d'égalité |
| daaruit dat, in die mate, het middel gedeeltelijk onontvankelijk is. | » et en conclut que, dans cette mesure, le moyen est partiellement irrecevable. |
| A.4.2. Naast de verwijzing naar het voormelde arrest nr. 34/96 van het | A.4.2. Quant au fond, outre la référence à l'arrêt précité n° 34/96 de |
| Hof betwist de Ministerraad ten gronde dat de verbrekingsvergoeding de | la Cour, le Conseil des ministres conteste que l'indemnité de rupture |
| vrije beschikking over het salaris beperkt; er wordt met name | restreigne la libre disposition du salaire; il est relevé notamment |
| opgemerkt dat in geen enkel onmiddellijk loonbeslag is voorzien, dat | qu'aucune saisie immédiate sur salaire n'est prévue, que tout |
| elke terugbetaling een gevolg heeft voor het vermogen zonder | remboursement a une incidence sur le patrimoine sans nécessairement |
| noodzakelijkerwijze het salaris te raken en dat die vergoeding kan | affecter le salaire et que cette indemnité peut être payée par un |
| worden betaald door een derde, waaronder de nieuwe werkgever. | tiers, tel le nouvel employeur. |
| Wat de schending van de verdragen van de Internationale | En ce qui concerne la violation des conventions de l'Organisation |
| Arbeidsorganisatie betreft, wordt opgemerkt dat zij geen rechtstreekse | internationale du travail, il est relevé qu'elles n'ont pas d'effet |
| werking hebben en dat de verzoekende partijen niet preciseren in welk | direct et que les parties requérantes ne précisent pas en quoi elles |
| opzicht zij geschonden zouden zijn, aangezien de rijkswachter van wie | seraient violées, le gendarme auquel est demandé une indemnité de |
| een verbrekingsvergoeding wordt gevorderd steeds kan beslissen in | rupture pouvant toujours décider de rester en fonction jusqu'à |
| functie te blijven tot de rendementsperiode is verstreken. | l'expiration de la période de rendement. |
| Bovendien wordt opgemerkt dat geen enkel strafrechtelijk of | Par ailleurs, il est relevé qu'aucune conséquence pénale ou |
| tuchtrechtelijk gevolg is verbonden aan een vrijwillig ontslag dat | disciplinaire n'est attachée à une démission volontaire, assortie |
| gepaard gaat met een verbrekingsvergoeding, of aan een geweigerd verzoek. Wat ten slotte de schending van bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens betreft, wordt, naast het onnauwkeurige karakter van dat onderdeel van het middel, onderstreept dat het begrip dwangarbeid, volgens de rechtspraak van het Hof, vereist dat de arbeid wordt uitgevoerd tegen de wil van de werknemer en dat die onrechtvaardig en opgelegd is, zonder dat eraan kan worden ontkomen - omstandigheden die te dezen niet bestaande worden geacht, aangezien de personeelsleden van de rijkswacht vrijwillig tot het personeelsstatuut zijn toegetreden. Wat het derde middel betreft A.5.1. Het derde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet alsmede van artikel 48 van het E.G.-Verdrag. | d'une indemnité de rupture, ou à une demande refusée. En ce qui concerne enfin la violation de dispositions de la Convention européenne des droits de l'homme, outre le caractère imprécis de cette branche du moyen, il est souligné que la notion de travail forcé requiert, selon la jurisprudence de la Cour, que le travail soit effectué contre la volonté du travailleur et qu'il soit injuste et imposé, sans pouvoir être évité - conditions jugées inexistantes en l'espèce dès lors que les membres du personnel de la gendarmerie ont adhéré volontairement au statut du personnel. En ce qui concerne le troisième moyen A.5.1. Le troisième moyen est pris de la violation des articles 10, 11 |
| Volgens de verzoekende partijen schenden de in het geding zijnde | et 23 de la Constitution ainsi que de l'article 48 du Traité C.E. |
| artikelen 3 en 4 de in het middel vermelde bepalingen, in zoverre de | Selon les parties requérantes, les articles 3 et 4 en cause violent |
| les dispositions reprises au moyen en ce que les gendarmes qui | |
| rijkswachters die naar een aangeboden betrekking solliciteren, hetzij | sollicitent un emploi offert, soit dans le secteur public, soit dans |
| in de openbare sector, hetzij in de privé-sector, belemmerd worden | le secteur privé, subissent une entrave en raison de l'éventuel refus |
| door een mogelijke weigering van het gegeven ontslag of wegens kosten | de la démission présentée ou en raison des frais qu'ils doivent |
| die ze naar aanleiding van dat ontslag moeten terugbetalen. | rembourser à l'occasion de cette démission. |
| A.5.2. Volgens de Ministerraad is het middel afgeleid uit de schending | A.5.2. Selon le Conseil des ministres, le moyen pris de la violation |
| van artikel 48 van het Verdrag van Rome onontvankelijk om twee redenen | de l'article 48 du Traité de Rome est irrecevable à un double titre. |
| : enerzijds, sluit artikel 48, lid 4, de betrekkingen in | D'une part, l'article 48, paragraphe 4, exclut de son champ |
| overheidsdienst van zijn toepassingssfeer uit; anderzijds, impliceert | d'application les emplois dans l'administration publique; d'autre |
| de schending van die bepaling dat werknemers van andere Lid-Staten in | part, la violation de cette disposition implique que des travailleurs |
| de betrokken Lid-Staat wensen te werken, een geval dat te dezen niet | d'autres Etats membres souhaitent travailler dans l'Etat membre |
| van toepassing is, vermits alle elementen van de in het geding zijnde | concerné, hypothèse inapplicable en l'espèce puisque tous les éléments |
| activiteiten in dezelfde Lid-Staat gesitueerd zijn, namelijk België. | des activités en cause se situent dans le même Etat membre, à savoir la Belgique. |
| A.5.3. In hun memorie van antwoord verwijzen de verzoekende partijen | A.5.3. Dans leur mémoire en réponse, les parties requérantes s'en |
| naar de rechtspraak van het Hof van Justitie, en met name naar het | réfèrent à la jurisprudence de la Cour de justice, et notamment à |
| arrest dat op 15 december 1995 in de zaak Bosmans is uitgesproken. In | l'arrêt du 15 décembre 1995 prononcé dans l'affaire Bosmans. A titre |
| ondergeschikte orde vorderen zij dat aan dat rechtscollege een | |
| drievoudige prejudiciële vraag ter interpretatie wordt gesteld, met | subsidiaire, elles demandent que soit posée à cette juridiction une |
| betrekking tot de verenigbaarheid van de bestreden bepalingen met de | triple question préjudicielle en interprétation, portant sur la |
| artikelen 5, 48 tot 53 van het E.G.-Verdrag. Wat het vierde middel betreft A.6.1. Het vierde middel is afgeleid uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Het ontslag van ambtswege is, wat de rijkswachters betreft, de zwaarste tuchtstraf en stemt overeen met de afzetting in het statuut van de ambtenaren. Het is discriminerend aan die sanctie, wat de enkele rijkswachters betreft, de bijkomende sanctie van terugbetaling toe te voegen. A.6.2. Volgens de Ministerraad berust dat middel op een verwarring en is het niet gegrond. De procedure van ontslag van ambtswege ten gevolge van een onwettige afwezigheid mag niet worden verward met een tuchtprocedure en zulks, met name, rekening houdend met de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepalingen alsmede met het feit dat de onderzoeksraad - tuchtorgaan B in die procedure niet optreedt. Wat dat laatste argument betreft, werpen de verzoekende partijen tegen dat de onderzoeksraad niet moet worden geraadpleegd voor sommige | compatibilité des dispositions attaquées avec les articles 5, 48 à 53 du Traité C.E. En ce qui concerne le quatrième moyen A.6.1. Le quatrième moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution. La démission d'office est, en ce qui concerne les gendarmes, la sanction disciplinaire la plus lourde et correspond à la révocation dans le statut des fonctionnaires. Il est discriminatoire d'ajouter à cette sanction, en ce qui concerne les seuls gendarmes, la sanction supplémentaire que constitue le remboursement. A.6.2. Selon le Conseil des ministres, ce moyen repose sur une confusion et est non fondé. En effet, la procédure de démission d'office consécutive à une absence irrégulière ne peut être confondue avec une procédure disciplinaire et ce, notamment, en considération tant des travaux préparatoires des dispositions en cause que du fait que le conseil d'enquête - organe disciplinaire - n'intervient pas dans cette procédure. Quant à ce dernier argument, les parties requérantes objectent que le conseil d'enquête ne doit pas être consulté pour certaines sanctions |
| tuchtstraffen, zonder dat die tuchtstraffen daarom hun disciplinair | disciplinaires, sans que celles-ci, pour autant, ne perdent leur |
| karakter verliezen. | caractère disciplinaire. |
| Wat het vijfde middel betreft | En ce qui concerne le cinquième moyen |
| A.7.1. Het vijfde en laatste middel is afgeleid uit de schending van | A.7.1. Le cinquième et dernier moyen est pris de la violation des |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het | articles 10 et 11 de la Constitution combinés avec l'article 1er du |
| Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten | Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de |
| van de Mens en met artikel 16 van de Grondwet. | l'homme et avec l'article 16 de la Constitution. |
| De bestreden bepalingen veroordelen de betrokken rijkswachter ertoe | Les dispositions entreprises condamnent le gendarme concerné à choisir |
| een keuze te maken tussen het voordeel van artikel 4 van het Europees | entre le bénéfice de l'article 4 de la Convention européenne des |
| Verdrag voor de Rechten van de Mens en dat van artikel 16 van de | droits de l'homme et celui de l'article 16 de la Constitution. En |
| Grondwet. Indien hij gebruik maakt van zijn recht op ontslag, | effet, s'il exerce son droit à la démission, il subit une atteinte à |
| ondergaat hij immers een inbreuk op zijn recht op eigendom; | son droit de propriété; à l'inverse, il peut conserver son patrimoine |
| daarentegen kan hij zijn vermogen behouden door van zijn recht op | en renonçant à son droit à la démission, voire en cas de refus de |
| ontslag af te zien, of zelfs ingeval dat ontslag wordt geweigerd, maar | celle-ci, mais cela se fait alors au détriment du droit garanti par |
| dat gebeurt dan ten nadele van het bij artikel 4 van het Europees | l'article 4 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
| Verdrag voor de Rechten van de Mens gewaarborgde recht. | |
| A.7.2. Nadat de Ministerraad het gebrek aan nauwkeurigheid heeft | A.7.2. Après avoir relevé le défaut de précision de la violation |
| opgemerkt wat de aangevoerde schending van de artikelen 10 en 11 van | alléguée des articles 10 et 11 de la Constitution, le Conseil des |
| de Grondwet betreft, betwist hij de lezing volgens welke de in het geding zijnde bepalingen afbreuk zouden doen aan de eigendom van tijdens de opleiding genoten wedden. Er wordt bovendien opgemerkt dat, zelfs in de veronderstelling dat afbreuk wordt gedaan aan het eigendomsrecht, dat verantwoord zou zijn ten aanzien van artikel 1, tweede lid, van het Aanvullend Protocol : het algemeen belang waarnaar die bepaling verwijst, staat immers vast bij lezing van considerans B.3.2 van het voormelde arrest nr. 34/96, hetwelk verwijst naar het algemeen belang en naar de continuïteit van de openbare dienst om het beginsel van de terugbetaling van de opleidingskosten aan te nemen. | ministres conteste la lecture selon laquelle les dispositions en cause porteraient atteinte à la propriété des salaires perçus durant la formation. Il est relevé en outre que, à supposer même qu'il soit porté atteinte au droit de propriété, celle-ci serait justifiée au regard de l'article 1er, alinéa 2, du Protocole additionnel : l'intérêt général auquel se réfère cette disposition est établi en effet à la lecture du considérant B.3.2 de l'arrêt précité n° 34/96, lequel se réfère à l'intérêt général et à la continuité du service public pour admettre le principe du remboursement des frais de formation. |
| - B - | - B - |
| De bestreden bepalingen | Les dispositions attaquées |
| B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de | B.1.1. Les parties requérantes demandent l'annulation des articles 3 |
| artikelen 3 en 4 van de wet van 10 februari 1998, die respectievelijk | et 4 de la loi du 10 février 1998, lesquels modifient respectivement |
| de artikelen 31 en 33 van de wet van 27 december 1973 betreffende het | les articles 31 et 33 de la loi du 27 décembre 1973 relative au statut |
| statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht | du personnel du corps opérationnel de la gendarmerie. |
| wijzigen. B.1.2. Vóór de wijziging ervan bij de wet van 10 februari 1998 | B.1.2. Avant sa modification par la loi du 10 février 1998, l'article |
| bepaalde artikel 31 van de wet van 27 december 1973 : | 31 de la loi du 27 décembre 1973 disposait : |
| « Het ontslag moet schriftelijk worden ingediend. | « La démission doit être donnée par écrit. |
| Het heeft eerst uitwerking wanneer het aanvaard wordt : | Elle n'a d'effet que lorsqu'elle est acceptée : |
| 1° door de Koning, wat de officieren betreft; | 1° par le Roi pour les officiers; |
| 2° door de Minister van Landsverdediging wat de onderofficieren betreft. | 2° par le Ministre de la Défense nationale pour les sous-officiers. |
| De Minister van Landsverdediging kan het ontslag weigeren indien hij | Elle peut être refusée par le Ministre de la Défense nationale, s'il |
| oordeelt dat het strijdig is met het dienstbelang. » | estime qu'elle est contraire à l'intérêt du service. » |
| Artikel 3 van de wet van 10 februari 1998 vult dat artikel 31 aan als | L'article 3 de la loi du 10 février 1998 complète comme suit cet |
| volgt : | article 31 : |
| « De beslissing waarbij het ontslag van een personeelslid wordt | « La décision acceptant la démission du membre du personnel, peut être |
| aangenomen, kan gepaard gaan met de verplichting voor het | assortie de l'obligation pour le membre du personnel qui en est |
| personeelslid dat er het voorwerp van uitmaakt, om aan de rijkswacht | l'objet, de verser à la gendarmerie la totalité ou une partie de |
| het geheel of een deel van de vergoeding, berekend overeenkomstig het | l'indemnité calculée conformément aux alinéas 5, 6 et 7. |
| vijfde, zesde en zevende lid, te betalen. | |
| Die verplichting kan evenwel niet worden opgelegd aan het | Cette obligation ne peut toutefois pas être imposée au membre du |
| personeelslid dat na zijn basisopleiding een minimum aantal | personnel qui, à l'expiration de sa formation de base, a effectué un |
| dienstjaren heeft gepresteerd dat overeenstemt met anderhalve maal de | nombre minimum d'années de service qui correspond à une fois et demi |
| duur van deze basisopleiding. | la durée de cette formation de base. |
| De vergoeding is degressief. Zij bedraagt een breukdeel van de wedde | L'indemnité est dégressive. Elle s'élève à une fraction du traitement |
| uitbetaald gedurende de basisopleiding. De teller van dit breukdeel is | payé pendant la formation de base. Le numérateur de cette fraction est |
| het verschil tussen het minimum aantal dienstjaren, bepaald bij het | constitué de la différence entre le nombre minimum d'années de service |
| vijfde lid, en het aantal reeds gepresteerde dienstjaren. De noemer | fixé à l'alinéa 5 et le nombre d'années de service déjà effectuées. Le |
| van dit breukdeel is het minimum bepaald bij het vijfde lid. | dénominateur de cette fraction est le minimum fixé à l'alinéa 5. |
| Voor iedere bijkomende vorming van hoger onderwijs, wordt, per | Pour chaque formation supplémentaire du niveau de l'enseignement |
| bijkomend jaar vorming genoten op kosten van de overheid, een | supérieur, est comptée une année supplémentaire de service à effectuer |
| bijkomend te presteren dienstjaar aangerekend. » | |
| B.1.3. Artikel 33 van de wet van 27 december 1973, vóór de wijziging | par année de formation supplémentaire suivie à charge de l'autorité. » |
| ervan bij de wet van 10 februari 1998, bepaalde : « § 1. Kan van ambtswege uit zijn ambt worden ontzet het lid van het beroepspersoneel dat zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige en met zijn staat van personeelslid van de rijkswacht niet overeen te brengen feiten. § 2. De maatregel wordt na raadpleging van een onderzoeksraad genomen : 1° wat de officieren betreft, door de Koning, op gemotiveerd verslag van de Minister van Landsverdediging; 2° wat de onderofficieren betreft, door de Minister van Landsverdediging. » | B.1.3. Avant sa modification par la loi du 10 février 1998, l'article 33 de la loi du 27 décembre 1973 disposait : « § 1er. Peut être démis d'office de son emploi le membre du personnel de carrière qui s'est rendu coupable de faits graves incompatibles avec son état de membre du personnel de la gendarmerie. § 2. La mesure est prise après consultation d'un conseil d'enquête : 1° pour les officiers, par le Roi, sur rapport motivé du Ministre de la Défense nationale; 2° pour les sous-officiers, par le Ministre de la Défense nationale. » |
| Artikel 4 van de wet van 10 februari 1998 vult dat artikel 33 aan als | L'article 4 de la loi du 10 février 1998 complète comme suit cet |
| volgt : | article 33 : |
| « De beslissing tot ontslag van ambtswege kan gepaard gaan met de | « La décision de démission d'office peut être assortie de |
| verplichting voor het personeelslid dat er het voorwerp van uitmaakt, | l'obligation, pour le membre du personnel qui en est l'objet, de |
| om aan de rijkswacht een vergoeding te betalen, berekend | verser à la gendarmerie une indemnité calculée conformément à |
| overeenkomstig artikel 31, vijfde, zesde en zevende lid. » Wat de ontvankelijkheid betreft B.2. De Ministerraad betwist het belang van de verzoeker A. Henneau omdat de bestreden bepalingen hem niet rechtstreeks en ongunstig kunnen raken. Om te doen blijken van een belang om in rechte te treden, is vereist dat de kans dat de bestreden bepalingen op de verzoeker kunnen worden toegepast, reëel is. Nu de verplichting tot betaling van een vergoeding niet kan worden opgelegd aan een personeelslid dat na zijn basisopleiding een minimum aantal dienstjaren heeft gepresteerd dat overeenstemt met anderhalve | l'article 31, alinéas 5, 6 et 7. » En ce qui concerne la recevabilité B.2. Le Conseil des ministres conteste l'intérêt du requérant A. Henneau au motif que les dispositions attaquées ne peuvent affecter celui-ci directement et défavorablement. Pour qu'un requérant justifie de l'intérêt à agir, il faut que le risque que les dispositions attaquées puissent lui être appliquées soit réel. Etant donné que l'obligation de payer une indemnité ne peut être imposée à un membre du personnel qui a accompli, après sa formation de base, un nombre d'années de service minimum correspondant à une fois |
| maal de duur van die basisopleiding, toont de verzoeker A. Henneau, | et demie la durée de cette formation de base, le requérant A. Henneau, |
| die volgens de aan het Hof voorgelegde gegevens een dienstanciënniteit | qui a, selon les informations communiquées à la Cour, une ancienneté |
| van 30 jaar heeft, niet aan, dat op basis van de bestreden bepalingen, | de service de 30 ans, ne démontre pas qu'il soit susceptible, sur la |
| van hem een verbrekingsvergoeding zou kunnen worden gevorderd. | base des dispositions attaquées, de se voir réclamer une indemnité de |
| Hij doet derhalve niet blijken van het rechtens vereiste belang. Het | rupture. Il ne justifie dès lors pas de l'intérêt requis en droit. Le recours |
| beroep, in zoverre het is ingesteld door A. Henneau, is | est irrecevable en ce qu'il est introduit par A. Henneau. |
| onontvankelijk. | |
| Ten gronde | Quant au fond |
| B.3. Volgens de parlementaire voorbereiding strekken de artikelen 3 en | B.3. Selon les travaux préparatoires, les articles 3 et 4 de la loi du |
| 4 van de wet van 10 februari 1998 ertoe rekening te houden met het | 10 février 1998 visent à tenir compte de l'arrêt de la Cour n° 34/96 |
| arrest van het Hof nr. 34/96 van 15 mei 1996. Aldus is uiteengezet : | du 15 mai 1996. Ainsi a-t-il été exposé : |
| « Deze bepalingen betreffen de vergoeding die kan worden geëist bij | « Ces dispositions concernent l'indemnité qui peut être exigée en cas |
| een aangenomen ontslag of een ontslag van ambtswege ingevolge een | de démission acceptée ou de démission d'office suite à une absence |
| onregelmatige afwezigheid van meer dan tien dagen, voor zover, | irrégulière de plus de dix jours et pour autant, bien évidemment, que |
| weliswaar, het betrokken personeelslid niet een minimum aantal | le membre du personnel concerné n'a pas presté un nombre minimum |
| dienstjaren heeft gepresteerd. Deze vergoedingsregeling werd reeds bij | d'années. Ce régime d'indemnisation avait déjà été inséré dans les |
| de wet van 9 december 1994 tot wijziging van sommige bepalingen | articles 31 et 33 de la loi du 27 décembre 1973 relative au statut du |
| betreffende de rijkswacht en het statuut van haar personeel (Belgisch | personnel du corps opérationnel de la gendarmerie, par la loi du 9 |
| Staatsblad van 30 december 1994, 32454), ingevoegd in de artikelen 31 | décembre 1994 portant modification de certaines dispositions relatives |
| en 33 van de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het | à la gendarmerie et au statut de son personnel (Moniteur belge du 30 |
| personeel van het operationeel korps van de rijkswacht. Die ingelaste | décembre 1994, p. 32454). Ces textes insérés ont toutefois été annulés |
| teksten werden evenwel vernietigd bij arrest van het Arbitragehof nr. | par l'arrêt n° 34/96 de la Cour d'arbitrage du 15 mai 1996 (Moniteur |
| 34/96 van 15 mei 1996 (Belgisch Staatsblad van 12 juni 1996, 16028), | belge du 12 juin 1996, p. 16028), estimant qu'ils octroyaient une trop |
| wegens een te verregaande delegatie aan de Koning. | grande délégation au Roi. |
| Derhalve werden de ondertussen reeds getroffen uitvoeringsbepalingen | C'est pourquoi les dispositions exécutoires qui avaient déjà été |
| (zie hiervoor het koninklijk besluit van 20 december 1995 betreffende | prises entre-temps (voir à ce sujet l'arrêté royal du 20 décembre 1995 |
| de inwerkingtreding van bepalingen van de wet van 9 december 1994 tot | relatif à l'entrée en vigueur de dispositions de la loi du 9 décembre |
| wijziging van sommige bepalingen betreffende de rijkswacht en het | 1994 portant modification de certaines dispositions relatives à la |
| statuut van haar personeel en tot wijziging van het koninklijk besluit | gendarmerie et au statut de son personnel et modifiant l'arrêté royal |
| van 25 april 1979 betreffende het ambt en de ambtsontheffing van het | du 25 avril 1979 relatif à l'emploi et au retrait d'emploi du |
| personeel van het operationeel korps van de rijkswacht, inzonderheid | personnel du corps opérationnel de la gendarmerie, notamment les |
| de artikelen 5 en 6 B Belgisch Staatsblad van 9 januari 1996, 405), | articles 5 et 6 (Moniteur belge du 9 janvier 1996, p. 405), ont été |
| overgeheveld naar de artikelen 31 en 33 van voornoemde statutaire wet | transférées vers les articles 31 et 33 de la loi statutaire |
| van 27 december 1973. Zodoende wordt een gepast gevolg gegeven aan | susmentionnée du 27 décembre 1973. Ce faisant, une suite adéquate est |
| voormeld arrest. » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1199/1, pp. 2 en 3) | donnée à l'arrêt précité. » (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1199/1, pp. 2 et 3) |
| B.4. De verzoekende partijen voeren aan dat de artikelen 3 en 4 van de | B.4. Les parties requérantes allèguent que les articles 3 et 4 de la |
| wet van 10 februari 1998 in drie opzichten discriminerend zijn. | loi du 10 février 1998 sont discriminatoires à trois égards. |
| In de eerste plaats zouden zij de adressaten ervan het voordeel van | Tout d'abord, ils priveraient leurs destinataires du bénéfice de |
| het bij artikel 184 van de Grondwet voorgeschreven optreden van de | l'intervention du législateur prescrite par l'article 184 de la |
| wetgever ontzeggen. Vervolgens zouden zij afbreuk doen aan de vrijheid | Constitution. Ensuite, ils porteraient atteinte à la liberté du |
| van arbeid en het eigendomsrecht. Ten slotte zouden zij de | travail et au droit de propriété. Enfin, ils traiteraient les |
| rijkswachters in vergelijking met andere ambtenaren op discriminerende | gendarmes de façon discriminatoire en comparaison des autres |
| wijze behandelen. | fonctionnaires. |
| Wat de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in | En ce qui concerne la violation des articles 10 et 11 combinés avec |
| samenhang gelezen met artikel 184 van de Grondwet betreft | l'article 184 de la Constitution |
| B.5. Volgens de verzoekende partijen laten de artikelen 3 en 4 van de | B.5. Selon les parties requérantes, les articles 3 et 4 de la loi du |
| wet van 10 februari 1998 op verscheidene punten aan de Koning en aan | 10 février 1998 laissent, sur différents points, au Roi et au ministre |
| de Minister van Landsverdediging een te ruime beoordelingsbevoegdheid, | de la Défense un pouvoir d'appréciation trop large, incompatible avec |
| die onverenigbaar is met het voorschrift van artikel 184 van de | le prescrit de l'article 184 de la Constitution. |
| Grondwet. B.6.1. Artikel 184 van de Grondwet luidt : | B.6.1. Aux termes de l'article 184 de la Constitution : |
| « De organisatie en de bevoegdheid van de rijkswacht worden door een | « L'organisation et les attributions de la gendarmerie font l'objet |
| wet geregeld. » | d'une loi. » |
| Door aan de wetgevende macht de bevoegdheid te verlenen om de | En attribuant au pouvoir législatif la compétence de régler |
| organisatie en de bevoegdheden van de rijkswacht te regelen, | |
| garandeert artikel 184 van de Grondwet dat die aangelegenheid het | l'organisation et les attributions de la gendarmerie, l'article 184 de |
| voorwerp zal uitmaken van beslissingen die door een democratisch | la Constitution garantit que cette matière fera l'objet de décisions |
| verkozen beraadslagende vergadering zijn genomen. Ofschoon die | prises par une assemblée délibérante démocratiquement élue. Bien que |
| bepaling aldus, in die aangelegenheid, de normatieve bevoegdheid | cette disposition réserve ainsi, en cette matière, la compétence |
| voorbehoudt aan de federale wetgever - die zelf de essentiële | normative au législateur fédéral - lequel doit en régler lui-même les |
| elementen ervan moet regelen B, sluit zij evenwel niet uit dat aan de | éléments essentiels -, elle n'exclut toutefois pas que soit laissé un |
| Koning een beperkte uitvoeringsbevoegdheid wordt gelaten. | pouvoir limité d'exécution au Roi. |
| B.6.2. De bestreden bepalingen zijn aangenomen teneinde de wet in | B.6.2. Les dispositions attaquées ont été adoptées afin de conformer |
| overeenstemming te brengen met de grondwettelijke regels die in | la loi aux règles constitutionnelles rappelées par l'arrêt n° 34/96 du |
| herinnering gebracht zijn door het arrest nr. 34/96 van 15 mei 1996 : | 15 mai 1996 : les modifications apportées par la loi du 9 décembre |
| de bij de wet van 9 december 1994 in de artikelen 31 en 33 van de wet | 1994 aux articles 31 et 33 de la loi du 27 décembre 1973 étaient |
| van 27 december 1973 aangebrachte wijzigingen waren aan kritiek | critiquables en ce qu'elles laissaient au Roi le pouvoir |
| onderhevig doordat zij aan de Koning de discretionaire bevoegdheid | |
| lieten om het bedrag van de terugbetaling vast te stellen en doordat | discrétionnaire de fixer le montant du remboursement et en ce que la |
| de wet de minimumduur van de zogenaamde « rendementsperiode » niet | loi ne déterminait pas la durée minimale de la période dite « de |
| bepaalde. | rendement ». |
| Het Hof stelt vast dat de artikelen 31 en 33 van de wet van 27 | La Cour constate que les articles 31 et 33 de la loi du 27 décembre |
| december 1973, zoals aangevuld bij de bestreden artikelen 3 en 4, | 1973, tels qu'ils ont été complétés par les articles 3 et 4 attaqués, |
| voortaan op substantiële wijze de voorwaarden en nadere regels van de | règlent désormais de façon substantielle les conditions et modalités |
| zogenaamde « verbrekingsvergoeding » vaststellen : de dienstperiode | de l'indemnité dite « de rupture » : sont précisés la période de |
| wordt gepreciseerd waarboven geen enkele terugbetaling kan worden | service au-delà de laquelle aucun remboursement ne peut être demandé |
| gevorderd (rendementsperiode) B gelijk aan anderhalve maal de duur van | (période de rendement) - égale à une fois et demi la durée de la |
| de basisopleiding -, alsook de berekeningswijze van de vergoeding B | formation de base -, le mode de calcul de l'indemnité - laquelle est |
| die degressief is en overeenstemt met een deel van de gedurende de | dégressive et correspond à une fraction du traitement payé durant la |
| basisopleiding betaalde bezoldiging B en de rendementsperiode die | formation de base - de même que la période de rendement correspondant |
| overeenstemt met de aanvullende opleidingen. | aux formations complémentaires. |
| Zodoende heeft de wetgever de essentiële voorwaarden en nadere regels | Ce faisant, le législateur a réglé les conditions et modalités |
| van de verbrekingsvergoeding geregeld, zodat de aspecten van die | essentielles de l'indemnité de rupture, de telle sorte que les aspects |
| vergoeding die, volgens de verzoekende partijen, aan de beoordeling | de celle-ci qui seraient, selon les parties requérantes, laissés à |
| van de uitvoerende macht zouden zijn overgelaten B in de | |
| veronderstelling dat zulks het geval zou zijn B niet kunnen worden | l'appréciation du pouvoir exécutif - à supposer que tel soit le cas - |
| geacht aan die beoordeling te zijn overgelaten met schending van | |
| artikel 184 van de Grondwet. Zulks is met name het geval voor het | ne peuvent être réputés l'être en violation de l'article 184 de la |
| facultatieve karakter van de beslissing om een terugbetaling op te | Constitution. Tel est le cas notamment du caractère facultatif de la |
| leggen : hoewel die beoordelingsvrijheid, volgens de parlementaire | décision d'imposer un remboursement : si ce pouvoir d'appréciation |
| permet, selon les travaux préparatoires (Doc. parl., Chambre, | |
| voorbereiding (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1199/3, p. 4), | 1997-1998, n° 1199/3, p. 4), de tenir compte de « circonstances |
| toestaat rekening te houden met « omstandigheden van familiale of | |
| sociale aard », kan zij niet zo worden geïnterpreteerd dat ze, gezien | sociales et familiales », il ne peut toutefois être interprété comme |
| in voorkomend geval de genoemde omstandigheden, de overheid die | dispensant l'autorité appelée à statuer, au vu le cas échéant desdites |
| uitspraak moet doen, vrijstelt van de inachtneming van het | circonstances, du respect du principe d'égalité. |
| gelijkheidsbeginsel. | |
| B.6.3. Het middel is niet gegrond. | B.6.3. Le moyen n'est pas fondé. |
| Wat de afbreuk aan de vrijheid van arbeid en het recht op eigendom | En ce qui concerne l'atteinte à la liberté du travail et au droit de |
| betreft | propriété |
| B.7.1. In verscheidene van hun middelen, voeren de verzoekende | B.7.1. En plusieurs de leurs moyens, les parties requérantes allèguent |
| partijen aan dat de bestreden bepalingen verscheidene grondwets- en | que les dispositions attaquées violent diverses dispositions |
| internationale bepalingen schenden en aldus op buitensporige wijze | constitutionnelles et internationales et portent ainsi une atteinte |
| afbreuk doen aan de vrijheid van arbeid. | excessive à la liberté du travail. |
| B.7.2. De betwiste bepalingen maken het mogelijk van een lid van het | B.7.2. Les dispositions litigieuses permettent de réclamer au membre |
| rijkswachtpersoneel dat zijn ontslag geeft of dat van ambtswege wordt | du personnel de la gendarmerie qui démissionne ou qui est démis |
| ontslagen, « het geheel of een deel van de vergoeding », berekend in | d'office « la totalité ou une partie de l'indemnité », calculée |
| overeenstemming met het nieuwe artikel 31, vijfde tot zevende lid, van de wet van 27 december 1973, te vorderen. | conformément à l'article 31 nouveau, alinéas 5 à 7, de la loi du 27 décembre 1973. |
| De verplichtingen die door de litigieuze bepalingen aan rijkswachters | Les contraintes imposées par les dispositions litigieuses sont la |
| worden opgelegd, zijn de tegenprestatie voor het voordeel dat zij | contrepartie du bénéfice retiré de la formation que les gendarmes ont |
| halen uit de opleiding die zij op kosten van de gemeenschap hebben | reçue aux frais de la collectivité. Elles se justifient aussi par le |
| genoten. Tevens worden die verplichtingen verantwoord door de zorg | souci de disposer d'un effectif suffisant pour assurer les missions |
| over een voldoende personeelsbestand te beschikken om de uitvoering van de aan de rijkswacht toevertrouwde opdrachten te verzekeren. Rekening houdend met het feit dat de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 februari 1998 (supra, B.6.2) een mogelijke verbrekingsvergoeding verbinden aan de naleving van de erin gepreciseerde voorwaarden en nadere regels, doen zij niet op onevenredige wijze afbreuk aan de vrijheid van arbeid. B.8. Volgens de verzoekende partijen zou de verplichting om het geheel of een deel van de tijdens de opleidingsperiodes genoten wedden terug te betalen tevens het eigendomsrecht dat betrekking heeft op de genoemde wedden raken. Om de in B.7.2 aangegeven redenen, doet de verplichting tot terugbetaling van een deel van de wedden die de rijkswachters tijdens hun opleiding genieten, welke kan worden opgelegd aan diegenen onder hen die vóór het verstrijken van de rendementsperiode de rijkswacht verlaten, niet op onverantwoorde wijze afbreuk aan het recht van dezen op de eerbied voor hun eigendom. Wat het verschil in behandeling tussen de rijkswachters en de andere ambtenaren betreft B.9. De verzoekende partijen voeren ten slotte aan dat artikel 4 van de wet van 10 februari 1998, dat voorziet in de mogelijkheid om de beslissing tot ontslag van ambtswege gepaard te laten gaan met een verbrekingsvergoeding, de rijkswachters discriminerend zou behandelen in vergelijking met de andere ambtenaren, voor wie de afzetting niet met die aanvullende straf gepaard gaat. B.10. Het middel veronderstelt dat de mogelijke verbrekingsvergoeding, die kan worden gevorderd van rijkswachters die van ambtswege zijn ontslagen en die een opleiding hebben gevolgd, wordt beschouwd als een tuchtstraf toegevoegd aan de sanctie van ontslag van ambtswege. Een dergelijke analyse kan niet worden aangenomen, rekening houdend met de redenen die de bekritiseerde vergoeding verantwoorden, die eveneens kan worden opgelegd in geval van vrijwillig ontslag van een rijkswachter die een opleiding heeft genoten. Het middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 december 1999. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, | confiées à la gendarmerie. En considération des conditions et modalités au respect desquelles ils conditionnent une éventuelle indemnité de rupture, les articles 3 et 4 de la loi du 10 février 1998 ne portent pas une atteinte disproportionnée à la liberté du travail (supra, B.6.2). B.8. Selon les parties requérantes, l'obligation de rembourser tout ou partie des traitements perçus durant les périodes de formation affecterait également le droit de propriété portant sur lesdits traitements. Pour les motifs indiqués au B.7.2, l'obligation de remboursement d'une partie des traitements perçus dont bénéficient les gendarmes durant leur formation, qui peut être imposée à ceux d'entre eux qui quittent la gendarmerie avant l'expiration de la période de rendement, ne porte pas une atteinte injustifiée au droit de ceux-ci au respect de leurs biens. En ce qui concerne la différence de traitement entre les gendarmes et les autres fonctionnaires B.9. Les parties requérantes allèguent enfin que l'article 4 de la loi du 10 février 1998, qui prévoit la possibilité d'assortir d'une indemnité de rupture la décision de démission d'office, traiterait de façon discriminatoire les gendarmes par rapport aux autres fonctionnaires, dont la révocation n'est pas assortie de cette sanction complémentaire. B.10. Le moyen présuppose que l'éventuelle indemnité de rupture, qui peut être demandée aux gendarmes démis d'office qui ont suivi une formation, s'analyse comme une sanction disciplinaire s'ajoutant à la sanction de la démission d'office. Une telle analyse ne peut être admise, compte tenu des raisons qui justifient l'indemnité critiquée, laquelle peut également être exigée en cas de démission volontaire d'un gendarme ayant bénéficié d'une formation. Le moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 22 décembre 1999. Le greffier, L. Potoms. Le président, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |