← Terug naar "Arrest nr. 13/98 van 11 februari 1998 Rolnummer 1206 In zake : de prejudiciële vraag
betreffende artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het
Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters wijst na beraad het volgende arrest : I.
Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...)"
| Arrest nr. 13/98 van 11 februari 1998 Rolnummer 1206 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...) | Arrêt n° 13/98 du 11 février 1998 Numéro du rôle : 1206 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 479 du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour d'arbitrage, composée des présidents L. D après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par arr(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Arrest nr. 13/98 van 11 februari 1998 | Arrêt n° 13/98 du 11 février 1998 |
| Rolnummer 1206 | Numéro du rôle : 1206 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 479 van het | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 479 du Code |
| Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. | d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de | composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. |
| rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse en M. | Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée |
| Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, | du greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
| Bij arrest van 26 november 1997 in zake het openbaar ministerie tegen | Par arrêt du 26 novembre 1997 en cause du ministère public contre B. |
| B. Annico en anderen, waarvan de expeditie op 3 december 1997 ter | Annico et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
| griffie van het Arbitragehof is ingekomen, heeft het Hof van Beroep te | d'arbitrage le 3 décembre 1997, la Cour d'appel de Gand a posé la |
| Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
| « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet al dan niet geschonden | « Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils violés par la |
| door het vervolgen van een beklaagde, niet vermeld onder de personen | poursuite d'un prévenu, non mentionné parmi les personnes identifiées |
| geïdentificeerd onder artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering, | à l'article 479 du Code d'instruction criminelle, devant une cour |
| voor een Hof van Beroep uit hoofde van beweerde samenhang van hem ten | d'appel du chef de prétendue connexité d'accusations mises à sa charge |
| laste gelegde betichtingen, met betichtingen ten laste van personen | avec des accusations à charge de personnes ayant une qualité définie à |
| met een hoedanigheid omschreven onder artikel 479 van het Wetboek van | l'article 479 du Code d'instruction criminelle, avec pour conséquence |
| Strafvordering, met als gevolg verlies van het recht op appel aan de | |
| beklaagde bij wet toegekend door artikel 203, paragraaf 1, 1, van het | une perte du droit d'appel légalement accordé au prévenu par l'article |
| Wetboek van Strafvordering ? » | 203, § 1er, 1, du Code d'instruction criminelle ? » |
| II. De rechtspleging voor het Hof | II. La procédure devant la Cour |
| Bij beschikking van 3 december 1997 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 3 décembre 1997, le président en exercice a désigné |
| rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi |
| van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
| Op 17 december 1997 hebben de rechters-verslaggevers M. Bossuyt en R. Henneuse, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de voornoemde organieke wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof voor te stellen de zaak af te doen met een arrest van onmiddellijk antwoord op voormelde prejudiciële vraag. Overeenkomstig artikel 72, tweede lid, van de organieke wet is van de conclusies van de rechters-verslaggevers aan de partijen in het bodemgeschil kennisgegeven bij op 18 december 1997 ter post aangetekende brieven. Memories met verantwoording werden ingediend door : | Le 17 décembre 1997, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi organique précitée, les juges-rapporteurs M. Bossuyt et R. Henneuse ont informé le président qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour de mettre fin à l'examen de l'affaire, par un arrêt de réponse immédiate à la question préjudicielle précitée. Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées aux parties dans l'instance principale conformément à l'article 72, alinéa 2, de la loi organique, par lettres recommandées à la poste le 18 décembre 1997. Des mémoires justificatifs ont été introduits par : |
| - L. Haeck, Molenkouter 37, 9700 Oudenaarde, bij op 24 december 1997 | - L. Haeck, Molenkouter 37, 9700 Audenarde, par lettre recommandée à |
| ter post aangetekende brief; | la poste le 24 décembre 1997; |
| - S. Schelstraete, Molenkouter 37, 9700 Oudenaarde, bij op 24 december | - S. Schelstraete, Molenkouter 37, 9700 Audenarde, par lettre |
| 1997 ter post aangetekende brief; | recommandée à la poste le 24 décembre 1997; |
| - J. Beernaert, Winkelstraat 8, 8550 Zwevegem, bij op 31 december 1997 | - J. Beernaert, Winkelstraat 8, 8550 Zwevegem, par lettre recommandée |
| ter post aangetekende brief. | à la poste le 31 décembre 1997. |
| De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
| van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
| III. In rechte | III. En droit |
| - A - | - A - |
| De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat zij ertoe zouden | Les juges-rapporteurs ont estimé qu'ils pourraient être amenés à |
| kunnen worden gebracht het Hof voor te stellen de zaak met toepassing | proposer à la Cour de mettre fin à l'examen de l'affaire par |
| van artikel 72 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | application de l'article 72 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Arbitragehof af te doen met een arrest van onmiddellijk antwoord, nu | la Cour d'arbitrage en rendant un arrêt de réponse immédiate, |
| naar hun oordeel het Hof in het arrest nr. 60/96 van 7 november 1996 | considérant que la Cour a déjà répondu à une question préjudicielle |
| reeds geantwoord heeft op een soortgelijke prejudiciële vraag. | analogue dans son arrêt n° 60/96 du 7 novembre 1996. |
| Er is een memorie met verantwoording ingediend door S. Schelstraete, | Un mémoire justificatif a été introduit par S. Schelstraete, L. Haeck |
| L. Haeck en J. Beernaert. Daarin wordt gesteld dat de vroegere | et J. Beernaert. Ces parties font valoir que la question préjudicielle |
| prejudiciële vraag slechts betrekking had op de toetsing aan artikel | |
| 10 van de Grondwet, terwijl thans de vraag wordt gesteld met | antérieure concernait uniquement un contrôle au regard de l'article 10 |
| de la Constitution, alors que la question porte aujourd'hui sur les | |
| betrekking tot de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en dat in beide | articles 10 et 11 de la Constitution et que, dans les deux affaires, |
| zaken de onderliggende feiten en casuïstiek verschillend zijn. Tevens | les faits et la situation sont différents. Elles ajoutent que l'arrêt |
| wordt betoogd dat het reeds gewezen arrest enkel betrekking had op de | qui a déjà été rendu concernait uniquement les personnes visées à |
| personen bedoeld in artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering en | l'article 479 du Code d'instruction criminelle et non les autres |
| niet op de andere personen die samen met de eerstgenoemden voor | |
| hetzelfde rechtscollege worden gedagvaard met toepassing van de regels | personnes citées avec elles devant la même juridiction par application |
| van de samenhang. | des règles de connexité. |
| - B - | - B - |
| B.1.1. Bij arrest nr. 60/96 van 7 november 1996 (Belgisch Staatsblad, | B.1.1. Par arrêt n° 60/96 du 7 novembre 1996 (Moniteur belge, 18 |
| 18 januari 1997) heeft het Hof geantwoord op een prejudiciële vraag | janvier 1997), la Cour a répondu à une question préjudicielle posée |
| gesteld door het Hof van Cassatie, die luidde als volgt : | par la Cour de cassation, libellée comme suit : |
| « Schendt artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering artikel 10 | « La disposition de l'article 479 du Code d'instruction criminelle |
| van de Grondwet, doordat het een beperkte categorie van personen het | viole-t-elle l'article 10 de la Constitution en ce qu'elle prive une |
| voordeel van de rechtspraak in twee instanties ontzegt ? » | catégorie limitée de personnes d'un double degré de juridiction ? » |
| B.1.2. De prejudiciële vraag die thans door het Hof van Beroep te Gent | B.1.2. La question préjudicielle actuellement posée par la Cour |
| wordt gesteld, luidt als volgt : | d'appel de Gand est formulée comme suit : |
| « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet al dan niet geschonden | « Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils violés par la |
| door het vervolgen van een beklaagde, niet vermeld onder de personen | poursuite d'un prévenu, non mentionné parmi les personnes identifiées |
| geïdentificeerd onder artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering, | à l'article 479 du Code d'instruction criminelle, devant une cour |
| voor een Hof van Beroep uit hoofde van beweerde samenhang van hem ten | d'appel du chef de prétendue connexité d'accusations mises à sa charge |
| laste gelegde betichtingen, met betichtingen ten laste van personen | avec des accusations à charge de personnes ayant une qualité définie à |
| met een hoedanigheid omschreven onder artikel 479 van het Wetboek van | l'article 479 du Code d'instruction criminelle, avec pour conséquence |
| Strafvordering, met als gevolg verlies van het recht op appel aan de | |
| beklaagde bij wet toegekend door artikel 203, paragraaf 1, 1, van het | une perte du droit d'appel légalement accordé au prévenu par l'article |
| Wetboek van Strafvordering ? » | 203, § 1er, 1, du Code d'instruction criminelle ? » |
| B.1.3. Hoewel de bewoordingen van de prejudiciële vraag van het Hof | B.1.3. Bien que les termes de la question préjudicielle de la Cour de |
| van Cassatie uitdrukkelijk enkel artikel 479 van het Wetboek van | cassation ne visaient expressément que l'article 479 du Code |
| Strafvordering vermelden, heeft het Hof in het arrest nr. 60/96 | d'instruction criminelle, la Cour a estimé dans l'arrêt n° 60/96 que « |
| geoordeeld dat « de woorden ' een beperkte categorie van personen ' | les mots ' une catégorie limitée de personnes ' [constituent une] |
| [...] een algemene formulering [zijn] waarvan de bewoordingen de | formule générale dont les termes ne restreignent pas la portée aux |
| draagwijdte niet beperken tot de enkele van een dubbele aanleg | seules personnes privées du double degré de juridiction qui sont |
| verstoken personen die in artikel 479 van het Wetboek van | mentionnées à l'article 479 du Code d'instruction criminelle », mais |
| Strafvordering zijn vermeld », maar ook de andere personen betreffen « | concernent également les autres personnes qui « sont citées devant la |
| die voor hetzelfde rechtscollege worden gedagvaard met toepassing van | même juridiction par application des règles relatives à la connexité » |
| de regels betreffende de samenhang » (overweging B.2.2). | (considérant B.2.2). |
| In de overwegingen B.7 en volgende van het vermelde arrest behandelt | Dans les considérants B.7 et suivants de l'arrêt précité, la Cour |
| het Hof de mogelijke discriminatie van de « andere rechtzoekenden die | examine l'éventuelle discrimination des « autres justiciables attraits |
| gelijktijdig met aan het voorrecht van rechtsmacht onderworpen | devant une cour d'appel en même temps que des personnes soumises au |
| personen voor een hof van beroep worden opgeroepen ». | privilège de juridiction ». |
| Het Hof is van oordeel dat op de huidige vraag hetzelfde antwoord moet | La Cour estime qu'il convient de donner la même réponse à la présente |
| worden gegeven. | question. |
| B.2.1. De bepalingen van het Wetboek van Strafvordering betreffende de | B.2.1. Les dispositions du Code d'instruction criminelle relatives à |
| samenhang leiden ertoe dat op de rechtsonderhorigen die gelijktijdig | la connexité aboutissent à faire application, aux justiciables |
| met de in artikel 479 van hetzelfde Wetboek vermelde personen voor een hof van beroep worden opgeroepen, toepassing wordt gemaakt van die bepaling zodat zij bijgevolg van het recht op hoger beroep worden verstoken. Aldus wordt een verschil in behandeling in het leven geroepen tussen die rechtsonderhorigen en de rechtsonderhorigen die gedagvaard worden voor de rechter die hun door het gemeen recht met betrekking tot de rechtspleging wordt toegewezen. Wanneer de wetgever in de mogelijkheid van een hoger beroep voorziet mag hij dat niet op een discriminerende wijze doen. B.2.2. Het in B.2.1 vastgestelde verschil in behandeling is niet discriminerend. Weliswaar kan het niet worden aanvaard op grond van de enkele reden dat de instelling van het voorrecht van rechtsmacht, enerzijds, en die | attraits devant une cour d'appel en même temps que les personnes mentionnées à l'article 479 du même Code, de cette disposition et, partant, à les priver d'un droit d'appel. Une différence de traitement est ainsi créée entre ces justiciables et les justiciables cités devant le juge que le droit commun de la procédure leur assigne. Lorsqu'il instaure la possibilité d'un appel, le législateur ne peut le faire de façon discriminatoire. B.2.2. La différence de traitement constatée sous B.2.1 n'est pas discriminatoire. Sans doute ne peut-elle être admise par cela seul que l'institution du privilège de juridiction, d'une part, et celle de la connexité, |
| van de samenhang, anderzijds, elk afzonderlijk in overeenstemming met | d'autre part, seraient jugées conformes, considérées séparément, aux |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden worden bevonden. Uit het | articles 10 et 11 de la Constitution. De ce que deux exceptions aux |
| feit dat twee uitzonderingen op de gewone regels verantwoord zijn, | règles ordinaires sont justifiées, il ne s'ensuit pas que leur |
| volgt niet dat de gelijktijdige toepassing ervan op eenzelfde persoon | application simultanée à une même personne le soit aussi. |
| dat ook zou zijn. Uit de omstandigheid dat het aanvaardbaar is dat de in artikel 479 van | Qu'il soit admissible que les personnes mentionnées à l'article 479 du |
| het voormelde Wetboek vermelde personen onmiddellijk door het hof van | |
| beroep worden berecht en dat het, gelet op de vereisten van een goede | Code précité se voient jugées immédiatement par la cour d'appel et |
| rechtsbedeling, wenselijk is te vermijden dat rechtscolleges | qu'il soit souhaitable, eu égard aux exigences d'une bonne |
| onverzoenbare beslissingen wijzen, terwijl die beslissingen betrekking | administration de la justice, d'éviter que des juridictions rendent |
| zouden hebben op dezelfde feiten, die zijn gepleegd zowel door in het | des décisions inconciliables alors qu'elles porteraient sur les mêmes |
| voormelde artikel 479 vermelde personen als door andere personen, | faits, commis à la fois par des personnes mentionnées à l'article 479 |
| précité et par d'autres personnes, n'emporte pas que les secondes | |
| volgt niet dat laatstgenoemde personen een dubbele aanleg zou mogen | puissent être privées d'un double degré de juridiction sans que les |
| worden ontzegd zonder dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden zijn geschonden. Dat is des te meer het geval, daar de personen die rechtstreeks voor het hof van beroep worden opgeroepen wegens de regels van de samenhang, in tegenstelling tot de in artikel 479 vermelde personen, zich niet kandidaat hebben gesteld voor ambten waarvoor het voorrecht van rechtsmacht geldt. De noodzaak van een goede rechtsbedeling verantwoordt evenwel de organisatie van een eenmalig en volledig proces, dat een coherente beoordeling van de feiten en aansprakelijkheden verzekert. Het is in overeenstemming met het grondbeginsel van het tegensprekelijk karakter van de debatten dat aan verschillende personen die voor dezelfde feiten worden vervolgd de mogelijkheid wordt geboden voor hetzelfde rechtscollege te verschijnen. Indien dat niet het geval zou zijn, zou | articles 10 et 11 de la Constitution soient violés. Il en est ainsi d'autant plus que les personnes attraites directement devant la cour d'appel en raison des règles de la connexité n'avaient pas, comme celles que mentionne l'article 479, été candidates à des fonctions affectées du privilège de juridiction. Toutefois, la nécessité d'une bonne administration de la justice justifie l'organisation d'un procès unique et complet, qui assure une cohérence dans l'appréciation des faits et des responsabilités. Il est conforme au principe fondamental de la contradiction des débats de permettre à plusieurs personnes poursuivies à propos des mêmes faits de comparaître devant la même juridiction. A défaut, la multiplicité |
| de veelheid van de onderzoeken, en nadien van de debatten, kunnen | des instructions, puis des débats, serait de nature à faire obstacle à |
| verhinderen dat de gerechtelijke waarheid aan de dag wordt gebracht, | la manifestation de la vérité judiciaire, notamment quant à la |
| met name wat de respectieve rol betreft die de verschillende vervolgde | détermination du rôle respectif des différentes personnes poursuivies. |
| personen hebben gespeeld. Bovendien zouden de rechten van verdediging | En outre, les droits de défense tant des personnes mentionnées à |
| van zowel de in artikel 479 vermelde personen als van de andere | l'article 479 que des autres personnes poursuivies pour les mêmes |
| personen die voor dezelfde feiten worden vervolgd, miskend kunnen zijn | faits pourraient être méconnus si des prévenus devaient se défendre |
| indien beklaagden zich voor een rechtscollege zouden moeten | devant une juridiction alors qu'une autre juridiction aurait déjà |
| verdedigen, terwijl een ander rechtscollege reeds over de | statué sur la réalité, l'imputabilité et la qualification pénale des |
| werkelijkheid, de aanrekenbaarheid en de strafrechtelijke omschrijving | faits qui leur sont reprochés. La nature des principes en cause ne |
| van de ten laste gelegde feiten uitspraak zou hebben gedaan. De aard | permet donc pas de considérer la différence de traitement critiquée |
| van de in het geding zijnde beginselen laat dus niet toe het | comme dépourvue de justification. |
| bekritiseerde verschil in behandeling als zonder verantwoording te beschouwen. | |
| B.2.3. Uit wat voorafgaat blijkt dat artikel 479 van het Wetboek van | B.2.3. Il résulte de ce qui précède que l'article 479 du Code |
| Strafvordering, in zoverre het de vervolgde rechtsonderhorigen | d'instruction criminelle, en ce qu'il prive d'un double degré de |
| gelijktijdig met de houders van de ambten die erin worden geciteerd, | juridiction les justiciables poursuivis en même temps que les |
| het voordeel van de rechtspraak in twee instanties ontzegt, de | titulaires des fonctions qu'il cite, ne viole pas les articles 10 et |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt. | 11 de la Constitution. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| Artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering, in zoverre het de | L'article 479 du Code d'instruction criminelle, en ce qu'il prive d'un |
| vervolgde rechtsonderhorigen gelijktijdig met de houders van de ambten | double degré de juridiction les justiciables poursuivis en même temps |
| die erin worden geciteerd, het voordeel van de rechtspraak in twee | que les titulaires des fonctions qu'il cite, ne viole pas les articles |
| instanties ontzegt, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | 10 et 11 de la Constitution. |
| niet. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 11 februari 1998. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 11 février 1998. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | Le président, |
| L. De Grève. | L. De Grève. |