← Terug naar "Arrest nr. 2/98 van 14 januari 1998 Rolnummer 1111 In zake : de prejudiciële vraag
over artikel 8, § 1, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de
probatie, gesteld door de Politierechtbank te Nijvel, afdel Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...)"
Arrest nr. 2/98 van 14 januari 1998 Rolnummer 1111 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 8, § 1, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, gesteld door de Politierechtbank te Nijvel, afdel Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...) | Arrêt n° 2/98 du 14 janvier 1998 Numéro du rôle : 1111 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 8, § 1 er , de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, posée par le Tribunal de La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. Boel, (...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Arrest nr. 2/98 van 14 januari 1998 | Arrêt n° 2/98 du 14 janvier 1998 |
Rolnummer 1111 | Numéro du rôle : 1111 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 8, § 1, van de wet van 29 | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 8, § 1er, de |
juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, | la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la |
gesteld door de Politierechtbank te Nijvel, afdeling Waver. | probation, posée par le Tribunal de police de Nivelles, section de Wavre. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. |
rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans en M. | Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans et M. Bossuyt, assistée |
Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij vonnis van 18 juni 1997 in zake het openbaar ministerie tegen W. | Par jugement du 18 juin 1997 en cause du ministère public contre W. |
Schelfhout, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen | |
op 26 juni 1997, heeft de Politierechtbank te Nijvel, afdeling Waver, | Schelfhout, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 |
juin 1997, le Tribunal de police de Nivelles, section de Wavre, a posé | |
de volgende prejudiciële vraag gesteld : | la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 8, § 1, van de wet van 29 juni 1964 [betreffende de | « L'article 8, § 1er, de la loi du 29 juin 1964 [concernant la |
opschorting, het uitstel en de probatie], gewijzigd bij artikel 4 van | suspension, le sursis et la probation], modifié par la loi du 10 |
de wet van 10 februari 1994, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | février 1994, article 4, ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la |
niet, doordat het een onderscheid maakt tussen diegene die een | Constitution en faisant une distinction entre celui qui a subi une |
veroordeling tot een gevangenisstraf van 12 maanden heeft ondergaan en | condamnation à une peine de 12 mois d'emprisonnement et celui qui a |
diegene die een gevangenisstraf van één jaar heeft ondergaan ? Bij | subi une peine d'un an d'emprisonnement ? A la lecture des travaux |
lezing van de voormelde parlementaire voorbereiding (verslag nr. 652 | préparatoires susvisés (rapport n° 652 du 8 juillet 1993 de M. Mahoux, |
van 8 juli 1993 van de heer Mahoux, 653-2, p. 21, zitting 1992-1993), | 653-2 p. 21, session 1992-1993), il semble certain que le législateur |
lijkt het zeker dat de wetgever beïnvloed is geweest door het verschil | ait été influencé par la différence entre une durée d'emprisonnement |
tussen een duurtijd van opsluiting van 12 maanden ten opzichte van die | de 12 mois par rapport à celle d'un an; il faut toutefois relever que |
van één jaar; er dient echter te worden opgemerkt dat 12 maanden | |
overeenstemmen met 12 x 30 dagen, zijnde 360 dagen en niet 300 dagen | 12 mois correspondent à 12 x 30 jours soit 360 jours et non 300 jours |
zoals vermeld in de parlementaire voorbereiding, zowel in de Franse | comme repris dans les travaux préparatoires, aussi bien dans le texte |
als in de Nederlandse tekst; is er aldus geen discriminatie tussen de | français que dans le texte néerlandais; n'y a-t-il pas ainsi |
veroordeelde die in werkelijkheid 365 dagen gevangenisstraf heeft | discrimination entre le condamné qui a subi en réalité 365 jours |
ondergaan en diegene die er 360 dagen heeft ondergaan ? » | d'emprisonnement et celui qui en [a] subi 360 jours ? » |
II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. Les faits et la procédure antérieure |
Vervolgd wegens verscheidene overtredingen, betwist de beklaagde voor | Poursuivi pour diverses infractions, le prévenu devant la juridiction |
het verwijzende rechtscollege niet de hem ten laste gelegde feiten | a quo ne conteste pas les préventions mises à sa charge mais demande à |
maar vraagt een maatregel van uitstel te genieten. De Rechtbank stelt | bénéficier d'une mesure de sursis. Le Tribunal constate cependant |
echter vast dat hij bij een vonnis van de Krijgsraad te Brussel van 22 | qu'il a été condamné par un jugement du Conseil de guerre de Bruxelles |
november 1976 veroordeeld is geweest tot een gevangenisstraf van één | du 22 novembre 1976 à une peine de prison d'un an et qu'en vertu de |
jaar en dat krachtens artikel 8, § 1, van de wet van 29 juni 1964 | l'article 8, § 1er, de la loi du 29 juin 1964 concernant la |
betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie een | suspension, le sursis et la probation, une peine supérieure à douze |
gevangenisstraf van meer dan twaalf maanden een maatregel van uitstel | mois d'emprisonnement fait obstacle à une mesure de sursis. Or, une |
uitsluit. Een gevangenisstraf van een jaar is echter langer dan een | peine d'un an d'emprisonnement est supérieure à une peine de douze |
straf van twaalf maanden (artikel 25, derde lid, van het Strafwetboek) | mois (article 25, alinéa 3, du Code pénal) et les travaux |
en de parlementaire voorbereiding toont aan dat blijkbaar opzettelijk | préparatoires indiquent que c'est intentionnellement, semble-t-il, que |
de maximumlimiet van twaalf maanden in aanmerking is genomen, terwijl | la limite maximum de douze mois a été retenue, celle-ci n'étant pas |
die niet gelijkwaardig is met die van één jaar. De Rechtbank stelt hieromtrent echter vast dat die parlementaire voorbereiding een duidelijke vergissing bevat, wanneer gezegd wordt dat twaalf maanden overeenkomen met driehonderd dagen. De Rechtbank vraagt zich af of de wetgever, door degene die tot een gevangenisstraf van een jaar is veroordeeld uit te sluiten van het genot van uitstel, terwijl hij dat uitstel toekent aan degene die veroordeeld is tot twaalf maanden gevangenisstraf, geen dusdanig verschil in behandeling in het leven heeft geroepen, rekening houdend met het feit dat, volgens de parlementaire voorbereiding, er een verschil van vijfenzestig dagen zou zijn (wat een aanzienlijk verschil is) en niet vijf dagen (wat de realiteit is en een onbeduidend verschil), dat er tussen eerstgenoemde en laatstgenoemde een discriminatie zou bestaan; daarop heeft de Rechtbank de hiervoor weergegeven prejudiciële vraag aan het Hof gesteld. III. De rechtspleging voor het Hof Bij beschikking van 26 juni 1997 heeft de voorzitter in functie de | équivalente à celle d'un an. Le Tribunal constate cependant, à cet égard, que ces travaux préparatoires contiennent une erreur manifeste, là où il est dit que douze mois correspondent à trois cents jours. S'interrogeant sur la question de savoir si le législateur, en excluant du bénéfice du sursis celui qui a été condamné à un an d'emprisonnement alors qu'il l'accorde à celui qui a été condamné à douze mois d'emprisonnement, n'a pas établi une telle différence de traitement en tenant compte de ce que, suivant les travaux préparatoires, il y aurait soixante-cinq jours de différence (ce qui est important) et non cinq jours (ce qui est la réalité et une différence insignifiante), de sorte qu'une discrimination existerait entre le premier et le second, le Tribunal a adressé à la Cour la question préjudicielle reproduite plus haut. III. La procédure devant la Cour Par ordonnance du 26 juin 1997, le président en exercice a désigné les |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la |
