← Terug naar "Arrest nr. 13/99 van 10 februari 1999 Rolnummer 1191 In zake : de prejudiciële vraag
over de wet van 31 mei 1972 betreffende de wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat
in de rechten en artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 b Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters
M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...)"
| Arrest nr. 13/99 van 10 februari 1999 Rolnummer 1191 In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 31 mei 1972 betreffende de wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de rechten en artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 b Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...) | Arrêt n° 13/99 du 10 février 1999 Numéro du rôle : 1191 En cause : la question préjudicielle concernant la loi du 31 mai 1972 relative aux effets légaux du grade de licencié en droit et l'article 10 de la loi du 7 juillet 1970 relative à la s La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. Boel, L(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Arrest nr. 13/99 van 10 februari 1999 | Arrêt n° 13/99 du 10 février 1999 |
| Rolnummer 1191 | Numéro du rôle : 1191 |
| In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 31 mei 1972 | En cause : la question préjudicielle concernant la loi du 31 mai 1972 |
| betreffende de wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van | relative aux effets légaux du grade de licencié en droit et l'article |
| licentiaat in de rechten en artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 | 10 de la loi du 7 juillet 1970 relative à la structure générale de |
| betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, zoals het | l'enseignement supérieur tel qu'il a été remplacé par l'article 11 de |
| is vervangen door artikel 11 van de wet van 18 februari 1977 | la loi du 18 février 1977 concernant l'organisation de l'enseignement |
| betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van | |
| het technisch hoger en het agrarisch onderwijs van het lange type, | supérieur et notamment des enseignements supérieur technique et |
| gesteld door de Raad van State. | supérieur agricole de type long, posée par le Conseil d'Etat. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. |
| rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse en M. | Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée |
| Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
| Bij arrest nr. 69.376 van 4 november 1997 in zake P. Levert tegen de | Par arrêt n° 69.376 du 4 novembre 1997 en cause de P. Levert contre la |
| Franse Gemeenschap en M. Maes, waarvan de expeditie ter griffie van | Communauté française et M. Maes, dont l'expédition est parvenue au |
| het Hof is ingekomen op 13 november 1997, heeft de Raad van State de | greffe de la Cour le 13 novembre 1997, le Conseil d'Etat a posé la |
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
| « Schenden het enig artikel van de wet van 31 mei 1972 betreffende de | « L'article unique de la loi du 31 mai 1972 relative aux effets légaux |
| wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de | |
| rechten en artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 betreffende de | du grade de licencié en droit et l'article 10 de la loi du 7 juillet |
| algemene structuur van het hoger onderwijs, zoals het is gewijzigd bij | 1970 relative à la structure générale de l'enseignement supérieur, tel |
| artikel 11 van de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting | que modifié par l'article 11 de la loi du 18 février 1977 concernant |
| l'organisation de l'enseignement supérieur et notamment l'enseignement | |
| van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het | supérieur technique et agricole de type long, violent-ils les articles |
| agrarisch onderwijs van het lange type, de artikelen 10 en 11 van de | 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où ils sont interprétés |
| Grondwet, in zoverre zij aldus worden geïnterpreteerd dat zij aan de | comme permettant aux porteurs du titre de docteur en droit (ancien |
| houders van de titel van doctor in de rechten (vroeger stelsel), | régime), sans thèse de doctorat, de justifier du titre de capacité |
| zonder proefschrift, de mogelijkheid bieden te doen blijken van het | |
| vereiste bekwaamheidsbewijs voor een vaste benoeming in het hoger | requis pour une nomination à titre définitif dans l'enseignement |
| onderwijs van het lange type, terwijl de houder van de titel van | supérieur de type long, alors que le porteur du titre de licencié en |
| licentiaat in de rechten niet kan worden geacht van het vereiste | droit ne peut être considéré comme justifiant du titre de capacité |
| bekwaamheidsbewijs te doen blijken om vast benoemd te worden in het genoemde onderwijs ? » | requis pour être nommé dans ledit enseignement ? » |
| II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. Les faits et la procédure antérieure |
| In verband met de toekenning van een college « recht » aan het Hoger | Relativement à l'attribution d'un cours de droit à l'Institut |
| Instituut voor Architectuur « La Cambre », rangschikken de organen van | supérieur d'architecture « La Cambre », les organes de cet Institut |
| dat Instituut P. Levert als eerste en stellen ze zijn aanstelling voor | classent premier P. Levert et proposent sa désignation à la Communauté |
| bij de Franse Gemeenschap, met name op basis van beroepservaring en | française, sur la base notamment d'une pratique professionnelle et de |
| publicaties in verband met de te onderwijzen materie. | publications en rapport avec la matière à enseigner. |
| De Gemeenschapsminister van Onderwijs stelt echter een andere | Le ministre communautaire ayant en charge l'Enseignement désigne |
| kandidaat, M. Maes, aan, om reden dat hij de enige is die de titel van | toutefois un autre candidat, M. Maes, au motif qu'il est le seul à |
| doctor in de rechten bezit; de uitgesloten kandidaat vecht die | posséder le titre de docteur en droit; le candidat évincé attaque |
| beslissing aan voor de Raad van State, door in het bijzonder de | cette décision devant le Conseil d'Etat, en contestant en particulier |
| relevantie van die motivering te betwisten, met name ten aanzien van | la pertinence de cette motivation, notamment au regard des articles 10 |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wat leidt tot de voormelde vraag. | et 11 de la Constitution, d'où s'ensuit la question précitée. |
| III. De rechtspleging voor het Hof | III. La procédure devant la Cour |
| Bij beschikking van 13 november 1997 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 13 novembre 1997, le président en exercice a désigné |
| rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi |
| van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
| De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
| om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
| Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la |
| 77 van de organieke wet bij op 18 december 1997 ter post aangetekende | loi organique, par lettres recommandées à la poste le 18 décembre |
| brieven. | 1997. |
| Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 1998. | Moniteur belge du 14 janvier 1998. |
| Memories zijn ingediend door : | Des mémoires ont été introduits par : |
| - P. Levert, wonende te 1060 Brussel, Verbindingslaan 2, bus 4, bij op | - P. Levert, demeurant à 1060 Bruxelles, avenue de la Jonction 2, |
| 30 januari 1998 ter post aangetekende brief; | boîte 4, par lettre recommandée à la poste le 30 janvier 1998; |
| - le Gouvernement de la Communauté française, place Surlet de Chokier | |
| 15-17, 1000 Bruxelles, par lettre recommandée à la poste le 30 janvier | |
| - de Franse Gemeenschapsregering, Surlet de Chokierplein 15-17, 1000 | 1998; - le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par |
| Brussel, bij op 30 januari 1998 ter post aangetekende brief; | |
| - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 2 februari 1998 | lettre recommandée à la poste le 2 février 1998. |
| ter post aangetekende brief. | |
| Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi |
| organieke wet bij op 4 maart 1998 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 4 mars 1998. |
| Memories van antwoord zijn ingediend door : | Des mémoires en réponse ont été introduits par : |
| - de Franse Gemeenschapsregering, bij op 31 maart 1998 ter post | - le Gouvernement de la Communauté française, par lettre recommandée à |
| aangetekende brief; | la poste le 31 mars 1998; |
| - P. Levert, bij op 1 april 1998 ter post aangetekende brief; | - P. Levert, par lettre recommandée à la poste le 1er avril 1998; |
| - de Ministerraad, bij op 3 april 1998 ter post aangetekende brief. | - le Conseil des ministres, par lettre recommandée à la poste le 3 |
| Bij beschikkingen van 29 april 1998 en 29 oktober 1998 heeft het Hof | avril 1998. Par ordonnances du 29 avril 1998 et du 29 octobre 1998, la Cour a |
| de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
| respectievelijk 13 november 1998 en 13 mei 1999. | prorogé respectivement jusqu'aux 13 novembre 1998 et 13 mai 1999 le |
| délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
| Bij beschikking van 16 december 1998 heeft het Hof de zaak in | Par ordonnance du 16 décembre 1998, la Cour a déclaré l'affaire en |
| gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 13 | état et fixé l'audience au 13 janvier 1999. |
| januari 1999. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats |
| bij op 17 december 1998 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 17 décembre 1998. |
| Op de openbare terechtzitting van 13 januari 1999 : | A l'audience publique du 13 janvier 1999 : |
| - zijn verschenen : | - ont comparu : |
| . Mr. M. Detry, advocaat bij de balie te Brussel, voor P. Levert; | . Me M. Detry, avocat au barreau de Bruxelles, pour P. Levert; |
| . Mr. L. Cambier, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Franse | . Me L. Cambier, avocat au barreau de Bruxelles, pour le Gouvernement |
| Gemeenschapsregering; | de la Communauté française; |
| . Mr. S. Vanaelst, advocaat bij de balie te Brussel, loco Mr. V. | . Me S. Vanaelst, avocat au barreau de Bruxelles, loco Me V. Thiry, |
| Thiry, advocaat bij de balie te Luik, voor de Ministerraad; | avocat au barreau de Liège, pour le Conseil des ministres; |
| - hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en M. Bossuyt verslag uitgebracht; | - les juges-rapporteurs R. Henneuse et M. Bossuyt ont fait rapport; |
| - zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - les avocats précités ont été entendus; |
| - is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
| De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
| van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
| IV. In rechte | IV. En droit |
| - A - | - A - |
| Standpunt van de partijen | Position des parties |
| P. Levert, verzoeker voor de Raad van State | P. Levert, requérant devant le Conseil d'Etat |
| A.1.1. Uit de combinatie van het oorspronkelijke artikel 10 alsmede de | A.1.1. Il ressort de la combinaison de l'article 10 originaire comme |
| parlementaire voorbereiding van de wet van 7 juli 1970 betreffende de | des travaux préparatoires de la loi du 7 juillet 1970 relative à la |
| algemene structuur van het hoger onderwijs - aangenomen na de | structure générale de l'enseignement - adoptée postérieurement à la |
| hervorming van de rechtenstudie door het koninklijk besluit van 1 | réforme des études de droit opérée par l'arrêté royal du 1er août 1969 |
| augustus 1969 - en het enig artikel van de wet van 31 mei 1972 blijkt | - et de l'article unique de la loi 31 mai 1972 que le grade de docteur |
| dat de graad van doctor in de rechten volgens het vroegere stelsel en | en droit ancien régime et celui de licencié en droit devaient être |
| die van licentiaat in de rechten als gelijkwaardig moesten worden | considérés comme équivalents pour l'accès aux fonctions enseignantes |
| beschouwd voor de toegang tot de onderwijsfuncties in het hoger | dans l'enseignement supérieur de type long, dès lors qu'il n'était pas |
| onderwijs van het lange type, aangezien er destijds geen sprake van | |
| was de titel van doctor in de rechten (nieuw stelsel) te eisen voor de | question à l'époque d'exiger le titre de docteur en droit (nouveau |
| toegang tot dat type van onderwijs. In zijn memorie van antwoord neemt | régime) pour l'accès à ce type d'enseignement. Dans son mémoire en |
| P. Levert er akte van dat die interpretatie door de Franse | réponse, P. Levert prend acte de ce que cette interprétation est |
| Gemeenschapsregering wordt aangenomen. | admise par le Gouvernement de la Communauté française. |
| Het nieuwe artikel 10, dat is gewijzigd bij de wet van 18 februari | Modifié par la loi du 18 février 1977, l'article 10 nouveau subordonne |
| 1977, maakt voortaan de benoeming als leerkracht in het hoger | désormais la nomination comme enseignant dans l'enseignement supérieur |
| onderwijs van het lange type afhankelijk van de diploma's die vereist | de type long aux diplômes requis pour être nommé dans l'enseignement |
| zijn om benoemd te worden in het universitair onderwijs; zodoende | |
| wilde de wetgever, met de titel van doctor, de titel van doctor in de | universitaire; ce faisant, la volonté du législateur était de viser, |
| rechten met proefschrift en niet die van doctor in het vroegere | par le titre de docteur, le titre de docteur en droit avec thèse et |
| stelsel (zonder proefschrift) beogen. | non celui de docteur ancien régime (sans thèse). |
| A.1.2. Of het nu om de studieduur, de toegangsvoorwaarden, de | A.1.2. Que ce soit sur le plan de la durée des études, des conditions |
| lesroosters of de inhoud van de colleges gaat, de structuur van de | d'accès, des grilles horaires ou des contenus des cours, la structure |
| studie van doctor in de rechten volgens het vroegere stelsel en die | des études de docteur en droit ancien régime et de celles de licencié |
| van licentiaat in de rechten zijn gebaseerd op een identiek stramien. Het tussen die diploma's gemaakte verschil in behandeling bij het voordeel van een vaste benoeming kan bijgevolg geenszins worden verantwoord. De Franse Gemeenschapsregering A.2.1. Na een uiteenzetting van de feiten en het onderzoek van het wettelijk kader, verantwoordt de Regering het in het geding zijnde verschil in behandeling ten aanzien van de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie. Op de eerste plaats bestaat er een objectief criterium van differentiatie, dat is gebaseerd op de uitreikingsdatum van het diploma. | en droit sont fondées sur un canevas identique. La différence de traitement opérée entre ces diplômés dans le bénéfice d'une nomination à titre définitif n'est dès lors susceptible d'aucune justification. Le Gouvernement de la Communauté française A.2.1. Après un exposé des faits et l'examen du cadre légal, le Gouvernement justifie la différence de traitement en cause au regard des principes d'égalité et de non-discrimination. Il existe tout d'abord un critère objectif de différenciation, fondé sur la date de délivrance du diplôme. |
| Bij de aanneming van de wet van 31 mei 1972, konden de doctors in de | Lors de l'adoption de la loi du 31 mai 1972, les docteurs en droit |
| rechten volgens het vroegere stelsel (zonder proefschrift), op het | ancien régime (sans thèse) pouvaient, sur le strict plan des titres |
| loutere vlak van de wettelijk vereiste titels, een vaste benoeming in | légalement requis, bénéficier d'une nomination définitive dans |
| het universitair onderwijs genieten, in tegenstelling tot de | l'enseignement universitaire, à l'inverse des licenciés en droit, qui |
| licentiaten in de rechten, die nooit die mogelijkheid hebben genoten. | n'ont jamais bénéficié de cette possibilité. |
| Het behoud van dat gevolg voor de doctors volgens het vroegere stelsel | Le maintien de cet effet pour les docteurs ancien régime trouve sa |
| vindt zijn verantwoording in de zorg, enerzijds, te voorzien in de | justification dans le souci, d'une part, de la sécurité juridique et |
| rechtszekerheid en het behoud van hun verkregen rechten en, | du maintien dans leur chef des droits acquis et, d'autre part, de |
| anderzijds, te vermijden dat de universiteiten eventuele moeilijkheden | parer ainsi à d'éventuelles difficultés de recrutement pour les |
| in verband met aanwerving zouden ondervinden. | universités. |
| De afstemming van de benoemingsvoorwaarden in het hoger onderwijs van | L'alignement des conditions de nomination dans l'enseignement |
| het lange type op die welke van toepassing zijn in het universitair | supérieur de type long sur celles applicables dans l'enseignement |
| onderwijs, bij de wet van 18 februari 1977, heeft het behoud van het | universitaire, opéré par la loi du 18 février 1977, a étendu le |
| voormelde gevolg uitgebreid tot het onderwijs van het lange type. De | maintien de l'effet précité à l'enseignement de type long. Le souci |
| zorg om de vereiste titels op elkaar af te stemmen is volkomen | d'alignement des titres requis est parfaitement raisonnable et |
| redelijk en staat in verhouding tot de nagestreefde doelstelling van | proportionnel à l'objectif d'uniformisation poursuivi. |
| uniformisering. A.2.2. In haar memorie van antwoord voert de Franse | A.2.2. Dans son mémoire en réponse, le Gouvernement de la Communauté |
| Gemeenschapsregering, als aanvulling, aan dat de wetgever het recht | française allègue, à titre complémentaire, le droit pour le |
| heeft om met soepelheid en rekening houdend met de evolutie van de | législateur d'opérer des modifications législatives avec souplesse et |
| tijd wetswijzigingen door te voeren, hetwelk meermaals door het Hof is | en tenant compte d'une perspective évolutive, légitimé à diverses |
| bekrachtigd (Arbitragehof, nr. 26/90 en nr. 56/93). Zulks is te dezen het geval. Aangezien de uiteindelijke doelstelling erin bestaat de vaste benoeming in het universitair onderwijs en in het hoger onderwijs van het lange type aan de enkele houders van een doctoraal proefschrift voor te behouden, is het niet discriminerend, bij wijze van overgang, aan doctors volgens het vroegere stelsel te blijven toestaan hun aanspraak op de genoemde betrekkingen te behouden; dat is het des te minder wanneer het gaat om een natuurlijke overgangsmaatregel die bestemd is om op termijn te verdwijnen. De Ministerraad | reprises par la Cour (C.A., n° 26/90 et n° 56/93). Tel est le cas en l'espèce. Alors que l'objectif final consiste à réserver la nomination définitive dans l'enseignement universitaire et dans l'enseignement supérieur de type long aux seuls titulaires d'une thèse de doctorat, il n'est pas discriminatoire de continuer à permettre, à titre transitoire, aux docteurs ancien régime de conserver leur vocation auxdits emplois; cela l'est d'autant moins qu'il s'agit d'une mesure transitoire naturellement destinée à disparaître à terme. Le Conseil des ministres |
| A.3. Die partij gedraagt zich naar de wijsheid van het Hof. | A.3. Cette partie se réfère à la sagesse de la Cour. |
| - B - | - B - |
| B.1. De door de Raad van State gestelde prejudiciële vraag heeft | B.1. La question préjudicielle posée par le Conseil d'Etat porte sur |
| betrekking op de wet van 31 mei 1972 betreffende de wettelijke | la loi du 31 mai 1972 relative aux effets légaux du grade de licencié |
| gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de rechten (die een | en droit (comprenant un article unique) et sur l'article 10 de la loi |
| enig artikel bevat) en op artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 | du 7 juillet 1970 relative à la structure générale de l'enseignement |
| betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, gewijzigd | |
| bij artikel 11 van de wet van 18 februari 1977. | supérieur, modifié par l'article 11 de la loi du 18 février 1977. |
| De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van | Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de ces |
| die bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre | dispositions avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce |
| zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij toegang verlenen tot een vaste benoeming in het hoger onderwijs van het lange type aan de doctors in de rechten volgens het vroegere stelsel (zonder proefschrift) en niet aan de licentiaten in de rechten; niettegenstaande het feit dat de aan de beoordeling van de Raad van State onderworpen handeling een tijdelijke aanstelling is, antwoordt het Hof op de prejudiciële vraag zoals zij door de verwijzende rechter is geformuleerd en waarin een definitieve benoeming en de ervoor vereiste titels worden beoogd. De in het geding zijnde bepalingen, dienen zich, in hun context gesitueerd, als volgt aan. B.2. Het koninklijk besluit van 1 augustus 1969 wijzigt de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, met het oog op de | qu'elles sont interprétées comme donnant accès à une nomination définitive dans l'enseignement supérieur de type long aux docteurs en droit « ancien régime » (c'est-à-dire sans thèse), et non aux licenciés en droit; nonobstant le fait que l'acte soumis à l'appréciation du Conseil d'Etat soit une désignation à titre temporaire, la Cour répond à la question préjudicielle telle qu'elle a été formulée par le juge a quo, visant l'hypothèse d'une nomination définitive et les titres requis pour une telle nomination. Les dispositions en cause, situées dans leur contexte, se présentent comme suit. B.2. L'arrêté royal du 1er août 1969 modifie les lois coordonnées sur la collation des grades académiques et le programme des examens universitaires, en vue de la création du grade de licencié en droit et |
| oprichting van de graad van licentiaat in de rechten en de wijziging | de la modification du programme de l'examen de licencié en notariat et |
| van et examenprogramma van licentiaat in het notariaat en van doctor | |
| in de rechten. | de docteur en droit. |
| De nieuwe artikelen 1 en 2 van de gecoördineerde wetten op het | Les articles 1er et 2 nouveaux des lois coordonnées sur la collation |
| toekennen van de academische graden, gewijzigd door het koninklijk | |
| besluit van 1 augustus 1969, onderscheiden voortaan de graad van | des grades académiques, modifiés par l'arrêté royal du 1er août 1969, |
| licentiaat in de rechten en die van doctor in de rechten, waarbij de | distinguent désormais le grade de licencié en droit et celui de |
| laatstgenoemde slechts kan worden verkregen door de licentiaten in de | docteur en droit, ce dernier ne pouvant être obtenu par les licenciés |
| rechten na het overleggen van een « oorspronkelijk proefschrift dat | en droit qu'après la présentation d'une « dissertation originale |
| door de examencommissie wordt aanvaard » (artikel 22bis van de | acceptée par le jury » (article 22bis desdites lois). |
| genoemde wetten). B.3.1. Overwegende het feit dat de aldus ingestelde graad van | B.3.1. Considérant le fait que le grade de licencié en droit ainsi |
| licentiaat in de rechten « niet volstaat om sommige [|PO] openbare | créé « serait insuffisant pour permettre l'exercice de certaines [|PO] |
| betrekkingen te mogen uitoefenen [|PO], zoals lid van de rechterlijke | fonctions publiques [|PO], telles que membre de l'ordre judiciaire ou |
| orde, of lid van de Raad van State » (Gedr. St., Senaat, 1970-1971, | membre du Conseil d'Etat » (Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 464, p. |
| nr. 464, p. 2), heeft de wetgever de wet van 31 mei 1972 betreffende | 2), le législateur a adopté la loi du 31 mai 1972 relative aux effets |
| de wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de | légaux du grade de licencié en droit, qui est la première disposition |
| rechten aangenomen, welke de eerste bepaling is die aan het Hof wordt | |
| voorgelegd. | soumise à la Cour. |
| Het enig artikel van deze wet bepaalt : | Aux termes de l'article unique de cette loi : |
| « De wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van doctor in de | « Les effets légaux attachés au grade de docteur en droit sont étendus |
| rechten, gelden eveneens voor de graad van licentiaat in de rechten. | au grade de licencié en droit. |
| Tot een onderwijsfunctie in het universitair onderwijs verleent de | Toutefois, le grade de licencié en droit ne peut donner accès à une |
| graad van licentiaat in de rechten echter geen toegang. » | fonction enseignante dans l'enseignement universitaire. » |
| B.3.2. Uit die bepaling, alsook uit de parlementaire voorbereiding | B.3.2. Il ressort de cette disposition comme des travaux |
| ervan, volgt dat de wetgever de toegang tot het universitair onderwijs | parlementaires que le législateur entendait réserver désormais l'accès |
| voortaan wilde voorbehouden, voor wat de rechten betreft, aan die | à l'enseignement universitaire, pour ce qui concerne le droit, à ces |
| doctors (met proefschrift), en tegelijkertijd de rechten van de | docteurs (avec thèse), tout en sauvegardant les droits des docteurs |
| doctors volgens het vroegere stelsel wil vrijwaren. | ancien régime. |
| Aldus heeft hij, enerzijds, opgemerkt : | Ainsi a-t-il été relevé, d'une part : |
| « Inderdaad, de nieuwe doctorstitel is voortaan de bekroning van | « En effet, le nouveau titre de docteur représente désormais la |
| zuiver wetenschappelijk werk en moet derhalve beschouwd worden als een | sanction de prestations purement scientifiques et doit de ce fait être |
| noodzakelijke waarborg voor de toegang tot het universitair onderwijs. | considéré comme une garantie indispensable pour accéder à |
| » (ibid.) | l'enseignement universitaire. » (ibid.) |
| En anderzijds : | Et, d'autre part : |
| « In antwoord op de opmerking van een lid wijst de Minister erop dat | « En réponse à une observation faite par un membre, le Ministre |
| de doctors in de rechten (oud regime) inderdaad ook nog in aanmerking | rappelle que les docteurs en droit (ancien régime) ont, en effet, |
| komen voor een onderwijsfunctie in het universitair onderwijs. Aan de | encore accès aux fonctions enseignantes dans l'enseignement |
| rechten van deze laatsten wordt niet getornd. » (Gedr. St., Kamer, | universitaire. Il n'est nullement porté atteinte à leurs droits. » |
| 1971-1972, 231, nr. 2, p. 2). | (Doc. parl., Chambre, 1971-1972, 231, n° 2, p. 2) |
| B.3.3. Overigens blijkt ook uit de wet en uit de parlementaire | B.3.3. Par ailleurs, il ressort également de la loi et des travaux |
| voorbereiding ervan, dat, wat betreft de toegang tot de | préparatoires que, s'agissant de l'accès aux fonctions enseignantes de |
| onderwijsfuncties in het hoger onderwijs van het lange type, de | l'enseignement supérieur de type long, l'assimilation de principe |
| principiële gelijkstelling van toepassing was en dat bijgevolg de | était applicable et que dès lors lesdites fonctions étaient |
| genoemde functies toegankelijk waren voor de licentiaten in de | accessibles aux licenciés en droit. |
| rechten. Aldus is in de Kamercommissie gepreciseerd : | Ainsi a-t-il été précisé en Commission de la Chambre : |
| « De andere burgerrechtelijke gevolgen [dan de toegang tot het | « Tous les autres effets civils [que l'accès à l'enseignement |
| universitaire onderwijs], die verbonden waren aan het diploma van | |
| doctor in de rechten (oud regime) worden gehecht aan het nieuwe | universitaire] du diplôme de docteur en droit (ancien régime) sont |
| diploma van licentiaat in de rechten. Ook in het hoger onderwijs van | reportés sur le nouveau diplôme de licencié en droit. Le licencié en |
| het lange type kan de licentiaat in de rechten onderwijs verstrekken. | droit a donc aussi accès aux fonctions enseignantes dans |
| » (ibid.) | l'enseignement supérieur de type long. » (ibid.) |
| B.4. De wet van 18 februari 1977 « betreffende de inrichting van het | B.4. La loi du 18 février 1977 « concernant l'organisation de |
| hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het | l'enseignement supérieur et notamment des enseignements supérieur |
| agrarisch onderwijs van het lange type » wijzigt sommige bepalingen | technique et supérieur agricole de type long » modifie certaines |
| van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het | dispositions de la loi du 7 juillet 1970 relative à la structure |
| générale de l'enseignement supérieur, et notamment (en son article 11) | |
| hoger onderwijs, en met name (in artikel 11 ervan) artikel 10 van die | l'article 10 de cette loi, relatif aux diplômes dont doivent être |
| wet, in verband met het diploma waarvan het bestuurs- en onderwijzend | porteurs le personnel directeur et le personnel enseignant de |
| personeel van het hoger onderwijs van het lange en het korte type | l'enseignement supérieur de type long et de type court. |
| houder moet zijn. | |
| Het aldus gewijzigde artikel 10 bepaalt voortaan : | L'article 10 ainsi modifié dispose désormais : |
| « § 1. Niemand kan vast benoemd worden in een van de ambten van | « § 1. Nul ne peut être nommé à titre définitif à l'une des fonctions |
| directeur, adjunct-directeur, hoogleraar, hoofd van studiebureau of | de directeur, de directeur adjoint, de professeur, de chef de bureau |
| van docent in het hoger onderwijs van het lange type, tenzij hij | d'études ou de chargé de cours dans l'enseignement supérieur de type |
| houder is van een diploma dat bij de wet vereist is om benoemd te | long s'il n'est porteur d'un des diplômes requis par la loi pour être |
| worden tot lid van het onderwijzend personeel van een | nommé comme membre du personnel enseignant dans une université de |
| rijksuniversiteit. | l'Etat. |
| Niemand mag tijdelijk één van de ambten uitoefenen vermeld bij deze | Nul ne peut exercer temporairement une des fonctions précisées au |
| paragraaf indien hij geen houder is van één der bekwaamheidsbewijzen | présent paragraphe s'il n'est porteur d'un des titres de capacité y |
| die er in bepaald zijn of van één der bekwaamheidsbewijzen hieronder | fixés ou d'un des titres de capacité précisés aux §§ 2 et 3 |
| in de §§ 2 en 3 vermeld of indien de bepalingen van § 4 niet op hem | ci-dessous, ou si les dispositions du § 4 ne lui ont pas été |
| toegepast werden. | appliquées. |
| § 2. Voor de uitoefening van een der ambten van docent in bepaalde | § 2. Pour l'exercice d'une des fonctions de chargé de cours dans |
| leervakken die de Koning bepaalt na advies van de bevoegde Hoge Raad | certaines matières que le Roi fixe après l'avis du Conseil supérieur |
| van werkleider of assistent in het hoger onderwijs van het lange type | compétent, de chef de travaux ou d'assistant, dans l'enseignement |
| is een der volgende bekwaamheidsbewijzen vereist : | supérieur de type long, un des titres de capacité suivant est exigé : |
| a) de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij § 1; | a) les diplômes visés au § 1er; |
| b) het diploma van licentiaat uitgereikt door een Belgische | b) le diplôme de licencié délivré par une université belge ou un |
| universiteit of een daarmee gelijkgestelde inrichting of door een | établissement y assimilé ou par un jury constitué par le Roi, si la |
| examencommissie ingesteld door de Koning, indien de duur van de studiën minstens 4 jaar bedraagt; c) het einddiploma van de tweede cyclus uitgereikt door een inrichting voor hoger onderwijs van het lange type of door een door de Koning samengestelde examencommissie of een bekwaamheidsbewijs waarvan de houder de gelijkstelling met een dergelijk diploma verkregen heeft; d) het einddiploma uitgereikt door een inrichting voor technisch hoger onderwijs van de derde graad of door een inrichting voor hoger kunstonderwijs van de derde graad. § 3. De bekwaamheidsbewijzen bedoeld in de hierboven vermelde §§ 1 en | durée des études est de quatre ans au moins; c) le diplôme de fin d'études du deuxième cycle délivré par un établissement d'enseignement supérieur de type long ou par un jury constitué par le Roi, ou un titre dont le porteur a obtenu l'assimilation à un tel diplôme; d) le diplôme de fin d'études délivré par un établissement d'enseignement technique supérieur classé au troisième degré ou par un établissement d'enseignement artistique du niveau supérieur classé au troisième degré. |
| 2 kunnen ook buitenlandse bekwaamheidsbewijzen zijn die als | § 3. Les titres de capacité visés aux §§ 1er et 2 ci-dessus peuvent |
| gelijkwaardig zijn erkend bij toepassing van de gecoördineerde wetten | aussi être des titres étrangers reconnus de même valeur en application |
| op het toekennen van de academische graden en het programma van de | des lois coordonnés sur la collation des grades académiques et le |
| universitaire examens en bij toepassing van de wet van 19 maart 1971 | programme des examens universitaires et de la loi du 19 mars 1971 |
| betreffende de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en | relative à l'équivalence des diplômes et certificats d'études |
| studiegetuigschriften. | étrangers. |
| § 4. De Koning kan, op gunstig advies van de Vaste Raad voor het Hoger | § 4. Le Roi peut, sur avis favorable du Conseil permanent de |
| Onderwijs, te persoonlijken titel een professionele of | l'Enseignement supérieur, accepter qu'une notoriété professionnelle ou |
| wetenschappelijke bekendheid aanvaarden ter vervanging van de | scientifique établie tienne lieu, à titre personnel, des titres exigés |
| bekwaamheidsbewijzen vereist bij de §§ 1 tot 3 hierboven vermeld. | par les §§ 1er à 3 ci-dessus. |
| [...] | [...] |
| Daaruit volgt dat, krachtens het aldus gewijzigde artikel 10, de | Il s'ensuit que, en vertu de l'article 10 ainsi modifié, les |
| voorwaarden tot een vaste benoeming voor het bestuurs- en onderwijzend | conditions de nomination à titre définitif du personnel enseignant et |
| personeel van het hoger onderwijs van het lange type voortaan identiek | directeur de l'enseignement supérieur de type long sont désormais |
| zijn met die welke in het universitair onderwijs worden toegepast. | identiques à celles applicables dans l'enseignement universitaire. |
| Die gelijkstelling is tijdens de parlementaire voorbereiding | Cette égalisation a été explicitée comme suit lors des travaux |
| toegelicht als volgt : | préparatoires : |
| « De diplomavereisten vermeld in het eerste lid van § 1 zijn deze | « Les exigences en matière de diplômes, précisées au premier alinéa du |
| gesteld in het eerste lid van artikel 22 van de wet van 28 april 1953 | § 1er, sont celles fixées au premier alinéa de l'article 22 de la loi |
| betreffende de inrichting van het universitair onderwijs van de Staat | du 28 avril 1953 concernant l'organisation de l'enseignement |
| zoals ze gewijzigd werd : ` Art. 22.- De Koning benoemt de leden van |
universitaire de l'Etat, telle qu'elle a été modifiée : ` Art. 22 - Le |
| het onderwijzend personeel. Niemand kan tot lid van het onderwijzend | Roi nomme les membres du personnel enseignant. Nul ne peut être nommé |
| personeel worden benoemd tenzij hij houder is van een diploma van | membre du personnel enseignant s'il n'est porteur d'un diplôme de |
| doctor, apotheker, ingenieur of geaggregeerde voor het hoger | docteur, de pharmacien, d'ingénieur ou d'agrégé de l'enseignement |
| onderwijs. ' » (Gedr. St., Kamer, 1974-1975, 595, nr. 40, p. 62) | supérieur. ' » (Doc. parl., Chambre, 1974-1975, 595, n° 40, p. 62) |
| B.5. De wet van 18 februari 1977 heeft aldus tot gevolg dat de vaste | B.5. La loi du 18 février 1977 a donc pour effet que les nominations |
| benoemingen in het bedoelde hoger onderwijs, wat betreft de diploma's | définitives dans ledit enseignement supérieur sont réservées, |
| in de rechten, worden voorbehouden aan de doctors met proefschrift of | s'agissant des diplômes de droit, aux docteurs avec thèse ou aux |
| aan de geaggregeerden van het hoger onderwijs. | agrégés de l'enseignement supérieur. |
| In de interpretatie van de verwijzende rechter leidt de combinatie van | Selon l'interprétation du juge a quo, la combinaison de la loi |
| voormelde wet met de wet van 31 mei 1972 ertoe dat op genoemde regel | précitée avec la loi du 31 mai 1972 a pour effet qu'une exception est |
| een uitzondering wordt gemaakt voor de doctors in de rechten volgens | faite à cet égard pour le docteur en droit ancien régime. |
| het vroegere stelsel. | |
| B.6.1. In die interpretatie voeren de in het geding zijnde bepalingen | B.6.1. Selon cette interprétation, les dispositions en cause opèrent |
| aldus een verschil in behandeling in op het vlak van de toegang tot | une différence de traitement sur le plan de l'accès à une nomination à |
| een vaste benoeming in het hoger onderwijs van het lange type : de | titre définitif dans l'enseignement supérieur de type long : les |
| doctors in de rechten volgens het vroegere stelsel hebben daar, in | docteurs en droit ancien régime y ont accès, à l'inverse des licenciés |
| tegenstelling tot de licentiaten in de rechten, toegang toe, terwijl | en droit, alors que ni les uns ni les autres n'ont soutenu avec succès |
| noch de enen, noch de anderen een doctoraal proefschrift hebben | une thèse de doctorat. Il y a lieu d'apprécier si cette différence de |
| verdedigd. Er dient dus te worden beoordeeld of dat verschil in behandeling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.6.2. In zoverre zij een licentiaat in de rechten niet toestaan naar een vaste benoeming in het hoger onderwijs van het lange type te dingen, zijn de in het geding zijnde bepalingen relevant ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen. B.6.3. In zoverre zij daarentegen een doctor in de rechten volgens het vroegere stelsel toestaan naar een dergelijke benoeming te dingen, zijn zij niet onbestaanbaar met het nastreven van de genoemde doelstellingen. De wetgever heeft immers het feit in aanmerking kunnen nemen dat wie de rechtenstudie had aangevat en ze had beëindigd onder het vroegere stelsel, terecht ervan had kunnen uitgaan dat zijn diploma het hem mogelijk zou maken zich kandidaat te stellen voor een definitieve benoeming in het universitair onderwijs. De wetgever kan niet worden verweten rekening te hebben gehouden met de verwachtingen die hij zelf had opgewekt. | traitement est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.6.2. En ce qu'elles n'autorisent pas un licencié en droit à solliciter une nomination à titre définitif dans l'enseignement supérieur de type long, les dispositions en cause sont pertinentes au regard des objectifs poursuivis par le législateur. B.6.3. En ce qu'elles permettent à l'inverse à un docteur en droit ancien régime de solliciter une telle nomination, elles ne sont pas incompatibles avec la poursuite desdits objectifs. En effet, le législateur a pu prendre en considération le fait que ceux qui avaient entrepris des études de droit et les avaient menées jusqu'à leur terme sous le régime ancien étaient fondés à croire que leur diplôme leur permettrait de se porter candidat à une nomination définitive dans l'enseignement universitaire. Il ne peut être fait grief au législateur d'avoir respecté les attentes qu'il avait lui-même suscitées. |
| Aangezien de wetgever, bij de wet van 18 februari 1977, de voorwaarden voor vaste benoeming in het hoger onderwijs van het lange type afstemde op die welke van toepassing zijn in het universitair onderwijs, is het niet onverantwoord het recht van de doctors in de rechten volgens het vroegere stelsel om in aanmerking te komen voor een dergelijke benoeming, te hebben behouden. B.7. Uit wat voorafgaat volgt dat de prejudiciële vraag ontkennend dient te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof | Dès lors que, par la loi du 18 février 1977, le législateur alignait les conditions de nomination définitive dans l'enseignement supérieur de type long sur celles applicables dans l'enseignement universitaire, il n'est pas injustifié d'avoir maintenu le droit des docteurs « ancien régime » à être pris en considération pour une telle nomination. B.7. Il résulte de ce qui précède que la question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| Het enige artikel van de wet van 31 mei 1972 betreffende de wettelijke | L'article unique de la loi du 31 mai 1972 relative aux effets légaux |
| gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de rechten en | du grade de licencié en droit et l'article 10 de la loi du 7 juillet |
| artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene | 1970 relative à la structure générale de l'enseignement supérieur, |
| structuur van het hoger onderwijs, gewijzigd bij artikel 11 van de wet | modifié par l'article 11 de la loi du 18 février 1977 concernant |
| van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs | l'organisation de l'enseignement supérieur et notamment des |
| en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch hoger | enseignements supérieur technique et supérieur agricole de type long, |
| onderwijs van het lange type, wanneer zij aldus worden geïnterpreteerd | interprétés comme permettant aux porteurs du titre de docteur en droit |
| dat zij aan de houders van de titel van doctor in de rechten volgens | ancien régime, sans thèse de doctorat, de justifier du titre de |
| het vroegere stelsel, zonder doctoraal proefschrift, de mogelijkheid | |
| bieden te doen blijken van het vereiste bekwaamheidsbewijs voor een | capacité requis pour une nomination à titre définitif dans |
| vaste benoeming in het hoger onderwijs van het lange type, schenden de | l'enseignement supérieur de type long, ne violent pas les articles 10 |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | et 11 de la Constitution. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 10 februari 1999. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 10 février 1999. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | Le président, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |