← Terug naar "Arrest nr. 34/98 van 1 april 1998 Rolnummer 1066 In zake : het beroep tot vernietiging
van artikel 15 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 8 juli 1996 betreffende het onderwijs VII,
ingesteld door de v.z.w. Centraal Katholiek School Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en
M. Melchior, en de rechters H. (...)"
Arrest nr. 34/98 van 1 april 1998 Rolnummer 1066 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 8 juli 1996 betreffende het onderwijs VII, ingesteld door de v.z.w. Centraal Katholiek School Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters H. (...) | Arrêt n° 34/98 du 1 er avril 1998 Numéro du rôle : 1066 En cause : le recours en annulation de l'article 15 du décret de la Communauté flamande du 8 juillet 1996 relatif à l'enseignement VII, introduit par l'a.s.b.l. Centraal Kathol La Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. Boel, L(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Arrest nr. 34/98 van 1 april 1998 | Arrêt n° 34/98 du 1er avril 1998 |
Rolnummer 1066 | Numéro du rôle : 1066 |
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van het decreet | En cause : le recours en annulation de l'article 15 du décret de la |
van de Vlaamse Gemeenschap van 8 juli 1996 betreffende het onderwijs | Communauté flamande du 8 juillet 1996 relatif à l'enseignement VII, |
VII, ingesteld door de v.z.w. Centraal Katholiek Schoolcomité van | introduit par l'a.s.b.l. Centraal Katholiek Schoolcomité van |
Antwerpen-Centrum en de v.z.w. Katholiek Onderwijs Deurne. | Antwerpen-Centrum et l'a.s.b.l. Katholiek Onderwijs Deurne. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de | composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. |
rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans en M. | Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans et M. Bossuyt, assistée |
Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, | du greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep. | I. Objet du recours. |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 4 maart 1997 | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 4 |
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 5 maart | mars 1997 et parvenue au greffe le 5 mars 1997, l'a.s.b.l. Centraal |
1997, hebben de v.z.w. Centraal Katholiek Schoolcomité van | Katholiek Schoolcomité van Antwerpen-Centrum, dont le siège social est |
Antwerpen-Centrum, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Otto | établi à 2000 Anvers, Otto Veniusstraat 22, et l'a.s.b.l. Katholiek |
Veniusstraat 22, en de v.z.w. Katholiek Onderwijs Deurne, met | |
maatschappelijke zetel te 2100 Deurne, Paulus Beyestraat 85, beroep | Onderwijs Deurne, dont le siège social est établi à 2100 Deurne, |
tot vernietiging ingesteld van artikel 15 van het decreet van de | Paulus Beyestraat 85, ont introduit un recours en annulation de |
Vlaamse Gemeenschap van 8 juli 1996 betreffende het onderwijs VII | l'article 15 du décret de la Communauté flamande du 8 juillet 1996 |
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 september 1996, | relatif à l'enseignement VII (publié au Moniteur belge du 5 septembre |
erratum in het Belgisch Staatsblad van 22 november 1996). | 1996, errata au Moniteur belge du 22 novembre 1996). |
II. De rechtspleging. | II. La procédure. |
Bij beschikking van 5 maart 1997 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 5 mars 1997, le président en exercice a désigné les |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de | Le recours a été notifié conformément à l'article 76 de la loi |
organieke wet bij op 4 april 1997 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 4 avril 1997. |
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 april 1997. | Moniteur belge du 5 avril 1997. |
De Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, heeft een | Le Gouvernement flamand, place des Martyrs 19, 1000 Bruxelles, a |
memorie ingediend bij op 23 december 1997 ter post aangetekende brief. | introduit un mémoire, par lettre recommandée à la poste le 23 décembre 1997. |
Bij beschikking van 27 mei 1997 heeft voorzitter L. De Grève | Par ordonnance du 27 mai 1997, le président L. De Grève a constaté que |
vastgesteld dat de memorie van de Vlaamse Regering is ingediend na het | le mémoire du Gouvernement flamand avait été introduit après |
verstrijken van de bij artikel 85 van de organieke wet bepaalde | l'expiration du délai prescrit par l'article 85 de la loi organique et |
termijn en gezegd dat de Vlaamse Regering beschikt over een termijn | a déclaré que le Gouvernement flamand disposait d'un délai de huit |
van acht dagen om dienaangaande eventueel schriftelijke opmerkingen in | jours pour introduire éventuellement des observations écrites à ce |
te dienen. | sujet. |
Van die beschikking is kennisgegeven aan de Vlaamse Regering bij op 28 | Cette ordonnance a été notifiée au Gouvernement flamand par lettre recommandée à la poste le 28 mai 1997. |
mei 1997 ter post aangetekende brief. | Le Gouvernement flamand a introduit des observations écrites par |
De Vlaamse Regering heeft schriftelijke opmerkingen ingediend bij op 6 | lettre recommandée à la poste le 6 juin 1997. |
juni 1997 ter post aangetekende brief. | Par ordonnance du 17 juin 1997, la Cour a déclaré recevable le mémoire |
Bij beschikking van 17 juni 1997 heeft het Hof de op 23 december 1996 | introduit le 23 décembre 1996 par le Gouvernement flamand. |
door de Vlaamse Regering ingediende memorie ontvankelijk verklaard. | Cette ordonnance a été notifiée au Gouvernement flamand par lettre |
Van die beschikking is kennisgegeven aan de Vlaamse Regering bij op 19 | recommandée à la poste le 19 juin 1997. |
juni 1997 ter post aangetekende brief. | |
Van de memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Le mémoire a été notifié conformément à l'article 89 de la loi |
organieke wet bij op 24 juni 1997 ter post aangetekende brief. | organique, par lettre recommandée à la poste le 24 juin 1997. |
De verzoekende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend bij | Les parties requérantes ont introduit un mémoire en réponse, par |
op 22 juli 1997 ter post aangetekende brief. | lettre recommandée à la poste le 22 juillet 1997. |
Bij beschikkingen van 25 juni 1997 en 25 februari 1998 heeft het Hof | Par ordonnances des 25 juin 1997 et 25 février 1998, la Cour a prorogé |
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 4 maart 1998 en 4 september 1998. | respectivement jusqu'aux 4 mars 1998 et 4 septembre 1998 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. |
Bij beschikking van 19 februari 1998 heeft het Hof de zaak in | Par ordonnance du 19 février 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état |
gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 10 | et fixé l'audience au 10 mars 1998. |
maart 1998. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats, |
bij op 19 februari 1998 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 19 février 1998. |
Op de openbare terechtzitting van 10 maart 1998 : | A l'audience publique du 10 mars 1998 : |
- zijn verschenen : | - ont comparu : |
. Mr. P. Taelman, advocaat bij de balie te Gent, voor de verzoekende | . Me P. Taelman, avocat au barreau de Gand, pour les parties |
partijen; | requérantes; |
. Mr. P. Devers, advocaat bij de balie te Gent, voor de Vlaamse | . Me P. Devers, avocat au barreau de Gand, pour le Gouvernement |
Regering; | flamand; |
- hebben de rechters-verslaggevers H. Coremans en L. François verslag uitgebracht; | - les juges-rapporteurs H. Coremans et L. François ont fait rapport; |
- zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - les avocats précités ont été entendus; |
- is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
III. Onderwerp van de bestreden bepaling | III. Objet de la disposition attaquée. |
Artikel 15 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 8 juli 1996 | L'article 15 du décret de la Communauté flamande du 8 juillet 1996 |
betreffende het onderwijs VII bepaalt : | relatif à l'enseignement VII dispose : |
« De diensten gepresteerd als gesubsidieerd contractueel personeelslid | « Les services effectués en qualité de membre du personnel contractuel |
in de hiernavolgende projecten komen in aanmerking voor de toepassing | subventionné dans le cadre des projets mentionnés ci-après sont |
van artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de | admissibles pour l'application de l'article 4 du décret du 27 mars |
rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het | 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de |
gemeenschapsonderwijs en van artikel 6 van het decreet van 27 maart | l'Enseignement communautaire et de l'article 6 du décret du 27 mars |
1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het | 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de |
gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde | l'enseignement subventionné et des centres psycho-médico-sociaux |
psycho-medisch-sociale centra. | subventionnés. |
Het betreft de projecten : | Il s'agit des projets suivants : |
- ondersteuning van kleuterscholen met migranten binnen | - l'encadrement des écoles maternelles comportant des migrants et |
situées dans les zones d'enseignement prioritaire, inscrit sous les | |
onderwijsvoorranggebieden opgenomen in de geco-conventie 8285 onder | numéros de projet I.24, II.10 et III.12 dans la convention 8285 |
projectnummers I.24, II.10, III.12; | relative aux contractuels subventionnés; |
- ontwikkelen van werkmethodes en werkmiddelen die tegemoet komen aan | - le développement de méthodes et de moyens de travail répondant aux |
gedifferentieerde noden in functie van PMS-begeleiding voor migranten | besoins différenciés de l'encadrement psycho-médico-social des |
opgenomen in de geco-conventie 7636 en 8285 onder de projectnummers I.9, III.3. De hier vermelde diensten worden beschouwd als zijnde gepresteerd in ' een ambt ' zoals bedoeld in de twee voormelde decreten rechtspositie. Deze anciënniteit kan enkel ingeroepen worden voor werving voor de ambten van kleuteronderwijzer, maatschappelijk werker en van studiemeester-opvoeder, zowel in internaten als externaten. Deze anciënniteit kan voor het schooljaar 1996-1997 niet worden aangewend om prioriteit te verwerven zoals de kandidaten die tijdens het schooljaar 1995-1996 bij de betrokken inrichtende macht, respectievelijk het lokaal bestuursorgaan in dienst waren en die zich | migrants, inscrit sous les numéros de projet I.9 et III.3 dans les conventions 7636 et 8285 relatives aux contractuels subventionnés. Les services précités sont considérés comme étant effectués dans "une fonction" au sens des deux décrets relatifs au statut des membres du personnel précités. L'ancienneté ainsi acquise ne peut être invoquée que pour l'engagement dans une fonction d'instituteur préscolaire, d'assistant social ou de maître d'étude-éducateur, dans les internats comme dans les externats. Il n'est pas autorisé d'invoquer cette ancienneté, pour l'année scolaire 1996-1997, afin de bénéficier du régime de priorité applicable aux candidats qui étaient en service auprès du pouvoir organisateur ou de l'organe de direction local au cours de l'année scolaire 1995-1996 et peuvent se prévaloir, pour l'année scolaire |
voor het schooljaar 1996-1997 kunnen beroepen op de voorrang bedoeld | 1996-1997, de la priorité visée par l'article 23, § 1er, 1°, du décret |
in artikel 23, § 1, 1° van het decreet van 27 maart 1991 betreffende | du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de |
de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd | l'enseignement subventionné et des centres psycho-médico-sociaux |
onderwijs en de gesubsidieerde PMS-centra of op de voorrang bedoeld in | |
artikel 21 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de | subventionnés ou par l'article 21 du décret du 27 mars 1991 relatif au |
rechtspositie van de bedoelde personeelsleden van het | statut de certains membres du personnel de l'Enseignement |
gemeenschapsonderwijs. | communautaire. |
De anciënniteit geldt ook voor de toepassing van de reglementering | L'ancienneté susvisée est également admise pour l'application de la |
betreffende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, | réglementation relative à la mise en disponibilité par défaut |
de reaffectatie en de wedertewerkstelling. | d'emploi, la réaffectation et la remise au travail. |
Door de toepassing van dit artikel kunnen de personeelsleden een | Les membres du personnel peuvent acquérir une ancienneté de deux ans |
anciënniteit van maximaal twee jaar verwerven. » | au maximum par application du présent article. » |
Die bepaling heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996 (artikel | Cette disposition produit ses effets le 1er janvier 1996 (article 18 |
18 van hetzelfde decreet). | du même décret). |
Artikel 6 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de | L'article 6 du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains |
rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd | membres du personnel de l'enseignement subventionné et des centres |
onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra bepaalt : | psycho-médico-sociaux subventionnés dispose : |
« Voor het berekenen van de dienstanciënniteit : | « Pour calculer l'ancienneté de service : |
§ 1. a) bestaat het aantal dagen gepresteerd als tijdelijke in een | § 1er. a) le nombre de jours de prestations fournies en qualité de |
membre du personnel temporaire dans un emploi à prestations complètes | |
ambt met volledige dienstprestaties uit al de kalenderdagen gerekend | comprend tous les jours civils du début à la fin de la période |
van het begin tot het einde van de ononderbroken activiteitsperiode, | d'activité ininterrompue, y compris les congés de détente et les |
met inbegrip van de ontspanningsverloven en de kerst- en paasvakantie, | vacances de Noël et de Pâques, s'ils tombent dans cette période. Ce |
indien zij in deze periode vallen, vermenigvuldigd met 1,2. De dagen gepresteerd in een andere hoedanigheid dan die van tijdelijk personeelslid in een ambt met volledige dienstprestaties worden gerekend vanaf het begin tot het einde van een ononderbroken periode van dienstactiviteit, met inbegrip van de zomervakantie; in afwijking hiervan bestaat voor de personeelsleden van de centra, het aantal dagen gepresteerd als vast benoemd personeelslid of als tijdelijk aangesteld personeelslid in een ambt met volledige dienstprestaties uit al de kalenderdagen gerekend van het begin tot het einde van de ononderbroken activiteitsperiode met inbegrip ook van de zomervakantie; | nombre est multiplié par 1,2. Le nombre de jours de prestations rendues en une autre qualité que celle de membre du personnel temporaire dans un emploi à prestations complètes est calculé du début à la fin d'une période ininterrompue d'activité de service, y compris les vacances d'été; par dérogation à ce qui précède, pour le personnel des centres, le nombre de jours de prestations fournies en qualité de membre du personnel nommé à titre définitif ou désigné à titre temporaire dans une fonction à prestations complètes comprend tous les jours civils du début à la fin de la période d'activité ininterrompue, y compris les vacances d'été; |
b) worden de dagen gepresteerd in een betrekking met onvolledige | b) les jours de prestations fournies dans un emploi à prestations |
dienstprestaties, die ten minste de helft bedragen van het aantal uren | incomplètes, comptant au moins la moitié du nombre d'heures requis |
vereist voor het ambt met volledige dienstprestaties, op dezelfde grond in acht genomen als de dagen gepresteerd in een ambt met volledige dienstprestaties. Het aantal dagen gepresteerd in een betrekking die niet de helft bedraagt van het aantal uren, vereist voor een betrekking met volledige dienstprestaties, wordt met de helft verminderd; c) mag het aantal dagen gepresteerd in twee of meer gelijktijdig uitgeoefende ambten met volledige of onvolledige dienstprestaties nooit meer bedragen dan het aantal dagen gepresteerd in een ambt met volledige dienstprestaties die tijdens dezelfde periode wordt uitgeoefend; d) komen de diensten gepresteerd in een ambt van godsdienstleerkracht enkel in aanmerking voor de berekening van de dienstanciënniteit in dat ambt; die diensten mogen in een ander net gepresteerd zijn. In het vrij confessioneel onderwijs komen de diensten eveneens in aanmerking | pour l'emploi à prestations complètes, sont pris en considération comme jours de prestations rendues dans un emploi à prestations complètes. Le nombre de jours de prestations rendues dans un emploi ne comptant pas la moitié du nombre d'heures requis pour un emploi à prestations complètes est diminué de moitié; c) le nombre de jours de prestations rendues dans deux ou plusieurs emplois à prestations complètes ou incomplètes occupés simultanément ne peut jamais dépasser le nombre de jours de prestations rendues dans un emploi à prestations complètes, occupé pendant la même période; d) les services rendus dans une fonction de maître ou de professeur de religion n'entrent en ligne de compte que pour le calcul de l'ancienneté de service dans ladite fonction; ces services peuvent avoir été rendus dans un autre réseau. Dans l'enseignement |