77 van de organieke wet bij op 14 augustus 1997 ter post aangetekende | loi organique, par lettres recommandées à la poste le 14 août 1997. |
brieven. Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1997. | Moniteur belge du 19 août 1997. |
De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie | Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a |
ingediend bij op 29 september 1997 ter post aangetekende brief. | introduit un mémoire, par lettre recommandée à la poste le 29 septembre 1997. |
Bij beschikking van 25 november 1997 heeft het Hof de termijn | Par ordonnance du 25 novembre 1997, la Cour a prorogé jusqu'au 26 juin |
waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 26 juni 1998. | 1998 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. |
Bij beschikking van 25 november 1997 heeft het Hof de zaak in | Par ordonnance du 25 novembre 1997, la Cour a déclaré l'affaire en |
gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 17 | état et fixé l'audience au 17 décembre 1997. |
december 1997. Van die beschikking is kennisgegeven aan de Ministerraad en zijn | Cette ordonnance a été notifiée au Conseil des ministres ainsi qu'à |
advocaat bij op 26 november 1997 ter post aangetekende brieven. | son avocat par lettres recommandées à la poste le 26 novembre 1997. |
Op de openbare terechtzitting van 17 december 1997 : | A l'audience publique du 17 décembre 1997 : |
- is verschenen : Mr. P. Traest, advocaat bij de balie te Brussel, | - a comparu Me P. Traest, avocat au barreau de Bruxelles, pour le |
voor de Ministerraad; | Conseil des ministres; |
- hebben de rechters-verslaggevers L. François en H. Coremans verslag uitgebracht; | - les juges-rapporteurs L. François et H. Coremans ont fait rapport; |
- is de voornoemde advocaat gehoord; | - l'avocat précité a été entendu; |
- is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
IV. In rechte | IV. En droit |
- A - | - A - |
Memorie van de Ministerraad | Mémoire du Conseil des ministres |
A.1. Naar aanleiding van het onderzoek in het Parlement van het | A.1. A l'occasion de l'examen au Parlement du projet de loi, devenu la |
wetsontwerp dat de wet van 10 februari 1994 is geworden, die met name | loi du 10 février 1994 qui, notamment, a modifié la disposition en |
de in het geding zijnde bepaling heeft gewijzigd en het begrip « | cause et a introduit la notion de « mise à l'épreuve » d'un délinquant |
toestaan van een proeftijd » van een delinquent heeft ingevoerd | |
(hetgeen kan geschieden hetzij door de uitspraak van de veroordeling | (laquelle peut se réaliser soit par la suspension du prononcé de la |
op te schorten, hetzij door de tenuitvoerlegging van de straffen uit | condamnation, soit par le sursis à l'exécution des peines, et qui peut |
te stellen, en gepaard kan gaan met bijzondere voorwaarden, zoals de | être accompagnée de conditions particulières, comme l'obligation |
verplichting om dienstverlening te verrichten), heeft de Regering | d'exécuter des travaux d'intérêt général), le Gouvernement a proposé |
