Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Arrest nr. 137/98 van 16 december 1998 Rolnummer 1265 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 208 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 en de artikelen 199, 200 en 202 van het koninklijk besluit tot uitvoeri(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...)"
Arrest nr. 137/98 van 16 december 1998 Rolnummer 1265 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 208 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 en de artikelen 199, 200 en 202 van het koninklijk besluit tot uitvoeri(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) Arrêt n° 137/98 du 16 décembre 1998 Numéro du rôle : 1265 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 208 du Code des impôts sur les revenus 1964 et les articles 199, 200 et 202 de l'arrêté royal d'exécution dudit Code La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Arrest nr. 137/98 van 16 december 1998 Arrêt n° 137/98 du 16 décembre 1998
Rolnummer 1265 Numéro du rôle : 1265
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 208 van het Wetboek van En cause : la question préjudicielle concernant l'article 208 du Code
de inkomstenbelastingen 1964 en de artikelen 199, 200 en 202 van het des impôts sur les revenus 1964 et les articles 199, 200 et 202 de
koninklijk besluit (van 4 maart 1965) tot uitvoering van het voormelde l'arrêté royal d'exécution dudit Code (du 4 mars 1965), d'une part, et
Wetboek, enerzijds, en artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek en de
artikelen 2, 1333 en 1344 van het Gerechtelijk Wetboek, anderzijds, l'article 1244 du Code civil et les articles 2, 1333 et 1344 du Code
gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Namen. judiciaire, d'autre part, posée par le Tribunal de première instance de Namur.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P.
rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij vonnis van 16 december 1997 inzake de c.v. Javac Services tegen de Par jugement du 16 décembre 1997 en cause de la s.c. Javac Services
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
ingekomen op 26 december 1997, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Cour le 26 décembre 1997, le Tribunal de première instance de Namur a
Namen de volgende prejudiciële vraag gesteld : posé la question préjudicielle suivante :
« Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel « Interprétés en ce sens qu'ils excluent la possibilité pour le
pouvoir judiciaire d'octroyer des termes et délais au débiteur d'une
208 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 199, dette fiscale, les articles 208 du Code des impôts sur les revenus et
200 en 202 van het koninklijk besluit (van 4 maart 1965) tot 199, 200 et 202 de l'arrêté royal d'exécution dudit Code (du 4 mars
uitvoering van het voormelde Wetboek, enerzijds, en artikel 1244 van
het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 2, 1333 en 1344 van het 1965), d'une part, et 1244 du Code civil, 2, 1333 et 1344 du Code
Gerechtelijk Wetboek, anderzijds, in die zin geïnterpreteerd dat zij
voor de rechterlijke macht iedere mogelijkheid uitsluiten om aan de judiciaire, d'autre part, violent-ils les articles 10 et 11 de la
schuldenaar van een belastingschuld een betalingsregeling toe te
kennen ? » Constitution ? »
II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil II. Les faits et la procédure antérieure
De coöperatieve vennootschap Javac Service verzoekt de Rechtbank van La société coopérative Javac Service demande au Tribunal de première
eerste aanleg te Namen zich van haar belastingschuld te mogen instance de Namur d'être autorisée à se libérer de sa dette fiscale
bevrijden door maandelijkse stortingen. De Belgische Staat, par des versements mensuels. L'Etat belge, Administration de la
Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen voert aan dat de T.V.A., de l'enregistrement et des domaines, invoque l'absence de
rechterlijke macht niet bevoegd is om in te stemmen met een juridiction du pouvoir judiciaire aux fins de l'octroi de termes et
betalingsregeling in fiscale aangelegenheden. De Rechtbank beslist aan délais en matière fiscale. Le Tribunal décide de poser à la Cour la
het Hof de hiervoor weergegeven prejudiciële vraag te stellen. question préjudicielle mentionnée ci-dessus.
III. De rechtspleging voor het Hof III. La procédure devant la Cour
Bij beschikking van 26 december 1997 heeft de voorzitter in functie de Par ordonnance du 26 décembre 1997, le président en exercice a désigné
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage.
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. des articles 71 ou 72 de la loi organique.
Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la
77 van de organieke wet bij op 2 maart 1998 ter post aangetekende brieven. loi organique, par lettres recommandées à la poste le 2 mars 1998.
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 1998. Moniteur belge du 11 mars 1998.
Bij beschikking van 3 april 1998 heeft de voorzitter in functie de Par ordonnance du 3 avril 1998, le président en exercice a prorogé de
termijn voor het indienen van een memorie verlengd met vijftien dagen, quinze jours le délai pour introduire un mémoire, suite à la demande
op verzoek van de Ministerraad van dezelfde dag. du Conseil des ministres du même jour.
De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a
ingediend bij op 28 april 1998 ter post aangetekende brief. introduit un mémoire, par lettre recommandée à la poste le 28 avril
De c.v. Javac Services, met maatschappelijke zetel te 5100 Namen, rue 1998. La s.c. Javac Services dont le siège social est établi à 5100 Namur,
de Dave 385, heeft een memorie ingediend bij niet-aangetekende brief rue de Dave 385, a introduit un mémoire par lettre non recommandée du
van 14 april 1998. 14 avril 1998.
Overwegende dat de verzending bij aangetekende brief van de Considérant que l'envoi par lettre recommandée des pièces de
procedurestukken, die is voorgeschreven bij artikel 82 van de procédure, prescrit par l'article 82 de la loi spéciale du 6 janvier
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, een 1989 sur la Cour d'arbitrage, est une formalité substantielle, la Cour
substantiële vormvereiste is, heeft het Hof die memorie
niet-ontvankelijk verklaard en ze uit de debatten geweerd bij a déclaré ce mémoire irrecevable et l'a écarté des débats par
beschikking van 29 april 1998. ordonnance du 29 avril 1998.
Bij beschikkingen van 27 mei 1998 en 26 november 1998 heeft het Hof de Par ordonnances du 27 mai 1998 et du 26 novembre 1998, la Cour a
termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 26 december 1998 en 26 juni 1999. prorogé respectivement jusqu'aux 26 décembre 1998 et 26 juin 1999 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu.
Bij beschikking van 23 september 1998 heeft het Hof de zaak in Par ordonnance du 23 septembre 1998, la Cour a déclaré l'affaire en
gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 4 état et fixé l'audience au 4 novembre 1998.
november 1998. Van die beschikking is kennisgegeven aan de Ministerraad en zijn Cette ordonnance a été notifiée au Conseil des ministres ainsi qu'à
advocaat bij op 24 september 1998 ter post aangetekende brieven. son avocat par lettres recommandées à la poste le 24 septembre 1998.
Op de openbare terechtzitting van 4 november 1998 : A l'audience publique du 4 novembre 1998 :
- is verschenen : Mr. C. Detry, advocaat bij de balie te Namen, voor - a comparu Me C. Detry, avocat au barreau de Namur, pour le Conseil
de Ministerraad; des ministres;
- hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag uitgebracht; - les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport;
- is de voornoemde advocaat gehoord; - l'avocat précité a été entendu;
- is de zaak in beraad genomen. - l'affaire a été mise en délibéré.
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour.
IV. In rechte IV. En droit
- A - - A -
Memorie van de Ministerraad Mémoire du Conseil des ministres
Meteen moet worden beklemtoond dat de artikelen waarover de Il faut immédiatement souligner que les articles qui font l'objet de
prejudiciële vraag handelt en die deel uitmaken van het Wetboek van de la question préjudicielle et qui sont tirés du Code des impôts sur les
inkomstenbelastingen, niet rechtstreeks toepasselijk zijn, want het
aan de Rechtbank voorgelegde geschil heeft betrekking op een schuld revenus ne sont pas directement applicables car le litige soumis au
die moet worden voldaan krachtens de B.T.W.-wetgeving, en niet Tribunal concerne une dette due en vertu de la législation en matière
krachtens het Wetboek van de inkomstenbelastingen. de T.V.A. et non en vertu du Code des impôts sur les revenus.
- B - - B -
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 208 van het Wetboek articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 208 du Code des
van de inkomstenbelastingen 1964 en de artikelen 199, 200 en 202 van impôts sur les revenus 1964 et des articles 199, 200 et 202 de
het koninklijk besluit tot uitvoering van het voormelde Wetboek,
alsmede van artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 2, l'arrêté royal d'exécution dudit Code ainsi que de l'article 1244 du
1333 en 1344 van het Gerechtelijk Wetboek. B.2. Blijkens de feiten van de zaak heeft het geding dat voor de verwijzende rechter hangende is, betrekking op een belastingschuld inzake B.T.W., en niet op een belastingschuld inzake inkomstenbelastingen. B.3. Het Hof acht het dus noodzakelijk de zaak terug te zenden naar de verwijzende rechter. Het staat aan deze om te beslissen of er aanleiding toe bestaat een nieuwe prejudiciële vraag te stellen. Om die redenen, het Hof zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Code civil et des articles 2, 1333 et 1344 du Code judiciaire. B.2. Il apparaît des faits de la cause que le litige pendant devant le juge a quo concerne une dette fiscale en matière de T.V.A. et non en matière d'impôts sur les revenus. B.3. La Cour estime donc nécessaire de renvoyer l'affaire au juge a quo. C'est à lui qu'il appartient de décider s'il y a lieu de poser une nouvelle question préjudicielle. Par ces motifs, la Cour renvoie l'affaire au juge a quo. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 16 december 1998. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 16 décembre 1998.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^