voor de berekening van de anciënniteit in andere ambten, indien de | confessionnel libre, les services entrent également en ligne de compte |
onderwezen godsdienst degene is welke voorkomt in het onderwijs | pour le calcul de l'ancienneté dans d'autres fonctions, si la religion |
verstrekt door de inrichtende macht; | enseignée fait partie des cours dispensés par le pouvoir organisateur; |
e) vormen dertig dagen een maand; | e) trente jours font un mois; |
f) worden als diensten in het gesubsidieerd onderwijs en de centra | f) sont considérés comme des services dans l'enseignement subventionné |
beschouwd, de gesubsidieerde diensten door het personeelslid | et dans les centres, les services subventionnés rendus par le membre |
gepresteerd in de stand dienstactiviteit, alsook het verlof dat hem is | du personnel dans la position d'activité de service, ainsi que les |
toegekend overeenkomstig artikel 51. | congés qui lui sont accordés conformément à l'article 51. |
Als diensten worden eveneens beschouwd, de perioden tijdens dewelke | Sont également considérés comme des services, les périodes pendant |
het personeelslid zich in de administratieve stand van | lesquelles le membre du personnel se trouve dans la position |
terbeschikkingstelling bevindt zoals bepaald in artikel 56, a), b), | administrative de mise en disponibilité prévue à l'article 56, a), b), |
c), en e); | c) et e); |
g) kan gedurende een schooljaar een dienstanciënniteit van maximaal 360 dagen worden verworven. | g) il ne peut être acquis qu'une ancienneté de service de 360 jours au maximum par année scolaire. |
§ 2. Voor de berekening van de dienstanciënniteit komen de hiervoor | § 2. Pour le calcul de l'ancienneté de service, les services précités |
bedoelde diensten enkel in aanmerking indien ze gepresteerd werden in | ne sont pris en considération que lorsqu'ils sont rendus dans une |
hoofdambt. » | fonction principale. » |
Artikel 23, § 1, 1°, van hetzelfde decreet bepaalt : | L'article 23, § 1er, 1°, du même décret dispose : |
« Voor de tijdelijke aanstellingen hebben voorrang : | « Sont prioritaires pour les désignations temporaires : |
1° de kandidaten, in het bezit van het vereiste, het voldoend geacht | 1° les candidats qui sont porteurs d'un titre requis, jugé suffisant |
of ermee gelijkwaardig geacht bekwaamheidsbewijs, die bij de | ou équivalent et qui comptent, auprès du pouvoir organisateur de la |
inrichtende macht waar de betrekking te begeven is, in het te begeven | |
ambt minstens 240 dagen dienstanciënniteit hebben in het hoofdambt, | fonction à conférer, au moins 240 jours d'ancienneté de service dans |
gespreid over ten minste twee schooljaren; ». | une fonction principale, répartis sur deux années scolaires au moins; ». |
IV. In rechte. | IV. En droit. |
- A - | - A - |
Verzoekschrift | Requête. |
A.1.1. Beide verzoekende partijen hebben als maatschappelijk doel | A.1.1. Les deux parties requérantes ont pour objet social, entre |
onder meer het inrichten van vrij onderwijs met katholiek karakter. | autres, l'organisation de l'enseignement libre à caractère catholique. |
Zij hebben ter uitvoering van dat doel een aantal scholen ingericht, | En vue de concrétiser cet objet social, elles ont créé une série |
respectievelijk in Antwerpen en Deurne. | d'écoles à Anvers et à Deurne. |
A.1.2. Beide verzoekende partijen hebben in 1993 hun medewerking | A.1.2. En 1993, les deux parties requérantes ont participé au projet |
verleend aan het GECO-project « Ondersteuning van kleuterscholen met | relatif aux contractuels subventionnés « Encadrement des écoles |
migranten binnen onderwijsvoorranggebieden », opgenomen in de | maternelles comportant des migrants et situées dans les zones |
GECO-conventie 8285 onder projectnummer III.12. Dat project heeft tot | d'enseignement prioritaire », figurant dans la convention 8285 sous le |
doel het vormen van gekwalificeerde kleuteronderwijzers uit de | numéro de projet III.12. Ce projet a pour objet la formation |
migrantengemeenschappen, via een alternerend leerplan. De personen die | d'instituteurs maternels qualifiés provenant des communautés |
voor die opleiding opteerden, zijn aangeworven als gesubsidieerde | d'immigrés, via un programme parallèle. Les personnes qui ont choisi |
contractuelen (« GECO's »), waarbij zij deeltijds werken in een | cette formation ont été engagées comme contractuels subventionnés, |
kleuterschool en deeltijds een opleiding volgen aan een hogeschool. In | travaillant à temps partiel dans une école maternelle et suivant une |
het kader hiervan heeft de eerste verzoekende partij een | formation à temps partiel dans une haute école. C'est dans ce cadre |
arbeidsovereenkomst gesloten met Nadia Laaboud en heeft de tweede | que la première partie requérante a conclu un contrat de travail avec |
verzoekende partij een arbeidsovereenkomst gesloten met Nadia | Nadia Laaboud et que la seconde partie requérante a conclu un contrat |
Zekhnini. | de travail avec Nadia Zekhnini. |
De bestreden bepaling wijzigt retroactief de arbeidsverhouding die tussen de verzoekende partijen en de betrokken GECO-personeelsleden tot stand kwam door hieraan gevolgen te verbinden die bij het aangaan van die relatie niet te voorzien, noch bekend waren. Zij voorziet namelijk in de mogelijkheid voor de betrokken personeelsleden om samen met het bekwaamheidsattest van kleuterleider een dienstancinniteit van twee jaar te verwerven. De bestreden bepaling raakt, minstens potentieel, rechtstreeks de rechtssituatie van de verzoekende partijen omdat zij voor de medecontractanten van de verzoekende partijen nieuwe en bij het totstandkomen van de arbeidsverhouding onvoorziene rechten creëert, waarop de betrokken GECO-personeelsleden zich, na een succesvolle afloop van hun studie, onmiddellijk jegens de verzoekende partijen kunnen beroepen. De rechtssituatie van de verzoekende partijen kan door de bestreden bepaling ongunstig worden geraakt omdat de hierin aan de betrokken personeelsleden verleende anciënniteit en de hieruit voortvloeiende prioriteit bij een tijdelijke aanstelling, en bij latere vaste benoeming, als gevolg hebben dat de verzoekende partijen verplicht worden voormelde personen aan te stellen casu quo te benoemen, met voorrang op andere kandidaten die meer vertrouwd zijn met de onderwijsdoelstellingen die de verzoekende partijen voorstaan, in het bijzonder het confessionele karakter van het door hen verstrekte onderwijs, alsook met het door hen gevolgde pedagogische model. A.2.1. Ten gronde voeren de verzoekende partijen een schending aan van | La disposition entreprise modifie avec effet rétroactif la relation de travail nouée entre les parties requérantes et les contractuels subventionnés concernés en y attachant des effets qui n'étaient ni connus ni prévisibles au commencement de cette relation. En effet, elle permet aux membres du personnel concernés d'acquérir une ancienneté de service de deux ans, en plus du certificat d'aptitude d'instituteur maternel. La disposition entreprise affecte directement, au moins potentiellement, la situation juridique des parties requérantes, du fait qu'elle crée, dans le chef des cocontractants des parties requérantes, des droits nouveaux et imprévus lors de la naissance de cette relation de travail, et que les contractuels subventionnés concernés peuvent invoquer directement ces droits à l'égard des parties requérantes après avoir achevé avec succès leurs études. La situation juridique des parties requérantes est susceptible d'être affectée défavorablement par la disposition entreprise du fait que l'ancienneté accordée aux membres du personnel concernés et la priorité qui en découle lors d'une désignation temporaire, et lors d'une nomination définitive ultérieure, ont pour effet d'obliger les parties requérantes à désigner, voire nommer, les personnes précitées avant d'autres candidats plus familiarisés avec les objectifs pédagogiques prônés par les parties requérantes, en particulier avec le caractère confessionnel de l'enseignement qu'elles dispensent, ainsi qu'avec le modèle pédagogique auquel elles se réfèrent. A.2.1. Quant au fond, les parties requérantes dénoncent la violation |
artikel 24, § 1, van de Grondwet. De vrijheid van onderwijs omvat voor de inrichtende macht de vrijheid om het personeel te kiezen dat zij aanwerft met het oog op de verwezenlijking van de eigen onderwijsdoelstellingen. De vrije keuze van personeelsleden staat mede garant voor de pedagogische vrijheid, vervat in de vrijheid van onderwijs. De bestreden bepaling grijpt op een onredelijke en onevenredige wijze in die principiële vrijheid in doordat zij de in het voormelde project tewerkgestelde contractuelen een anciënniteit van twee jaar verleent en als gevolg daarvan een prioriteit voor een tijdelijke aanstelling in één van de kleuterscholen die door de verzoekende partijen worden ingericht. Die prioriteit hypothekeert het vrije keuzerecht van de inrichtende machten bij het aanstellen of benoemen van personeelsleden. A.2.2. Het verlenen van prioriteit aan personeelsleden die prestaties | de l'article 24, § 1er, de la Constitution. La liberté d'enseignement implique dans le chef du pouvoir organisateur la liberté de choisir le personnel qu'il recrute en vue de réaliser les objectifs pédagogiques propres. Le libre choix des membres du personnel garantit notamment la liberté pédagogique, comprise dans la liberté d'enseignement. La disposition entreprise affecte de façon déraisonnable et disproportionnée cette liberté de principe en ce qu'elle accorde une ancienneté de deux ans aux contractuels engagés dans le cadre du projet précité, ce qui implique par conséquent leur priorité pour une désignation temporaire dans une des écoles maternelles organisées par les parties requérantes. Cette priorité hypothèque le libre choix des pouvoirs organisateurs lorsqu'ils désignent ou nomment des membres du personnel. A.2.2. L'octroi de la priorité aux membres du personnel qui ont déjà |
als volwaardig kleuteronderwijzer hebben verricht, kan in de regel | fourni des prestations en tant qu'instituteur maternel à part entière |
worden verantwoord doordat de inrichtende macht, niet enkel bij de | peut en règle générale se justifier en ce que le pouvoir organisateur |
aanwervingsprocedure maar ook gedurende de tijdspanne waarin het ambt | a l'occasion de juger les mérites de l'intéressé non seulement durant |
wordt vervuld, de gelegenheid heeft de betrokkene op zijn of haar | la procédure de recrutement mais aussi durant la période où la |
verdiensten te beoordelen. Hierbij kan in het bijzonder worden | fonction est exercée. L'on peut en particulier vérifier si l'intéressé |
nagegaan of de betrokkene in staat is de onderwijsdoeleinden die de | est capable de réaliser les objectifs pédagogiques prônés par le |
inrichtende macht voorstaat te realiseren. Voor katholieke scholen | pouvoir organisateur. Pour les écoles catholiques, c'est la |
staat hierbij een christelijke levensbeschouwing centraal. | philosophie chrétienne qui est alors centrale. |
Evenwel, door thans aan bepaalde GECO-personeelsleden retroactief een | Toutefois, en se voyant attribuer de façon rétroactive une certaine |
anciënniteit en bijgevolg een prioriteit bij aanstelling te verlenen, verkrijgen zij rechten ten aanzien van de inrichtende macht die hen heeft tewerkgesteld. Omdat die gevolgen destijds niet voorzienbaar of bekend waren en de betrokken personeelsleden slechts als hulpleerkrachten werden aangeworven, werden niet de gebruikelijke aanwervingscriteria gehanteerd. Het netoverschrijdend karakter van het bedoelde project brengt ook met zich dat de betrokken personeelsleden door een inrichtende macht van katholieke scholen kunnen worden tewerkgesteld terwijl zij in een tot een ander net behorende onderwijsinstelling de theoretische pedagogische opleiding volgen, mogelijkerwijze zelfs zonder godsdienstonderricht. Al die elementen wijzen op een beknotting van de vrijheid van onderwijs. Die schending wordt nog versterkt doordat ten gevolge van de | ancienneté et par conséquent une priorité en vue d'une désignation, certains contractuels subventionnés acquièrent des droits vis-à-vis du pouvoir organisateur qui les a engagés. Du fait que ces conséquences n'étaient à l'époque ni prévisibles ni connues et que les membres du personnel concernés n'ont été engagés qu'en tant qu'auxiliaires, les critères d'engagement habituels n'ont pas été utilisés. Le caractère « interréseaux » du projet en question a également pour conséquence qu'un pouvoir organisateur d'une école catholique peut engager les membres du personnel concernés alors que ceux-ci suivent la formation pédagogique théorique dans un établissement d'enseignement relevant d'un autre réseau, même éventuellement sans avoir suivi l'enseignement de la religion. Tous ces éléments indiquent qu'il y a restriction de la liberté d'enseignement. Cette violation est encore aggravée par le fait que, en raison de |
retroactieve werking van de bestreden bepaling het grondbeginsel van | l'effet rétroactif de la disposition entreprise, le principe |
de rechtszekerheid is aangetast. | fondamental de la sécurité juridique est affecté. |
A.3.1. De verzoekende partijen voeren vervolgens een schending aan van | A.3.1. Les parties requérantes dénoncent ensuite la violation de |
artikel 24, § 4, van de Grondwet doordat de bestreden bepaling een | l'article 24, § 4, de la Constitution en ce que la disposition |
ongelijkheid van behandeling invoert tussen personen die de klassieke | entreprise crée une inégalité de traitement entre les personnes qui |
dan wel de alternerende opleiding tot kleuteronderwijzer volgen. | suivent la formation classique d'instituteur maternel et celles qui |
Personen die de klassieke opleiding volgen, kunnen na drie jaar hun | suivent la formation parallèle. Celles qui suivent la formation |
diploma verwerven, zonder hierdoor aanspraak te kunnen maken op | classique peuvent obtenir leur diplôme après trois ans, sans pour |
anciënniteit. Het is niet zeker dat zij twee jaar na het beëindigen | autant pouvoir revendiquer la moindre ancienneté. Il n'est pas certain |
van hun studie voldoende relevante prestaties zullen hebben geleverd | que ces personnes auront fourni suffisamment de prestations utiles |
om in aanmerking te komen als prioritair kandidaat. Daarenboven zijn | deux ans après la fin de leurs études pour entrer en ligne de compte |
zij onderworpen aan de reaffectatieregeling. De beperkte groep van | comme candidat prioritaire. En outre, elles sont soumises au régime de |
personen die kan opteren voor de alternerende opleiding kan | réaffectation. Le groupe restreint des personnes qui peuvent choisir |
daarentegen binnen een tijdsbestek van vijf jaar een diploma verwerven | la formation parallèle peuvent en revanche, dans un délai de cinq ans, |
en tegelijkertijd een voldoende anciënniteit opbouwen om als | obtenir un diplôme et simultanément se constituer une ancienneté |
prioritair kandidaat te worden beschouwd. Zij verwerven hierdoor | suffisante pour être considérées comme candidat prioritaire. De ce |
automatisch de status van reaffectatievrij personeelslid. | fait, elles obtiennent automatiquement le statut de membre du |
De gevolgen die door de bestreden bepaling worden verbonden aan het | personnel libre de réaffectation. |
volgen van de alternatieve weg om het diploma van kleuteronderwijzer te verwerven, houden een bevoordeling in van de interculturele werkers die niet redelijk kan worden verantwoord. Enerzijds, is het vergemakkelijken van de doorstroom van het GECO-statuut naar een gewoon ambt reeds gerealiseerd door het creëren van de alternatieve opleiding; anderzijds, gaat de zorg om de opgedane ervaring niet verloren te laten gaan te ver, aangezien de verleende anciënniteit niet beperkt is tot de onderwijsinstelling waarin de kleuteronderwijzer voorheen als GECO-personeelslid was tewerkgesteld. De betrokkenen kunnen daardoor immers in een totaal andere werkomgeving terechtkomen. A.3.2. Daarbij komt nog dat het verlenen van anciënniteit aan personen die nog niet in het bezit zijn van het vereiste of voldoende geachte bekwaamheidsbewijs een inbreuk inhoudt op de gelijkheid met andere personeelsleden die als gesubsidieerd contractueel personeelslid tewerkgesteld zijn in het onderwijs. A.4. De verzoekende partijen voeren ten slotte een schending aan van | Les effets que la disposition entreprise attache au fait de suivre la voie parallèle pour obtenir le diplôme d'instituteur maternel privilégient les travailleurs interculturels sans que cela soit raisonnablement justifiable. D'une part, l'objectif consistant à faciliter le passage du statut de contractuel subventionné à une fonction ordinaire est déjà réalisé par la mise sur pied de la formation parallèle; d'autre part, le souci de ne pas perdre l'expérience acquise est excessif, étant donné que l'ancienneté accordée n'est pas limitée à l'établissement d'enseignement dans lequel l'instituteur maternel était précédemment occupé comme contractuel subventionné. En effet, les intéressés peuvent de ce fait aboutir dans un environnement de travail tout à fait différent. A.3.2. A cela s'ajoute que l'octroi d'une ancienneté à des personnes qui ne sont pas encore en possession du titre requis ou jugé suffisant constitue une atteinte à l'égalité par rapport à d'autres membres du personnel occupés comme contractuels subventionnés dans l'enseignement. A.4. Enfin, les parties requérantes dénoncent la violation des |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de bestreden maatregel | articles 10 et 11 de la Constitution en ce que la mesure litigieuse |
een discriminatie creëert tussen de personen die op dit ogenblik de | crée une discrimination entre les personnes qui suivent actuellement |
alternatieve opleiding volgen en de personen die reeds op reguliere | la formation parallèle et celles qui ont déjà obtenu ou obtiendront de |
wijze het diploma van kleuteronderwijzer behaalden of zullen behalen | façon régulière le diplôme d'instituteur maternel ou qui enseignent |
of die binnen het onderwijs werkzaam zijn in een ander dan de bedoelde | dans le cadre d'un projet autre que celui des contractuels |
GECO-projecten. Personen die behoren tot de eerstgenoemde categorie | subventionnés en question. Celles qui relèvent de la première |
kunnen reeds tijdens hun opleiding een dienstanciënniteit opbouwen, | catégorie peuvent déjà se constituer une ancienneté de service au |
terwijl dit niet het geval is voor personen die deel uitmaken van de | cours de leur formation, alors que ce n'est pas le cas des personnes |
tweede categorie. Voor dat verschil in behandeling werd geen | qui relèvent de la deuxième catégorie. Cette différence de traitement |
verantwoording aangevoerd door de decreetgever. | n'a pas été justifiée par le législateur décrétal. |
Memorie van de Vlaamse Regering | Mémoire du Gouvernement flamand. |
A.5.1. Het voordeel, voor de betrokken personeelsleden, van de in de | A.5.1. L'avantage, pour les membres du personnel concernés, du régime |
bestreden norm ingestelde regeling, wordt pas effectief verworven op | instauré par la norme entreprise n'est effectivement acquis qu'à la |
het einde van de eenmalige vijfjarige alternerende opleiding, dit is ten vroegste in juni 1998. Aangezien de GECO-conventie met ingang van 1 september 1997 zo is aangepast dat de betrekkingen van de twee interculturele kleuterleidsters met wie de verzoekende partijen een arbeidsovereenkomst hebben gesloten, zijn overgeheveld van project III.12 (gesubsidieerd vrij onderwijs) naar het project II.10 (gesubsidieerd officieel onderwijs), zal dat voordeel niet in het gesubsidieerd vrij onderwijs maar in het gesubsidieerd officieel onderwijs worden verworven, wat de verzoekende partijen het belang ontneemt om tegen de betwiste norm op te komen. | fin de la formation parallèle unique de cinq ans, c'est-à-dire au plus tôt en juin 1998. Etant donné que la convention relative aux contractuels subventionnés a été adaptée à partir du 1er septembre 1997 en ce sens que l'emploi des deux institutrices maternelles interculturelles avec lesquelles les parties requérantes ont conclu un contrat de travail a été transféré du projet III.12 (enseignement libre subventionné) au projet II.10 (enseignement officiel subventionné), cet avantage ne sera pas acquis dans l'enseignement libre subventionné, mais dans l'enseignement officiel subventionné, en sorte que les parties requérantes perdent leur intérêt à attaquer la norme litigieuse. |
A.5.2. Doordat de bestreden voorrangsregeling pas effectief wordt op | A.5.2. Etant donné que le régime de priorité entrepris ne devient |
het einde van de opleiding, blijft zij onwerkzaam wanneer de in het | effectif qu'à la fin de la formation, celui-ci reste inopérant lorsque |
project passende arbeidsovereenkomsten door één van de partijen worden | les contrats de travail qui s'inscrivent dans le cadre du projet sont |
beëindigd vooraleer het noodzakelijke bekwaamheidsbewijs is verworven. | résiliés par l'une des parties avant que le titre requis ait été |
De verzoekende partijen hebben in juni 1996 de arbeidsovereenkomsten | obtenu. Les parties requérantes ont résilié en juin 1996 le contrat de |
met de betrokken GECO-personeelsleden opgezegd doch die opzegging twee | travail des contractuels subventionnés concernés, mais ont retiré ce |
maanden later ingetrokken. Hierdoor hebben de verzoekende partijen | préavis deux mois plus tard. De ce fait, les parties requérantes ont |
vrijwillig de toepassing van de bestreden norm aanvaard en verliezen | consciemment accepté l'application de la norme entreprise et perdent |
zij het belang om tegen diezelfde norm op te komen. | leur intérêt à attaquer cette même norme. |
A.5.3. In ondergeschikte orde stelt de Vlaamse Regering dat het belang | A.5.3. Subsidiairement, le Gouvernement flamand soutient que l'intérêt |
van de verzoekende partijen beperkt is tot de vernietiging van de | des parties requérantes est limité à l'annulation de la mention « |
vermelding « III.12 » onder het eerste streepje van het tweede lid van | III.12 » figurant au premier tiret de l'alinéa 2 de la norme |
de bestreden norm. | entreprise. |
Memorie van antwoord. | Mémoire en réponse. |
A.6.1. Uit het feit dat de verzoekende partijen pas vanaf eind juni | A.6.1. La circonstance que les parties requérantes ne peuvent être |
1998 rechtstreeks en ongunstig in hun rechtssituatie kunnen worden geraakt door de bestreden regeling, kan niet tot de afwezigheid van een belang worden besloten. Het volstaat dat zij door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zouden kunnen worden geraakt. A.6.2. De overheveling van de twee betrekkingen van het gesubsidieerd vrij naar het gesubsidieerd officieel onderwijs, na het neerleggen van het verzoekschrift, kan evenmin van die aard zijn dat zij het belang van de verzoekende partijen doet ophouden. Het objectief karakter van het beroep tot vernietiging staat eraan in de weg dat een procespartij, door een optreden dat uitsluitend erop gericht is het belang waarop een andere procespartij zich beroept, onderuit te halen, het Hof de mogelijkheid zou ontnemen om een eerder aanhangig gemaakt beroep te beslechten. | affectées directement et défavorablement dans leur situation juridique par le régime entrepris qu'à partir de la fin juin 1998 ne permet pas de conclure à l'absence d'intérêt. Il suffit qu'elles soient susceptibles d'être affectées directement et défavorablement par la norme entreprise. A.6.2. Le transfert des deux emplois de l'enseignement libre subventionné à l'enseignement officiel subventionné, après l'introduction du recours, n'est pas davantage de nature à faire disparaître l'intérêt des parties requérantes. Le caractère objectif du recours en annulation s'oppose à ce qu'une partie litigante, par une attitude visant uniquement à saper l'intérêt invoqué par une autre partie litigante, prive la Cour de la possibilité de trancher un recours introduit antérieurement. |
A.6.3. De overheveling is noch vaststaand, noch bewezen. Bovendien kan | A.6.3. Le transfert n'est ni établi ni prouvé. En outre, il ne peut en |
de bedoelde herschikking op zich niet een einde maken aan de gevolgen | soi mettre fin aux conséquences des contrats de travail conclus entre |
van de arbeidsovereenkomsten die werden gesloten tussen de verzoekende | les parties requérantes et les contractuels subventionnés précités. En |
partijen en de voormelde GECO-personeelsleden. De bestreden bepaling | ce qui concerne l'acquisition d'une ancienneté de deux ans et les |
verwijst, in verband met het verwerven van een anciënniteit van twee | |
jaar en de hieraan verbonden rechtsgevolgen, naar het decreet van 27 | effets juridiques qui y sont attachés, la disposition entreprise |
maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden | renvoie au décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains |
van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde | membres du personnel de l'enseignement subventionné et des centres |
psycho-medisch-sociale centra. Dat decreet voorziet in het verlenen | psycho-médico-sociaux subventionnés. Ce décret accorde la priorité à |
van prioriteit aan een kandidaat voor een tijdelijke aanstelling in | un candidat pour une désignation temporaire dans une fonction de |
een wervingsambt, mits cumulatief voldaan is aan beide hierna | recrutement, à condition de remplir cumulativement les deux exigences |
opgesomde voorwaarden : in het bezit zijn van het vereiste, het | suivantes : être en possession du titre requis, jugé suffisant ou |
voldoende geachte of ermee gelijkwaardig geachte bekwaamheidsbewijs | |
en, bij de inrichtende macht waar de betrekking te begeven is, in het | équivalent, et compter, auprès du pouvoir organisateur de la fonction |
te begeven ambt minstens 240 dagen dienstanciënniteit hebben in het hoofdambt, gespreid over ten minste twee schooljaren. Hieruit volgt dat de overheveling niet belet dat het voordeel van de in de bestreden norm ingestelde regeling ten aanzien van de verzoekende partijen wordt verworven. Aangezien de betrokken personeelsleden reeds gedurende vier schooljaren bij de verzoekende partijen werkzaam zijn in het deelproject III.12 van de GECO-conventie 8285, kunnen zij zich in ieder geval, zodra zij hun diploma hebben verworven, jegens de verzoekende partijen beroepen op hun prioriteit voor een tijdelijke aanstelling in een wervingsambt. A.6.4. Zelfs indien aangenomen zou worden dat de verzoekende partijen bij de intrekking van de ontslagen reeds wisten hoe de regelgeving, vervat in de bestreden bepaling, er zou hebben uitgezien, mag hieruit niet worden afgeleid dat zij door het intrekken van de opzeggingen hun belang zouden verloren hebben om tegen die norm op te komen. De aangevoerde middelen steunen immers op bepalingen die de openbare orde raken en hiervan kan uitdrukkelijk noch stilzwijgend afstand worden gedaan. Bovendien voldeden de betrokken personeelsleden op het moment van de bedoelde opzegging reeds aan de hoger vermelde voorwaarden voor prioriteit. Ten slotte vermelden de verzoekende partijen dat de dreiging met sancties vanwege de Vlaamse Minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken doorslaggevend is geweest voor het intrekken van de opzeggingen. | à conférer, au moins 240 jours d'ancienneté de service dans la fonction principale, répartis sur deux années scolaires au moins. Il s'ensuit que le transfert ne fait pas obstacle à ce que l'avantage du régime instauré par la norme entreprise soit acquis à l'égard des parties requérantes. Etant donné que les membres du personnel concernés ont été occupés pendant quatre années scolaires auprès des parties requérantes dans le cadre du projet III.12 de la convention 8285 relative aux contractuels subventionnés, ils peuvent en tout état de cause, dès qu'ils ont obtenu leur diplôme, invoquer vis-à-vis des parties requérantes leur priorité en vue d'une désignation temporaire dans une fonction de recrutement. A.6.4. Même si l'on admettait que les parties requérantes savaient déjà, lors du retrait des préavis, quelle aurait été la réglementation incluse dans la disposition entreprise, il ne s'en déduit pas qu'en retirant les préavis, elles auraient perdu leur intérêt à attaquer cette norme. En effet, les moyens invoqués reposent sur des dispositions qui sont d'ordre public et il ne peut, ni explicitement ni tacitement, y être renoncé. En outre, les membres du personnel concernés, au moment du préavis en question, remplissaient déjà les conditions précitées pour être prioritaires. Enfin, les parties requérantes signalent que la menace de sanctions proférée par le ministre flamand de l'Enseignement et de la Fonction publique a été déterminante pour le retrait des préavis. |
A.6.5. Wat de omvang van de gevorderde vernietiging betreft, zijn de | A.6.5. Pour ce qui est de l'étendue de l'annulation demandée, les |
verzoekende partijen van oordeel dat « de vernietiging zich | parties requérantes estiment que « l'annulation doit nécessairement au |
noodzakelijkerwijs minstens moet uitstrekken tot het volledige eerste | |
gedachtestreepje van het tweede lid alsook tot het volledige vierde | moins s'étendre à l'ensemble du premier tiret de l'alinéa 2 ainsi qu'à |
lid » van de bestreden bepaling. | l'ensemble de l'alinéa 4 » de la disposition litigieuse. |
- B - Ten aanzien van het beroep. B.1. De verzoekende partijen zijn elk inrichtende macht van een kleuterschool van gesubsidieerd vrij onderwijs waarin een gesubsidieerd contractueel personeelslid is tewerkgesteld ter uitvoering van een project dat ertoe strekt, door het organiseren van een opleiding tot gekwalificeerd kleuteronderwijzer, kleuterscholen met migrantenkinderen in bepaalde gebieden te ondersteunen. Die opleiding bestaat uit deeltijds werken in een kleuterschool en deeltijds leren aan een pedagogische hogeschool. Aan de personen die deze vijfjarige opleiding met succes voltooien, wordt, met toepassing | - B - Quant au recours. B.1. Les parties requérantes sont toutes deux des pouvoirs organisateurs d'une école maternelle de l'enseignement libre subventionné qui ont engagé un contractuel subventionné en exécution d'un projet qui vise à soutenir les écoles maternelles accueillant des enfants immigrés dans certaines zones, en organisant une formation d'instituteur maternel qualifié. Cette formation consiste à travailler à temps partiel dans une école maternelle et à suivre à temps partiel des cours dans une haute école pédagogique. Aux personnes qui ont suivi avec succès cette formation de cinq ans, il est accordé, par |
van artikel 15 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 8 juli | application de l'article 15 du décret de la Communauté flamande du 8 |
1996 betreffende het onderwijs VII, voor bepaalde wervingsambten, | juillet 1996 relatif à l'enseignement VII, pour certaines fonctions de |
waaronder dat van kleuteronderwijzer, een dienstanciënniteit verleend | recrutement, notamment celle d'instituteur maternel, une ancienneté de |
van twee jaar waardoor zij met voorrang op anderen voor de aanwerving | service de deux ans, ce qui signifie qu'elles sont prioritaires pour |
in een gewoon onderwijsambt in aanmerking komen. | l'engagement dans une fonction d'enseignement ordinaire. |
Ten aanzien van het belang. | Quant à l'intérêt. |
B.2.1. Volgens de Vlaamse Regering doen de verzoekende partijen niet | B.2.1. Selon le Gouvernement flamand, les parties requérantes ne |
van het rechtens vereiste belang blijken, enerzijds, omdat de bedoelde | justifient pas de l'intérêt requis en droit, d'une part, parce que les |
interculturele betrekkingen van het vrij onderwijs naar het officieel | emplois interculturels en question ont été transférés de |
onderwijs werden overgeheveld, zodat het voordeel van de voorrang in | l'enseignement libre à l'enseignement officiel, de sorte que le |
het officieel onderwijs zou worden verworven, en, anderzijds, omdat | bénéfice de la priorité serait acquis dans l'enseignement officiel, |
door het intrekken van een eerdere opzegging van de tewerkstelling de | et, d'autre part, parce que les parties requérantes, en retirant un |
verzoekende partijen de gevolgen van die tewerkstelling zouden hebben | préavis de licenciement antérieur, auraient accepté les conséquences |
aanvaard. | de cet engagement. |
B.2.2. De eerste verzoekende partij, de v.z.w. Centraal Katholiek | B.2.2. La première partie requérante, l'a.s.b.l. Centraal Katholiek |
Schoolcomité van Antwerpen-Centrum, heeft naar luid van artikel 3 van | Schoolcomité van Antwerpen-Centrum, a, aux termes de l'article 3 de |
haar statuten tot doel « de opvoeding en vorming van de jeugd in | ses statuts, pour objet « l'éducation et la formation de la jeunesse |
kristelijke geest, door het inrichten, besturen en steunen van vrij | dans un esprit chrétien, en organisant, gérant et soutenant |
katholiek onderwijs en van alle voorzieningen en activiteiten die | l'enseignement libre catholique et toutes structures et activités qui |
hiermee verband houden ». | s'y rapportent ». |
De tweede verzoekende partij, de v.z.w. Katholiek Onderwijs Deurne | La deuxième partie requérante, l'a.s.b.l. Katholiek Onderwijs Deurne, |
heeft naar luid van artikel 4 van haar statuten tot doel « het behartigen van de christelijke opvoeding en ontwikkeling van kinderen, door vrij onderwijs met confessioneel katholiek karakter, alsmede culturele, sportieve, pré- en parascolaire activiteiten in te richten, uit te oefenen, te beheren, uit te breiden, te ontwikkelen en te steunen ». B.2.3. In hun hoedanigheid van inrichtende macht van vrij onderwijs kunnen de verzoekende partijen rechtstreeks en ongunstig worden geraakt door een decreetsbepaling die, door het verlenen van voorrang aan bepaalde personeelsleden, hen hindert in het werven van personeel dat past in het onderwijsconcept dat zij gerechtigd zijn op basis van een bepaalde confessionele levensbeschouwing voor te staan. | a, aux termes de l'article 4 de ses statuts, pour objet « l'éducation et le développement chrétiens des enfants en organisant, exerçant, gérant, étendant, développant et soutenant l'enseignement libre à caractère confessionnel catholique, ainsi que des activités culturelles, sportives, pré- et parascolaires ». B.2.3. En leur qualité de pouvoirs organisateurs de l'enseignement libre, les parties requérantes peuvent être affectées directement et défavorablement par une disposition décrétale qui, en octroyant la priorité à certains membres du personnel, contrarie le recrutement de personnel qui s'inscrit dans le concept pédagogique qu'elles sont en droit de défendre sur la base d'une conception philosophique confessionnelle déterminée. |
B.2.4. De exceptie van niet-ontvankelijkheid wordt verworpen. | B.2.4. L'exception d'irrecevabilité est rejetée. |
Ten gronde. | Quant au fond. |
B.3. De verzoekende partijen voeren een schending aan van de artikelen | B.3. Les parties requérantes dénoncent la violation des articles 10, |
10, 11 en 24, §§ 1 en 4, van de Grondwet. | 11 et 24, §§ 1er et 4, de la Constitution. |
Ten aanzien van artikel 24, § 1, van de Grondwet. | En ce qui concerne l'article 24, § 1er, de la Constitution. |
B.4.1. De verzoekende partijen betogen dat door het toekennen, met | B.4.1. Les parties requérantes font valoir que la disposition |
entreprise, qui accorde avec effet immédiat aux | |
onmiddellijke uitwerking, aan de door hen sinds 1993 als | candidates-institutrices maternelles qu'elles occupent depuis 1993 en |
gesubsidieerde contractuelen tewerkgestelde | tant que contractuelles subventionnées, une ancienneté de service de |
kandidaat-kleuteronderwijzeressen, van een dienstanciënniteit van twee | deux ans assortie d'une priorité en vue de la désignation dans une |
jaar met de eraan verbonden voorrang voor aanstelling in een | fonction d'enseignement, porte atteinte à leur liberté de recruter du |
onderwijsambt, de bestreden bepaling hen belemmert in de vrije werving | personnel, ce qui compromettrait sérieusement, en violation de |
van personeel, waardoor, in strijd met artikel 24, § 1, van de | l'article 24, § 1er, de la Constitution, la spécificité de |
Grondwet, de eigenheid van het door hen verstrekte onderwijs, dat op | l'enseignement qu'elles dispensent, fondé sur une conception |
een katholieke levensbeschouwing steunt, ernstig in het gedrang wordt | philosophique catholique. |
gebracht. B.4.2. De doelstellingen van de bestreden bepaling werden in de | B.4.2. Les objectifs de la disposition entreprise ont été exposés |
parlementaire voorbereiding als volgt toegelicht : | comme suit lors des travaux préparatoires : |
« Deze heroriëntering van migranten naar gewone ambten in het | « Cette réorientation d'immigrés vers des fonctions ordinaires dans |
onderwijs ligt in de lijn van het beleidsplan van 1991 dat streeft | l'enseignement s'inscrit dans la ligne du plan politique de 1991 qui |
naar een multicultureel onderwijsteam, waarbij migranten een gewone | vise à construire une équipe éducative multiculturelle, dans laquelle |
plaats innemen en niet langer worden toegevoegd via extra functies in | les immigrés occupent une position normale et ne sont plus adjoints |
tijdelijke jobs. [...] Gezien hun grote ervaring en hun staat van | via des fonctions complémentaires dans des emplois temporaires. [...] |
dienst worden bij de indiensttreding de diensten gepresteerd in de | Compte tenu de leur grande expérience et de leurs états de services, |
il est prévu qu'à leur entrée en service, les services prestés dans | |
GECO-projecten voor maximaal twee jaar meegerekend bij de bepaling van | les projets de contractuels subventionnés seront pris en compte, avec |
de anciënniteit. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, nr. 310/1, | un maximum de deux ans, pour déterminer l'ancienneté. » (Doc., |
pp. 7-8) Die toelichting doet ervan blijken dat met de bestreden bepaling ernaar gestreefd is de doorstroom van de in een GECO-project tewerkgestelde migranten naar een gewoon ambt in het onderwijs te vergemakkelijken en te voorkomen dat de opgedane ervaring voor kleuterscholen met migranten in de voorrangsgebieden verloren zou gaan. B.4.3. De verzoekende partijen betwisten niet het beginsel van medewerking aan projecten ter ondersteuning van kleuterscholen met migranten in voorrangsgebieden. Hun kritiek is gericht tegen de beperking in hun keuze van personeel die resulteert uit de voorrang die aan de gesubsidieerde contractuelen in kwestie wordt verleend. | Parlement flamand, 1995-1996, n° 310/1, pp. 7-8) Ces précisions font apparaître que la disposition entreprise entend faciliter le passage des immigrés engagés dans un projet de contractuels subventionnés vers une fonction ordinaire dans l'enseignement et éviter que l'expérience acquise au bénéfice des écoles maternelles accueillant des immigrés dans les zones prioritaires ne soit perdue. B.4.3. Les parties requérantes ne sont pas opposées au principe de la participation à des projets visant à soutenir les écoles maternelles accueillant des immigrés dans des zones prioritaires. Leur critique porte sur la limitation de leur choix du personnel, qui découle de la priorité accordée aux contractuels subventionnés en question. |
B.4.4. De door artikel 24, § 1, van de Grondwet gewaarborgde vrijheid | B.4.4. La liberté d'enseignement garantie par l'article 24, § 1er, de |
van onderwijs omvat de vrijheid voor de inrichtende macht om het | la Constitution comprend la liberté, pour le pouvoir organisateur, de |
personeel te kiezen dat wordt tewerkgesteld met het oog op de verwezenlijking van de eigen onderwijsdoelstellingen. Die vrijheid is evenwel niet onbegrensd en verzet er zich niet tegen dat de bevoegde wetgever eraan beperkingen stelt, op voorwaarde dat die redelijk verantwoord zijn en evenredig met het doel en de gevolgen van de maatregel. B.4.5. De bekritiseerde beperking van vrije personeelskeuze volgt te dezen uit, en vindt haar verantwoording in, een overheidsmaatregel die, genomen in het ruimere verband van maatschappelijke integratie van migranten, specifiek erop gericht is, door het vormen van gekwalificeerde kleuteronderwijzers, ondersteuning te verlenen aan kleuterscholen met migranten binnen de bij de aanvang van het project afgebakende voorrangsgebieden. De maatregel is niet onevenredig, noch ten aanzien van het gestelde doel, noch in zijn gevolgen. Het verlenen van een dienstanciënniteit van twee jaar, met de eraan verbonden voorrang voor aanwerving in een gewoon onderwijsambt van kleuteronderwijzer, maatschappelijk werker of studiemeester-opvoeder, ten voordele van wie de in B.1 omschreven bijzondere opleiding en tewerkstelling heeft doorgemaakt, staat in onmiddellijk verband met de in B.4.2 aangegeven doelstelling. De maatregel doet geen afbreuk aan de artikelen 15 en 16 van het | choisir le personnel qui sera chargé de mener à bien la réalisation des objectifs pédagogiques propres. Cette liberté n'est toutefois pas illimitée et ne s'oppose pas à ce que le législateur compétent y apporte des restrictions, à condition qu'elles soient raisonnablement justifiées et proportionnées au but et aux effets de la mesure. B.4.5. En l'espèce, la restriction critiquée du libre choix du personnel résulte d'une mesure des pouvoirs publics qui la justifie, mesure qui, envisagée dans le contexte plus large de l'intégration sociale des immigrés, vise spécifiquement à offrir, par la formation d'instituteurs maternels qualifiés, un soutien aux écoles maternelles accueillant des immigrés dans des zones prioritaires délimitées lors de la mise sur pied du projet. La mesure n'est disproportionnée ni au regard de l'objectif visé ni quant à ses effets. L'attribution d'une ancienneté de service de deux ans, et la priorité qui y est liée concernant l'engagement dans une fonction d'enseignement ordinaire d'instituteur maternel, d'assistant social ou de maître d'études-éducateur, dont bénéficient les personnes qui ont suivi la formation spéciale et ont été occupées dans les conditions particulières décrites au B.1, présente un rapport immédiat avec l'objectif mentionné au B.4.2. |
decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige | La mesure ne porte pas atteinte aux articles 15 et 16 du décret du 27 |
personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde | mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de |
psycho-medisch-sociale centra, krachtens welke die personeelsleden de | l'enseignement subventionné et des centres psycho-médico-sociaux |
verplichtingen en onverenigbaarheden voortvloeiend uit de | subventionnés, en vertu desquels ces membres du personnel doivent |
specificiteit van het opvoedingsproject moeten naleven. Aan de | respecter les obligations et incompatibilités découlant de la |
inrichtende machten die als onderwijsverstrekkers in de | spécificité du projet pédagogique. Elle ne signifie pas que les |
voorrangsgebieden vrijwillig hun medewerking aan het in B.1 bedoelde | pouvoirs organisateurs qui, en tant que dispensateurs d'enseignement |
project hebben verleend, ontneemt de maatregel niet het recht van | dans les zones prioritaires, ont volontairement collaboré au projet |
vrije keuze van personeel binnen de totale groep van voorranghebbenden | visé au B.1 seraient privés du libre choix de leur personnel parmi |
en evenmin de mogelijkheid om overeenkomstig de van toepassing zijnde | l'ensemble des prioritaires ou de la possibilité de mettre un terme, |
rechtspositieregeling de arbeidsovereenkomst te beëindigen van de | conformément au statut applicable, au contrat de travail des personnes |
personen ten aanzien van wie gebleken is dat zij niet passen in het pedagogisch project van de betrokken inrichting. B.4.6. Uit het voorgaande volgt dat de door de verzoekende partijen aangeklaagde beperking van vrije keuze van personeel niet van die aard is dat zij op onredelijke wijze ingrijpt in de door artikel 24, § 1, van de Grondwet gewaarborgde vrijheid van onderwijs. B.4.7. Het middel is niet gegrond. Ten aanzien van de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet. B.5.1. De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden bepaling een tweevoudige ongelijke behandeling in het leven roept waarvoor geen verantwoording bestaat en derhalve de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet schendt. B.5.2. Allereerst zou de bestreden bepaling een ongelijkheid creëren tussen de categorie van personen die de klassieke opleiding tot kleuteronderwijzer volgen of hebben gevolgd en de categorie van personen die de alternerende opleiding volgen. Daarnaast zou de bestreden bepaling een ongelijkheid in het leven roepen tussen de categorie van gesubsidieerde contractuelen die de alternerende opleiding tot kleuteronderwijzer volgen en de categorie van de andere personeelsleden die als gesubsidieerde contractuelen tewerkgesteld zijn in het onderwijs. B.6. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. Artikel 24, § 4, van de Grondwet herbevestigt inzake onderwijs uitdrukkelijk de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie. B.7. Personen die de klassieke opleiding volgen, kunnen na drie jaar hun diploma verwerven, zonder hierdoor aanspraak te kunnen maken op anciënniteit. Personen die de alternerende opleiding volgen, kunnen na vijf jaar een diploma en - krachtens de bestreden bepaling - een anciënniteit van twee jaar verwerven. Het onderscheid tussen die categorieën van personen berust op een objectief criterium. Door, met een maatregel die onmiddellijke uitwerking heeft, aan de personen die de alternerende opleiding volgen, en in het kader van die opleiding gedurende vijf jaar prestaties verrichten in een kleuterschool, een anciënniteit van twee jaar te verlenen, neemt de decreetgever een maatregel die pertinent is en die niet onevenredig is doordat hij de langere duur van de opleiding compenseert. B.8. Gezien de doelstelling van het decreet kunnen de personen die in de loop van hun opleiding tot gekwalificeerde kleuteronderwijzer als gesubsidieerde contractuelen in het onderwijs worden tewerkgesteld, in hun rechtssituatie, niet worden vergeleken met de personen die, buiten het kader van een dergelijke opleiding, als gesubsidieerde contractuelen in het onderwijs prestaties verrichten. B.9. Het middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 1 april 1998. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, | dont il est apparu qu'elles ne répondent pas aux exigences du projet pédagogique de l'établissement concerné. B.4.6. Il résulte de ce qui précède que la restriction du libre choix du personnel, dénoncée par les parties requérantes, n'est pas de nature à affecter de façon déraisonnable la liberté d'enseignement garantie par l'article 24, § 1er, de la Constitution. B.4.7. Le moyen n'est pas fondé. En ce qui concerne les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution. B.5.1. Les parties requérantes font valoir que la disposition entreprise crée un double traitement inégal qui est injustifiable et qui viole par conséquent les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution. B.5.2. La disposition entreprise créerait tout d'abord une inégalité entre la catégorie des personnes qui suivent ou ont suivi la formation classique d'instituteur maternel et la catégorie des personnes qui suivent la formation parallèle. Ensuite, la disposition entreprise créerait une inégalité entre la catégorie des contractuels subventionnés qui suivent la formation parallèle d'instituteur maternel et la catégorie des autres membres du personnel qui travaillent dans l'enseignement comme contractuels subventionnés. B.6. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. L'article 24, § 4, de la Constitution réaffirme expressément, en matière d'enseignement, les principes d'égalité et de non-discrimination. B.7. Les personnes qui suivent la formation classique peuvent obtenir leur diplôme après trois ans, sans pouvoir revendiquer à ce titre une ancienneté quelconque. Les personnes qui suivent la formation parallèle peuvent obtenir, après cinq ans, un diplôme et - en vertu de la disposition entreprise - une ancienneté de deux ans. La distinction entre ces catégories de personnes est fondée sur un critère objectif. En octroyant, par une mesure d'application immédiate, une ancienneté de deux ans aux personnes qui suivent la formation parallèle et qui, dans le cadre de cette formation, fournissent des prestations pendant cinq ans dans une école maternelle, le législateur décrétal prend une mesure pertinente, et qui n'est pas disproportionnée car elle compense la durée particulièrement longue de la formation. B.8. En raison de l'objectif du décret, les personnes qui, au cours de leur formation d'instituteur maternel qualifié, sont engagées dans l'enseignement comme contractuels subventionnés ne sauraient être comparées, dans leur situation juridique, aux personnes qui fournissent des prestations dans l'enseignement en tant que contractuels subventionnés en dehors du cadre d'une telle formation. B.9. Le moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 1er avril 1998. Le greffier, L. Potoms. Le président, |
L. De Grève. | L. De Grève. |