voorgesteld ook andere aspecten van de wet van 29 juni 1964 te wijzigen met het oog op het uitbreiden van de mogelijkheden voor de rechters om de straffen te individualiseren. Aldus betrof de in artikel 8, § 1, aangebrachte wijziging een uitbreiding van de gevallen waarin de straf met uitstel van de tenuitvoerlegging gepaard kan gaan. Vóór de bij de wet van 10 februari 1994 ingevoerde wijziging kon het genot van uitstel enkel worden toegekend aan diegenen die waren veroordeeld tot een correctionele gevangenisstraf van maximum drie jaar, indien de betrokkenen voordien niet veroordeeld waren geweest tot een gevangenisstraf van meer dan zes maanden. De huidige tekst maakt het de rechters mogelijk het uitstel te gelasten van de tenuitvoerlegging van correctionele straffen van maximum vijf jaar, indien de betrokkene voordien niet veroordeeld is geweest tot een gevangenisstraf van meer dan twaalf maanden. A.2. Volgens het oorspronkelijke voorstel, was het genot van uitstel van de tenuitvoerlegging uitgebreid tot diegenen die voordien veroordeeld waren geweest tot correctionele straffen, zonder maximumlimiet wat de duur van de gevangenisstraf betreft. De Regering heeft dat voorstel afgezwakt door de mogelijkheid tot het verkrijgen van uitstel te beperken tot diegenen die veroordeeld zijn tot gevangenisstraffen van maximum twaalf maanden, door te doen gelden dat de beperking tot de eerdere correctionele straffen van die duur tot doel heeft contradicties te vermijden met de regels betreffende de herhaling en de terbeschikkingstelling aan de Regering. De | de modifier aussi d'autres aspects de la loi du 29 juin 1964 dans la perspective d'élargir les possibilités pour les juges d'individualiser les peines. Ainsi, la modification apportée à l'article 8, § 1er, concernait un élargissement des cas dans lesquels la peine peut être assortie d'un sursis à l'exécution. Avant la modification introduite par la loi du 10 février 1994, le bénéfice du sursis ne pouvait être accordé qu'aux condamnés à une peine correctionnelle d'emprisonnement de trois ans au maximum, si l'intéressé n'avait pas été condamné antérieurement à une peine de plus de six mois de prison. Le texte actuel permet aux juges d'ordonner le sursis à l'exécution des peines correctionnelles de cinq ans au maximum, si l'intéressé n'a pas été condamné antérieurement à une peine de plus de douze mois de prison. A.2. Selon la proposition initiale, le bénéfice du sursis à l'exécution était élargi à tous ceux qui avaient été condamnés antérieurement à des peines correctionnelles, sans limite maximum quant à la durée de l'emprisonnement. Le Gouvernement a atténué cette proposition, en limitant la possibilité d'obtenir le sursis aux condamnés à des peines de maximum douze mois de prison en faisant valoir que la limitation aux peines correctionnelles antérieures de cette durée a pour but d'éviter des contradictions avec les règles sur |
doelstelling van de betwiste maatregel bestaat er dus in ten aanzien | la récidive et la mise à la disposition du Gouvernement. L'objectif de |
van de veroordeelden die zich in een situatie van herhaling bevinden | la mesure incriminée est donc d'exclure la possibilité du sursis pour |
of die voldoen aan de voorwaarden om ter beschikking van de Regering | les condamnés qui se trouvent en situation de récidive ou qui |
te worden gesteld de mogelijkheid van uitstel uit te sluiten (Gedr. | réunissent les conditions pour être mis à la disposition du |
St., Senaat, 1992-1993, nr. 653-2, p. 21). Die verantwoording is objectief en redelijk. De wetgever heeft de mogelijkheden om uitstel toe te kennen willen uitbreiden, maar heeft geen inbreuk willen maken op de andere belangrijke regels van herhaling en terbeschikkingstelling aan de Regering. De personen die tot een gevangenisstraf van één jaar of meer veroordeeld zijn geweest, worden verondersteld ernstige misdrijven te hebben gepleegd. Het is volkomen redelijk hen uit te sluiten van het genot van uitstel van de tenuitvoerlegging van een nieuwe straf. De wetgever beschikt over een ruime beoordelingsbevoegdheid om te bepalen vanaf welk ogenblik een persoon gendividualiseerde strafmaatregelen kan genieten. Indien veroordeelden tot gevangenisstraffen van één jaar en meer eveneens uitstel konden genieten, dan zouden daar ernstige contradicties met de regels betreffende de herhaling uit voortvloeien. Door zijn beoordelingsbevoegdheid ter zake aan te wenden, heeft de wetgever ervoor gekozen de limiet juist onder de gevangenisstraf van één jaar vast te stellen, dit wil zeggen een gevangenisstraf van twaalf maanden. A.3. In tegenstelling tot wat de verwijzende rechter schijnt te denken, heeft het verschil tussen driehonderd dagen en driehonderdzestig dagen - het gevolg van een klaarblijkelijke | Gouvernement (Doc. parl., Sénat, 1992-1993, n° 653-2, p. 21). Cette justification est objective et raisonnable. Le législateur a voulu élargir les possibilités d'accorder le sursis, mais n'a pas voulu empiéter sur les autres règles importantes de la récidive et de la mise à la disposition du Gouvernement. Les personnes qui ont été condamnées à une peine d'emprisonnement d'un an ou plus sont présumées avoir commis des infractions graves. Il est tout à fait raisonnable de les exclure du bénéfice du sursis à l'exécution d'une nouvelle peine. Le législateur jouit d'une large marge d'appréciation pour déterminer le moment à partir duquel une personne peut bénéficier des mesures d'individualisation des peines. Si des condamnés à des peines d'un an ou plus pouvaient aussi bénéficier du sursis, de graves contradictions avec les règles sur la récidive en résulteraient. En utilisant son pouvoir d'appréciation en la matière, le législateur a choisi de fixer la limite juste en dessous de la peine d'un an, c'est-à-dire à douze mois d'emprisonnement. A.3. Contrairement à ce que le juge a quo semble penser, la différence entre les trois cents jours et les trois cent soixante jours - fruit |
rekenfout tijdens de parlementaire voorbereiding - de wetgever niet | d'une erreur manifeste de calcul dans les travaux préparatoires - n'a |
kunnen beïnvloeden. Uit de doelstelling van de maatregel blijkt dat de | pas pu influencer le législateur. Il résulte de la finalité de la |
limiet juist onder de grens van één jaar moest worden geplaatst. Vanaf | mesure que la limite devait être placée juste en dessous de la limite |
de grens van één jaar, worden immers contradicties met de regels | d'un an. En effet, à partir de la limite d'un an, des contradictions |
betreffende de herhaling mogelijk. Met de bedoeling de mogelijkheden | avec les règles sur la récidive deviennent possibles. Dans le but |
uit te breiden om uitstel van de tenuitvoerlegging van een straf toe | d'élargir les possibilités d'accorder un sursis à l'exécution d'une |
te kennen, heeft de wetgever die grens echter zoveel mogelijk willen | peine, le législateur a néanmoins voulu s'approcher le plus possible |
benaderen. Aldus heeft hij voor de grens van twaalf maanden gekozen. | de cette limite. C'est ainsi qu'il a opté pour la limite de douze |
Het feit dat twaalf maanden in werkelijkheid overeenkomen met | mois. Le fait que douze mois correspondent en réalité à trois cent |
driehonderdzestig dagen beantwoordt dus meer aan de doelstelling van | soixante jours répond donc plus à la finalité de la mesure que si |
de maatregel dan indien twaalf maanden met driehonderd dagen zouden | douze mois équivalaient à trois cents jours. |
overeenstemmen. | |
- B - | - B - |
B.1.1. De vraag heeft betrekking op artikel 8, § 1, eerste lid, van de | B.1.1. La question a pour objet l'article 8, § 1er, alinéa 1er, de la |
wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de | loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la |
probatie, vervangen bij artikel 4 van de wet van 10 februari 1994. Die | probation, remplacé par l'article 4 de la loi du 10 février 1994. |
bepaling luidt : | Cette disposition est libellée en ces termes : |
« Art. 8.§ 1. Indien de veroordeelde nog niet veroordeeld is geweest |
« Art. 8.§ 1er. Lorsque le condamné n'a pas encouru antérieurement de |
tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan | condamnation à une peine criminelle ou à un emprisonnement principal |
twaalf maanden kunnen de vonnisgerechten, wanneer zij tot een of meer | de plus de douze mois, les juridictions de jugement peuvent, en |
straffen van niet meer dan vijf jaar veroordelen, bij een met redenen | condamnant à une ou plusieurs peines ne dépassant pas cinq ans, |
omklede beslissing gelasten dat de tenuitvoerlegging hetzij van het | ordonner, par décision motivée, qu'il sera sursis à l'exécution, soit |
vonnis of het arrest, hetzij van de hoofdstraffen of vervangende | du jugement ou de l'arrêt, soit de tout ou partie des peines |
straffen dan wel van een gedeelte ervan, wordt uitgesteld. De | |
beslissing waarbij het uitstel en, in voorkomend geval, de probatie | principales ou subsidiaires. La décision ordonnant ou refusant le |
wordt toegestaan of geweigerd, moet met redenen omkleed zijn | sursis et, le cas échéant, la probation, doit être motivée |
overeenkomstig de bepalingen van artikel 195 van het Wetboek van | conformément aux dispositions de l'article 195 du Code d'instruction |
Strafvordering. » | criminelle. » |
B.1.2. Door met name te bepalen dat het uitstel van de | B.1.2. En disposant, notamment, que le sursis à l'exécution peut être |
tenuitvoerlegging kan worden gelast wanneer de veroordeelde voordien | ordonné lorsque le condamné n'a pas encouru antérieurement de |
nog niet veroordeeld is geweest tot een hoofdgevangenisstraf van meer | condamnation à un emprisonnement principal de plus de douze mois, |
dan twaalf maanden, roept het voormelde artikel 8, § 1, eerste lid, | l'article 8, § 1er, alinéa 1er, précité, crée, entre ceux qui ont été |
tussen diegenen die voordien veroordeeld zijn geweest tot een | |
gevangenisstraf van twaalf maanden, namelijk twaalf maal dertig dagen | condamnés antérieurement à un emprisonnement de douze mois, à savoir |
(artikel 25, derde lid, van het Strafwetboek), en diegenen die | douze fois trente jours (article 25, alinéa 3, du Code pénal) et ceux |
voordien veroordeeld zijn geweest tot een gevangenisstraf van één | qui ont été condamnés antérieurement à un emprisonnement d'un an, à |
jaar, namelijk driehonderd vijfenzestig dagen (Cass., 5 oktober 1977, Pas., 146) een verschil in behandeling in het leven waarvan de omvang contrasteert met de gelijkenis tussen situaties die ongelijk behandeld worden. B.2. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. | savoir trois cent soixante-cinq jours (Cass., 5 octobre 1977, Pas., 146), une différence de traitement dont l'importance contraste avec la similitude des situations inégalement traitées. B.2. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. |
B.3.1. Artikel 8, § 1, eerste lid, van de wet van 29 juni 1964 roept | B.3.1 L'article 8, § 1er, alinéa 1er, de la loi du 29 juin 1964 crée |
weliswaar een ongelijkheid in behandeling in het leven die op het | certes une inégalité de traitement qui peut, à première vue, sembler |
eerste gezicht aanstootgevend kan lijken, vermits het gaat om | |
soortgelijke gevallen; maar dat is het onvermijdelijke gevolg van de | choquante puisqu'elle apparaît entre des cas voisins; mais c'est la |
keuze die de wetgever heeft gemaakt om, bij het bepalen van een beleid | conséquence inévitable du choix que le législateur a fait de |
op crimineel vlak, een onderscheid te maken naar gelang van de ernst | distinguer, dans la définition d'une politique criminelle, selon la |
van de sancties, waarbij een dergelijke keuze, wanneer ze kan worden | gravité des sanctions, un tel choix imposant, lorsqu'il est |
verantwoord, de noodzaak oplegt ergens een grens te trekken. | justifiable, de tracer quelque part une limite. |
B.3.2. Er dient dus te worden onderzocht of de maatregel in een | B.3.2. Il convient dès lors d'examiner si la mesure est dans un |
redelijk verband staat met het nagestreefde doel. De wet van 10 | rapport raisonnable avec le but poursuivi. La loi du 10 février 1994 |
februari 1994 strekt ertoe de toekenningsvoorwaarden uit te breiden | vise à élargir les conditions d'octroi de la mesure qui fait l'objet |
van de maatregel die het voorwerp van de in het geding zijnde bepaling | de la disposition en cause. C'est à dessein que le législateur a fixé |
uitmaakt. De wetgever heeft met opzet de duur van de gevangenisstraf | à douze mois plutôt qu'à un an la durée de l'emprisonnement au-delà de |
boven welke een vroegere veroordeling verhindert dat uitstel kan | |
worden verleend, op twaalf maanden veeleer dan op één jaar vastgesteld | laquelle une condamnation antérieure fait obstacle à ce que le sursis |
: daarbij heeft hij rekening willen houden met de wetsbepalingen | soit accordé : il a voulu en cela tenir compte des dispositions |
betreffende de herhaling (artikel 56 van het Strafwetboek - Gedr. St., | législatives concernant la récidive (article 56 du Code pénal - Doc. |
Senaat, 1992-1993, nr. 653-2, p. 21). Die bepalingen maken het immers | parl., Sénat, 1992-1993, n° 653-2, p. 21). Ces dispositions permettent |
mogelijk, onder de daarin gestelde voorwaarden, diegenen die, | en effet, aux conditions qu'elles énoncent, de condamner comme |
voordien, reeds veroordeeld zijn geweest tot een gevangenisstraf van | récidivistes ceux qui, antérieurement, ont déjà été condamnés à un |
minstens één jaar, te veroordelen als recidivisten; aangezien die duur | emprisonnement d'au moins un an; cette durée étant choisie pour |
gekozen is om de grens vast te leggen vanaf welke de wet aldus | marquer la limite à partir de laquelle la loi devient ainsi plus |
strenger wordt, is het coherent de grens vanaf welke de gunst van het | sévère, il est cohérent de fixer au même niveau la limite à partir de |
uitstel moet worden geweigerd op dezelfde hoogte vast te leggen. | laquelle la faveur du sursis doit être refusée. |
B.4. Nu het verschil in behandeling berust op een toereikend motief, | B.4. Dès lors que la différence de traitement repose sur un motif |
is zonder belang de vraag of een, klaarblijkelijk materiële, | suffisant, est sans intérêt la question de savoir si une erreur, |
vergissing die in de parlementaire voorbereiding van de wet voorkomt | manifestement matérielle, apparaissant dans les travaux préparatoires |
(twaalf maanden zouden driehonderd dagen zijn : Gedr. St., Senaat, | de la loi (douze mois feraient trois cents jours : Doc. parl., Sénat, |
1992-1993, nr. 653-2, p. 21), de wetgever ertoe zou hebben gebracht de | 1992-1993, n° 653-2, p. 21), aurait induit le législateur à adopter la |
in het geding zijnde bepaling aan te nemen. | disposition en cause. |
B.5. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.5. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 8, § 1, eerste lid, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de | L'article 8, § 1er, alinéa 1er, de la loi du 29 juin 1964 concernant |
opschorting, het uitstel en de probatie, gewijzigd bij artikel 4 van | la suspension, le sursis et la probation, modifié par l'article 4 de |
de wet van 10 februari 1994, schendt de artikelen 10 en 11 van de | la loi du 10 février 1994, ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
Grondwet niet, in zoverre het de mogelijkheid om uitstel te verlenen | Constitution en tant qu'il limite la possibilité de l'octroi d'un |
beperkt tot diegene die voorheen niet veroordeeld is geweest tot een | sursis à celui qui n'a pas fait l'objet d'une condamnation antérieure |
hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf maanden en ze weigert aan | à un emprisonnement principal de plus de douze mois et la refuse à |
diegene die voorheen tot een hoofdgevangenisstraf van één jaar is | celui qui a été condamné à une peine d'un an d'emprisonnement |
veroordeeld. | principal. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 januari 1998. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 janvier 1998. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |