Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 3 maart 1998 in zake E. De Fonseca tegen J. Verplancke, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 12 ma « Schendt artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in z(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 3 maart 1998 in zake E. De Fonseca tegen J. Verplancke, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 12 ma « Schendt artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in z(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 3 mars 1998 en cause de E. De Fonseca contre J. Verplancke, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 12 mars 1998, « L'article 136 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitutio(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest van 3 maart 1998 in zake E. De Fonseca tegen J. Verplancke, Par arrêt du 3 mars 1998 en cause de E. De Fonseca contre J.
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op Verplancke, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
12 maart 1998, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële d'arbitrage le 12 mars 1998, la Cour de cassation a posé la question
vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen « L'article 136 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les
10 en 11 van de Grondwet in zoverre het oplegt de burgerlijke partij, articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il impose de
die in haar verzet tegen een beschikking van de raadkamer tot condamner toujours et dans toutes les circonstances la partie civile
buitenvervolgingstelling in het ongelijk wordt gesteld, steeds, en in qui succombe dans son opposition faite à une ordonnance de la chambre
alle omstandigheden, tot schadevergoeding te veroordelen, daar waar du conseil prononçant le non-lieu, alors que d'autres parties au
andere procespartijen die wettelijke rechtsmiddelen aanwenden tegen procès utilisant des recours légaux contre des décisions judiciaires
rechterlijke beslissingen slechts tot schadevergoeding veroordeeld ne peuvent être condamnées à des dommages-intérêts que lorsqu'il est
kunnen worden wanneer vastgesteld wordt dat het rechtsmiddel foutief, constaté que le recours a été utilisé de manière fautive,
respectievelijk tergend en roekeloos werd aangewend ? ». respectivement vexatoire et téméraire ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1306 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 1306 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest van 25 maart 1998 in zake de vennootschap naar Luxemburgs Par arrêt du 25 mars 1998 en cause de la société de droit
recht Le Foyer en R. Trienekens tegen de n.v. Axa Belgium en anderen, luxembourgeois Le Foyer et R. Trienekens contre la s.a. Axa Belgium et
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
31 maart 1998, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende d'arbitrage le 31 mars 1998, la Cour d'appel de Liège a posé la
prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek de « Les articles 620 et 621 du Code judiciaire violent-ils les articles
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij, voor het bepalen van 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils excluent, pour la
het bedrag van de aanleg, uitsluiten dat de volgende bedragen worden détermination du taux du ressort, que soient cumulés le montant de la
samengevoegd : het bedrag van de vordering tot tussenkomst die een demande en intervention dirigée par une personne lésée contre
benadeelde persoon heeft gericht tegen de verzekeraar van diegene die l'assureur de celui qu'elle estime responsable de son dommage, sans
hij aansprakelijk acht voor zijn schade, zonder de verzekerde bij het mettre l'assuré à la cause, et le montant de la demande principale
geding te betrekken, en het bedrag van de hoofdvordering gericht tegen dirigée contre le même défendeur sur intervention volontaire, alors
dezelfde verweerder op vrijwillige tussenkomst, terwijl de voormelde que ladite demande en intervention ne dérive pas du fait qui sert de
vordering tot tussenkomst haar oorsprong niet vindt in het feit dat
tot grondslag dient voor de oorspronkelijke vordering; het bedrag van fondement à l'action originaire; le montant de la demande en
de vordering tot tussenkomst die geen tegenvordering is en dat van de intervention qui ne constitue pas une demande reconventionnelle et
hoofdvordering ? » celui de la demande principale ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1316 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 1316 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnis van 17 april 1998 in zake M. Wislez en V. De Clerck tegen Par jugement du 17 avril 1998 en cause de M. Wislez et V. De Clerck
P. Hannecart, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is contre P. Hannecart, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
ingekomen op 23 april 1998, heeft de Jeugdrechtbank te Luik de Cour d'arbitrage le 23 avril 1998, le Tribunal de la jeunesse de Liège
volgende prejudiciële vraag gesteld : a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 37 van het decreet van 4 maart 1991 inzake « L'article 37 du décret relatif à l'aide à la jeunesse du 4 mars 1991
hulpverlening aan de jeugd de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, viole-t-il les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, de même que
alsmede artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce
Mens, in zoverre het een onderscheid invoert - onder de personen die qu'il établit une distinction, - parmi les personnes susceptibles d'un
een beroep kunnen instellen bij de jeugdrechtbank tegen de recours devant le Tribunal de la jeunesse contre les décisions du
beslissingen van de directeur van de dienst voor gerechtelijke Directeur du Service de Protection Judiciaire -, entre celles qui ont
bescherming - tussen diegenen die het ouderlijk gezag uitoefenen of de
jongere onder hun bewaring hebben en de jongere zelf, en diegenen die l'autorité parentale ou la garde du jeune et le jeune lui-même, et
in aanmerking zijn genomen als mogelijk gastgezin en reeds banden met celles qui ont été retenues pour être familles d'accueil potentielles
het kind hebben ? » et qui ont déjà noué des liens avec l'enfant ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1331 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 1331 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 april 1998 Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 april avril 1998 et parvenue au greffe le 29 avril 1998, l'a.s.b.l. Royal
1998, heeft de v.z.w. Royal Union Motor Entre-Sambre-et-Meuse, met Union Motor Entre-Sambre-et-Meuse, dont le siège social est établi à
maatschappelijke zetel te 5640 Mettet, Complexe de Saint-Donat, beroep 5640 Mettet, Complexe de Saint-Donat, a introduit un recours en
tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2, 3, 5 en 6 van de wet annulation des articles 2, 3, 5 et 6 de la loi du 10 décembre 1997
van 10 december 1997 houdende verbod op de reclame voor interdisant la publicité pour les produits du tabac (publiée au
tabaksproducten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 Moniteur belge du 11 février 1998), pour cause de violation des
februari 1998), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de articles 10 et 11 de la Constitution.
Grondwet. Die zaak is ingeschreven onder nummer 1332 van de rol van het Hof en Cette affaire est inscrite sous le numéro 1332 du rôle de la Cour et a
werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 1321. été jointe à l'affaire portant le n° 1321 du rôle.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
^