← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 99/99 van 15 september 1999 Rolnummer 1371 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 71, § 1, 3, en § 2, tweede lid, van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van Bero Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters H. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 99/99 van 15 september 1999 Rolnummer 1371 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 71, § 1, 3, en § 2, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van Bero Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters H. (...) | Extrait d'arrêt n° 99/99 du 15 septembre 1999 Numéro du rôle : 1371 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 71, § 1 er , 3, et § 2, alinéa 2, du Code des impôts sur les revenus 1964, posée par la Cour d'ap La Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. Boel, L(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 99/99 van 15 september 1999 | Extrait d'arrêt n° 99/99 du 15 septembre 1999 |
Rolnummer 1371 | Numéro du rôle : 1371 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 71, § 1, 3, en § | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 71, § 1er, |
2, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, | 3, et § 2, alinéa 2, du Code des impôts sur les revenus 1964, posée |
gesteld door het Hof van Beroep te Gent. | par la Cour d'appel de Gand. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de | composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. |
rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse en M. | Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée |
Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, | du greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij arrest van 24 juni 1998 in zake T. Hyde tegen de Belgische Staat, | Par arrêt du 24 juin 1998 en cause de T. Hyde contre l'Etat belge, |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
2 juli 1998, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 2 |
juillet 1998, la Cour d'appel de Gand a posé la question préjudicielle | |
vraag gesteld : | suivante : |
« Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils violés par | |
« Schendt artikel 71, § 1, 3, juncto 71, § 2, alinea 2, W.I.B./oud, in | l'article 71, § 1er, 3, juncto l'article 71, § 2, alinéa 2, du |
zover deze wetsbepalingen inhouden dat onderhoudsbijdragen, die een | C.I.R./ancien, en tant que ces dispositions législatives impliquent |
belastingplichtige betaald heeft in een later belastbaar tijdperk dan | que les rentes alimentaires qu'a payées un contribuable au cours d'une |
dat waarop deze onderhoudsbijdragen betrekking hebben ingevolge een | période imposable ultérieure à celle au cours de laquelle elles sont |
gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht, niet mogen afgetrokken worden van diens netto-inkomsten, indien deze betaling(en) gebeurde(n) vóór het aanslagjaar 1992 m.a.w. voor 1 januari 1991, de artikelen 10 en 11 van de grondwet ? » IV. In rechte B.1.1. De in het geding zijnde bepalingen hebben betrekking op de fiscale regeling inzake onderhoudsbijdragen in het kader van de inkomstenbelastingen. Artikel 71, § 2, tweede lid, van het Wetboek van de | dues, en exécution d'une décision judiciaire avec effet rétroactif, ne peuvent être déduites de ses revenus nets si le ou les paiements ont été effectués avant l'exercice d'imposition 1992, en d'autres termes avant le 1er janvier 1991 ? » (...) IV. En droit (...) B.1.1. Les dispositions en cause concernent le régime fiscal des rentes alimentaires dans le cadre des impôts sur les revenus. |
inkomstenbelastingen 1964 (artikel 104, 2°, van het Wetboek van de | L'article 71, § 2, alinéa 2, du Code des impôts sur les revenus 1964 |
inkomstenbelastingen 1992) werd ingevoerd bij artikel 6 van de wet van | (article 104, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992) a été |
28 december 1990 betreffende verscheidene fiscale en niet-fiscale | inséré par l'article 6 de la loi du 28 décembre 1990 relative à |
diverses dispositions fiscales et non fiscales et est libellé comme | |
bepalingen en luidt : | suit : |
« In afwijking van § 1, 3°, zijn aftrekbaar, de tachtig honderdsten | « Par dérogation au § 1er, 3°, sont déductibles les quatre-vingts |
van de renten die de belastingplichtige volgens de voorwaarden aldaar | centièmes des rentes dues par le contribuable aux conditions qui y |
bepaald verschuldigd is, doch die betaald worden in een later | sont fixées mais qui sont payées au cours d'une période imposable |
belastbaar tijdperk dan dat waarin zij verschuldigd zijn en dit in | ultérieure à celle au cours de laquelle elles sont dues et ce, en |
uitvoering van een gerechtelijke beslissing waarbij het bedrag ervan | exécution d'une décision judiciaire qui en a fixé ou augmenté le |
met terugwerkende kracht wordt vastgesteld of verhoogd. » | montant avec effet rétroactif. » |
Artikel 71, § 1, 3°, luidde : | L'article 71, § 1er, 3°, disposait : |
« Van de gezamenlijke netto-inkomsten van de verschillende in artikel | « Sont déduits de l'ensemble des revenus nets des différentes |
6 bedoelde categorieën worden afgetrokken, voor zover zij niet konden | catégories visées à l'article 6, dans la mesure où ils n'ont pas pu |
worden afgetrokken voor de vaststelling van die netto-inkomsten : | être déduits pour la détermination de ces revenus nets : (...) |
3° de tachtig honderdsten van de renten of de kapitalen die de | 3° les quatre-vingts centièmes des rentes ou capitaux régulièrement |
belastingplichtige regelmatig heeft betaald of toegekend aan personen | payés ou attribués par le contribuable à des personnes qui ne font pas |
die geen deel uitmaken van zijn gezin, wanneer die renten of die | partie de son ménage, lorsque ces rentes ou ces capitaux leur sont |
kapitalen hen werden betaald of toegekend ter uitvoering van een | payés ou attribués en exécution d'une obligation résultant des |
verplichting op grond van de artikelen 203, 203bis, 205, 205bis, 206, | articles 203, 203bis, 205, 205bis, 206, 207, 213, 221, 223, 301, 303, |
207, 213, 221, 223, 301, 303, 306, 307, 307bis, 308, 311bis, 334, 336, | 306, 307, 307bis, 308, 311bis, 334, 336, 339bis, 364, 370, 475bis ou |
339bis, 364, 370, 475bis of 475quinquies van het Burgerlijk Wetboek en | |
van de artikelen 1258, 1271, 1280, 1288 en 1306 van het Gerechtelijk | 475quinquies du Code civil ou des articles 1258, 1271, 1280, 1288 ou |
Wetboek; ». | 1306 du Code judiciaire; ». |
Door artikel 5 van de voormelde wet van 28 december 1990 werd tevens | L'article 5 de la loi précitée du 28 décembre 1990 avait également |
een artikel 67, 3°, b (artikel 90, 4°, van het W.I.B. 1992), ingevoegd | |
in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (W.I.B. 1964), waarbij | inséré dans le Code des impôts sur les revenus 1964 (C.I.R. 1964) un |
article 67, 3°, b (article 90, 4°, du C.I.R. 1992) qui prévoyait que | |
werd bepaald dat de in artikel 71, § 2, tweede lid, bedoelde | les rentes alimentaires visées à l'article 71, § 2, alinéa 2, étaient |
onderhoudsbijdragen worden belast voor de uitkeringsgerechtigde | imposées à charge du bénéficiaire de la rente, selon les règles |
volgens de in die bepalingen nader gespecificeerde regels. | précisées dans ces dispositions. |
B.1.2. Artikel 32 van de wet van 28 december 1990 bepaalt dat de | B.1.2. L'article 32 de la loi du 28 décembre 1990 dispose que les |
voormelde artikelen 5 en 6 van toepassing zijn met ingang van het | articles 5 et 6 précités sont applicables à partir de l'exercice |
aanslagjaar 1992. | d'imposition 1992. |
B.1.3. De invoering van de voormelde maatregelen werd in de | B.1.3. L'introduction des mesures susdites a été justifiée comme suit |
parlementaire voorbereiding als volgt verantwoord : | dans les travaux préparatoires : |
« Volgens de huidige administratieve richtlijnen die gesteund zijn op | « Suivant les directives administratives actuelles qui s'appuient sur |
een arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen van 31 maart 1980 | un arrêt de la Cour d'Appel d'Anvers du 31 mars 1980, en cause Anna |
inzake Francken Anna [ . ], kunnen uitkeringen tot onderhoud die in | Francken [ . ], les rentes alimentaires payées en une fois en |
één keer worden betaald ter uitvoering post factum van maandelijkse verplichtingen van verschillende jaren niet aangezien worden als periodiek of regelmatig in de zin van artikel 67, 3°, WIB, zodat zij derhalve niet belastbaar zijn ten name van de genieter (en niet aftrekbaar voor de uitkeringsplichtige). Die richtlijnen worden als onrechtvaardig ervaren in de gevallen waarin uitkeringen of aanvullende uitkeringen tot onderhoud, in uitvoering van een uitvoerbaar arrest of vonnis waarbij het bedrag ervan met terugwerkende kracht wordt vastgesteld of verhoogd, in een later belastbaar tijdperk worden betaald dan dit waarop ze betrekking hebben. Daarom wordt voorgesteld om voortaan onderhoudsgelden, die worden betaald in een later belastbaar tijdperk dan dit waarvoor ze verschuldigd zijn, doch waarvan de niet-regelmatige betaling het gevolg is van een gerechtelijke beslissing waarbij de rente wordt vastgesteld of verhoogd, eensdeels aftrekbaar te maken voor de uitkeringsplichtige en, correlatief daarmede, ze anderdeels ook te belasten ten name van de genieter. » (Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. | exécution post factum d'obligations mensuelles de plusieurs années ne peuvent être considérées comme régulières ou périodiques au sens de l'article 67, 3°, CIR et ne sont dès lors pas imposables dans le chef du bénéficiaire (ni déductibles dans le chef du débirentier). Ces directives sont jugées inéquitables dans les cas où les rentes alimentaires ou rentes alimentaires complémentaires sont payées au cours d'une période imposable ultérieure à celle à laquelle elles se rapportent, en exécution d'un arrêt ou d'un jugement exécutoires qui en fixe ou en augmente le montant avec effet rétroactif. C'est pourquoi il est proposé d'autoriser dorénavant la déduction, dans le chef du débirentier, des rentes alimentaires qui sont payées au cours d'une période imposable ultérieure à celle au cours de laquelle elles étaient dues mais dont le paiement non régulier est justifié par une décision judiciaire fixant ou modifiant la rente et corrélativement d'imposer également celles-ci dans le chef du |
1366/3, pp. 6 en 7, en nr. 1366/6, p. 25) B.2.1. Uit het bovenstaande blijkt dat de wetgever een einde heeft willen maken aan een administratieve interpretatie van de belastingwetgeving die als « onrechtvaardig » wordt ervaren. Terwijl regelmatig betaalde onderhoudsgelden steeds fiscaal aftrekbaar waren, was de aftrekbaarheid van onderhoudsgelden die betaald werden in een later belastbaar tijdperk dan dat waarin ze verschuldigd waren ter uitvoering van een rechterlijke beslissing waarbij het bedrag met terugwerkende kracht werd vastgesteld of verhoogd, niet mogelijk in de door de belastingadministratie en door sommige rechtscolleges gevolgde interpretatie, omdat ze niet het door de wet vereiste karakter van regelmatigheid vertoonden. Daardoor bestond niet enkel een onderscheid in behandeling tussen diegenen die onderhoudsgeld regelmatig en periodiek betalen en diegenen die een totaal bedrag in één keer betalen ingevolge een dergelijke rechterlijke beslissing met terugwerkende kracht, maar ook binnen deze laatste groep naargelang de belastingadministratie of de rechter die aftrekbaarheid al dan niet aannam, wat ertoe leidde dat belastingplichtigen die zich in een identieke situatie bevonden verschillend werden behandeld. Vóór de totstandkoming van de in het geding zijnde maatregelen had de | bénéficiaire. » (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1366/3, pp. 6 et 7, et n° 1366/6, p.25). B.2.1. Il ressort de ce qui précède que le législateur a voulu mettre fin à une interprétation administrative de la législation fiscale qui était jugée « inéquitable ». Alors que les pensions alimentaires régulièrement payées étaient toujours fiscalement déductibles, la déduction des pensions alimentaires payées au cours d'une période imposable ultérieure à celle au cours de laquelle elles étaient dues, et ce en exécution d'une décision judiciaire qui en avait fixé ou augmenté le montant avec effet rétroactif, n'était pas possible, selon l'interprétation défendue par l'administration fiscale et par certaines juridictions, parce qu'elles ne présentaient pas le caractère de régularité exigé par la loi. Il en résultait une différence de traitement, non seulement entre ceux qui paient régulièrement et périodiquement une pension alimentaire et ceux qui paient une somme globale en une seule fois en exécution d'une telle décision judiciaire ayant effet rétroactif, mais également, au sein de cette dernière catégorie, selon que l'administration fiscale ou le juge acceptait ou non cette déductibilité, ce qui a conduit à ce que des contribuables se trouvant dans une situation identique étaient traités de manière différente. Antérieurement à l'adoption des mesures en cause, le ministre des |
Minister van Financiën al afstand genomen van de door de | Finances s'était déjà distancié de l'interprétation suivie par |
belastingadministratie gevolgde interpretatie en verklaard dat naar | l'administration fiscale et avait déclaré que, selon lui, les rentes |
zijn inzien de bedoelde onderhoudsbijdragen ook onder de vroegere | alimentaires visées étaient, sous l'empire de l'ancienne législation |
wetgeving aftrekbaar waren voor de betaler. Vanwege de uiteenlopende | également, déductibles dans le chef du débirentier. Une disposition |
beslissingen van de belastingadministratie en van de rechtscolleges | législative expresse fut toutefois jugée nécessaire en raison des |
werd evenwel een uitdrukkelijke wetsbepaling noodzakelijk geacht (Vr. | décisions divergentes de l'administration fiscale et des juridictions |
en Antw., Senaat, 6 november 1990, nr. 5, p. 193). | (Q.R., Sénat, 6 novembre 1990, n° 5, p. 193). |
B.2.3. Er dient op te worden gewezen dat de betrokken wetswijziging | B.2.3. Il y a lieu de souligner que la modification législative dont |
slechts geldt voor de gevallen waarin de bedoelde onderhoudsbijdragen | il est question ne vise que les cas dans lesquels les rentes |
worden betaald ingevolge een rechterlijke beslissing waarbij het | alimentaires en cause sont payées en exécution d'une décision |
bedrag met terugwerkende kracht wordt vastgesteld voor de eerste keer | judiciaire qui en a fixé pour la première fois ou en a augmenté le |
of wordt verhoogd. De wetgever had niet de bedoeling de fiscale | montant avec effet rétroactif. Il n'entrait pas dans les intentions du |
aftrekbaarheid toe te staan van bijdragen waartoe de | législateur d'autoriser la déduction fiscale des rentes alimentaires |
onderhoudsplichtige wordt veroordeeld omdat hij, door zijn schuld, | auxquelles le débiteur est condamné pour le motif qu'il n'a, par sa |
zijn verplichtingen niet of laattijdig nakwam. | faute, pas rempli ou rempli qu'avec retard ses obligations. |
B.3.1. De wet van 28 december 1990 werd gepubliceerd in het Belgisch | B.3.1. La loi du 28 décembre 1990 a été publiée au Moniteur belge du |
Staatsblad van 29 december 1990. De aan het Hof voorgelegde bepalingen | 29 décembre 1990. Les dispositions soumises à la Cour étaient |
waren van toepassing met ingang van het aanslagjaar 1992, dit wil | applicables à partir de l'exercice d'imposition 1992, c'est-à-dire |
zeggen voor alle betalingen van onderhoudsgeld gedaan vanaf 1 januari | pour tout paiement d'une pension alimentaire effectué à partir du 1er |
1991. | janvier 1991. |
B.3.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 71, § 1, 3°, | B.3.2. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 71, § 1er, 3°, |
juncto artikel 71, § 2, tweede lid, van het oude Wetboek van de | juncto l'article 71, § 2, alinéa 2, du C.I.R./ancien viole les |
inkomstenbelastingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in | articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il implique que les |
zoverre het inhoudt dat onderhoudsbijdragen die een belastingplichtige | rentes alimentaires payées par un contribuable au cours d'une période |
heeft betaald in een later belastbaar tijdperk dan dat waarop die | imposable ultérieure à celle au cours de laquelle elles sont dues, en |
onderhoudsbijdragen betrekking hebben ingevolge een rechterlijke | exécution d'une décision judiciaire avec effet rétroactif, ne peuvent |
beslissing met terugwerkende kracht, niet mogen worden afgetrokken van | être déduites de ses revenus nets si ces paiements ont été effectués |
diens netto-inkomsten, indien die betalingen gebeurden vóór het | antérieurement à l'exercice d'imposition 1992, en d'autres termes |
aanslagjaar 1992, met andere woorden vóór 1 januari 1991. | avant le 1er janvier 1991. |
B.4.1. Het komt in beginsel aan de wetgever toe het tijdstip te kiezen | B.4.1. Il appartient en principe au législateur de choisir le moment à |
waarop een wet uitwerking heeft. Door het bepalen van dat tijdstip | |
wordt een onderscheid ingevoerd tussen de rechtsonderhorigen die onder | partir duquel une loi produit ses effets. La détermination de ce |
de toepassing van de norm vallen en de rechtsonderhorigen die er niet | moment instaure une distinction entre les justiciables auxquels la |
onder vallen. Dat onderscheid is op zich niet strijdig met de | norme s'applique et ceux auxquels elle ne s'applique pas. Cette |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | différence n'est pas en soi contraire aux articles 10 et 11 de la |
Constitution. | |
B.4.2. Wanneer de wetgever zich evenwel genoodzaakt ziet een einde te | B.4.2. Toutefois, lorsque le législateur se voit contraint de mettre |
maken aan een toestand van rechtsonzekerheid ten gevolge van | un terme à une situation d'insécurité juridique résultant de décisions |
uiteenlopende administratieve en rechterlijke beslissingen, | administratives et juridictionnelles contradictoires, en raison d'un |
veroorzaakt door onduidelijkheid in de wetgeving, mag men | manque de clarté de la législation, on peut raisonnablement s'attendre |
redelijkerwijze verwachten dat de nieuwe regeling dit onverwijld | à ce que la nouvelle réglementation remédie sans retard à cette |
verhelpt. Dit is in het bijzonder het geval, nu de wetgever zelf heeft | situation. Il en est d'autant plus ainsi que le législateur lui-même a |
erkend dat de rechtssituatie die hij beoogde te wijzigen | reconnu que la situation juridique qu'il entendait modifier était |
onrechtvaardig was. | inéquitable. |
B.4.3. Voor de belastingoverheid bestond er een noodzakelijk verband | B.4.3. Pour l'autorité fiscale, il existait un lien nécessaire entre |
tussen de aftrekbaarheid van de onderhoudsbijdragen voor de | la déductibilité des rentes alimentaires dans le chef de leur débiteur |
schuldenaar en de belastbaarheid ervan voor de verkrijger, zoals ook | et leur imposition dans le chef du créancier, ainsi qu'il ressort |
blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 28 december 1990. B.4.4. Rekening houdend met de algemene beginselen die de organisatie van de belastingen beheersen en met de administratieve moeilijkheden die met een terugwerkende regeling gepaard gaan, kon de wetgever het wenselijk achten niet in te grijpen in definitief belaste situaties. Vanuit het oogpunt van de uitkeringsgerechtigde, zou het een bron van rechtsonzekerheid zijn indien een wetswijziging een belastingtoestand zou treffen die vóór de inwerkingtreding van de wet volledig is voltrokken. Het is niet onredelijk dat voor definitief belaste toestanden de bijdragen niet aftrekbaar blijven voor de onderhoudsplichtigen. B.4.5. Daarentegen stond niets eraan in de weg dat de wetgever de betrokken maatregel onmiddellijke uitwerking had verleend voor alle gevallen waarin de fiscale regeling waarop die onderhoudsbijdragen betrekking hadden nog niet definitief was vastgesteld. Er wordt aangenomen dat het belastbaar feit in de inkomstenbelastingen | également des travaux préparatoires de la loi du 28 décembre 1990. B.4.4. Compte tenu des principes généraux qui régissent l'organisation des impôts et compte tenu des difficultés administratives liées à une réglementation ayant un effet rétroactif, le législateur a pu considérer qu'il était souhaitable de ne pas intervenir dans des situations définitivement taxées. Envisagée du point de vue du crédirentier, il serait source d'insécurité juridique qu'une modification législative porte atteinte à une situation fiscale définitivement acquise avant l'entrée en vigueur de la loi. Il n'est pas déraisonnable que, pour des situations définitivement taxées, les rentes restent non déductibles dans le chef du débiteur d'aliments. B.4.5. Par contre, rien ne s'opposait à ce que le législateur confère à la mesure en cause un effet immédiat pour tous les cas dans lesquels la situation fiscale à laquelle ces rentes alimentaires se rapportaient n'était pas encore définitivement acquise. Il est admis qu'en matière d'impôts sur les revenus, le fait imposable |
pas verstrijkt op 31 december van het jaar dat het aanslagjaar | ne se prescrit qu'au 31 décembre de l'année qui précède l'exercice |
voorafgaat en dat tot die dag nog wijzigingen in de belastingschuld | d'imposition et que des modifications peuvent encore être apportées à |
kunnen worden doorgevoerd, zowel in positieve als in negatieve zin. | la dette fiscale, dans un sens positif ou dans un sens négatif, |
B.4.6. Door de datum van inwerkingtreding uit te stellen tot het aanslagjaar 1992 heeft de wetgever een criterium gehanteerd dat objectief doch niet pertinent is ten aanzien van de nagestreefde doelstelling, nu aan de belastingtoestand die als onrechtvaardig werd beschouwd, slechts een einde wordt gemaakt voor onderhoudsbijdragen betaald na 1 januari 1991 en niet voor alle gevallen waarbij het belastbaar feit waarop die onderhoudsuitkeringen betrekking hadden zich op het ogenblik van de bekendmaking van de wet nog niet definitief had voltrokken. Aldus leiden de in het geding zijnde bepalingen tot een discriminatie tussen belastingplichtigen. Om die redenen, het Hof | jusqu'à cette date. B.4.6. En reportant l'entrée en vigueur de la mesure à l'exercice d'imposition 1992, le législateur a utilisé un critère qui est certes objectif mais qui n'est pas pertinent au regard du but poursuivi, étant donné qu'il n'est mis fin à la situation fiscale jugée inéquitable que pour les rentes alimentaires payées après le 1er janvier 1991 et non pour tous les cas dans lesquels le fait imposable auquel se rapportaient ces rentes alimentaires n'était pas encore définitivement acquis au moment de la publication de la loi. Les dispositions en cause engendrent ainsi une discrimination entre des contribuables. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 32 van de wet van 28 december 1990 betreffende verscheidene | L'article 32 de la loi du 28 décembre 1990 relative à diverses |
fiscale en niet-fiscale bepalingen schendt de artikelen 10 en 11 van | dispositions fiscales et non fiscales viole les articles 10 et 11 de |
de Grondwet, in zoverre die bepaling inhoudt dat de | la Constitution en tant que cette disposition implique que les rentes |
onderhoudsbijdragen die een belastingplichtige heeft betaald in een | alimentaires qu'a payées un contribuable au cours d'une période |
later belastbaar tijdperk dan dat waarop die onderhoudsbijdragen | imposable ultérieure à celle à laquelle elles se rapportent, et ce en |
betrekking hebben ingevolge een rechterlijke beslissing met | exécution d'une décision judiciaire qui en a fixé ou augmenté le |
terugwerkende kracht waarbij het bedrag ervan werd vastgesteld of | montant avec effet rétroactif, ne peuvent être déduites de ses revenus |
verhoogd, niet mogen worden afgetrokken van diens netto-inkomsten, | nets si ces paiements ont été effectués avant l'exercice d'imposition |
indien die betalingen gebeurden vóór het aanslagjaar 1992 en indien | 1992 et si le fait imposable auquel se rapportent ces rentes |
het belastbaar feit waarop die onderhoudsuitkeringen betrekking hebben | |
zich, op het ogenblik van de bekendmaking van de wet, nog niet | alimentaires n'était pas encore définitivement acquis au moment de la |
volledig had voltrokken. | publication de la loi. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 september 1999. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 15 septembre 1999. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
L. De Grève. | L. De Grève. |