← Terug naar "Arrest nr. 42/99 van 30 maart 1999 Rolnummer 1605 In zake : de vordering tot schorsing
van artikel 39, derde lid, tweede zin, tot zesde lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 13
juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...)"
Arrest nr. 42/99 van 30 maart 1999 Rolnummer 1605 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 39, derde lid, tweede zin, tot zesde lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...) | Arrêt n°42/99 du 30 mars 1999 Numéro du rôle : 1605 En cause : la demande de suspension de l'article 39, alinéas 3, seconde phrase, à 6, du décret de la Communauté française du 13 juillet 1998 portant organisation de l'enseignement maternel e La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. Boel, G(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Arrest nr. 42/99 van 30 maart 1999 | Arrêt n°42/99 du 30 mars 1999 |
Rolnummer 1605 | Numéro du rôle : 1605 |
In zake : de vordering tot schorsing van artikel 39, derde lid, tweede | En cause : la demande de suspension de l'article 39, alinéas 3, |
zin, tot zesde lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 13 | seconde phrase, à 6, du décret de la Communauté française du 13 |
juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs | juillet 1998 portant organisation de l'enseignement maternel et |
en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, | primaire ordinaire et modifiant la réglementation de l'enseignement, |
ingesteld door L. Mann en anderen. | introduite par L. Mann et autres. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. |
rechters H. Boel, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts en R. Henneuse, | Boel, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts et R. Henneuse, assistée du |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de vordering | I. Objet de la demande |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 januari | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 29 |
1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 | janvier 1999 et parvenue au greffe le 1er février 1999, L. Mann et C. |
februari 1999, hebben L. Mann en C. Mann-Coune, wonende te 4000 Luik, | Mann-Coune, demeurant à 4000 Liège, avenue du Hêtre 9, J. Miklatzki, |
avenue du Hêtre 9, J. Miklatzki, wonende te 4000 Luik, rue Saint | demeurant à 4000 Liège, rue Saint Séverin 134, P. Bergmann, demeurant |
Séverin 134, P. Bergmann, wonende te 4040 Herstal, rue Large Voie 226, | à 4040 Herstal, rue Large Voie 226, et A. Roth et C. Vandersmissen, |
en A. Roth en C. Vandersmissen, wonende te 4130 Esneux, rue Bois des | demeurant à 4130 Esneux, rue Bois des Chevreuils 23, ont introduit une |
Chevreuils 23, een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 39, | demande de suspension de l'article 39, alinéas 3, seconde phrase, à 6, |
derde lid, tweede zin, tot zesde lid, van het decreet van de Franse | |
Gemeenschap van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon | du décret de la Communauté française du 13 juillet 1998 portant |
kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de | organisation de l'enseignement maternel et primaire ordinaire et |
onderwijswetgeving (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 augustus 1998). | modifiant la réglementation de l'enseignement (publié au Moniteur belge du 28 août 1998). |
Bij hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekers eveneens de | Par la même requête, les requérants demandent également l'annulation |
vernietiging van dezelfde decretale bepalingen. | des mêmes dispositions décrétales. |
II. De rechtspleging | II. La procédure |
Bij beschikking van 1 februari 1999 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 1er février 1999, le président en exercice a désigné |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
Bij beschikking van 17 februari 1999 heeft het Hof de dag van de | Par ordonnance du 17 février 1999, la Cour a fixé l'audience au 2 mars |
terechtzitting bepaald op 2 maart 1999. | 1999. Cette ordonnance a été notifiée aux autorités mentionnées à l'article |
Van die beschikking is kennisgegeven aan de in artikel 76 van de | 76 de la loi organique ainsi qu'aux requérants et à leurs avocats, par |
organieke wet vermelde overheden evenals aan verzoekers en hun | |
advocaten bij op 18 februari 1999 ter post aangetekende brieven. | lettres recommandées à la poste le 18 février 1999. |
Op de openbare terechtzitting van 2 maart 1999 : | A l'audience publique du 2 mars 1999 : |
- zijn verschenen : | - ont comparu : |
. Mr. P. Pichault en Mr. M.-A. Lucas, advocaten bij de balie te Luik, | . Me P. Pichault et M.-A. Lucas, avocats au barreau de Liège, pour les |
voor de verzoekers; | requérants; |
. Mr. M. Kestemont-Soumeryn, advocaat bij de balie te Brussel, voor de | . Me M. Kestemont-Soumeryn, avocat au barreau de Bruxelles, pour le |
Franse Gemeenschapsregering; | Gouvernement de la Communauté française; |
- hebben de rechters-verslaggevers E. Cerexhe en H. Boel verslag | - les juges-rapporteurs E. Cerexhe et H. Boel ont fait rapport; |
uitgebracht; | |
- zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - les avocats précités ont été entendus; |
- is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
III. In rechte | III. En droit |
- A - | - A - |
Verzoekschrift | Requête |
Ten aanzien van het belang van de verzoekende partijen | Quant à l'intérêt des parties requérantes |
A.1. De bestreden bepaling van het decreet heeft tot doel de lessen | A.1. La disposition attaquée du décret a pour objet l'organisation des |
zedenleer en godsdienst in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of | cours de morale et de religion dans les écoles primaires organisées ou |
gesubsidieerde lagere scholen te organiseren. De verzoekers zijn allen | subventionnées par la Communauté française. Les requérants sont tous |
ouders van leerlingen die zijn ingeschreven in verschillende lagere | parents d'élèves inscrits dans différentes écoles primaires |
scholen die door de stad Luik worden gesubsidieerd waar die leerlingen | subventionnées de la ville de Liège où ces élèves suivent les cours de |
de lessen Israëlitische godsdienst volgen. Zij vechten in het | religion israélite. Ils attaquent en particulier les alinéas de |
bijzonder de leden van artikel 39 van het decreet van 13 juli 1998 aan in verband met de organisatiemodaliteiten en de begeleiding van de minst gevolgde lessen, die zij vergelijken met de modaliteiten waarin is voorzien voor de organisatie van de meest gevolgde lessen. In de scholen waar de kinderen van de verzoekers de cursus Israëlitische godsdienst volgen, wordt die cursus per graad georganiseerd, overeenkomstig het vierde lid van het bestreden artikel 39 van het decreet. Daaruit volgt een aantal verstoringen van het lesrooster van hun kinderen en, voor sommigen onder hen, zelfs de onmogelijkheid om bepaalde lessen te volgen en zulks in tegenstelling tot artikel 39, zesde lid, een decreetsbepaling die eveneens wordt aangevochten en die bepaalt dat de kinderen die zijn ingeschreven voor de door een minderheid gevolgde godsdienstlessen die lessen slechts kunnen volgen op uren waarop voor de andere leerlingen « geleide activiteiten » plaatsvinden, waarbij zij het genot van die geleide activiteiten verliezen. De verzoekers voeren ook het belang aan om, namens hun kinderen, in rechte te treden tegen een decreetsbepaling die hun kinderen, die zijn ingeschreven in een door een minderheid gevolgde godsdienstles, verhindert de les Israëlitische godsdienst in dezelfde pedagogische, psychologische en morele omstandigheden te volgen als de leerlingen die zijn ingeschreven in de meest gevolgde lessen niet-confessionele zedenleer of godsdienst. Ten aanzien van het enig middel | l'article 39 du décret du 13 juillet 1998 relatifs aux modalités d'organisation et à l'encadrement des cours les moins suivis, qu'ils comparent aux modalités prévues pour l'organisation des cours les plus suivis. Dans les écoles où les enfants des requérants suivent le cours de religion israélite, celui-ci est organisé par degré, conformément à l'alinéa 4 de l'article 39 attaqué du décret. Il en résulte une série de perturbations dans l'horaire de leurs enfants voire même, pour certains d'entre eux, l'impossibilité de suivre certains cours et ce, contrairement à l'article 39, alinéa 6, lui aussi attaqué du décret, qui prévoit que les enfants inscrits dans les cours de religion minoritaires ne peuvent les suivre qu'aux heures où se font pour les autres élèves « les travaux dirigés » et donc perdre le bénéfice de ces travaux dirigés. Les requérants invoquent aussi l'intérêt à agir au nom de leurs enfants contre une disposition décrétale qui empêche leurs enfants inscrits dans un cours de religion minoritaire de suivre le cours de religion israélite dans les mêmes conditions pédagogiques, psychologiques et morales que les élèves inscrits dans les cours les plus suivis de morale non confessionnelle ou de religion. Quant au moyen unique |
A.2.1. Een enig middel wordt afgeleid uit de schending van de | A.2.1. Un moyen unique est pris, tiré de la violation des articles 10 |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met de | et 11 de la Constitution lus en combinaison avec les articles 19 et 24 |
artikelen 19 en 24 van de Grondwet, alsmede, enerzijds, van artikel 9 | de la Constitution, ainsi que, d'une part, de l'article 9 de la |
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 2 van | Convention européenne des droits de l'homme et de l'article 2 de son |
het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag en, anderzijds, van | Premier Protocole additionnel, et, d'autre part, de l'article 18, |
artikel 18, lid 4, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten | paragraphe 4, du Pacte international relatif aux droits civils et |
en politieke rechten en artikel 13, lid 3, van het Internationaal | politiques et de l'article 13, paragraphe 3, du Pacte international |
Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten. | relatif aux droits économiques, sociaux et culturels. |
A.2.2. De verzoekende partijen zijn van mening dat artikel 39, derde | A.2.2. Les parties requérantes estiment que l'article 39, alinéas 3, |
lid, tweede zin, tot zesde lid, van het decreet van de Franse | deuxième phrase, à 6, du décret de la Communauté française du 13 |
Gemeenschap van 13 juli 1998 op twee wijzen het beginsel van gelijkheid van behandeling en niet-discriminatie schendt wat betreft de vrijheid van eredienst en het recht op onderwijs. A.2.3. In de eerste plaats is er een discriminatie tussen leerlingen die zijn ingeschreven voor een door een minderheid gevolgde godsdienstles en die welke zijn ingeschreven voor de door de meerderheid gevolgde lessen, in zoverre de eerstgenoemden het onderwijs van hun godsdienst krijgen in minder gunstige omstandigheden dan die waarin hun medeleerlingen het onderricht van de katholieke godsdienst of de niet-confessionele zedenleer krijgen, aangezien kinderen van verschillende leeftijden in het eerste geval worden gehergroepeerd terwijl er een groep per jaar bestaat in het tweede geval. Vervolgens krijgen bepaalde leerlingen het onderwijs van sommige andere in het programma bedoelde vakken in minder gunstige | juillet 1998 viole de deux manières le principe d'égalité de traitement et de non-discrimination dans la liberté des cultes et dans les droits à l'enseignement et à l'instruction. A.2.3. Tout d'abord, il y a discrimination entre élèves inscrits à un cours de religion minoritaire et ceux inscrits aux cours majoritaires, en ce que les premiers reçoivent l'enseignement de leur religion dans des conditions moins favorables que celles dans lesquelles leurs condisciples reçoivent l'enseignement de la religion catholique ou de la morale non confessionnelle, des enfants d'âges différents étant regroupés dans le premier cas tandis qu'il existe un groupe par année dans le second. Ensuite, certains élèves reçoivent l'enseignement de certaines des autres matières prévues au programme dans des conditions |
omstandigheden dan de leerlingen die zijn ingeschreven voor de les | moins favorables que les élèves inscrits au cours de religion |
katholieke godsdienst of niet-confessionele zedenleer, vermits zij het | catholique ou de morale non confessionnelle, puisqu'ils perdent le |
voordeel verliezen van de geleide activiteiten bedoeld in artikel 39, | bénéfice des travaux dirigés visés à l'article 39, alinéa 6, du |
zesde lid, van het decreet. | décret. |
Het recht op de vrije keuze tussen het onderricht in één van de | Les droits au libre choix entre l'enseignement d'une des religions |
erkende godsdiensten en dat in de niet-confessionele zedenleer, het | reconnues et celui de la morale non confessionnelle, à l'enseignement |
recht op onderwijs met eerbiediging van de vrijheid van eredienst en | ou à l'instruction dans le respect de la liberté des cultes et à un |
het recht op een morele of religieuze opvoeding ten laste van de | enseignement moral ou religieux à charge de la Communauté française |
Franse Gemeenschap, zijn tevens geschonden wegens de ernst van de | sont également violés en raison de la gravité de la discrimination |
hiervoor aangeklaagde discriminatie, die afbreuk doet aan de essentie | ci-dessus dénoncée, qui porte atteinte à la substance même de ces |
zelf van die rechten. | droits. |
Volgens de verzoekende partijen verantwoordt echter niets dergelijke | Or, selon les parties requérantes, rien ne justifie pareilles |
discriminaties. Vergelijkbare situaties - er bestaat immers geen enkel | discriminations. En effet, des situations comparables - il n'existe |
intrinsiek verschil tussen een les zedenleer of een door de | aucune différence intrinsèque entre un cours de morale ou de religion |
meerderheid gevolgde godsdienstles of door een minderheid gevolgde | |
godsdienstles - worden op verschillende wijzen behandeld vanuit het | majoritaire ou minoritaire - sont traitées de manière différente du |
oogpunt van de organisatie van de lessen (per jaar of per graad), wat | point de vue de l'organisation des cours (par année ou par degré), |
een verschil in behandeling teweegbrengt in het onderwijs van de | entraînant une différence de traitement dans l'enseignement des cours |
levensbeschouwelijke vakken (homogene of heterogene leeftijdsklassen) | philosophiques (classes d'âge homogènes ou hétérogènes) et des autres |
en van de andere in het programma bedoelde vakken (al dan niet het | matières prévues au programme (bénéfice ou non des travaux dirigés). |
voordeel van de geleide activiteiten). Hoewel het decreet steunt op | S'il est vrai que le décret s'appuie sur un critère de distinction |
een objectief criterium van onderscheid, namelijk het al dan niet | |
overschrijden van een minimum van vijf leerlingen die zijn | objectif, à savoir le dépassement ou non d'un minimum de cinq élèves |
ingeschreven voor een les, en het met het decreet nagestreefde doel, | inscrits à un cours, et que le but poursuivi par le décret, à savoir |
namelijk budgettaire bezuinigingen verwezenlijken, ook gewettigd is, | de réaliser des économies budgétaires est, lui aussi, légitime, la |
is de wijze waarop dat doel wordt nagestreefd onwettig, in zoverre dat | façon dont ce but est poursuivi est illégitime en ce qu'elle aboutit à |
gebeurt door het aantal zogenoemde situaties van « huisleraarschap » | réduire le nombre de situations dites « de préceptorat », où des cours |
waarin door een minderheid gevolgde godsdienstlessen worden gegeven | de religions minoritaires étaient dispensés pour un seul élève, et |
voor één enkele leerling en die, in de parlementaire voorbereiding van | jugées « indécentes » dans les travaux préparatoires du décret. Les |
het decreet, « onredelijk » worden geacht. De verzoekende partijen | parties requérantes estiment ne pas voir ce qui autorise le |
zien niet in wat de Franse Gemeenschapsregering ertoe machtigt artikel | Gouvernement de la Communauté française à interpréter restrictivement |
24, § 1, vierde lid, van de Grondwet restrictief te interpreteren, dit | l'article 24, § 1er, alinéa 4, de la Constitution, c'est-à-dire comme |
wil zeggen op die wijze dat het artikel enkel op het niveau van de | n'imposant qu'au niveau de l'implantation, et non au niveau des années |
vestigingsplaats en niet op het niveau van de leerjaren, de | d'études, l'organisation d'un cours de religion sans considération du |
organisatie van een godsdienstles oplegt zonder het aantal leerlingen | nombre d'élèves inscrits à ce cours. |
dat voor die les is ingeschreven in aanmerking te nemen. De verzoekende partijen zijn vervolgens van mening dat de in het geding zijnde beginselen, te dezen de rechten en vrijheden waaraan de bestreden bepalingen afbreuk doen, de vrijheid van eredienst zijn, het recht op onderwijs en de vrijheid van keuze tussen het onderwijs in één van de erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer, dit wil zeggen stuk voor stuk fundamentele rechten. Dat moet op zijn minst tot gevolg hebben dat het Hof blijk geeft van bijzondere gestrengheid bij de evenredigheidstoetsing van de bestreden bepalingen. Hoewel de verzoekers niet betwisten dat de in het geding zijnde bepalingen adequaat zijn om hun doelstellingen te verwezenlijken en | Les parties requérantes estiment ensuite que les principes en cause, en l'espèce les droits et libertés auxquels les dispositions attaquées portent atteinte, sont la liberté des cultes, le droit à l'enseignement et la liberté de choix entre l'enseignement d'une des religions reconnues et de la morale non confessionnelle, c'est-à-dire autant de droits fondamentaux. Ceci doit à tout le moins avoir pour conséquence que la Cour fasse preuve d'une particulière sévérité dans l'examen de proportionnalité des dispositions attaquées. Si les requérants ne contestent pas que les dispositions litigieuses sont adéquates pour réaliser leurs objectifs et que les objectifs |
dat de doelstellingen van bezuinigingen en herstel van de « | d'économie et de rétablissement de la « décence » poursuivis par le |
redelijkheid » die door de decreetgever worden nagestreefd | législateur décrétal impliquent nécessairement le regroupement des |
noodzakelijkerwijze de hergroepering van de leeftijdsklassen impliceren voor de door een minderheid gevolgde lessen, impliceert de verwezenlijking van die doelstellingen niet noodzakelijkerwijze dat de leerlingen die voor de door een minderheid gevolgde lessen zijn ingeschreven uit hun groep-klas worden weggehaald om hun godsdienstles te volgen, met de verstoring van hun lessenprogramma tot gevolg. Het decreet neemt overigens geen enkele andere maatregel aan die een optimale organisatie garandeert van de lesroosters van de verschillende klassen, om zoveel mogelijk een pedagogisch nadeel te vermijden voor de leerlingen van de door een minderheid gevolgde lessen. Het decreet voorziet evenmin in enige coördinatie tussen de verschillende scholen van de Gemeenschap of die door haar worden gesubsidieerd, bij de vaststelling van de lesroosters van de door een minderheid gevolgde godsdienstlessen. | classes d'âges pour les cours minoritaires, la réalisation de ces objectifs n'implique pas nécessairement que les élèves inscrits aux cours minoritaires soient extraits de leur groupe classe pour suivre leur cours de religion, avec pour conséquence la perturbation de leur programme de cours. Par ailleurs, le décret n'adopte aucune mesure qui garantisse une organisation optimale des horaires des différentes classes, pour éviter autant que faire se peut un préjudice pédagogique aux élèves des cours minoritaires. Le décret ne prévoit non plus aucune coordination entre les différentes écoles de la Communauté ou subsidiées par elle dans l'établissement des horaires des cours de religion minoritaires. |
Ten slotte had het decreet zelf in de organisatie van « inhaallessen » | Enfin, le décret aurait dû prévoir lui-même l'organisation de cours « |
kunnen voorzien ten voordele van de leerlingen die uit hun klas moeten | de remise en ordre » au bénéfice des élèves devant être extraits de |
worden weggehaald om de door een minderheid gevolgde lessen te volgen, op het ogenblik van de lessen katholieke godsdienst of zedenleer van hun medeleerlingen. A.2.4. De tweede door de verzoekende partijen aangeklaagde discriminatie bestaat in een onverantwoord verschil in behandeling onder leerlingen die voor een door een minderheid gevolgde godsdienstles zijn ingeschreven. Sommigen onder hen moeten immers uit hun groep-klas worden weggehaald om die les te volgen, alsmede op het ogenblik waarop hun medeleerlingen hun les katholieke godsdienst of niet-confessionele zedenleer volgen, terwijl dat niet het geval is voor de anderen, of slechts in mindere mate. De aangeklaagde discriminatie is kennelijk ongrondwettig. Immers : - de situaties van de twee categorieën van leerlingen zijn precies dezelfde; - het verschil in behandeling ligt voor de hand en is gelijk aan het verschil dat bestaat tussen leerlingen van de door een minderheid gevolgde lessen en leerlingen van de door een meerderheid gevolgde lessen; - het verschil berust niet op een objectief criterium maar wel, hetzij op de toevalligheden bij het met elkaar in overeenstemming brengen van de lesroosters, hetzij op een dusdanige organisatie daarvan door de directie van de scholen dat een pedagogisch nadeel wordt vermeden voor bepaalde leeftijdsklassen wanneer dat mogelijk is, waarbij de keuze van de begunstigden dan op min of meer willekeurige wijze gebeurt; - er bestaat geen enkele doelstelling van algemeen belang die een dergelijk verschil in behandeling verantwoordt, tenzij, onrechtstreeks, de met het eerste aangeklaagde verschil in behandeling nagestreefde doelstellingen; - de door die discriminatie geraakte rechten en vrijheden zijn dezelfde fundamentele rechten als die welke door de eerste discriminatie worden geraakt; - er bestaat geen enkel verband van evenredigheid tussen de aldus gepleegde inbreuken op de rechten van bepaalde leerlingen die door een minderheid gevolgde lessen bijwonen en de met het decreet nagestreefde doelstellingen. Ten aanzien van het moeilijk te herstellen ernstig nadeel A.3.1. Volgens de verzoekende partijen lijden hun kinderen een drievoudig nadeel. De eerste twee nadelen zijn van materiële aard, namelijk, enerzijds, de inbreuk op de vrijheid van eredienst en van onderwijs voor de kinderen die, wegens de bestreden decreetsbepaling, een onderwijs in Israëlitische godsdienst moeten volgen dat niet is aangepast aan hun leeftijd en aan het maturiteitsniveau dat zij hebben bereikt en, anderzijds, het feit dat hun het voordeel van de geleide activiteiten wordt ontzegd. Het derde nadeel is een moreel nadeel, | leur classe pour suivre les cours minoritaires, au moment des cours de religion catholique ou de morale de leurs condisciples. A.2.4. La seconde discrimination dénoncée par les parties requérantes consiste en une différence de traitement injustifiée entre élèves inscrits à un cours de religion minoritaire. En effet, certains parmi eux doivent être extraits de leur groupe classe pour pouvoir suivre ce cours, ainsi qu'au moment où leurs condisciples suivent leur cours de religion catholique ou de morale non confessionnelle, tandis que ce n'est pas le cas pour d'autres, ou seulement dans une moindre mesure. La discrimination dénoncée est manifestement inconstitutionnelle. En effet, - les situations des deux catégories d'élèves sont exactement semblables; - la différence de traitement est évidente et semblable à celle qui existe entre élèves des cours minoritaires et majoritaires; - elle ne repose pas sur un critère objectif mais bien, soit sur les hasards de la concordance des horaires, soit sur une organisation de ceux-ci par la direction des écoles de manière à éviter un préjudice pédagogique à certaines classes d'âge lorsque cela se révèle possible, le choix des bénéficiaires se faisant alors de manière plus ou moins arbitraire; - il n'existe aucun objectif d'intérêt général qui justifie une telle différence de traitement, si ce n'est, indirectement, les objectifs poursuivis par la première différence de traitement dénoncée; - les droits et libertés affectés par cette discrimination sont les mêmes droits fondamentaux que ceux affectés par la première; - il n'existe aucun rapport de proportionnalité entre les atteintes ainsi portées aux droits de certains des élèves des cours minoritaires et les objectifs poursuivis par le décret. Quant au préjudice grave difficilement réparable A.3.1. Un triple préjudice est, selon les parties requérantes, subi par leurs enfants. Les deux premiers sont de nature matérielle, à savoir, d'une part, l'atteinte à la liberté des cultes et de l'enseignement pour les enfants qui, en raison de la disposition attaquée du décret, doivent suivre un enseignement inadapté de la religion israélite à leur âge et au niveau de maturité qu'ils ont atteint et, d'autre part, la privation du bénéfice des travaux |
namelijk het feit dat de kinderen, doordat zij uit hun klassen worden | dirigés. Le troisième préjudice est moral, à savoir que parce qu'ils |
weggehaald om de les Israëlitische godsdienst te volgen, zich | sont extraits de leur classes pour suivre les cours de religion |
gemarginaliseerd voelen wegens hun godsdienstige overtuigingen en het | israélite, les enfants se sentent marginalisés en raison de leurs |
feit dat ze tot de joodse gemeenschap behoren. | convictions religieuses et de leur appartenance à la communauté juive. |
A.3.2. Die nadelen verantwoorden de onmiddellijke schorsing van het | A.3.2. Ces préjudices justifient la suspension immédiate du décret. En |
decreet. Zij worden immers persoonlijk door de kinderen van de | effet, ils sont personnellement encourus par les enfants des |
verzoekers ondergaan; zij zijn wezenlijk, vermits het decreet op 1 | requérants; ils sont effectifs puisque le décret est entré en vigueur |
oktober 1998 in werking is getreden; zij zijn ernstig en moeilijk te | le 1er octobre 1998; ils sont graves et difficilement réparables. Les |
herstellen. De verzoekende partijen zijn bovendien van mening dat de | parties requérantes estiment d'ailleurs que la gravité de certains |
ernst van bepaalde nadelen dermate groot is, dat zij niet zouden | préjudices est telle qu'ils ne pourraient être réparés ni par |
kunnen worden hersteld noch door de vernietiging van de bestreden | l'annulation de la norme attaquée, ni par l'octroi de dommages et |
norm, noch door de toekenning van schadevergoeding. | intérêts. |
- B - | - B - |
De bestreden bepaling | La disposition en cause |
B.1. Artikel 39 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 13 juli | B.1. L'article 39 du décret de la Communauté française du 13 juillet |
1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en | 1998 portant organisation de l'enseignement maternel et primaire |
lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, waarvan het | ordinaire et modifiant la réglementation de l'enseignement, dont les |
derde lid, tweede zin, tot zesde lid worden aangevochten, bepaalt : | alinéas 3, 2ème phrase, à 6 sont attaqués, dispose comme suit : |
« Dans chaque implantation, isolée ou non, un cours de morale ou de | |
« Overeenkomstig artikel 8 van de wet van 29 mei 1959 ter wijziging van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt de les zedenleer of godsdienst in elke, al dan niet geïsoleerde, vestigingsplaats georganiseerd zodra een leerling zich voor één van deze lessen inschrijft. De les wordt indien nodig in de loop van het schooljaar opgericht of geschrapt. Het aantal groepen dat geldt van 1 oktober tot 30 september van het eerstvolgende schooljaar wordt voor de meest gevolgde lessen bepaald op basis van onderstaande tabel die rekening houdt met alle leerlingen van de vestigingsplaats die op 1 oktober van het lopende schooljaar voor deze les waren ingeschreven : Aantal leerlingen Aantal groepen | religion est organisé dès qu'un élève est inscrit dans un de ces cours, conformément à l'article 8 de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l'enseignement. Le cas échéant, le cours est créé ou supprimé dans le courant de l'année scolaire. Le nombre de groupes, applicable du 1er octobre au 30 septembre suivant est fixé, pour le cours le plus suivi, conformément au tableau ci-après, qui prend en compte l'ensemble des élèves de l'implantation inscrits dans ce cours le 1er octobre de l'année scolaire en cours : Nombre d'élèves Nombre de groupes |
tot 25 leerlingen 1 groep | jusqu'à 25 élèves 1 groupe |
vanaf 26 leerlingen 2 groepen | à partir de 26 élèves 2 groupes |
vanaf 45 leerlingen 3 groepen | à partir de 45 élèves 3 groupes |
vanaf 72 leerlingen 4 groepen | à partir de 72 élèves 4 groupes |
vanaf 93 leerlingen 5 groepen | à partir de 93 élèves 5 groupes |
vanaf 115 leerlingen 6 groepen | à partir de 115 élèves 6 groupes |
vanaf 141 leerlingen 7 groepen | à partir de 141 élèves 7 groupes |
vanaf 164 leerlingen 8 groepen | à partir de 164 élèves 8 groupes |
vanaf 187 leerlingen 9 groepen | à partir de 187 élèves 9 groupes |
vanaf 210 leerlingen 10 groepen | à partir de 210 élèves 10 groupes |
vanaf 233 leerlingen 11 groepen | à partir de 233 élèves 11 groupes |
+ 23 leerlingen + 1 groep | + 23 élèves + 1 groupe |
De minst gevolgde lessen tellen hetzelfde aantal groepen als de meest | Les cours les moins suivis comptent le même nombre de groupes que le |
gevolgde les, maar mogen niet meer dan één groep per jaar bedragen, | cours le plus suivi, sans pouvoir excéder un groupe par année, sauf |
behalve indien de toepassing van de tabel van lid 2 een gunstiger | lorsque l'application du tableau de l'alinéa 2 fournit un résultat |
resultaat oplevert. Verder mag een groep niet minder dan 5 leerlingen | plus favorable. En outre, chaque groupe d'élèves ne peut comporter |
omvatten, behalve indien effectief minder dan 5 leerlingen de les volgen. Indien een vestigingsplaats leerlingen telt die enerzijds verdeeld zijn over het eerste en het tweede leerjaar lager onderwijs en anderzijds over het derde, vierde, vijfde en zesde leerjaar lager onderwijs, dan kunnen voor de minst gevolgde lessen twee groepen worden georganiseerd indien er minstens twee groepen zijn in de meest gevolgde les. De minst gevolgde les wordt per graad georganiseerd indien de meest gevolgde les effectief minstens één groep per graad telt. Een groep omvat twee lestijden. Deze twee lestijden kunnen gegroepeerd worden. Een leerling die een minder gevolgde les zedenleer of godsdienst moet volgen die niet simultaan met de meest gevolgde les gegeven wordt, kan slechts uit zijn groep-klas worden weggehaald op het ogenblik van de geleide activiteiten bedoeld in artikel 2, 22° op voorwaarde dat deze geen nieuwe verwerving inhouden van de kennis en bekwaamheden bedoeld | moins de 5 élèves, sauf s'il y a effectivement moins de 5 élèves qui suivent le cours. Toutefois, lorsque l'implantation compte des élèves répartis, d'une part, en première et deuxième primaires, d'autre part, en troisième, quatrième, cinquième et sixième primaires, deux groupes peuvent être organisés dans les cours les moins suivis s'il y a au moins deux groupes dans le cours le plus suivi. Le cours moins suivi est organisé par degré lorsque le cours le plus suivi compte effectivement au moins un groupe par degré. Un groupe comprend deux périodes de cours. Ces deux périodes peuvent être groupées. Lorsqu'un élève est amené à suivre un cours de morale ou de religion moins suivi qui n'est pas donné simultanément avec le cours le plus suivi, il ne peut être soustrait de son groupe classe qu'au moment des travaux dirigés visés à l'article 2, 22°, et ceux-ci ne peuvent comprendre aucune acquisition nouvelle dans les savoirs et compétences |
in artikel 16, § 3 van voornoemd decreet van 24 juli 1997. » | visés à l'article 16, § 3, du décret du 24 juillet 1997 précité. » |
Ten aanzien van de vordering tot schorsing | Quant à la demande de suspension |
B.2. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari | B.2. Aux termes de l'article 20, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier |
1989 op het Arbitragehof dient aan twee grondvoorwaarden te zijn | 1989 sur la Cour d'arbitrage, deux conditions de fond doivent être |
voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : | remplies pour que la suspension puisse être décidée : |
- de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; | - des moyens sérieux doivent être invoqués; |
- de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een | - l'exécution immédiate de la règle attaquée doit risquer de causer un |
moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen. | préjudice grave difficilement réparable. |
Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat | Les deux conditions étant cumulatives, la constatation que l'une de |
één van die voorwaarden niet is vervuld tot verwerping van de | ces deux conditions n'est pas remplie entraîne le rejet de la demande |
vordering tot schorsing. | de suspension. |
Ten aanzien van het moeilijk te herstellen ernstig nadeel | Quant au préjudice grave difficilement réparable |
B.3.1. De verzoekende partijen voeren aan dat de onmiddellijke | B.3.1. Les parties requérantes allèguent que l'application immédiate |
toepassing van de bestreden bepaling van dien aard is dat zij hun een moeilijk te herstellen ernstig nadeel berokkent. B.3.2. Dat nadeel zou op de eerste plaats materieel zijn wegens de hergroepering per graad voor de les Israëlitische godsdienst die hun kinderen volgen, aangezien die les, in de vestigingsplaats waarin ze zijn ingeschreven, wordt gevolgd door minder dan vijf leerlingen in elk leerjaar. Het zou erin bestaan dat het onderwijs dat aan hun kinderen wordt verstrekt minder aangepast zou zijn aan hun leeftijd en aan hun maturiteitsniveau, enerzijds, en dat die kinderen het voordeel van de geleide activiteiten zouden verliezen, anderzijds. Dat nadeel zou ook moreel zijn wegens het feit dat, aangezien de kinderen van de verzoekers uit hun klas worden weggehaald om de lessen Israëlitische godsdienst te volgen, zij zich bijgevolg gemarginaliseerd zouden voelen wegens hun godsdienstige overtuigingen en het feit dat zij tot de joodse gemeenschap behoren. | de la disposition attaquée est de nature à leur causer un préjudice grave difficilement réparable. B.3.2. Ce préjudice serait d'abord matériel en raison du regroupement par degré pour le cours de religion israélite que suivent leurs enfants, ce cours étant suivi dans l'implantation où ils sont inscrits par moins de cinq élèves dans chaque année d'études. Il consisterait en ce que l'enseignement qui est dispensé à leurs enfants serait moins adapté à leur âge et à leur niveau de maturité, d'une part, et à ce que ces enfants perdraient le bénéfice des travaux dirigés, d'autre part. Ce préjudice serait aussi moral en raison de ce que les enfants des requérants étant extraits de leur classe pour suivre les cours de religion israélite, se sentent dès lors marginalisés en raison de leurs convictions religieuses et de leur appartenance à la communauté juive. |
B.4.1. Krachtens artikel 22 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | B.4.1. En vertu de l'article 22 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
op het Arbitragehof, moeten de partijen die de schorsing vorderen, | sur la Cour d'arbitrage, les parties qui demandent la suspension |
teneinde te voldoen aan de tweede voorwaarde bedoeld in artikel 20, | doivent, pour satisfaire à la seconde condition inscrite à l'article |
1°, van die wet, in hun verzoekschrift concrete feiten uiteenzetten | 20, 1°, de cette loi, exposer dans leur requête des faits concrets |
die aantonen dat de toepassing van de bestreden norm op de datum van | démontrant que l'application de la norme litigieuse à la date de son |
zijn inwerkingtreding hun een moeilijk te herstellen ernstig nadeel | entrée en vigueur risque de leur causer un préjudice grave |
kan berokkenen. | difficilement réparable. |
B.4.2. Het aangevoerde nadeel dat wordt afgeleid uit het feit dat de | B.4.2. Le préjudice invoqué tiré de ce que le regroupement par degré |
hergroepering van hun kinderen per graad voor het onderwijs van de | de leurs enfants pour l'enseignement de la religion israélite serait |
Israëlitische godsdienst, onaangepast zou zijn aan hun leeftijd en | |
maturiteitsniveau wordt niet voldoende in het verzoekschrift | inadapté à leur âge et à leur niveau de maturité n'est pas |
aangetoond, aangezien overigens in hetzelfde type van onderwijs per | suffisamment démontré dans la requête, le même type d'enseignement par |
graad is voorzien in artikel 39 van het decreet voor alle | degré est d'ailleurs prévu par l'article 39 du décret pour tous les |
levensbeschouwelijke lessen wanneer er minder dan vijf leerlingen zijn | cours philosophiques dès lors qu'il y a moins de cinq élèves inscrits. |
ingeschreven. Bovendien leidt de berekeningswijze van de groepen | D'ailleurs, le mode de calcul des groupes prévu par l'alinéa 2 de |
bedoeld in het tweede lid van artikel 39 van het decreet, dat niet | l'article 39 du décret, que les parties n'attaquent pas, aboutit, dans |
door de partijen wordt aangevochten, in de vestigingsplaatsen waar de | |
leerlingen weinig talrijk zijn, ertoe dat zelfs de door de meerderheid | les implantations où les élèves sont peu nombreux, à organiser les |
gevolgde levensbeschouwelijke lessen in een enkele groep voor de zes | cours philosophiques mêmes majoritaires dans un seul groupe pour les |
leerjaren worden georganiseerd. Het risico op een moeilijk te | |
herstellen ernstig nadeel, vereist door artikel 20, 1°, van de | six années d'études. Le risque de préjudice grave difficilement |
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, is niet aangetoond. B.5. Het nadeel volgens hetwelk de kinderen van de verzoekers het voordeel van de geleide activiteiten zouden verliezen, in de veronderstelling dat het reëel is, vloeit niet voort uit het bestreden zesde lid van het decreet. Het Hof merkt immers op dat die bepaling, enerzijds, de kinderen beschermt die door een minderheid gevolgde godsdienstlessen bijwonen, vermits zij verhindert dat zij uit hun klas worden weggehaald wanneer basisvakken worden gegeven. De schorsing van die bepaling zou ertoe leiden dat de verzoekende partijen een bescherming zouden verliezen die voorheen niet bestond. Anderzijds, stelt het Hof vast dat de logica van het | réparable exigé par l'article 20, 1°, de la loi du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage n'est pas démontré. B.5. Le préjudice selon lequel les enfants des requérants perdraient le bénéfice des travaux dirigés, à supposer qu'il soit réel, ne résulte pas de l'alinéa 6, attaqué, du décret. La Cour relève en effet que cette disposition protège les enfants qui suivent des cours de religion minoritaires puisqu'elle empêche qu'ils soient extraits de leur classe lorsque des cours de base sont dispensés. La suspension de cette disposition conduirait à priver les parties requérantes d'une protection qui n'existait pas antérieurement. |
organisatiemechanisme van de levensbeschouwelijke lessen, ingesteld | D'autre part, la Cour constate que, dans la logique du mécanisme |
door het decreet, inhoudt dat, zoals overigens is bevestigd door de | d'organisation des cours philosophiques mis en place par le décret et |
Franse Gemeenschapsregering, wanneer de levensbeschouwelijke vakken | comme le confirme par ailleurs le Gouvernement de la Communauté |
niet gelijktijdig gegeven worden, de kinderen die de door een | française, si les cours philosophiques ne sont pas tous donnés |
minderheid gevolgde godsdienstlessen bijwonen, geleide activiteiten | simultanément, pendant que les enfants d'une classe suivront les cours |
moeten genieten op het ogenblik dat de andere kinderen van de klas de | philosophiques majoritaires, les enfants des cours de religion |
lessen van de levensbeschouwelijke vakken krijgen die door de | minoritaires doivent bénéficier de travaux dirigés. Le préjudice |
meerderheid worden gevolgd. Het aangevoerde nadeel zou enkel kunnen | invoqué ne pourrait résulter que d'une application incorrecte par les |
voortvloeien uit een onjuiste toepassing door de scholen van het | écoles du décret attaqué, application qui échappe au contrôle de la |
aangevochten decreet, een toepassing die aan de toetsing van het Hof | |
ontsnapt. | Cour. |
B.6. Ten aanzien van het aangevoerde morele nadeel stelt het Hof vast | B.6. Quant au préjudice moral allégué, la Cour constate que le |
dat het gevoel van marginalisering waarover de verzoekers klagen het | sentiment de marginalisation dont se plaignent les requérants est la |
gevolg is van de keuze die ze zelf hebben gemaakt, in naam van de | conséquence du choix qu'ils ont fait eux-mêmes, au nom de la liberté |
godsdienstvrijheid en de vrijheid van onderwijs die hun in de Grondwet | religieuse et de la liberté d'enseignement qui leur sont reconnues par |
worden erkend, om hun kinderen in een door een minderheid gevolgde | la Constitution, d'inscrire leurs enfants dans un cours de religion |
godsdienstles in te schrijven. Zij zouden dus niet aan artikel 39 van | minoritaire. Ils ne sauraient donc imputer à l'article 39 du décret de |
het decreet van de Franse Gemeenschap een discriminatie kunnen | la Communauté française une discrimination qu'ils auraient par contre |
toeschrijven die zij daarentegen terecht hadden kunnen doen gelden | pu à juste titre faire valoir si cette disposition n'avait pas |
indien die bepaling geen lessen had georganiseerd voor alle erkende | organisé de cours pour toutes les religions reconnues. |
godsdiensten. | |
Het aangevoerde morele nadeel kan zijn oorsprong niet vinden in de | Le préjudice moral allégué ne saurait trouver son origine dans les |
bestreden bepalingen. | dispositions attaquées. |
B.7. Uit de overwegingen B.4 tot B.6 volgt dat de verzoekers niet | B.7. Il résulte des considérants B.4 à B.6 que les requérants n'ont |
hebben aangetoond dat de toepassing van de bestreden bepaling hun een | pas démontré que l'application de la disposition attaquée risque de |
moeilijk te herstellen ernstig nadeel dreigt te berokkenen. | leur causer un préjudice grave difficilement réparable. |
Hun vordering tot schorsing voldoet dus niet aan de tweede voorwaarde | Leur demande de suspension ne satisfait donc pas à la seconde |
bedoeld in artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | condition prévue par l'article 20, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier |
het Arbitragehof. | 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De vordering tot schorsing moet worden verworpen. | La demande de suspension doit être rejetée. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
verwerpt de vordering tot schorsing. | rejette la demande de suspension. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 maart 1999. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 mars 1999. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
L. Potoms. M. Melchior. | L. Potoms. M. Melchior. |