gepubliceerd op 21 juni 2011
Beheersovereenkomst tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 2010-2015 Erratum In het Belgisch Staatsblad van 12 oktober 2010, blz. 61113, dient de publicatie als nietig beschouwd te worden en de beheersovereenkomst vervan Beheersovereenkomst tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 2010-2015 Brusse(...)
Beheersovereenkomst tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 2010-2015 Erratum In het Belgisch Staatsblad van 12 oktober 2010, blz. 61113, dient de publicatie als nietig beschouwd te worden en de beheersovereenkomst vervangen te worden door de volgende : (zie bijlage)
Beheersovereenkomst tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 2010-2015 Brusselse Hoofdstedelijke Regering Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij INHOUD IDENTIFICATIE VAN DE PARTIJEN INLEIDING TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Definities
Artikel 2.Voorwerp van de Beheersovereenkomst
Artikel 3.Samenstelling van de beheersovereenkomst
Artikel 4.Wederzijdse verplichtingen van de partijen
Artikel 5.De actoren en hun rol
Artikel 6.Strategische streefdoelen TITEL II. - OPDRACHTEN, DIENSTEN EN ACTIVITEITEN VAN DE BGHM HOOFDSTUK 1. - Opdrachten van de BGHM
Artikel 7.Organieke opdrachten
Artikel 8.Gedelegeerde opdrachten
Artikel 9.Algemene werkingsprincipes HOOFDSTUK 2. - Opdrachten inzake observatie en programmering van de sector
Artikel 10.Definitie van de opdrachten
Artikel 11.Strategisch streefdoel 1 : Een grondige kennis van de sociale huisvestingssector ontwikkelen
Artikel 12.Behandeling en verspreiding van de sectorale statistieken
Artikel 13.Verwezenlijking van studies op specifieke domeinen
Artikel 14.Organisatie van het jaar colloquium in oktober
Artikel 15.Ervaringen en goede praktijken uitwisselen met de openbare instanties van de drie Gewesten van het land
Artikel 16.Strategisch streefdoel 2 : een doeltreffende programmering van de sectorale investeringen ontwikkelen die er onder andere op gericht is het woningenbestand conform te maken met de Brusselse Huisvestingscode en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door de verbetering van de energieprestatie van de gebouwen
Artikel 17.Het Kadaster van de staat van het patrimonium aanpassen aan de diagnosebehoeften van het Gewest
Artikel 18.Een diagnose maken over de staat van het patrimonium
Artikel 19.Definitie van een typebestek
Artikel 20.Programmering van de eerste schijf van de investeringen van het vierjarenprogramma 2010-2013
Artikel 21.Programmering van de tweede schijf van de investeringen van het vierjarenprogramma 2010-2013 : aanpassing aan de diagnose
Artikel 22.Programmering van de investeringen die in het kader van Beliris worden gefinancierd HOOFDSTUK 3. - Financieringsopdracht
Artikel 23.Definitie van de opdrachten
Artikel 24.Strategisch streefdoel 3 : instaan voor de terbeschikkingstelling van financiële middelen die nodig zijn voor de sector en de financiële transparantie van de bestemming van de gewestelijke uitgaven en toezien op de doeltreffende aanwending van de uitgaven
Artikel 25.De sociale huisvestingssector financieren met inachtneming van de termijnen
Artikel 26.Financiële situatie van de BGHM
Artikel 27.De financiële middelen ter beschikking stellen voor het vierjarenprogramma 2010-2013
Artikel 28.De financiële middelen ter beschikking stellen voor de uitbreiding van het woningenbestand in het kader van het gewestelijk huisvestingsplan
Artikel 29.Waarborgen dat de investeringssubsidies niet worden doorgerekend in de berekening van de basishuurprijzen
Artikel 30.De investeringen van de sector opvolgen en een comité voor de opvolging van de investeringen oprichten
Artikel 31.Financiering van de werking van de sector en opvolging
Artikel 32.Financieel evenwicht van de sector HOOFDSTUK 4. - Opdrachten inzake bijstand en advies
Artikel 33.Definitie van de opdrachten
Artikel 34.Strategisch streefdoel 4 : De initiatieven waarderen die in de sector worden genomen en instaan voor een goede verspreiding van de informatie
Artikel 35.De specifieke kenmerken en de initiatieven van de sector naar waarde schatten
Artikel 36.Methodologische dragers ter beschikking stellen
Artikel 37.Opleidingen organiseren
Artikel 38.Inlichtingen over de wetgeving en de toepassing ervan
Artikel 39.Inlichtingen over de beschikbare tegemoetkomingen
Artikel 40.Strategisch streefdoel 5 : De verwezenlijking van de investeringsontwerpen steunen en de verwezenlijking bespoedigen van de investeringsontwerpen die met de voorgaande programmeringen verbonden zijn
Artikel 41.De ontwerpen in de voorgaande vierjarenprogramma's updaten
Artikel 42.Een gewestelijke expertisepool ter ondersteuning van de OVM's oprichten
Artikel 43.Een module voor de opvolging en de planning van de bouwwerken in het softwareprogamma Antilope invoegen
Artikel 44.Gezamenlijke opdrachten stimuleren
Artikel 45.Strategisch streefdoel 6 : Concrete maatregelen nemen waarmee van Brussel de hoofdstad van de duurzame ontwikkeling kan worden gemaakt
Artikel 46.De energiecertificering van de sociale woningen invoeren
Artikel 47.De uitstoot van broeikasgassen verminderen
Artikel 48.De initiatieven aanmoedigen die de groene ruimten en de biodiversiteit van de sociale woonwijken willen opwaarderen
Artikel 49.De productie van afval verminderen en recyclage aanmoedigen
Artikel 50.De sociale huurders aanzetten tot een actieve mobiliteit
Artikel 51.De opstelling van een algemeen actieplan HOOFDSTUK 5. - Regulerings- en controleopdrachten
Artikel 52.Definitie van de opdrachten
Artikel 53.Strategisch streefdoel 7 : Het bestuur van de sector en de doeltreffendheid van de werking van de OVM's uitbouwen en erop toezien dat de maatschappijen hun verplichtingen naleven
Artikel 54.Naleving van de specifieke voorschriften die de BGHM ten opzichte van de OVM's heeft uitgevaardigd
Artikel 55.Controle van de op sectoraal niveau ontplooide activiteiten
Artikel 56.Evaluatie van de tussen de BGHM en de OVM's gesloten beheersovereenkomst
Artikel 57.Opstellen van een jaarverslag over de naleving van de verplichtingen van de OVM's
Artikel 58.Een globale stand van zaken opmaken
Artikel 59.Een beschouwing aanvatten over de rationalisering van het aantal OVM's HOOFDSTUK 6. - Sociale actieopdrachten
Artikel 60.Definitie van de opdrachten
Artikel 61.Strategisch streefdoel 8 : Toezien op de toepassing van een samenhangend sociale actiebeleid en de participatie van de sociale huurders aanmoedigen
Artikel 62.Een diagnose opstellen over het sociale dienstenaanbod in de sociale huisvesting en in voorkomend geval aanpassingen aan de bestaande systemen voorstellen
Artikel 63.Een platform organiseren voor de kennis van de ingevoerde initiatieven en waar de veldwerkers elkaar kunnen ontmoeten
Artikel 64.Voor de gebruikers van de OVM's collectieve evenementen organiseren die in het teken van het leefmilieu staan
Artikel 65.Ervoor zorgen dat de initiatieven zichtbaar zijn
Artikel 66.Instaan voor de opvolging en de omkadering van de sociale acties van de verschillende actoren
Artikel 67.De participatie van de sociale huurders aanmoedigen en omkaderen HOOFDSTUK 7. - Opdrachten als actor en ontwikkelaar in de sociale huisvestingssector
Artikel 68.Definitie van de opdrachten
Artikel 69.Strategisch streefdoel 9 : het huurwoningenbestand uitbreiden zodat er in elke gemeente 15 % kwaliteitswoningen in openbaar beheer, met een sociaal doel en met het oog op de zogenaamde « duurzame wijk » aanwezig is
Artikel 70.Identificatie van de terreinen
Artikel 71.Sanering van de terreinen en wegenaanleg
Artikel 72.Gronden en gebouwen verwerven
Artikel 73.Een vernieuwend procédé toepassen inzake participatie en betrokkenheid van de stedelijke actoren
Artikel 74.Uitvoering van de overheidsopdrachten
Artikel 75.Verkrijging van de stedenbouwkundige vergunningen
Artikel 76.Verwezenlijking van de bouwwerken, bouwwerkopvolging en - toezicht
Artikel 77.Oplevering van de werken
Artikel 78.Onderhoud van de gebouwen
Artikel 79.Het Gewest inlichten over de vooruitgang van de ontwerpen
Artikel 80.Realiseren van door de Regering verrichte aanvragen voor ontwerpen HOOFDSTUK 8. - Diensten die voortvloeien uit gedelegeerde opdrachten
Artikel 81.Verbintenis om activiteiten uit te voeren en zich tot die activiteiten te beperken
Artikel 82.Woningen voor middeninkomens
Artikel 83.Samenwerking van de sector met nieuwe partners HOOFDSTUK 9. - Beheer van de BGHM
Artikel 84.Beheersprioriteiten
Artikel 85.Strategisch streefdoel 10 : Een gebruikersgerichte aanpak uitbouwen
Artikel 86.Het opstellen van een kwaliteitsvol charter
Artikel 87.De BGHM structureren in vakgroepeenheden
Artikel 88.Denkgroep over de opvang van personen met een handicap in de sociale huisvesting
Artikel 89.Opstellen van een Bedrijfsplan
Artikel 90.Opstellen van een boordtabel
Artikel 91.Opstellen van een plan voor administratieve vereenvoudiging
Artikel 92.Strategisch streefdoel 11 : Zorgen voor een kwaliteitsgerichte aanpak en een procédé dat voortdurende verbetering nastreeft
Artikel 93.De beheerscontrole invoeren
Artikel 94.Evaluatie van de werking van de diensten
Artikel 95.Een mobiliteitsplan voor personeel invoeren
Artikel 96.De Sociaal afgevaardigden TITEL III. - Relaties van de bghm met de OVM'S
Artikel 97.Relatie van de BGHM met de OVM's
Artikel 98.Beheersovereenkomst niveau 2
Artikel 99.Relatie van de BGHM met de federaties
Artikel 100.Organisatie van het Beperkt Overlegcomité TITEL IV. - Financiële verbintenissen ten opzichte van de BGHM
Artikel 101.Aanvullende opdrachten en nieuwe configuraties
Artikel 102.Werkingssubsidie van de BGHM
Artikel 103.Financiering van de BGHM door het Gewest gedurende de contractuele periode en aanpassingsclausule
Artikel 104.Verbintenis inzake de voor rekening van de Regering beheerde Subsidies en Programma's
Artikel 105.Budgettair, boekhoudkundig en financieel beheer TITEL V. - Modaliteiten voor de toepassing, opvolging en evaluatie van de beheersovereenkomst
Artikel 106.Opvolgings- en controlemiddelen
Artikel 107.Tussentijdse evaluatie en eindevaluatie van onderhavige beheersovereenkomst
Artikel 108.Regels voor het oplossen van geschillen TITEL VI. - Corrigerende maatregelen
Artikel 109.Mechanisme van corrigerende maatregelen TITEL VII. - Wijzigingen en einde van de beheersovereenkomst
Artikel 110.Aanpassing van de Beheersovereenkomst als gevolg van een evoluerende context
Artikel 111.Aanhangsel bij de Beheersovereenkomst
Artikel 112.Wijziging van de bijlagen bij de Beheersovereenkomst
Artikel 113.Clausule inzake overmacht
Artikel 114.Looptijd van de beheersovereenkomst en inwerkingtreding TITEL VIII. - Slotbepalingen
Artikel 115.Publicatie van de Beheersovereenkomst
Artikel 116.Bij de beheersovereenkomst bijgevoegde documenten Bijlagen Bijlage 1 :. Begrotingsprogramma 2010-2015 en vereffeningsplan van de vierjarige investeringsprogramma's en het Gewestelijk Huisvestingsplan op de datum van de ondertekening van de Beheersovereenkomst;
Bijlage 2 : Tabellen voor de opvolging van de opdrachten van de beheersovereenkomst niveau 1 Bijlage 3 : Kalender voor de opvolging van de opdrachten van de beheersovereenkomst niveau 1 Bijlage 4 : Gewestelijke StratEgie inzake sociale huisvesting Bijlage 5 : Bepalingen inzake de berekening van de reële huurprijs IDENTIFICATIE VAN DE PARTIJEN Onderhavige beheersovereenkomst wordt gesloten tussen : ? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna genoemd « het Gewest », vertegenwoordigd door de Staatssecretaris bevoegd voor huisvesting; en ? de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, openbaar rechtspersoon, onderworpen aan de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, vertegenwoordigd door de Voorzitter en Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur;
Hierna gezamenlijk « de partijen » genoemd.
INLEIDING Onderhavige beheersovereenkomst kadert in het algemene beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om het recht op huisvesting voor de gehele Brusselse bevolking te concretiseren en de milieukwaliteit van de sociale woningen te verbeteren en dit met name ten gunste van de huurders van deze woningen.
Dat recht op een behoorlijke woning werd bekrachtigd door artikel 3 van de Ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode.
Onderhavige beheersovereenkomst luidt de derde generatie beheersovereenkomsten van de Brusselse sociale huisvestingssector in : de overeenkomst geeft vaste vorm aan de gewestelijke doelstellingen inzake sociale huisvesting. De overeenkomst neemt de gewestelijke context in acht en wenst rekening te houden met de verworvenheden van de eerste twee generaties beheersovereenkomsten van de Brusselse sociale huisvestingssector.
Om de plaats van de gebruiker sterker te onderstrepen, beogen het Gewest en de BGHM via onderhavige Beheersovereenkomst vier strategische prioriteiten : 1. in navolging van de gemeenten, bijdragen tot de verwezenlijking van de gewestelijke doelstelling die ervoor moet zorgen dat er binnen 10 jaar op het grondgebied van elke gemeente 15 % kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal oogmerk aanwezig is;2. het patrimonium conform maken met de Brusselse Huisvestingscode;3. het energieprestatieniveau van de nieuwe woninggebouwen tot de passiefnorm te brengen en deze die zwaar gerenoveerd worden tot de lage energienorm;4. De verbetering van het bestuur van de sector. Om deze 4 strategische prioriteiten te halen, zal de Regering de nodige financiële middelen ter beschikking stellen van de BGHM binnen de mate van het mogelijke.
De gewestelijke context wordt gekenmerkt door een crisis inzake de toegang tot huisvesting waarmee steeds meer Brusselse gezinnen worden geconfronteerd. Daarbij komt nog de gelijktijdige ontwikkeling van een aanzienlijke sociale vraag naar huisvesting. Deze sociale vraag tekent zich af op een moment waarop de aanzienlijke groei van de Brusselse bevolking, zoals voorspeld in de studie Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060' (1) en de studies van de BISA, de behoeften met betrekking tot de vraag naar huisvesting nog dreigt te verergeren.
Onderhavige beheersovereenkomst is erop gericht de middelen en actiemodaliteiten van de Brusselse sociale huisvestingssector te organiseren om derwijze deze vier prioriteiten te realiseren.
Via onderhavige beheersovereenkomst hebben partijen willen zorgen voor een beheersinstrument dat op de volgende kenmerken kan bogen : 1. Voluntaristisch : de beheersovereenkomst bepaalt een aantal streefdoelen die de BGHM binnen een termijn van maximum vijf jaar moet verwezenlijken en legt een hele reeks indicatoren voor resultaatopvolging vast;2. Transparant : de beheersovereenkomst verduidelijkt de organisatie en het beheer van de BGHM, introduceert een cultuur van communicatie en evaluatie, verzekert ten aanzien van alle partijen een regeling waarbij jaarlijks de verkregen resultaten worden meegedeeld en garandeert dat de beoogde doelstellingen, de toegewezen middelen en de verkregen resultaten op elkaar worden afgestemd;3. Solidair : de beheersovereenkomst wil beter inspelen op de behoeften van het gehele publiek en inzonderheid van kwetsbaarder personen zoals grote gezinnen en personen met een handicap;4. Op samenwerking gericht : : de beheersovereenkomst is gestoeld op de permanente wil om voor een dialoog en samenwerking te zorgen tussen de Staatssecretaris, de Regering, de BGHM en de OVM's die het gewestelijke huisvestingsbeleid toepassen, rekening houdend met het feit dat de OVM's geen partij zijn bij deze Overeenkomst;5. Vooruitblikkend : bovenop het beheer van haar ontwerpen, maakt de Beheersovereenkomst het de BGHM mogelijk om te peilen naar de sectorale evolutie op middellange en lange termijn en zich hieraan gaandeweg aan te passen. De Beheersovereenkomst sluit aan op de twee instrumenten voor de investeringsplanning, zegge de lopende vierjaarlijkse investeringsprogramma's en het Gewestelijk Huisvestingsplan.
Om duidelijk te maken dat het Gewest de sociale huisvesting als één van zijn prioriteiten beschouwt, heeft het de vierjarenprogramma's bekrachtigd als bevoorrechte instrumenten ter financiering van de OVM's. De afgelopen jaren werden verschillende programma's opgestart : ? in oktober 2002 heeft de Brusselse Hoofdstedelijk Regering een eerste vierjarenprogramma 2002-2005 met betrekking tot een enveloppe van 200 miljoen euro goedgekeurd; ? een vierjarenprogramma bis (2004-2007) dat gefinancierd is door de BGHM en betrekking heeft op een bedrag van 80 miljoen euro werd goedgekeurd om tegemoet te komen aan de behoeften met betrekking tot de aanpassing van het patrimonium aan de kwaliteitsnormen waaraan een openbare dienst moet voldoen; ? in mei 2006 werd een tweede vierjarenprogramma (2006-2009) door de Regering goedgekeurd. Dat programma had eveneens betrekking op een enveloppe van 200 miljoen euro en biedt de OVM's een betoelagingsniveau van 50 % (tegenover 25 % in het kader van het vorige programma). Het programma wenst in te spelen op de nieuwe investeringsprioriteiten van de Regering, met name werken waarmee energie kan worden bespaard en werken waarmee de staat van in gebruik zijnde woningen kan worden verbeterd; ? ondanks de context van budgettaire restricties werd in oktober 2009 geopteerd voor het principe van een derde vierjarenprogramma (2010-2013). Het budget beloopt 206 miljoen euro en het subsidiëringsniveau bedraagt nog steeds 50 %. De eerste ambitie van dat programma is een antwoord te vormen op de reële behoeften van het patrimonium door zich te baseren op een volledige doorlichting of diagnose van de staat waarin de woningen zich bevinden. Er wordt dus voorrang gegeven aan de financiering van renovatieprojecten waarvan de diagnose stelt dat deze noodzakelijk zijn om het patrimonium een volledige en grondige opknapbeurt te geven en om de milieukwaliteit van de gebouwen te verbeteren.
Om de Brusselse huisvestingscrisis aan te pakken, is het daarnaast de bedoeling om met het in 2004 opgestarte Gewestelijk Huisvestingsplan een steentje bij te dragen tot de verwezenlijking van de gewestelijke doelstelling die ervoor moet zorgen dat er op het grondgebied van elke gemeente 15 % kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal oogmerk aanwezig is.
TITEL I - Algemene bepalingen
Artikel 1.Definities In deze Beheersovereenkomst en de bijbehorende bijlagen hebben de gebruikte bewoordingen en uitdrukkingen de betekenis die wordt bepaald in artikel 2 van de Ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode.
Voor de toepassing van onderhavige Beheersovereenkomst gelden de volgende betekenissen : ADL : Assistentie bij de Activiteiten van het Dagelijks Leven ARHUU : Adviesraad van de Huurders ATO : Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest BGHM : Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij BHC : Brusselse Huisvestingscode, ordonnantie van 17 juli 2003 BISA : Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse BROH : Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting DMBSH : Dienst voor Maatschappelijke Begeleiding van Sociale Huurders Duurzame Wijkvisie : benaderingswijze die erop gericht is projecten te ondersteunen die een wijk op ambitieuze wijze laten kaderen binnen de verwezenlijking van een reeks doelstellingen die betrekking hebben op de ecologische kwaliteit van haar grondgebied, haar sociaal netwerk en haar economische houdbaarheid Federaties : De OVM-federaties, met name de VSH en de FESOCOLAB FESOCOLAB : Fédération des Sociétés coopératives de Logement à Bruxelles Gebruikers : de OVM's, de huurders en de kandidaat-huurders Gewest : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest GGB : Gewestelijke Gegevensbank met de inschrijvingen van alle kandidaat-huurders GHP : het « Gewestelijk Huisvestingsplan » GIMB : Gewestelijke Investeringsmaatschappij Brussel GPDO : het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling MBHG : Het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest OVM : Openbare Vastgoedmaatschappij PB : Projectbegeleiding PSC : Project voor Sociale Cohesie Regering : De Brusselse Hoofdstedelijke Regering Sociaal- en gezondheidsnetwerk : deze algemene term slaat terug op alle sociale diensten (zoals O.C.M.W.'s en diensten voor sociaalprofessionele integratie), de ambulante gezondheidsdiensten (zoals centra voor geestelijke gezondheid, thuiszorgdiensten en verslavingszorgdiensten) de institutionele gezondheidsdiensten (zoals ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en gespecialiseerde psychiatrische instellingen) Staatssecretaris : De Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting Toezicht/Voogdij : de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij VSH : Vereniging voor Sociale Huisvesting 135 % : De door het vierjarenprogramma 2010-2013 gefinancierde investeringen worden ten belope van 135 % gefinancierd om de OVM's in staat te stellen alle supplementaire kosten te dekken. De 135 % is samengesteld uit : ? 100 % voor de kostprijs van de werken; ? 6 % voor de btw; ? 12 % voor de ontwerper, inclusief de kosten voor de architect, de ingenieur, de veiligheidscoördinator en de EPB-expert; ? 9 % voor onvoorziene kosten; ? 4 % voor de nutsbedrijven (gas, water, elektriciteit); ? 2 % voor de kosten voor het bouwplaatstoezicht; ? 2 % voor de indexering.
Artikel 2.Voorwerp van de Beheersovereenkomst Onderhavige beheersovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig artikel 33 van de BHC met betrekking tot de beheersovereenkomst. De beheersovereenkomst stelt de regels en de voorwaarden vast op basis waarvan de BGHM de haar toevertrouwde opdrachten uitvoert en regelt de verplichtingen van de Partijen die bij de beheersovereenkomst betrokken zijn.
De beheersovereenkomst omvat : ? De aan de BGHM toevertrouwde opdrachten; ? De aan de partijen toevertrouwde streefdoelen; ? De verbintenissen van de partijen; ? De taken en activiteiten waarvoor de BGHM moet instaan om haar opdrachten te kunnen uitvoeren; ? De middelen die van de BGHM ter beschikking worden gesteld om haar streefdoelen te kunnen verwezenlijken; ? De modaliteiten inzake toepassing, opvolging, controle, evaluatie, sancties en herziening van de beheersovereenkomst.
De BGHM reproduceert en ontwikkelt deze streefdoelen en opdrachten via de Beheersovereenkomsten die zij samen met de OVM's ondertekent.
Artikel 3.Samenstelling van de beheersovereenkomst Onderstaande documenten gaan als bijlage bij onderhavige beheersovereenkomst en maken er integraal deel van uit : ? Bijlage 1 : Begrotingsprogramma 2010-2015 en vereffeningsplan van de vierjarige investeringsprogramma's en van het Gewestelijk Huisvestingsplan op de datum van de ondertekening van de Beheersovereenkomst; ? Bijlage 2 : Tabel voor de opvolging van de opdrachten van de beheersovereenkomst niveau 1; ? Bijlage 3 : Kalender voor de opdrachten van de beheersovereenkomst van niveau 1; ? Bijlage 4 : Gewestelijke strategie inzake sociale huisvesting ? Bijlage 5 : Bepalingen inzake de berekening van de reële huurprijs.
Bijlagen 2 en 3 zullen binnen de drie maanden na de ondertekening in gemeenschappelijk overleg bepaald worden.
In geval van uiteenlopende interpretaties tussen deze documenten zal de beheersovereenkomst prevaleren boven alle andere als bijlagen aan de beheersovereenkomst toegevoegde documenten.
De beheersovereenkomst en de bijbehorende bijlagen geven alle afspraken van de partijen weer met betrekking tot het onderwerp ervan en annuleren en vervangen elke verbintenis, overeenkomst of elk contract die/dat eerder al mondeling of schriftelijk met betrekking tot een identiek onderwerp is aangegaan.
Artikel 4.Wederzijdse verplichtingen van de partijen De algemene verplichtingen van het Gewest die uit onderhavige beheersovereenkomst voortvloeien, hebben betrekking op het volgende : ? Begrotingsmiddelen ter beschikking stellen van de BGHM die de Instelling inzake werking en investeringen nodig heeft om haar opdrachten te kunnen uitvoeren binnen de beperking van de beschikbare middelen. In geval van vermindering van de ter haren beschikking gestelde middelen, zal het Gewest op voorstel van het Opvolgingscomité de opdrachten bepalen waarvan de uitvoering zal worden uitgesteld of geannuleerd; ? Voldoende kwalitatieve human resources ter beschikking stellen en de personeelsformaties van het statutair en contractueel personeel van de BGHM aanpassen om de BGHM derwijze in staat te stellen haar opdrachten op een doeltreffende en efficiënte manier uit te voeren; ? Alle informatie ter beschikking stellen waarover de Regering zou beschikken en die nodig zou zijn voor de goede uitvoering van de opdrachten van de BGHM inzake het openbaar grondpatrimonium en de plaatselijke sociale instrumenten; ? De vergemakkelijking van de opdrachten waarvan de BGHM zich dient te kwijten, met inbegrip van : o de implicatie bij het huisvestingsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; o de vergemakkelijking van de contacten met andere instanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; o de vergemakkelijking van de contacten met andere machtsniveaus in voorkomend geval.
De algemene verplichtingen van de BGHM die uit onderhavige beheersovereenkomst voortvloeien, hebben betrekking op het volgende : ? De doeltreffende uitvoering, in het kader van de middelen die haar worden toegekend, van het gewestelijke huisvestingsbeleid; ? Het optimale gebruik van de beschikbare middelen, met inbegrip van de aanwending van de jaarlijkse begrotingskredieten die voor de uitoefening van haar opdrachten te hare beschikking worden gesteld; ? De optimalisering van haar werkingsmiddelen en programma's om derwijze het woningaanbod met betrekking tot de oprichting van nieuwe woningen te maximaliseren, overeenkomstig de wettelijke verplichtingen van de Instelling en via de mobilisering van alle betrokken actoren, mits inachtneming van haar bevoegdheden; ? De voorrang die de BGHM verleent aan haar in onderhavige beheersovereenkomst bepaalde basisopdrachten en -activiteiten; ? Het Gewest in het bezit stellen van gegevens die bij de BGHM beschikbaar zijn om zodoende te zorgen voor transparantie en een beter inzicht te verkrijgen in de context en de actie van de sector.
Artikel 5.De actoren en hun rol In het kader van het vastleggen en implementeren van het huisvestingsbeleid in het Gewest verbinden de Partijen zich ertoe om de volgende principes in acht te nemen : ? De Staatssecretaris en de Regering bepalen en beslissen over het algemene huisvestingsbeleid; zij waarborgen de middelen en vergewissen zich van de goede implementatie ervan; ? De BGHM, intermediaire Instelling tussen de Regering en de als vastgoedoperatoren fungerende OVM's, vergemakkelijkt en controleert de verwezenlijking van het gewestelijke beleid via voornoemde OVM's; ? De Raad van Bestuur bestuurt de BGHM in het kader van de implementering van haar opdrachten; ? De OVM's : implementeren het sociale huisvestingsbeleid op lokaal niveau.
Artikel 6.Strategische streefdoelen Via onderhavige beheersovereenkomst beogen het Gewest en de BGHM de volgende 11 strategische streefdoelen die verderop in onderhavige Beheersovereenkomst worden uiteengezet : 1. een grondige kennis van de sociale huisvestingssector ontwikkelen;2. een doeltreffende programmering van de sectorale investeringen ontwikkelen die er onder andere op gericht is het woningenbestand conform te maken met de Brusselse Huisvestingscode en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door de verbetering van de energieprestaties van de gebouwen;3. instaan voor de terbeschikkingstelling van financiële middelen aan de sector en de financiële transparantie van de bestemming van de gewestelijke uitgaven en toezien op de doeltreffende toewijzing van de uitgaven;4. de initiatieven waarderen die in de sector worden genomen en instaan voor een goede verspreiding van de informatie;5. de verwezenlijking van de investeringsontwerpen steunen en de verwezenlijking bespoedigen van de investeringsontwerpen die met de voorgaande programmeringen verbonden zijn;6. concrete maatregelen nemen waarmee van Brussel de hoofdstad van de duurzame ontwikeling kan worden gemaakt;7. het bestuur van de sector en de doeltreffendheid van de werking van de OVM's uitbouwen en erop toezien dat de maatschappijen hun verplichtingen naleven;8. toezien op de invoering van een samenhangend sociale actiebeleid en de participatie van de sociale huurders aanmoedigen;9. het huurwoningenbestand uitbreiden zodat er in elke gemeente 15 % kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal doel aanwezig is en dit met het oog op de zogenaamde « duurzame wijk »;10. een gebruikersgerichte aanpak uitbouwen;11. zorgen voor een kwaliteitsgerichte aanpak en een procédé dat voortdurende verbetering nastreeft. TITEL II - Opdrachten, diensten en activiteiten van de BGHM HOOFDSTUK 1 - Opdrachten van de BGHM
Artikel 7.Organieke opdrachten Overeenkomstig de bepalingen van de BHC, inzonderheid de artikelen 31 en 32, en overeenkomstig de statuten van de BGHM, worden de hoofdopdrachten van de BGHM in dat kader als volgt gedefinieerd : 1. Observatie en programmering van de sector : ? Instaan voor de programmering van de sectorale investeringen op basis van een strikte en vooruitblikkende analyse van de behoeften van de sector; ? Instaan voor alle studies die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van haar opdrachten; 2. Financiering : ? Binnen de beperkingen van de beschikbare middelen, de OVM's de nodige financiële middelen ter beschikking stellen voor de verwezenlijking van hun doel en instaan voor de opvolging van de aanwending van die middelen;3. Assistentie en Advies : ? advies uitbrengen over iedere aangelegenheid betreffende de huisvesting, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de Regering; ? de OVM's adviseren en steunen; 4. Regulering en controle : ? De OVM's erkennen overeenkomstig de in artikel 44 van de BHC bepaalde voorwaarden; ? Controle en administratief toezicht uitoefenen op de activiteiten en het beheer van de OVM's; ? Het overleg met de OVM's organiseren; 5. Actor en operator : ? Terreinen aankopen, onroerende goederen aankopen en/of optrekken, ze inrichten, renoveren, beheren, ze verhuren en bezwaren met erfdienstbaarheden en lasten; ? met de instemming van de Regering of in haar naam en voor haar rekening overeenkomsten sluiten met derden, de uitwerking en de uitvoering van projecten bevorderen, vennoot worden en deelnemen in het kapitaal van maatschappijen om haar taken te verwezenlijken; ? met de voorafgaande goedkeuring van de Regering alle andere handelingen verrichten die samenhangen met deze die in de BHC worden opgesomd; 6. Sociale acties : ? de sociale samenhang en de organisatie van sociale relaties tussen de huurders en de OVM's stimuleren. De BGHM verbindt er zich toe haar opdrachten, diensten en activiteiten te ontwikkelen op basis van een gebruikersgerichte aanpak waarbij de huurder centraal wordt geplaatst.
Artikel 8.Gedelegeerde opdrachten De gedelegeerde opdrachten zijn de opdrachten inzake huisvesting die door de Regering specifiek aan de BGHM zijn toevertrouwd om aan nieuwe behoeften te voldoen.
Op de datum waarop de beheersovereenkomst in werking treedt, wordt één enkele opdracht door de Regering gedelegeerd : het « Gewestelijk Huisvestingsplan ».
Alle inhoudelijke wijzigingen of wijzigingen in het kader van de bestaande opdrachten inzake huisvesting die door de Regering specifiek aan de BGHM zijn toevertrouwd, die zich na de inwerkingtreding van de beheersovereenkomst zouden voordoen, worden geregeld in een aanhangsel bij de Beheersovereenkomst en worden geacht deel uit te maken van de Gedelegeerde Opdrachten. In het aanhangsel worden de middelen en de manier bepaald waarop deze opdrachten worden gefinancierd.
Artikel 9.Algemene werkingsprincipes De BGHM verbindt zich ertoe om haar organieke opdrachten en haar gedelegeerde opdrachten in het belang van de gebruikers uit te voeren om zodoende het woningaanbod in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit te breiden.
De BGHM zal haar organieke opdrachten en haar gedelegeerde opdrachten uitvoeren met inachtneming van de volgende basisprincipes : ? Gelijkheid van gebruikers : de BGHM zal de principes van gelijke behandeling toepassen, die worden bepaald in de BHC volgens de Europese Richtlijnen (2000/43/EG van 29 juni 2000 en 2004/113/EG van 13 december 2004). ? Transparantie : de BGHM zal haar werking, met name via de verschillende verslagen waarin wordt voorzien door deze overeenkomst, transparant structureren en zal toezien op toegankelijkheid, begrijpelijkheid en duidelijkheid voor het grote publiek; de BGHM zal antwoorden op elke vraag die het Gewest over haar beheer en de uitoefening van haar opdrachten zou kunnen stellen; de BGHM verbindt er zich tevens toe alle informatie mee te delen, die zou kunnen worden gevraagd in het kader van door het Brussels Hoofdstedelijk parlement gestelde vragen. ? Ethiek en deontologie : in het kader van de uitvoering van onderhavige beheersovereenkomst zorgt de BGHM voor de dagelijkse toepassing en ontwikkeling van haar principes van goed bestuur waarvan zij de promotor is in de sociale huisvestingssector.
Er weze aan herinnerd dat de Brusselse sociale huisvestingssector niet onderworpen is aan de Europese verplichting die voortvloeit uit de dienstenrichtlijn van de EG (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees parlement en van de raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt) om de door de Staat toegewezen financiële middelen jaarlijks als staatssteun te rechtvaardigen.
Hiertoe, en overeenkomstig artikel 8 van de door de Europese Commissie op 28 november 2005 aangenomen beslissing over de diensten van algemeen economisch belang (DAEB), stelt de BGHM sinds 19 december 2008 om de drie jaar een periodiek verslag op waarin wordt gerechtvaardigd dat de aan de sector toegekende financieringen geen staatssteun zijn. HOOFDSTUK 2 - Opdrachten inzake observatie en programmering van de sector
Artikel 10.Definitie van de opdrachten In het kader van haar opdrachten inzake observatie en programmering van de sector verleent de BGHM haar steun om het gewestelijke investeringsbeleid te definiëren. Deze opdrachten hebben betrekking op twee pijlers. Enerzijds de activiteiten die voorafgaand aan de beslissingen worden ontplooid inzake studies, statistieken en inzameling en reporting over de sector. Deze activiteiten moeten het Gewest en alle sociale huisvestingsactoren in staat stellen een diepgaande en vooruitblikkende kennis te verwerven over de sociale huisvestingssector. Anderzijds gaat het om activiteiten ter analyse van de behoeften inzake investeringen en sectorale programmering.
STREEFDOEL 1 : Een grondige kennis van de sociale huisvestingssector ontwikkelen
Artikel 11.Strategisch streefdoel 1 : Een grondige kennis van de sociale huisvestingssector ontwikkelen In artikel 32, § 7 van de BHC staat dat de BGHM een documentatie- en informatiecentrum opricht en de publicatie van alle documenten, studies en tijdschriften over sociale huisvesting waarborgt en aanmoedigt. Om de BGHM in het kader van deze opdracht te sterken, wordt er gepland dat de Instelling de volgende activiteiten ontplooit : 1) sectorale statistieken behandelen en verspreiden;2) studies met betrekking tot specifieke domeinen uitvoeren;3) instaan voor de inzameling en voortdurende verspreiding van de sectorale informatie;4) ervaringen en goede praktijken uitwisselen met de openbare instanties van de drie Gewesten van het land.
Artikel 12.Behandeling en verspreiding van de sectorale statistieken Om snel te kunnen antwoorden op vragen die met sociale huisvesting te maken hebben, staat de BGHM in voor de inzameling en behandeling van de sectorale statistieken. In dat kader voert de BGHM de volgende taken uit.
In dit kader legt de BGHM een unieke gegevensbank aan waarin alle gegevens betreffende de sector worden verzameld. De BGHM schenkt vooral aandacht aan de gegevens waarover zij beschikt en vult deze aan via het statistisch inzamelingsformulier dat de OVM's ieder jaar vóór het einde van de maand maart invullen.
Die gegevensbank moet makkelijk geraadpleegd kunnen worden en dient jaarlijks uiterlijk in juni geactualiseerd worden voor de gegevens van het voorgaande jaar.
De BGHM neemt ter zake alle nodige maatregelen opdat binnen het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van de beheersovereenkomst alle gegevens die in het kader van de herzieningen van de basishuurprijzen en van het technisch kadaster werden ingezameld onderling samenhangend zijn.
De BGHM houdt de gegevens bij over het aantal woningen, hun kenmerken en hun adres op basis van de bestemmingen en de bestemmingswijzigingen en de renovatie- en bouwwerken.
De BGHM bepaalt per woning een code die als basis zal dienen voor de communicatie tussen de BGHM en de OVM's betreffende de huurprijzen, de investeringen en de bestemmingen/bestemmingswijzigingen. Dat systeem dient binnen het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van onderhavige beheersovereenkomst operationeel te zijn en moet de BGHM in staat stellen om te beschikken over een constant geüpdate gegevensbank betreffende de adressen van de woningen en hun basiskenmerken.
De BGHM zal ook de gegevens over de toegankelijkheid van de sociale woningen voor personen met beperkte mobiliteit invoeren.
De BGHM zal de uit de gegevensbank afgeleide statistieken systematisch en periodiek bekendmaken via haar internetsite en het jaarverslag van de Instelling. Zij zal deze eveneens overmaken aan het BISA en het ATO.
Artikel 13.Verwezenlijking van studies op specifieke domeinen Om het Gewest te voorzien van de nodige stof tot nadenken om nieuwe beleidsvormen met betrekking tot de Brusselse sociale huisvesting uit te werken, verwezenlijkt de BGHM voor rekening van het in overleg met het Gewest de volgende studies : ? de diagnose van het patrimonium tegen april 2011 (overeenkomstig artikel 18); ? de typebestekken voor de renovatie- en bouwwerken en de referentieprijzen waarbij de bekommernis voor een betere milieukwaliteit wordt opgelegd binnen twee maanden na de ondertekening van onderhavige beheersovereenkomst (overeenkomstig artikel 19); ? de analyse van het sociale dienstenaanbod in de sociale huisvestingssector binnen de twaalf maanden na de ondertekening van onderhavige beheersovereenkomst (overeenkomstig artikel 62); ? binnen de twaalf maanden na de ondertekening van onderhavige overeenkomst, de elementen voor de overpeinzing van een nieuwe manier voor de berekening van de huurprijs waarmee de Staatssecretaris een voorstel aan de Regering kan formuleren. Dit moet gebaseerd zijn op statistische studies over de bewoningskostprijs van de sociale woningen rekening houdend met de huurprijs en de huurlasten met betrekking tot de gemeenschappelijke delen en met het energie- en waterverbruik; ? de financiële situatie van de sector en de middelen om tot een financieel evenwicht van de sector te komen binnen de twaalf maanden na de ondertekening van onderhavige beheersovereenkomst (overeenkomstig artikel 32); ? de nodige elementen om de beschouwingen van het Gewest aan te sturen over de mogelijke manieren om de sector te rationaliseren tegen juni 2011; ? tegen oktober 2011 een grondbeleidstrategie van de sociale huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om zodoende te zorgen voor : o een grotere sociale mix in de gemeenten; o een evenwichtige spreiding van voor personen met een handicap aangepaste woningen; o een aanbod aan woningen waarvan de grootte aangepast is aan de behoeften van de kandidaat-huurders.
De BGHM voert alle studies uit die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van haar opdrachten.
Artikel 14.Organisatie van het jaar colloquium in oktober Ieder jaar in november organiseert de BGHM een colloquium waaraan alle actoren van de sector deelnemen.
Voor de voorbereiding van dat colloquium vat de BGHM alle opmerkingen samen die over de sector tijdens het voorbije jaar werden gemaakt. Dat rapport wordt in oktober van ieder jaar bezorgd aan het Gewest en aan de sector en zal onder andere de volgende elementen omvatten : ? De samenvatting per OVM van de verslagen van de sociaal afgevaardigden, van de stand van zaken bepaald in artikel 58, de diagnose van het patrimonium en het in artikel 57 bepaalde rapport over de verplichtingen van de OVM's; ? De sociaal-economische situatie van de kandidaat-huurders en huurders; ? de statistieken met betrekking tot de huisvestingsvraag in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en inzake de toewijzingen en schrappingen per OVM; ? de verwezenlijking van de investeringen; ? de bestemming en de evolutie van de gewestelijke financiële middelen die bestemd zijn voor de financiering van : o de gewestelijke dotaties voor de BGHM; o alle aan de OVM's gestorte tegemoetkomingen : gewestelijke solidariteitstoelage, de verminderingen van de onroerende voorheffing voor grote gezinnen,; o de subsidies, dotaties en tegemoetkomingen die in voorkomend geval worden gestort aan organisaties en beleidsmiddelen zoals de VSH, de Fesocolab, de DMBSH, de BFHV, het Huurderssyndicaat, het Observatiecentrum van de Huisvesting, de PSC's, de ARHUU's; o De investeringskredieten; o De kostprijs van de instrumenten zoals de GGB online voor de meervoudige inschrijving, het kadaster voor de staat van het patrimonium, het bouwwerkprogramma,; o de opleidingen ten gunste van het OVM-personeel. ? Het jaarlijkse overzicht van de gerealiseerde studies en de informatie die werd ingezameld in het kader van het voorgaande artikel.
Op basis van dat rapport spreken de BGHM en het Gewest af over de sleutelevoluties van de sector die tijdens het colloquium aan bod zullen komen.
Artikel 15.Ervaringen en goede praktijken uitwisselen met de openbare instanties van de drie Gewesten van het land De BGHM legt regelmatig contacten met de openbare instanties van beide andere Gewesten van het land om ervaringen en goede praktijken inzake beheer en uitwerking van het huisvestingsbeleid uit te wisselen.
Tijdens die contacten komen ook volgende punten aan bod : ? De prijsnormen inzake renovatie en nieuwbouw; ? De berekening van de huurprijs en de lasten; ? De systemen die worden uitgewerkt om de OVM's te responsabiliseren.
STREEFDOEL 2 : Een doeltreffende programmering van de sectorale investeringen ontwikkelen die er onder andere op gericht is het woningenbestand conform te maken met de Brusselse Huisvestingscode en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door de verbetering van de energieprestatie van de gebouwen
Artikel 16.Strategisch streefdoel 2 : een doeltreffende programmering van de sectorale investeringen ontwikkelen die er onder andere op gericht is het woningenbestand conform te maken met de Brusselse Huisvestingscode en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door de verbetering van de energieprestatie van de gebouwen Om dat strategisch streefdoel tot een goed einde te brengen, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) het kadaster inzake de staat van het patrimonium aanpassen aan de diagnosebehoeften van het Gewest;2) een diagnose over de staat van het patrimonium realiseren;3) een typebestek bepalen;4) de eerste schijf van de investeringen van het vierjarenprogramma 2010-2013 programmeren;5) de tweede schijf van de investeringen van het vierjarenprogramma 2010-2013 programmeren in overeenstemming met de diagnose van het patrimonium;6) de investeringen programmeren die in het kader van Beliris worden gefinancierd.
Artikel 17.Het kadaster van de staat van het patrimonium aanpassen aan de diagnosebehoeften van het Gewest Om de budgetten en de grote lijnen van zijn investeringsbeleid te kunnen bepalen, moet het Gewest over een precies en geactualiseerd beeld beschikken van de staat waarin het patrimonium van de OVM's zich bevindt.
Hiertoe wordt de huidige overeenkomst tussen de BGHM en de Federaties geactualiseerd en herzien binnen de drie maanden na de ondertekening van de onderhavige overeenkomst. In de nieuwe overeenkomst zullen de elementen moeten worden opgenomen die de duurzaamheid van het kadaster en zijn jaarlijkse actualisering verzekeren. Het betreft hier onder meer de volgende beginselen : ? de overeenkomst is vanaf nu een tripartite overeenkomst, waarbij ook het Gewest een ondertekenende partij wordt, naast de BGHM en de Federaties; ? het begeleidingscomité van het kadaster zal een plaats zijn waar uitwisselingen plaatsvinden, gesprekken worden gevoerd en beslissingen worden genomen die betrekking hebben op de organisatie van dit instrument om het zo operationeel mogelijk te maken en het in overeenstemming te brengen met de eisen van de onderhavige overeenkomst; ? het voorzitterschap van het begeleidingscomité van het kadaster wordt waargenomen door de BGHM en het Gewest is vertegenwoordigd binnen het comité; ? het begeleidingscomité van het kadaster stelt jaarlijks een verslag op over de werking van het kadaster tijdens het verlopen jaar en maakt dit verslag ten laatste eind februari over aan de Raad van Bestuur van de BGHM; dit verslag wordt vervolgens voor eind april overgemaakt aan het Gewest; ? dit verslag maakt het met name mogelijk om de goede uitvoering van de tripartite overeenkomst door de Federaties jaarlijks te evalueren; ? één jaar na de ondertekening van de onderhavige overeenkomst, zal er een volledige evaluatie plaatsvinden van de nieuwe overeenkomst. Na deze evaluatie zullen het Gewest en de DBDMH in overleg met de Federaties samen beslissen of de Federaties het beheer van het kadaster zal blijven verzorgen of niet.
De OVM's zorgen voor de updating van de « basisgegevens« van het technisch kadaster. Deze gegevens hebben betrekking op de adressen van de woningen, de basiskenmerken en de oppervlakten.
Tegelijkertijd herbekijkt het Begeleidingscomité van het kadaster, met het oog op de in artikel 18 beschreven diagnose, de lijst met de « essentiële bestanddelen » van het patrimonium om zodoende over een beknopt doch zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de volgende drie aspecten : ? de veiligheid en de gezondheid van de woningen inzake Co-risico, asbest, elektriciteitsinstallaties en brandveiligheid; ? het minimumcomfort, met name de gebouwschil, de aanwezigheid of niet van een badkamer, een toilet binnen en verwarming; ? de energiekwaliteit inzake warmte-isolatie, productie van warm water en verwarmingswater.
Het aantal « essentiële bestanddelen » moet zo beperkt mogelijk zijn.
De BGHM moet controleren of de basisgegevens en de basisbestanddelen van het technisch kadaster worden bijgehouden. Hiertoe moet de BHGM in december van elk jaar een rapport aan haar Raad van Bestuur voorleggen over het toezicht op deze verplichte gegevens. Deze controle zal worden uitgevoerd op basis van een bezoek aan ten minste 2 % van de woningen van elke OVM. Als 20 % van de gecontroleerde gegevens van een OVM niet geactualiseerd zijn, zal de maatschappij in kwestie verplicht zijn deze binnen de drie maanden te updaten. Zo niet verliest de OVM haar toegang tot haar trekkingsrechten.
De controle van de kadastergegevens zal tevens betrekking hebben op de samenhang van de gegevens van andere bronnen, zoals deze van de basishuurprijzen.
De OVM's moeten de gegevens inzake de « essentiële bestanddelen« updaten. Om hen hierbij te helpen zal de BGHM het nodige personeel beschikbaar houden waarop zij in dat kader een beroep kunnen doen.
De gegevens van het kadaster die buiten de BGHM worden bekendgemaakt zullen op de laatste werkdag van de maand maart uit het kadaster worden afgeleid.
Het Gewest zal in maart 2011 kunnen beschikken over de eerste verplichte gegevens die uit het kadaster worden afgeleid.
Artikel 18.Een diagnose maken over de staat van het patrimonium Het Gewest streeft ernaar om de behoeften van het huurwoningenbestand en de ontwerpen die zullen worden toegepast in het kader van het Vierjarenprogramma 2010-2013 zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
Het is precies daarom dat de toekenning van de kredieten van de tweede schijf van het Vierjarenprogramma die in 2011 wordt gestort, gebaseerd zal zijn op een diagnose van het patrimonium.
Die diagnose bestaat uit twee delen : 1. op basis van het kadaster en bezoeken aan het patrimonium zal de BGHM een lijst opstellen met werken die inzake veiligheid, minimumcomfort en energiekwaliteit noodwendig zijn.In die lijst zal er gewezen worden op de werken die in geen enkel renovatieprogramma zijn opgenomen en zal er informatie worden verstrekt over het budget dat nodig zou zijn om die werken uit te voeren. 2. een analyse van die lijst der werken zal het mogelijk maken prioriteiten te bepalen voor de renovatie van het patrimonium om zodoende bij te dragen tot het gewestelijk streefdoel om het patrimonium conform te maken met de Brusselse Huisvestingscode en de uitstoot van broeikasgassen tegen 2025 met 30 % te verminderen, rekening houdend met de overwegingen die in artikel 49 worden gemaakt. Deze diagnose wordt tegen april 2011 bij het Gewest de Staatssecretaris ingediend. De BGHM kan een beroep doen op externe hulp om deze diagnose binnen de toebedeelde termijn uit te voeren. In de komende jaren zal de BGHM de updating bezorgen die telkens in dezelfde periode wordt uitgevoerd.
Artikel 19.Definitie van een typebestek Vóór eind 2010, bezorgt de BGHM twee typebestekken aan het Gewest, met name een bestek voor de nieuwbouw en een bestek voor de renovaties.
Deze bestekken zullen als referentie gelden en zullen zorgen voor de toepasbaarheid van de richtlijnen betreffende de na te leven minimumnormen met betrekking tot : ? milieukwaliteit : op alle ontwerpen voor nieuwbouwwoningen zal de passiefnorm worden toegepast om een energieverbruik van 15 kWh per m22 te bereiken en de ontwerpen voor zware renovatie zullen aan de lage energienorm moeten voldoen, voor zover de technische beperkingen dit toestaan. Gezonde en milieu- en gezondheidsvriendelijke materialen zullen gekozen worden voor nieuwbouw en renovatie. De opvang en waardering van regenwater wordt gepland in de nieuwbouwprojecten en indien mogelijk ook ingevoegd in de renovatieontwerpen. Voor de zware renovaties en de nieuwbouwprojecten zal er ook een biotoopcoëfficiënt per oppervlakte worden gepland, waarbij er rekening wordt gehouden met de huurder en een gelijke verdeling van de kosten en het aantal woningen wordt gewaarborgd. ? grootte van de woningen met een minimum van 25 % woningen met drie slaapkamers en meer voor de projecten voor nieuwbouw en zware renovatie. Er kan van deze bepaling worden afgeweken op voorwaarde dat het jaarprogramma van de sector dit quotum respecteert; ? opvang van personen met een handicap voor de ontwerpen inzake zware renovatie, indien dit technisch haalbaar is, en voor alle bouwontwerpen. Rekening houdend met de raming van het percentage personen met een handicap te Brussel, de vergrijzing van de bevolking, de voorschriften bepaald in de GSV en de op te vangen tekorten moeten de ontwerpen voortaan in het volgende voorzien : o 75 % toegankelijke woningen; o 20 % aanpasbare woningen; o 5 % aangepaste woningen. Er zal aandacht worden besteed aan ADL-woningen.
Voor alle categorieën moet er voor de nodige diversiteit aan woningen worden gezorgd, gaande van één tot vijf slaapkamers.
Deze minimumnormen zullen zijn uitgewerkt door rekening te houden met alle kosten en voordelen voor de huurder, de opdrachtgever en de gemeenschap.
Rekening houdend met de typebestekken en de systemen voor de omkadering van de kosten die in beide andere gewesten van toepassing zijn, zal de BGHM een referentieprijs begroten voor de uitwerking van de ontwerpen.
Deze overheidsopdrachten zullen in de mate van mogelijke rekening houden met de sociale en milieukundige bepalingen.
Artikel 20.Programmering van de eerste schijf van de investeringen van het vierjarenprogramma 2010-2013 Een eerste deel van het vierjarig investeringsprogramma 2010-2013 van 50 miljoen euro zal in 2010 worden toegekend op basis van de enquête die werd uitgevoerd over de renovatiebehoeften van de OVM's. De in dat kader gefinancierde ontwerpen zullen worden geselecteerd op basis van prioriteitscriteria die betrekking hebben op de veiligheid, de isolatie en de aanpassing van de verwarmingsketels, de leegstand, de stand van zaken in de voorgaande vierjarenprogramma's en de urgentie van de werken. Deze eerste selectie zal ter goedkeuring aan de Regering worden voorgelegd. De nieuwbouwprojecten zullen niet meer mogen belopen dan 25 % van het totale bedrag van de enveloppe.
Artikel 21.Programmering van de tweede schijf van de investeringen van het vierjarenprogramma 2010-2013 : aanpassing aan de diagnose De tweede schijf van het vierjarig investeringsprogramma 2010-2013 ten belope van 156 miljoen euro zal in 2011 worden toegewezen. De in dat kader gefinancierde ontwerpen zullen worden geselecteerd op basis van de prioriteiten die dankzij de in artikel 18 bepaalde diagnose werden bepaald.
De diagnose zal het Gewest in staat stellen de verschillende types projecten te bepalen die in het kader van de vierjarenprogramma's 2010-2013 zullen worden gefinancierd. Het deel van de begrotingsenvelop die aan nieuwbouw wordt gewijd zal hoogstens 25 % belopen. De prioriteiten van de tweede schijf van het vierjarenprogramma 2010-2013 en de verdeling van de envelop zullen tegen midden juni 2011 aan de Regering worden voorgelegd.
Artikel 22.Programmering van de investeringen die in het kader van Beliris worden gefinancierd De BGHM formuleert met de goedkeuring van het Gewest en aan de hand van de gegevens van het kadaster en van geobjectiveerde prioriteitscriteria, een voorstel tot investeringsprojecten die zouden gefinancierd kunnen worden in het kader van Beliris. Dit voorstel wordt na goedkeuring van het Gewest ter akkoord voorgelegd aan de vertegenwoordigers van de federale overheid binnen Beliris.
Het Gewest zal de technische modaliteiten bestuderen voor de afstemming van de financieringsregeling van door Beliris gefinancierde projecten op de financieringsregeling van het Gewest voor de investeringsprojecten in de sociale huisvestingssector. HOOFDSTUK 3 - Financieringsopdracht
Artikel 23.Definitie van de opdrachten Het Gewest stelt financiële middelen ter beschikking van de BGHM om haar in staat te stellen de haar toevertrouwde opdrachten uit te voeren. In de context van budgettaire restricties waarvan onderhavige beheersovereenkomst deel uitmaakt, verbinden de partijen zich ertoe de financiële middelen aan te geven die nodig zijn om het gewestelijke sociale huisvestingsbeleid uit te voeren. Het is in die zin dat het strategische streefdoel inzake de financieringsopdracht moet worden begrepen : de optimale en doeltreffende bestemming van de middelen en de financiële transparantie.
STREEFDOEL 3 : Instaan voor de terbeschikkingstelling van financiële middelen die nodig zijn voor de sector en de financiële transparantie van de bestemming van de gewestelijke uitgaven en toezien op de doeltreffende aanwending van de uitgaven
Artikel 24.Strategisch streefdoel 3 : instaan voor de terbeschikkingstelling van financiële middelen die nodig zijn voor de sector en de financiële transparantie van de bestemming van de gewestelijke uitgaven en toezien op de doeltreffende aanwending van de uitgaven Om dat strategisch doel te realiseren, verbinden het Gewest en de BGHM zich er in het kader van hun respectieve bevoegdheden toe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) De sociale huisvestingssector financieren met inachtneming van de termijnen 2) Een rapport opstellen over de financiële situatie van de BGHM 3) De financiële middelen ter beschikking stellen voor het vierjarenprogramma 2010-2013 4) De financiële middelen ter beschikking stellen voor het gewestelijk huisvestingsplan 5) Waarborgen dat de subsidies niet worden doorgerekend in de berekening van de basishuurprijs 6) De investeringen van de sector opvolgen en een comité voor de opvolging van de investeringen oprichten 7) De financiële middelen ter beschikking stellen die noodzakelijk zijn voor de werking van de sector en de opvolging ervan 8) Een studie uitwerken over het financiële evenwicht van de sector Artikel 25.De sociale huisvestingssector financieren met inachtneming van de termijnen De BGHM brengt het Gewest op de hoogte van de maatregelen die moeten worden genomen om de sector een financiering te waarborgen overeenkomstig de termijnen en om in die zin samen te werken met de gemachtigde besturen.
Om de continuïteit van het huisvestingsbeleid en de oplvolging van de financiering van de sector zo goed mogelijk te waarborgen, wordt er een werkgroep opgericht waarin het Gewest, de Directie Huisvesting, de administratieve en financiële directie van het MBHG en de BGHM zetelen.
Artikel 26.Financiële situatie van de BGHM Om het Gewest in staat te stellen een aangepaste begroting op te stellen, bezorgt de BGHM op vraag van het Gewest : ? een stand van zaken van haar financiële situatie met een simulatie van haar thesaurie en met prognoses over de maandelijkse evolutie voor het komende jaar, ? de stand van zaken van de uitvoering van de begroting van het lopende jaar, ? een stand van zaken van haar schuldvorderingen en schulden ten opzichte van het Gewest, de OVM's en iedere andere overheidsinstantie; ? de stand van zaken aangaande het gebruik van de aan de sector tijdens het verlopen boekjaar toegekende middelen, in overeenstemming met artikel 31.
Op basis van de analyse van haar financiële toestand bepaalt de BGHM het maximumbedrag van de langetermijnleningen die gedurende het komende jaar kunnen worden toegekend.
Artikel 27.De financiële middelen ter beschikking stellen voor het vierjarenprogramma 2010-2013 De aan de investeringsprogramma's toegewezen begrotingsenveloppe omvat alle kosten die verbonden zijn met de volledige verwezenlijking van de investeringen, hetgeen gelijk is aan 135 % van de nettowaarde van het gebouw. [Van de 135 % uit artikel 1 zullen OVM's, die hun budget niet volledig opgebruiken, een deel kunnen hergebruiken voor andere projecten die zij uitvoeren op voorwaarde dat de prioriteiten van het vierjarenprogramma 2010-2013 worden gerespecteerd.] De enveloppe van het vierjarenprogramma 2010-2013 wordt als volgt verdeeld : 1° De renovatie- en nieuwbouwwerken worden gefinancierd ten belope van 80 %;2° De trekkingsrechten worden gefinancierd ten belope van 15 %;3° De dringende ontwerpen worden gefinancierd te belope van 4 %;4° De « 101ste % » wordt gefinancierd ten belope van 1 %; De BGHM kan jaarlijks op basis van objectieve criteria een aanpassing van het vierjarenprogramma 2010-2013 of van de verdeling van de jaarlijks aan deze programma's toegewezen enveloppe aan het Gewest voorstellen.
De subsidiëring van de investeringen : Binnen de beperkingen van de beschikbare kredieten die ingeschreven zijn op de gewestbegroting, wordt dat investeringsprogramma gespijsd met : ? terugvorderbare voorschotten, ten belope van 50 % van het globale bedrag; ? subsidies, ten belope van 50 % van het globale bedrag.
Om de OVM's ertoe aan te zetten hun planning van de investeringsprojecten na te leven, en in voorkomend geval hen te sanctioneren, zal de BGHM een sanctie- en stimulansenstelsel invoeren dat erop gericht is de OVM's op hun verantwoordelijkheden te wijzen zonder dat de sociale huurder hiervoor wordt gestraft.
Voor de trekkingsrechten wordt de verdeling van de kredieten tussen terugvorderbare voorschotten en subsidies door de BGHM berekend in functie van de ratio die wordt gevormd door de verhouding tussen de annuïteitslast en de bedragen van de huuropbrengsten, inclusief de bedragen die werden geïnd via de gewestelijke solidariteitstoelage en de maandelijkse solidariteitsbijdrage.
In de enveloppe van de subsidies die worden toegekend aan iedere OVM, worden de projecten voor de integratie van kunstwerken aan 100 % gesubsidieerd.
De terbeschikkingstelling van een langetermijnlening Ter aanvulling van de financiering van de in het vierjarenprogramma 2010-2013 opgenomen projecten waarvan de raming in de loop van het procédé werd overstegen of die niet werden gefinancierd kan de Raad van Bestuur van de BGHM voor zover het in artikel 26 van onderhavige beheersovereenkomst bepaalde maximumbedrag niet is overschreden een interestloze langetermijnlening op 33 jaar met een interestvoet van 0 % aan de OVM's toekennen. De toekenningsvoorwaarden luiden als volgt : ? de OVM beschikt niet over voldoende eigen middelen, ? de OVM kan een vooruitgang voorleggen die binnen het gemiddelde van de sector valt.
Artikel 28.De financiële middelen ter beschikking stellen voor de uitbreiding van het woningenbestand in het kader van het gewestelijk huisvestingsplan De BGHM verbindt zich ertoe de volgende initiatieven te nemen of te doen nemen : ? Uitwerking van het bestek voor de oproep tot de kapitaalmarkt; ? Opstart van de overheidsopdracht; ? Betaling van de vastgoedontwikkelaars; ? Recuperatie van de annuïteiten bij de OVM's of de andere actoren op het niveau van het beheer van de goederen; ? Invoering van de mutualisering van de interestvoeten van de OVM's op de kapitaalmarkt; ? Beheer van de schuld ten opzichte van de banken.
In het kader van deze opdrachten heeft het Gewest : ? de drie schijven van 180 miljoen euro vastgelegd na de beslissingen van 24 februari 2005, 23 november 2006 en 13 december 2007; ? zich ertoe verbonden over te gaan tot de betaalbaarstelling van de bedragen die nodig zijn voor de levensvatbaarheid van de dossiers en die het verschil uitmaken tussen de aan de banken verschuldigde annuïteit en de huuropbrengst die overeenkomt met 50 % van die annuïteit in het geval van sociale woningen en met 66 % hiervan als het om woningen voor middeninkomens handelt;
Artikel 29.Waarborgen dat de investeringssubsidies niet worden doorgerekend in de berekening van de basishuurprijzen De BGHM ziet erop toe dat : ? de werken die worden gefinancierd met de toekenning van subsidies ongeacht of zij worden toegekend in het kader van een vierjarig investeringsprogramma, van het Gewestelijk Huisvestingsplan, door Beliris of door een andere subsidieverlenende instantie geen stijging van de basishuurprijzen met zich meebrengt; ? de sancties inzake subsidies geen aanleiding geven tot een stijging van de basishuurprijs.
Artikel 30.De investeringen van de sector opvolgen en een comité voor de opvolging van de investeringen oprichten Vanaf de ondertekening van de overeenkomst stelt de BGHM het Gewest aan de hand van informaticatabellen om de drie maanden in het bezit van de precieze stand van zaken van de investeringsprogramma's.
Deze stand van zaken geeft voor elke OVM alle bouwwerken weer met daarbij telkens : ? het volledige adres, ? het type werken, ? de stand van zaken, ? de financieringsbronnen met de verdeling ervan, ? de stand van zaken inzake de verwezenlijking van de ordonnancerings- en vastleggingskredieten.
Voor iedere OVM richt de BGHM een comité op voor de opvolging van de door het Gewest gefinancierde investeringsprojecten. Dat comité komt ten minste driemaal per jaar bijeen. Het Comité ziet erop toe dat de BGHM en de OVM's informatie uitwisselen en oplossingen vinden voor eventuele problemen die zouden rijzen bij de verwezenlijking van de projecten van de OVM.
Artikel 31.Financiering van de werking van de sector en opvolging Het Gewest waarborgt de BGHM binnen de beperkingen van de beschikbare middelen een financiering voor alle maatregelen die noodzakelijk zijn voor de werking van de sector.
De BGHM zorgt ervoor dat deze middelen ter beschikking worden gesteld van de sector via : ? de systemen voor de sociale begeleiding (PSC, ARHUU, beroepscommissie, DMBSH, ADL); ? de gewestelijke solidariteitstoelage die 75 % van het maatschappelijk tekort van de OVM's dekt; ? de verminderingen voor grote gezinnen en personen met een handicap; ? de opleiding van het OVM-personeel; ? de stimulansen met betrekking tot de beheersovereenkomsten; ? de overeenkomsten met de BFHV en het Huurderssyndicaat; ? de opvolging en de optimalisering van de solidariteitsbijdrage.
Wanneer de BGHM haar financiële toestand jaarlijks aan het Gewest meedeelt (zie artikel 26), bezorgt zij tevens de bedragen die aan elke partij werden toegekend, de opdrachten die in het kader van de geplande financieringen moesten worden vervuld en een beoordeling van de verwezenlijking van de opdrachten.
Artikel 32.Financieel evenwicht van de sector Binnen de twaalf maanden na de ondertekening van de Beheersovereenkomst, verbindt de BGHM zich ertoe om de onderzoeken over het financiële evenwicht van de sociale huisvestingssector op middellange en lange termijn te actualiseren.
In dit kader, stelt de BGHM een overzichtsnota op over de financiële toestand van de sector en de perspectieven ervan en over de opties en acties die moeten worden ondernomen. In deze nota komt onder andere het volgende aan bod : ? De evaluatie van de impact van het investerings- en huurbeleid op het financiële evenwicht van de OVM's; b6 De richtingen die werden en moeten ingeslagen worden om de kosten te beheersen, zoals bijvoorbeeld het opstellen van een bedrijfsboekhouding; ? De mechanismen waarmee het financiële evenwicht op korte, middellange en lange termijn kan worden verbeterd in het kader van het huidige gewestelijke budget dat aan huisvesting wordt toegewezen, zoals bijvoorbeeld de herkapitalisatie van de sector en de analyse van de berekening van de gewestelijke solidariteitstoelage met eerbiediging van het Regeerakkoord. HOOFDSTUK 4 - Opdrachten inzake bijstand en advies
Artikel 33.Definitie van de opdrachten Deze opdracht kadert binnen het verlangen om de sector te versterken in zijn hoofdactiviteiten, m.n. het beheer van het patrimonium en de ontvangst van de huurders en kandidaat-huurders. Bovendien, zorgt de onderhavige beheersovereenkomst voor een nieuwe dynamiek in de sociale huisvestingssector aangezien deze bijdraagt tot het gewestelijke streefdoel om van Brussel de hoofdstad van de duurzame ontwikkeling te maken. Voor de verwezenlijking van dergelijke aanpak zijn maatregelen nodig die rechtstreeks met het leefmilieu te maken hebben en betrekking hebben op recyclage, mobiliteit, uitstoot van broeikasgassen, enz De concretisering van die nieuwe aanpak zal gerealiseerd worden dankzij de activering van alle competenties in de sector en onder andere via de invoering van een gewestelijke expertisepool ter ondersteuning van de OVM's.
STREEFDOEL 4 : De initiatieven waarderen die in de sector worden genomen en instaan voor een goede verspreiding van de informatie
Artikel 34.Strategisch streefdoel 4 : De initiatieven waarderen die in de sector worden genomen en instaan voor een goede verspreiding van de informatie Om dat streefdoel tot een goed einde te brengen, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) De specifieke kenmerken en de initiatieven van de sector naar waarde schatten 2) Methodologische dragers ter beschikking stellen;3) Opleidingen organiseren;4) Inlichtingen verstrekken over beschikbare tegemoetkomingen;5) Inlichtingen verstrekken over de wetgeving.
Artikel 35.De specifieke kenmerken en de initiatieven van de sector naar waarde schatten In samenwerking met andere actoren zoals de Directie van Monumenten en Landschappen en Leefmilieu Brussel organiseert de BGHM colloquia, bezoeken aan woonwijken en realiseert publicaties en tentoonstelling over de Brusselse sociale huisvesting in samenwerking. De bedoelde actoren zijn deze die van dicht of van ver met openbare huisvesting te maken hebben. Het streefdoel komt erop neer de waarde van de specifieke kenmerken en/of de initiatieven van de sector inzake duurzame ontwikkeling, goed bestuur, patrimonium en sociale actie te onderstrepen om op termijn nieuwe samenwerkingsverbanden te realiseren en vernieuwende ideeën tot stand te brengen.
De BGHM zal zich aansluiten bij het ontwerp voor een gewestelijk internetportaal dat door het MBHG wordt ontwikkeld.
Artikel 36.Methodologische dragers ter beschikking stellen De BGHM verbindt er zich toe methodologische dragers ter beschikking te stellen van de OVM's, de huurders en de kandidaat-huurders. Deze dragers worden in het communicatieplan van de BGHM gedefinieerd en zijn erop gericht het doelpubliek te informeren over de werking en de procedures van de Brusselse huisvestingssector. De BGHM wordt ermee belast onder meer het volgende op haar internet te publiceren : ? de in artikel 19 van onderhavige beheersovereenkomst bepaalde typebestekken; ? memento's, vademecums inzake de berekening van de basishuurprijs en de reële huurprijs, de boekhoudregels, de administratieve bepalingen betreffende de toepassing van de investeringsontwerpen;
Artikel 37.Opleidingen organiseren De BGHM verbindt er zich toe voor opleidingen te zorgen, die door haar of door een andere instantie worden verstrekt en die gericht zijn op de huurders, het personeel en de bestuurders van de OVM's.
Deze opleidingen omvatten basismodules, modules voor voorgezette opleiding en hebben ook betrekking op de ontwikkeling van de informatiedragers die voor deze opleidingen noodwendig zijn. Deze opleidingen moeten binnen de twaalf maanden na de inwerkingtreding van de Beheersovereenkomst worden uitgewerkt. De opleidingen worden in overleg met de OVM's gedefinieerd en dienen met name betrekking te hebben op : ? de overheidsopdrachten; ? de huurprijsberekening; ? de sociale actie; ? de opvang van personen met een handicap, de analyse van hun precieze huisvestingsvraag en de oriëntatie naar het meest geschikte woningtype; ? de toegankelijkheid van de woningen voor personen met een handicap en de inrichting en het onderhoud van de aangepaste en aanpasbare woningen; ? de investeringen die de milieukwaliteit van de gebouwen verbetert; ? de administratieve procedures; ? de wetgeving van de sector en de bijbehorende technische en fiscale wetgevingen.
Artikel 38.Inlichtingen over de wetgeving en de toepassing ervan Wat de oude wetgeving betreft, verbindt de BGHM zich ertoe de OVM's in te lichten over de wetgeving en de toepassing ervan inzake normen betreffende bouw, renovatie, stedenbouw, bescherming van Monumenten en Landschappen, leefmilieu, fiscaliteit en op voorstel van het Beperkt Overlegcomité over ieder ander domein dat betrekking heeft op de opdrachten van de OVM's. De BGHM antwoordt op alle vragen die de OVM's in dat verband stellen.
Artikel 39.Inlichtingen over de beschikbare tegemoetkomingen Het Gewest verbindt er zich toe de BGHM voor te lichten over de begrotingsmiddelen die beschikbaar zijn voor de investeringssubsidies en de werkingssubsidies en over de criteria voor de toekenning van die tegemoetkomingen.
De BGHM of ieder andere door haar gemachtigde instantie verstrekt informatie aan de OVM's over alle beschikbare gewestelijke, federale en Europese subsidies waarop zij recht hebben inzake investeringen en werking.
Deze informatie wordt binnen de 15 maanden na de inwerkingtreding van de beheersovereenkomst op de Internetsite geplaatst.
STREEFDOEL 5 : De verwezenlijking van de investeringsontwerpen steunen en de verwezenlijking bespoedigen van de investeringsontwerpen die met de voorgaande programmeringen verbonden zijn
Artikel 40.Strategisch streefdoel 5 : De verwezenlijking van de investeringsontwerpen steunen en de verwezenlijking bespoedigen van de investeringsontwerpen die met de voorgaande programmeringen verbonden zijn Om dat streefdoel te bereiken, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) De ontwerpen in de voorgaande vierjarenprogramma's updaten;2) Een gewestelijke expertisepool ter ondersteuning van de OVM's oprichten;3) Een module voor de opvolging en de planning van de bouwwerken in het softwareprogramma Antilope invoegen;4) Gezamenlijke opdrachten stimuleren.
Artikel 41.De ontwerpen in de voorgaande vierjarenprogramma's updaten In overeenstemming met het Regeerakkoord van 27 oktober 2009 zal de BGHM een grondige analyse uitvoeren en de ontwerpen van de vorige vierjarenprogramma's updaten. De middelen die als gevolg van deze analyse vrijkomen, zullen bij voorrang worden bestemd voor het conform maken van het patrimonium met de Brusselse Huisvestingscode en voor werken die de gebouwen in de sector op milieuvlak verbeteren.
De BGHM stelt het Gewest een updating voor van de kredieten voor projecten waarvan de werken kunnen starten op 1 juni 2011 zodat de envelop van de voorgaande vierjarenprogramma's alles kan bestrijken, inclusief met de reeds geplande alternatieve financieringswijzen. Deze updating van de kredieten zal in overleg met de OVM's plaatsvinden.
Artikel 42.Een gewestelijke expertisepool ter ondersteuning van de OVM's oprichten De BGHM richt voor rekening van het Gewest een gecentraliseerde expertisepool ter ondersteuning van de OVM's om de verwezenlijking van de investeringen te versnellen en de programmering van de investeringen te optimaliseren. Zodra onderhavige beheersovereenkomst is ondertekend zal de BGHM een studie uitvoeren om de modaliteiten voor de oprichting van de expertisepool te bepalen.
De expertisepool heeft de volgende streefdoelen : ? Het volume uitbreiden van de jaarlijks in de sector verwezenlijkte renovatie- en nieuwbouwinvesteringen; ? de expertise van de BGHM betreffende investeringsprogrammering en de terbeschikkingstelling van de financiële middelen overeenkomstig de artikelen 27 tot en met 30 verbeteren. Hiertoe zal de BGHM haar kennis van het gewestelijk patrimonium verbeteren om zodoende de meest relevante projecten te kunnen selecteren, rekening houdend met de staat waarin het patrimonium van de sector en meer bepaald van de betreffende OVM zich bevindt; ? de OVM's begeleiden bij de uitwerking van de investeringsprojecten en daarbij in voorkomend geval rekening houdend met aspecten inzake energie, mobiliteit, waterbeheer, gezondheid en biodiversiteit.
De studie bepaalt de aanpassingen die aan haar diensten moet worden aangebracht om aan deze drie streefdoelen tegemoet te komen, alsook aan andere die eventueel relevant zullen blijken.
De Expertisepool is een pool om de OVM's te assisteren en mag geen voogdelijke opdrachten uitvoeren. Na de studie kan het nodig blijken dat sommige diensten van de BGHM gereorganiseerd worden, zodat die Pool zo goed mogelijk in de organisatie van de BGHM kan worden geïntegreerd en dat deze zo operationeel mogelijk is.
Een door het Gewest met de dotatie voor de expertisepool ter ondersteuning van de OVM's gefinancierde externe consultant zal de BGHM begeleiden bij de oprichting van deze Pool.
Na het eerste jaar dat de Pool werd ingevoerd, zal het Gewest het systeem evalueren om de doeltreffendheid ervan na te gaan.
Artikel 43.Een module voor de opvolging en de planning van de bouwwerken in het softwareprogamma Antilope invoegen Een module voor de opvolging en de planning van de bouwwerken zal ook worden ingevoegd in het Antilopeprogramma waarin zich de gegevens van het technisch kadaster bevinden. Het begeleidingscomité zal een beroep doen op een doeltreffend extern bedrijf om zodoende te zorgen voor de grootst mogelijke gebruiksvriendelijkheid van die module en om het bouwwerkprogramma van de BGHM er zo goed mogelijk in te integreren.
Deze module maakt het mogelijk om alle gegevens van zowel de OVM's als van de BGHM inzake bouwwerkopvolging te centraliseren. Dankzij die module moeten de BGHM en het Gewest makkelijk kunnen beschikken over moduleerbare tabellen over de stand van zaken van de werken per OVM, per gemeente en per type werken.
De bouwwerken moeten worden gekoppeld aan de desbetreffende essentiële bestanddelen zodat het Gewest en de BGHM gemakkelijk kunnen nagaan of er renovatiewerken werden gepland of niet.
Artikel 44.Gezamenlijke opdrachten stimuleren ? Om de OVM's in staat te stellen te bezuinigen en/of om meer samenwerkingsverbanden te kunnen uitbouwen, verleent de BGHM, desgewenst met de hulp van een consultant, haar steun bij de organisatie van gezamenlijke overheidsopdrachten onder de OVM's.
STREEFDOEL 6 : Concrete maatregelen nemen waarmee van Brussel de hoofdstad van de duurzame ontwikkeling kan worden gemaakt
Artikel 45.Strategisch streefdoel 6 : Concrete maatregelen nemen waarmee van Brussel de hoofdstad van de duurzame ontwikkeling kan worden gemaakt Het gewestelijk regeerakkoord voor d legislatuur 2009-2014 bepaalt : « In navolging van andere Europese steden onderschrijft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de ambitieuze klimaatdoelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2025 met 30 % te verminderen (vergeleken bij 1990) en bekommert het zich tevens om de aanverwante kwesties, zoals luchtkwaliteit, luchtvervuiling en energie.Vanuit dezelfde optiek zullen ook de endogene hernieuwbare energiebronnen maximaal ontwikkeld worden ».
Het Brussels woningenbestand bestaat voor 8,3 % uit sociale woningen.
Door zijn omvang kan het een belangrijke rol spelen in het bereiken van de doelstelling die erin bestaat de uitstoot van broeikasgassen te verminderen : de investeringen in de sociale huisvestingssector zullen eerst en vooral rekening houden met het milieu. Dit zal een niet te verwaarlozen onrechtstreeks gevolg hebben voor de tewerkstelling en de ontwikkeling van nieuwe filières in Brussel. In dit kader, zal de BGHM de tewerkstelling van de Brusselaars bevorderen en haar rol vervullen die erin bestaat mee te helpen aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelstellingen van de Alliantie Werkgelegenheid-Milieu en het Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei via het waken, overeenkomstig artikel 55, over de eerbiediging van de sociale bepalingen in de bestekken.
De investeringen in de sociale huisvestingssector houden immers eerst en vooral rekening met het milieu. Dit heeft een niet te verwaarlozen indirect gevolg voor de werkgelegenheid en de ontwikkeling van nieuwe filières in Brussel. Bovendien zal de BGHM overeenkomstig artikel 55 waken over de eerbiediging van de sociale bepalingen in de lastenboeken.
Deze maatregelen kunnen eveneens bijdragen tot het verbeteren van de levenskwaliteit van de huurders, die op termijn over beter geïsoleerde woningen zullen kunnen beschikken die voorzien zijn van hoge prestatie leverende verwarmingssystemen. De huurders kunnen indien zij dit wensen ook bijdragen tot het milieu door deel te nemen aan initiatieven die betrekking hebben op de mobiliteit, de afvalsortering en de opwaardering van groene zones.
Om dat strategisch streefdoel te bereiken, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteit te ontplooien : 1) de energiecertificering van de sociale woningen invoeren;2) de uitstoot van broeikasgassen verminderen;3) de initiatieven aanmoedigen die de groene ruimten en de biodiversiteit van de sociale woonwijken willen opwaarderen;4) de productie van afval verminderen en recyclage aanmoedigen;5) de ontwikkeling van een actieve mobiliteit voor sociale huurders aanmoedigen;6) een algemeen actieplan verwezenlijken;
Artikel 46.De energiecertificering van de sociale woningen invoeren De BGHM voert een intern systeem voor energiecertificatie van de sociale woningen in met het oog op het van kracht worden van de reglementering inzake de energiecertificatie, in overeenstemming met het in artikel 51 gedefinieerde algemene actieplan.
Artikel 47.De uitstoot van broeikasgassen verminderen De BGHM stelt de maatregelen op van het in artikel 51 gedefinieerde algemene actieplan die erop gericht het energieverbruik van de sociale huurders te verminderen. Deze maatregelen zullen met name betrekking hebben op : ? de veralgemening van de warmtekoppelingssystemen (elektriciteit en warmte) in de grote woningcomplexen; ? de ontwikkeling van het gebruik en de autoproductie van hernieuwbare energie in de sociale woningen; ? de begeleiding inzake energieverbruik van de gezinnen.
Artikel 48.De initiatieven aanmoedigen die de groene ruimten en de biodiversiteit van de sociale woonwijken willen opwaarderen De BGHM zal samenwerkingsverbanden sluiten met Leefmilieu Brussel, Natagora, Natuurpunt, enz... om hen in de mogelijkheid te stellen ieder initiatief aan te moedigen dat erop gericht is de biodiversiteit van het sociale woningenbestand te optimaliseren om zodoende voor de onmiddellijke omgeving van de gebouwen een gevarieerd beheer uit te werken dat zo goed mogelijk is aangepast aan de ontwikkeling van inheemse fauna en flora. Deze samenwerkingsverbanden zijn tevens gericht op het aanmoedigen van de inrichting van collectieve sier- en moestuinen voor de sociale huurders.
Artikel 49.De productie van afval verminderen en recyclage aanmoedigen De BGHM zal haar samenwerkingsverbanden sluiten met Leefmilieu Brussel en Net Brussel om op iedere site met sociale woningen de mogelijkheden te optimaliseren om de productie van afval te verminderen en ieder initiatief in die zin aan te moedigen. Zij zal er eveneens op toezien dat maatregelen genomen worden om de gezinnen te begeleiden.
Artikel 50.De sociale huurders aanzetten tot een actieve mobiliteit Samen met Leefmilieu Brussel staat de BGHM in voor de terbeschikkingstelling van fietsenstallingen in sociale woonblokken.
Het Gewest verbindt er zich toe bij de besprekingen over het vervoersplan van de MIVB rekening te houden met de behoeften van de sociale huurders van grote woninggebouwen.
Samen met Cambio zal de BGHM ook de mogelijkheid onderzoeken om autodelen aan te moedigen.
Artikel 51.De opstelling van een algemeen actieplan De BGHM stelt in het kader van een werkgroep met de OVM's, Leefmilieu Brussel en in voorkomend geval Net Brussel en de gespecialiseerde verenigingen een algemeen actieplan op.
Dit algemeen actieplan zal de doelstellingen uit de artikelen 46 tot 50 vertalen in concrete en becijferde maatregelen. Het plan zal in twee delen worden uitgewerkt : ? binnen het jaar dat volgt op de ondertekening van de overeenkomst, zullen in het eerste deel alle maatregelen worden opgenomen die betrekking hebben op de artikelen 46, 47 en 50; ? binnen de twee jaar na de ondertekening, zullen in het tweede deel alle maatregelen worden opgenomen die betrekking hebben op de artikelen 48 en 49. HOOFDSTUK 5 - Regulerings- en controleopdrachten
Artikel 52.Definitie van de opdrachten De regulerings- en controleopdrachten omvatten de reguleringsactiviteiten, zegge de voorafgaande omkaderingsactiviteiten ten opzichte van de OVM's en de activiteiten ter controle van hun verrichtingen.
De BGHM ziet toe op de goede uitvoering van de opdrachten, de goede aanwending van de ter beschikking gestelde middelen en op de naleving door de OVM's van de vigerende regels, normen en procedures. Zij voert haar acties uit met het oog op de versterking van het bestuur binnen van sector.
STREEFDOEL 7 : Het bestuur van de sector en de doeltreffendheid van de werking van de OVM's uitbouwen en erop toezien dat de maatschappijen hun verplichtingen naleven
Artikel 53.Strategisch streefdoel 7 : Het bestuur van de sector en de doeltreffendheid van de werking van de OVM's uitbouwen en erop toezien dat de maatschappijen hun verplichtingen naleven Gezien de steeds strengere eisen inzake veiligheid, comfort, onthaal van huurders en kandidaat-huurders, bestuur en leefmilieuaangelegenheid moet de BGHM erop toezien dat de OVM's hun opdrachten goed uitvoeren.
Binnen een context van budgettaire restricties zal dat verschijnsel ook steeds meer toegespitste expertise vergen. Er zullen dus meer synergieën moeten plaatsvinden die gestoeld zijn op nieuwe samenwerkingsverbanden tussen de OVM's onderling en ook met andere overheidsinstanties. Er zullen dus samen met de BGHM, de gemeenten en de OVM's beschouwingen worden gemaakt om het aantal OVM's te kunnen rationaliseren zonder daarbij evenwel afbreuk te doen aan kwaliteitsvolle openbare dienstverlening.
Om dat strategisch streefdoel te bereiken, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) Toezien op de naleving van de specifieke voorschriften die de BGHM ten opzichte van de OVM's heeft uitgevaardigd;2) De activiteiten controleren die op sectoraal niveau worden verwezenlijkt;3) De beheersovereenkomst tussen de BGHM en de OVM's evalueren;4) Een jaarverslag opstellen over de naleving van de verplichtingen van de OVM's;5) Een algemene stand van zaken opmaken;6) Een beschouwing starten over de rationalisering van het aantal OVM's.
Artikel 54.Naleving van de specifieke voorschriften die de BGHM ten opzichte van de OVM's heeft uitgevaardigd Ongeacht de opdrachten die door de Ordonnantie aan de BGHM zijn toevertrouwd in het kader van haar toezichthoudende rol, verbindt de Instelling zich ertoe de naleving af te dwingen van de volgende specifieke voorschriften : ? De statutenwijzigingen :. De BGHM evalueert en keurt de door de OVM's geformuleerde voorstellen met betrekking tot statutenwijzigingen binnen een termijn van 30 dagen goed. Indien de BGHM geen antwoord verstrekt binnen deze termijn wordt het voorstel als goedgekeurd beschouwd. Als deze wijziging betrekking heeft op het maatschappelijk doel van de maatschappij of in geval van invereffeningstelling evalueert en hecht de BGHM haar eventuele goedkeuring aan de wijzigingsvoorstellen binnen de 60 dagen. Bij ontstentenis van antwoord binnen de toebedeelde termijn wordt het voorstel als verworpen beschouwd; ? de declassering en bestemmingswijziging van sociale woningen : De BGHM hecht haar goedkeuring aan de declasseringen van woningen wat het aantal slaapkamers en de aanpassing aan de gezinssamenstelling betreft, alsook bestemmingen van sociale woningen voor andere doeleinden dan deze die zijn bepaald door de BHC. Zij past haar gegevens over de woningen aan; ? het bedrag van presentiegelden en emolumenten toegekend aan de leden van de raad van bestuur van de OVM's : : de Raad van Bestuur hecht zijn goedkeuring aan en ziet toe op de naleving van de referentiemaxima die gelden voor de aan de leden van de raden van bestuur van de OVM's toegekende emolumenten en presentiegelden, die door de Raad van Bestuur van de BGHM werden goedgekeurd; ? de ontwikkeling van activiteiten buiten de sociale huisvesting om, die volledig gescheiden moeten worden van de activiteiten met betrekking tot de sociale huisvesting; de modaliteiten voor het onderscheid worden ontwerp per ontwerp middels het akkoord van de BGHM bepaald. De huisvestingsactiviteiten die buiten het kader van de sociale huisvesting, maar op initiatief van de OVM worden ontplooid, worden enkel en alleen uitgevoerd door maatschappijen die juridisch gescheiden zijn van de OVM. De OVM zorgt voor een integrale boekhoudkundige en financiële scheiding tussen haar openbare en haar andere activiteiten; ? De huurprijsberekening : na afloop van de in artikel 13 bepaalde studie over de huurprijsberekening verbindt de Regering er zich toe het besluit van 26 september 1996 aan te passen. In afwachting van die hervorming, zal de momenteel van toepassing zijnde en in bijlage 5 opgenomen omzendbrief 307 moeten worden ingevoegd in de beheersovereenkomsten die worden gesloten tussen de BGHM en de OVM's en in het door de BGHM opgestelde reglement.
De BGHM stelt de technische richtlijnen op met het oog op de organisatie van haar controleopdrachten.
Artikel 55.Controle van de op sectoraal niveau ontplooide activiteiten De BGHM oefent haar voogdij op de verrichtingen van de OVM's op drie manieren uit : ? De controle vooraf die wordt uitgevoerd vooraleer de verrichting wordt gedaan. Deze controle is erop gericht de afwijking ten opzichte van de streefdoelen te verhinderen; ? De simultane controle waarmee een oordeel over een in uitvoering verkerende verrichting of een activiteit kan worden geveld, alvorens tot het vervolg ervan wordt overgegaan. Desgewenst kan de corrigerende verrichting worden doorgevoerd vooraleer van het uiteindelijk resultaat wordt kennis genomen; ? De controle achteraf vindt plaats als de verrichting of activiteit is afgelopen.
De controleactiviteiten hebben met name betrekking op : ? Voor de voorafgaande controle : o De ontwikkeling en toepassing van mechanismen voor de toestemming van de activiteiten van de OVM's binnen de twaalf maanden na de ondertekening van de Beheersovereenkomst; o De controle van de naleving van de procedures voor de overheidsopdrachten als het bedrag ervan hoger ligt dan het vastgelegde bedrag wanneer er een openbare mededingingsoproep moet worden gedaan (Wet van 24 december 1993 en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten); o Het toezicht op de naleving van de technische voorschriften van het typebestek; o De integratie van sociale bepalingen in het bestek, zonder hierbij de bestaande gewestelijke wetgeving te schenden; o De uitwerking van een procedure voor het toezicht op de berekening van de basishuurprijs tegen september 2011 over de verrekening van de subsidies in de basishuurprijs; ? Voor de simultane controle : o De opvolging van de verwezenlijking van de investeringen op het terrein; o De controle van de liquiditeiten van de rekeningen-courant en het gebruik ervan volgens de reglementaire bestemmingen; o De controle van het plan voor de storting van de huurprijzen; o Het eerbiedigen van de sectorale bepalingen inzake investeringen die buiten de lopende rekening van de BGHM vallen;
P Voor de controle achteraf : o De doorlichtingsactiviteiten waarvoor de BGHM zich ertoe verbindt dat alle OVM's over een systeem voor de interne controle beschikken, dat kan variëren en worden aangepast aan de uiteenlopende beheerskwaliteiten van de OVM's en aan hun financiële situaties; o De controle van het onderhoud; o De controle van de werking van de ARHUU's en de goede bestemming van de uitgaven; o De controle van de overeenstemming tussen de gegevens van het technisch kadaster en de werkelijke staat waarin het patrimonium zich bevindt; o De controle op de updating door de OVM's van de gegevens van het Kadaster van de staat van het patrimonium; o De controle van de samenhang tussen de gegevens van het Kadaster van de staat van het patrimonium, de door de OVM's bezorgde statistische gegevens en de gegevens die dienen voor de jaarlijkse herziening van de basishuurprijzen; o De controle van de naleving van de procedures voor de overheidsopdrachten als het bedrag ervan lager ligt dan het vastgelegde bedrag, waarbij er een openbare mededingingsoproep moet worden gedaan (wet van 24 december 1993 en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten).
Artikel 56.Evaluatie van de tussen de BGHM en de OVM's gesloten beheersovereenkomst De BGHM evalueert jaarlijks de uitvoering van de opdrachten en activiteiten die in de tussen de BGHM en de OVM's gesloten Beheersovereenkomsten voorkomen.
Deze evaluatie komt voor in het in artikel 57 beschreven rapport.
Artikel 57.Opstellen van een jaarverslag over de naleving van de verplichtingen van de OVM's De BGHM verbindt zich ertoe om ieder jaar in september voor elke OVM een rapport op te stellen waarin wordt vermeld hoe het staat met de uitvoering door de OVM van haar wettelijke verplichtingen en met de uitvoering van de Beheersovereenkomst en het actieplan dat hieruit voortvloeit. Voor alle OVM's wordt een rapport opgesteld, ongeacht of ze een beheersovereenkomst met de BGHM hebben gesloten of niet. De rapporten en een overzichtsrapport met alle OVM-rapporten worden aan het Gewest bezorgd.
Onverminderd de toezichthoudende opdrachten die door de BHC worden toebedeeld, omvat de lijst met de domeinen die voor de redactie van het rapport moeten worden nagekeken, onder andere de volgende items : ? Verplichtingen van de openbare vastgoedmaatschappijen : o overheidsopdrachten; o vennootschapsrecht (statuten). ? Regels inzake goed bestuur en ethiek : o Transparantie van de mandaten; o Omkadering van de emolumenten. ? Regels en verplichtingen van de sociale huisvestingssector : o Mutatieplan; o Opvolging van de klachten; o Omkadering van de huurprijzen; o Transparantie van de toewijzingen. ? De naleving van de planning van de renovatiewerken; ? De uitvoering van het onderhoud; ? De financiële verplichtingen o Bezorgen en naleven van het plan voor de huurprijsstorting; o Bezorgen van het plan voor de bestemming van de GST; o Betalen van de annuïteiten. ? De evaluatie van de Beheersovereenkomst die werd gesloten tussen de BGHM en de OVM's of van het reglement en de uitvoering van de actieplannen van de OVM's.
Als er in dat rapport op een of verscheidene problemen wordt gewezen en de BGHM vindt de situatie zorgwekkend, voert zij bijkomende controles uit in het (de) domein(en) die in het rapport als problematisch worden aangewezen.
Artikel 58.Een globale stand van zaken opmaken 1. Verwezenlijking van de stand van zaken Om de OVM's bij te staan bij de verbetering van hun beheer, stelt de BGHM ten laatste in oktober van elk jaar voor alle OVM's een stand van zaken op, waarvan de inlichtingen werden gehaald uit de in artikel 12 bepaalde enige gegevensbank.Deze stand van zaken geeft een overzicht van de situatie waarin de OVM zich betreffende de volgende 4 domeinen bevindt : ? financieel : het niveau van de kosten, de inkomsten, de liquiditeiten en de solvabiliteit van de OVM ten opzichte van de sector en het in kaart brengen van haar personeel; ? patrimonium : overeenkomstig artikel 18; ? sociaal : de BGHM zamelt voor alle OVM's de statistieken inzake de sociaaleconomische situatie van de huurders in en consolideert de gegevens voor de sector, rekening houdend met de wetgeving inzake de bescherming van de private levenssfeer; ? huur : de BGHM stelt een tabel op waarmee de OVM zich kan situeren ten opzichte van de sector, met name inzake : o het beheer van leegstaande gebouwen; o de huurachterstallen overeenkomstig de door de Voogdij genomen maatregelen, met name inake uithuiszettingen; o de huurlasten en het speuren naar de beste verhouding tussen kostprijs en kwaliteit; 2. Verbetering van het beheer van de OVM's op basis van de stand van zaken De BGHM ontmoet alle OVM's om hen uitleg te geven over hun stand van zaken en over de resultaten van het rapport over de naleving van hun verplichtingen, zoals bepaald in artikel 57 van onderhavige overeenkomst. Als de BGHM ernstige tekortkomingen in het beheer van een OVM vaststelt en deze na het verhoor van de OVM worden bevestigd, stuurt zij overeenkomstig artikel 31 van de BHC een eerste verwittiging.
Artikel 59.Een beschouwing aanvatten over de rationalisering van het aantal OVM's In samenwerking met de BGHM, de OVM's en de 19 gemeenten zal het Gewest nagaan hoe het aantal OVM's kan gerationaliseerd worden.
De beschouwingen hierover zullen in de loop van 2010 worden aangevat.
In het kader van de tussentijdse evaluatie van de Beheersovereenkomst, wordt een rapport over de conclusies van de beschouwing overgemaakt aan het Gewest. HOOFDSTUK 6 - Sociale actieopdrachten
Artikel 60.Definitie van de opdrachten De sociale actie in de sociale huisvestingssector wil ertoe bijdragen dat alle individuen kunnen rekenen op gelijke kansen en op de nodige voorwaarden voor economisch, maatschappelijk en cultureel welzijn zodat de sociale huurders niet gevangen raken in hun « wijk » of gekneld blijven in hun statuut. De sociale actie sloopt muren en verlegt grenzen en streeft naar projecten die de woongelegenheid centraal stellen en die gericht zich op de samenleving en op Brussel en naar projecten waar het leefmilieu een centrale plaats inneemt.
Dat beleid is in eerste instantie gestoeld op de individuele begeleiding van de huurders. Dat werk wordt uitgevoerd door de OVM via haar sociale dienst, bestaande uit maatschappelijk werkers waarvan zij of de DMBSH de werkgever is. Zonder sociale dienst zorgt de OVM voor plaatselijke en gewestelijke samenwerkingsverbanden. Het gaat om eerstelijnswerk en desgewenst om een doeltreffende heroriëntering naargelang de analyse van de situatie. Het individueel maatschappelijk werk gebeurt in een preventief stadium en bestaat uit de begeleiding van de sociale huurder zodat zijn rechten en plichten worden gerespecteerd.
Het hele sociale actiebeleid draagt bij tot de sociale samenhang bij de OVM's en in de wijken. De sociale actie vloeit ook voort uit de acties inzake sociale cohesie via het systeem dat toegespitst is op opbouwwerk.
Deze acties krijgen dan vaste vorm via de Projecten voor Sociale Cohesie (PSC's) die elk gestructureerd zijn rond een driejarige overeenkomst (tussen VZW, OVM, BGHM en soms de gemeente) of waarvoor in voorkomend geval de ARHUU's of de OVM's tekenen. Deze acties waarbij de sociale huurder actief betrokken is moeten de sociale huurders in staat stellen onderling contact te leggen en te interageren met hun externe omgeving en met de sociale verhuurder (de OVM).
De derde as van het sociale actiebeleid bestaat in het dynamischer maken van de ARHUU's als participatieprocédé. De actie van de Adviesraden van de Huurders (ARHUU's) is gebaseerd op de BHC en heeft als bijzonderheid dat de huurders worden betrokken bij het beheer van de OVM via participatie en een adviserende stem bij de raad van bestuur van de OVM. STREEFDOEL 8 : Toezien op de toepassing van een samenhangend sociale actiebeleid en de participatie van de sociale huurders aanmoedigen
Artikel 61.Strategisch streefdoel 8 : Toezien op de toepassing van een samenhangend sociale actiebeleid en de participatie van de sociale huurders aanmoedigen Om het strategisch streefdoel 8 te realiseren, verbindt de BGHM er zich toe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) een diagnose opstellen over het sociale dienstenaanbod in de sociale huisvesting en in voorkomend geval aanpassingen aan de bestaande systemen voorstellen;2) een platform organiseren voor de kennis van de ingevoerde initiatieven en waar de veldwerkers elkaar kunnen ontmoeten;3) het aanbieden aan de gebruikers van de OVM's van gezamenlijke activiteiten rond milieugerelateerde thema's;4) ervoor zorgen dat de initiatieven zichtbaar zijn;5) instaan voor de opvolging en de omkadering van de sociale acties van de verschillende actoren;6) de participatie van de sociale huurders aanmoedigen en omkaderen.
Artikel 62.Een diagnose opstellen over het sociale dienstenaanbod in de sociale huisvesting en in voorkomend geval aanpassingen aan de bestaande systemen voorstellen Twaalf maanden na de ondertekening van de beheersovereenkomst analyseert de BGHM het sociale dienstenaanbod in de sociale huisvestingssector.
Op basis van de resultaten van deze diagnose zal de BGHM aanpassingen voorstellen aan het socialeactiebeleid en in voorkomend geval aan de DMBSH en de PSC's.
De BGHM zal de diagnose en de aanpassingsvoorstellen aan de veldwerkers voorleggen.
Artikel 63.Een platform organiseren voor de kennis van de ingevoerde initiatieven en waar de veldwerkers elkaar kunnen ontmoeten De BGHM wordt ermee belast een platform op te richten voor de kennis van de ingevoerde initiatieven en waar de veldwerkers elkaar kunnen ontmoeten. De goede werking van dat platform berust op drie activiteiten : ? Wat de eerste activiteit van het platform betreft, verbindt de BGHM zich ertoe om regelmatig een bezoek te brengen aan de veldwerkers, zegge de sociale dienst van de OVM's en de PSC's. Via deze bezoeken zorgt de BGHM ervoor dat zij de verschillende initiatieven en acties zo goed mogelijk kent. ? De tweede activiteit bestaat erin ontmoetingsmomenten te organiseren tussen de BGHM en de OVM's. Deze « ontmoetingsmomenten » vergen de aanwezigheid van ten minste één persoon van de BGHM, de directie van de OVM, de sociale dienst van de OVM's en in voorkomend geval het of de PSC's en alle mogelijke betrokken VZW's. Deze ontmoetingen zullen ten minste éénmaal per jaar plaatsvinden. Hierbij wordt een drievoudig doel nagestreefd : ? ervoor zorgen dat de betrokken partijen een goed inzicht hebben in de strategie die de OVM betreffende sociale actie ontplooit; ? ervoor zorgen dat de veldwerkers het gewestelijke sociale actiebeleid goed kennen; ? ervoor zorgen dat de betrokken partijen zich bewust zijn van elkaars problemen en hierover met elkaar praten. De thema's die besproken worden, kunnen, bijvoorbeeld, verband houden met het patrimonium, het huurprijsbeleid, het onthaal van huurders en kandidaat-huurders, veiligheid, vandalisme, vergrijzing van de huurders, .
Wat de derde activiteit betreft, verbindt de BGHM zich ertoe minstens twee maal per jaar rondetafelconferenties te organiseren. Hierbij koken inzonderheid de volgende thema's aan bod : . veiligheid; . onderhoud van de woningen door OVM's en huurders; . energiebesparing; . geestelijke gezondheid; . vergrijzing van de huurders; . burenruzies; . schuldenlast en huurachterstallen; . manieren om duurzaam te consumeren.
Actoren die niet tot de sociale huisvestingssector behoren, maar bevoegd zijn op het domein waarop het behandelde thema betrekking heeft, kunnen ook tijdens die thematische rondetafelconferenties worden uitgenodigd. Wij denken, bijvoorbeeld, aan Leefmilieu Brussel voor energiebesparing of een VZW die actief is op het vlak van geestelijke gezondheid of vergrijzing.
Artikel 64.Voor de gebruikers van de OVM's collectieve evenementen organiseren die in het teken van het leefmilieu staan Het Gewest zal proefprojecten opstarten in samenwerking met de BGHM en de verenigingen die belast zijn met de sociale cohesie. Deze nieuwe projecten zullen aan de bewoners van de OVM's voorstellen om aan collectieve projecten inzake leefmilieu deel te nemen. Deze programmering moet aangepast zijn aan de specifieke situaties van de OVM's en zal vertrekken vanuit de specifieke mogelijke waarover zij op het terrein beschikken. Er zal daarbij steeds voor gezorgd worden dat de bewoners nieuwe kansen krijgen om het leven in de gemeenschap te ontwikkelen en te verrijken.
Niet alleen het streefdoel voor een betere sociale cohesie is materieoverschrijdend, ook de methodes en acties zijn net zo verschillend en gevarieerd als de OVM's. Het Gewest zal dan ook in de eerste plaats een inventaris opmaken van alle actoren die betrokken zijn bij het huidige systeem voor sociale cohesie (PSC's, ARHUU's,...) om zich aan te passen aan wat er voorhanden is en om de bestaande initiatieven te waarderen.
Deze actoren hebben er alle belang bij zich aan te sluiten bij de gewestelijke steun die wordt verstrekt om hun bestaande actie dynamischer te maken en te vernieuwen door in sterkere mate de nadruk te leggen op de methodes voor collectieve begeleiding. Deze initiatieven moeten de bewoners op de been brengen door hen het gevoel te geven dat zij betrokken zijn bij de zaken die de « gemeenschap » aanbelangen en door hen met de kracht van maatschappelijke samenhang in contact te brengen. De thema's die aan bod kunnen komen zijn duurzame voeding, waterbeheer, afvalbeheer, stedelijke landbouw en teelt... Er wordt concreet gedacht aan collectieve plaatsen, het oprichten van aankoopcentrales, uitwisseling van diensten, recreatieve en solidaire activiteiten rond deze thema's waarvan de lijst niet volledig noch beperkt is. Het welslagen van de projecten zal afhangen van de mate waarin de met de hulp van professionals inzake cohesie opgerichte collectiviteiten representatief zijn voor de geslachten, generaties en culturele achtergronden.
Artikel 65.Ervoor zorgen dat de initiatieven zichtbaar zijn Op basis van de via het kennis- en ontmoetingsplatform vergaarde kennis zal de BGHM jaarlijks een lijst publiceren met de projecten die door de verschillende veldwerkers werden gerealiseerd. Die lijst moet op de internetsite van de BGHM geplaatst worden en zal de actoren in staat stellen kennis te nemen van de acties die ook op hun actiegebied zinvol kunnen zijn en zodoende zullen zij hierover tijdens de « ontmoetingsmomenten » kunnen praten.
Artikel 66.Instaan voor de opvolging en de omkadering van de sociale acties van de verschillende actoren De BGHM zal instaan voor de opvolging en de omkadering van de sociale acties die in de sociale huisvestingssector worden gevoerd en die door het Gewest worden gefinancierd. Via deze specifieke opdracht verbindt de BGHM zich ertoe dat de op het veld gerealiseerde sociale acties overeenstemmen met het gewestelijk beleid.
Om de BGHM in staat te stellen deze opdracht uit te voeren, wordt zij erdoor het Gewest ermee belast de volgende activiteiten voor de opvolging en de omkadering van de sociale acties te plannen : ? Organisatie van de omkaderingsvergadering met de OVM's om de op het terrein toegepaste sociale acties te evalueren. In voorkomend geval zal de Instelling de OVM's informeren over de goede praktijken en over de VZW's die hun sociale actiebeleid eventueel kunnen verbeteren; ? Deelname aan plaatselijke opvolgingsvergaderingen van de PSC-projecten waarbij de BGHM erop toeziet dat de bepalingen van hun overeenkomst door alle partijen worden gerespecteerd. Via overeenkomsten en jaarverslagen van de BFHV ziet de BGHM erop toe dat de voor de maatschappelijk werkers van de PSC's opgestarte informatie- en uitwisselingsdynamiek aanhoudt en zo goed mogelijk functioneert;
Om de 3 jaar evalueert de BGHM het PSC-systeem en stelt in voorkomend geval aanpassingen aan het systeem voor.
Artikel 67.De participatie van de sociale huurders aanmoedigen en omkaderen De BGHM moedigt het stelsel van de ARHUU's aan en ziet erop toe dat de opleiding en de begeleiding van de ARHUU-leden en de kiescampagnes zo goed mogelijk verlopen. De Instelling ziet hierop toe via de invoering en de opvolging van overeenkomsten met één of verscheidene externe partners.
De BGHM ziet toe op de naleving van de artikelen 75 en 76 § 1 van de Huisvestingscode inzake de gevolgen die de OVM's aan de adviezen van de ARHUU's geven.
Als de BGHM dit nodig acht en/of op verzoek van het Gewest, stelt de BGHM een jaar vóór de verkiezingen van de ARHUU's aanpassingen aan het stelsel voor en deelt deze aan het Gewest mee. HOOFDSTUK 7. - Opdrachten als actor en ontwikkelaar in de sociale huisvestingssector
Artikel 68.Definitie van de opdrachten Het Gewestelijk Huisvestingsplan, dat werd ingevoerd tijdens de vorige legislatuur, had tot doel 5000 wooneenheden te bouwen, waaronder 3 500 sociale en 1 500 middelgrote woningen. Dit Plan kadert binnen de doelstelling van de vorige legislatuur om het woningenbestand tegen 2020 uit te breiden, zodat er in elke gemeente 15 % kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal oogmerk aanwezig is.
Als actor en ontwikkelaar heeft de BGHM de opdracht om, in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan, de uitbreiding van het sociale en middelgrote woningenbestand in goede banen te leiden en te zorgen voor een participatieve dynamiek en inzake milieu een voorbeeldfunctie na te streven. Deze aan de BGHM toevertrouwde opdracht zal moeten beantwoorden aan de in het « Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling » bepaalde richtlijnen.
De BGHM is vanaf de aanduiding van de bouwterreinen tot de definitieve oplevering van de gebouwen. Naargelang de gevallen zal de BGHM tevens instaan voor de opvolging van het onderhoud dat werd toevertrouwd aan de met de bouw van de woningen belaste inschrijver.
In het kader van het GHP werkt de BGHM samen met : ? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : het Gewest is hoofdzakelijk belast met het identificeren en selecteren van terreinen en gebouwen waarop of waarin nieuwe woningen kunnen worden gerealiseerd en met het zoeken naar de financiële middelen die nodig zijn voor de verwezenlijking van de vooropgestelde streefdoelen, binnen de beperkingen van de beschikbare middelen; ? De OVM's : zij staan in voor het beheer van de nieuwe sociale woningen, ongeacht of zij eigenaar zijn of niet; ? De gemeenten en O.C.M.W.'s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : zij treden op in hun hoedanigheid van eigenaars van de terreinen waarop de nieuwe woningen worden opgetrokken en in voorkomend geval als beheerders van de nieuwe gebouwen; ? De andere openbare partners en partijen van het GHP : het gaat thans om de GIMB, de GOMB en het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
STREEFDOEL 9 : Het huurwoningenbestand uitbreiden zodat 15 % van het gewestelijk woningenbestand bestaat uit openbare woningen met een sociaal doel en met het oog op de zogenaamde « duurzame wijk »
Artikel 69.Strategisch streefdoel 9 : het huurwoningenbestand uitbreiden zodat er in elke gemeente 15 % kwaliteitswoningen in openbaar beheer, met een sociaal doel en met het oog op de zogenaamde « duurzame wijk » aanwezig is In het kader van hun opdrachten beogen het Gewest en de BGHM de volgende strategische streefdoelen : Het huurwoningenbestand uitbreiden zodat 15 % van het gewestelijk woningenbestand bestaat uit openbare kwaliteitswoningen met een sociaal doel en met het oog op de zogenaamde « duurzame wijk »;
Om dat strategisch streefdoel te halen, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) Terreinen identificeren;2) Terreinen saneren en wegen aanleggen;3) Gronden en gebouwen verwerven.4) Een vernieuwend procédé invoeren inzake participatie en betrokkenheid van de stedelijke actoren;5) De overheidsopdrachten uitwerken;6) Stedenbouwkundige vergunningen verkrijgen;7) Bouwwerken verwezenlijken en instaan voor de opvolging van en het toezicht op de bouwplaatsen;8) De werken opleveren;9) De gebouwen onderhouden;10) Het Gewest over de vordering van de ontwerpen op de hoogte houden 11) de door de Regering verrichte projectaanvragen toepassen. Om dat strategisch streefdoel te halen, verbindt het Gewest zich ertoe : 1) De BGHM in het bezit stellen van de financiële middelen en human resources die nodig zijn voor de realisatie van het GHP.
Artikel 70.Identificatie van de terreinen Om terreinen ter beschikking te stellen waarop nieuwe bouwwerken kunnen worden opgetrokken, verbindt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich ertoe om, hierbij gesteund door de BGHM : ? Contact op te nemen met de gemeenten, de O.C.M.W.'s en de OVM's die over terreinen zouden beschikken waarop nieuwe sociale woningen kunnen worden opgetrokken; ? De terreinen te selecteren die tot zijn vastgoedpatrimonium behoren; ? Samen met eventuele andere partners (gemeenten, OVM's,...) mee te werken aan de opstelling van de overeenkomsten voor de terbeschikkingstelling van de geselecteerde terreinen. ? Ten voordele van de BGHM in de vastlegging van zakelijke rechten voorzien op de betrokken terreinen : opstalrecht, erfpachtrecht,.
Artikel 71.Sanering van de terreinen en wegenaanleg Het Gewest verbindt zich ertoe om in de mate van het mogelijke terreinen aan de BGHM voor te stellen, die geen gebreken of sporen van vervuiling vertonen. Conform de van kracht zijnde wetgeving en bij bewezen grondvervuiling, zal de eigenaar van het terrein verantwoordelijk zijn voor het beheer van de vervuiling. Als dit niet het geval is, zullen het Gewest en de BGHM, geval per geval, tot een akkoord komen over de financieringsmodaliteiten van het beheer van de vervuiling van het terrein.
Indien de wetgeving dit oplegt, zullen er grondstudies worden uitgevoerd door de BGHM. In geval van onenigheid over de tenlasteneming van de kosten die verbonden zijn aan het beheer van de vervuiling verbindt de BGHM zich ertoe alle nodige stappen te zetten voor de sanering van de vervuilde terreinen. De kosten voor het beheer van de vervuiling mogen in geen geval worden aangerekend aan de OVM's noch worden doorverrekend in de kostprijs.
Het Gewest verbindt er zich toe de mogelijkheid te onderzoeken om middelen vrij te maken die uitsluitend bestemd zouden worden voor de sanering van de vervuilde of met gebreken belaste terreinen.
Het Gewest moet beslissen of de kostprijs voor de wegenaanleg wordt gefinancierd door het budget van het Gewestelijk Huisvestingsplan.
Artikel 72.Gronden en gebouwen verwerven Om het sociale woningenbestand uit te breiden zal de BGHM een nieuwe competentie inzake verwerving van gronden en gebouwen ontwikkelen. De instelling moet er in haar verwervingsbeleid op toezien dat het sociale woningenbestand evenwichtig op het grondgebied wordt ontwikkeld.
Artikel 73.Een vernieuwend procédé toepassen inzake participatie en betrokkenheid van de stedelijke actoren De lokale overheden, de eigenaars van de grond en/of de personen die instaan voor het huurbeheer van de woningen, zullen worden geraadpleegd bij de uitwerking van het bijzonder bestek en zullen actief deelnemen aan de verschillende fasen in de verwezenlijking van de vastgoedprojecten. De bewoners van een wijk waar een project van het GHP wordt gerealiseerd, zullen gedurende het gehele uitwerkingsprocédé worden geraadpleegd.
Artikel 74.Uitvoering van de overheidsopdrachten De BGHM zal instaan voor de uitvoering van de openbare opdrachten (inzake diensten, werken of promotieopdrachten) met het oog op de verwezenlijking van de vooropgestelde bouwwerken.
Hiertoe neemt de BGHM de verantwoordelijkheid voor de volgende taken : ? de uitwerking van de Bijzondere Bestekken (overeenkomstig artikel 1 van onderhavige overeenkomst) die ter goedkeuring bij de Raad van Beheer van de BGHM moeten worden ingediend; ? de voorbereiding van de offerteaanvragen of de aanbestedingen; ? de voorstelling van het Gewestelijk Huisvestingsplan en van het desbetreffende dossier tijdens de informatievergadering die wordt belegd voor de verschillende geïnteresseerde inschrijvers; ? de organisatie van de technische commissie; ? de studie van de ingediende offertes; ? de selectie van de ondernemingen en de toewijzing van de opdracht; ? de opvolging van het geselecteerde ontwerp.
Artikel 75.Verkrijging van de stedenbouwkundige vergunningen De BGHM en het Gewest verbinden zich ertoe nauw samen te werken ter gelegenheid van alle stappen die moeten worden gezet om de stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen.
In dat kader ziet de BGHM er met name op toe de volgende taken uit te voeren : ? raadpleging van de verschillende partners; ? voorbereiding en indiening van de aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning.
Artikel 76.Verwezenlijking van de bouwwerken, bouwwerkopvolging en - toezicht In het kader van de verwezenlijking van de bouwwerken ziet de BGHM toe op het volgende : ? voorbereiding van het bouwwerk : o samen met de bouwplaatsopzichter van de BGHM, de eigenaar van het terrein en de beheerder van de toekomstige woningen deelnemen aan de vergaderingen ter voorbereiding van de bouwwerken en meewerken aan de opstelling van het uitvoeringsdossier; o de uitvoeringsplannen, meetstaten en bestekken goedkeuren; ? opvolging van het bouwwerk : o samen met de bouwplaatsopzichter en de toekomstige beheerder van de woningen de bouwwerken opvolgen; o de vorderingsstaten (in geval van betaling aan de hand van vorderingsstaten) en de verrekeningen analyseren. ? toezicht op de bouwplaats : o Een beroep doen op (interne of externe) bouwplaatscontroleurs die er enerzijds moeten op toezien dat de werken worden uitgevoerd overeenkomstig de regels van de kunst en de bepalingen van het bijzonder bestek en anderzijds moeten instaan voor een financieel-economische opvolging.
Artikel 77.Oplevering van de werken De BGHM staat in voor de voorlopige en definitieve oplevering van de verschillende opdrachten waarvoor zij de opdrachtgever is. Met het oog hierop, en om ervoor te zorgen dat de wettelijke voorschriften worden nageleefd en dat de werken overeenstemmen met de technische voorschriften, verbindt de BGHM zich ertoe toe te zien op de naleving van de regels van de kunst en de betrokken partners hierbij te betrekken.
Artikel 78.Onderhoud van de gebouwen De BGHM ziet erop toe dat het onderhoud van de opgetrokken gebouwen wordt verzekerd : ? in het kader van een publiek private samenwerking door het selecteren van de onderhoudsoptie die integraal deel uitmaakte van de offerte die werd ingediend door de inschrijver die voor de uitvoering der werken werd geselecteerd; ? door het ondertekenen van een overeenkomst voor de terbeschikkingstelling van de woningen (ten minste 30 jaar min de looptijd van de werken) tussen de BGHM en de partner die zal instaan voor het beheer van de sociale woningen.
Artikel 79.Het Gewest inlichten over de vooruitgang van de ontwerpen De BGHM verbindt zich ertoe het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ieder kwartaal in te lichten over de stand van zaken van de dossiers die in de plannen worden vermeld.
Er zullen regelmatig vergaderingen worden belegd tussen het Gewest en de BGHM om de stand van zaken na te gaan en om de beste strategie te bepalen om de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalde streefdoelen te realiseren.
Artikel 80.Realiseren van door de Regering verrichte aanvragen voor ontwerpen In geval van opdrachten inzake het ontwerp, de bouw en de financiering van door de Regering opgestarte vastgoedprojecten is de BGHM er na studies toe bereid de rechten en plichten van die opdrachten over te nemen.
In dat kader verbindt de BGHM zich tot het volgende : 1. Voor de verwezenlijking en de bouw van de woningen. ? Nauw samenwerken met het Gewest voor alle stappen die nodig zijn om de stedenbouwkundige vergunningen te verkrijgen; ? De bouwplaatsen die worden gerealiseerd in het kader van de bouwwerken voorbereiden, controleren en erop toezien; ? Samen met de betrokken partners instaan voor de realisatie van de voorlopige en definitieve opleveringen van de gerealiseerde woningen. 2. Voor het beheer van de woningen. ? Via terbeschikkingstellingsovereenkomsten het beheer van de nieuwe woningen toewijzen aan de OVM's; ? Het beheer van de woningen voor middeninkomens aan de gemeenteregies toekennen of aan de andere gemachtigde structuren via overeenkomsten waarvan de aard naderhand moet worden bepaald (huurovereenkomst, overeenkomst....); ? Het onderhoud van de woningen volgen en controleren. HOOFDSTUK 8 - Diensten die voortvloeien uit gedelegeerde opdrachten
Artikel 81.Verbintenis om activiteiten uit te voeren en zich tot die activiteiten te beperken De BGHM verbindt zich ertoe om elke activiteit uit te voeren die noodzakelijk is voor de uitoefening van haar gedelegeerde opdrachten en om geen enkele activiteit uit te voeren die niet door de Regering zou zijn toegestaan, met dien verstande dat de regels inzake het autonomiebeginsel waarop de beslissingen van de BGHM als ION volgens de wet van 16 maart 1954 gestoeld zijn, worden nageleefd.
De met de gedelegeerde opdrachten van de BGHM verband houdende activiteiten worden vermeld in artikel 8.
Artikel 82.Woningen voor middeninkomens Via een specifieke delegatie van de Regering kan het Gewest de BGHM belasten met de opdracht om woningen voor middeninkomens te bouwen en/of te financieren, met name in het kader van gemengde ontwerpen.
Artikel 83.Samenwerking van de sector met nieuwe partners Mits een specifieke delegatie van de Regering kan de BGHM acties op touw zetten om samenwerkingsverbanden te realiseren tussen de sector en de lokale overheden of iedere andere overheidsinstantie en om deel te nemen aan nieuwe vormen van partnerships tussen de overheidsinstanties. Dergelijke initiatieven zijn gericht op het streefdoel om in elke gemeente 15 % kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal doel te realiseren. HOOFDSTUK 9 - eheer van de BGHM
Artikel 84.Beheersprioriteiten Door de ondertekening van onderhavige beheersovereenkomst verbindt de BGHM zich ertoe alles in het werk te stellen om de gedefinieerde ambitieuze streefdoelen te verwezenlijken. Hiervoor zal de Instelling erop toezien dat in haar beheer wordt rekening gehouden met een aanpak die gericht is op de eindgebruikers, zegge de OVM s, de huurders en de kandidaat-huurders. Hiertoe bepaalt de Instelling een volledig bedrijfsplan dat de belangrijkste beheersdomeinen bestrijkt. De BGHM zorgt tevens voor de invoering van systemen voor de controle op de goede uitvoering van de streefdoelen van het bedrijfsplan.
In het kader van die opdracht beogen het Gewest en de BGHM de volgende strategische streefdoelen : 1. Een gebruikersgerichte aanpak uitbouwen;2. Een kwaliteitsgerichte aanpak kiezen en streven naar steeds betere kwaliteit. STREEFDOEL 10 : Een gebruikersgerichte aanpak uitbouwen
Artikel 85.Strategisch streefdoel 10 : Een gebruikersgerichte aanpak uitbouwen Om dat strategisch streefdoel te halen, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) Het opstellen van een kwaliteitsvol charter;2) De BGHM structureren in vakgroepeenheden;3) Een denkgroep oprichten over de opvang van personen met een handicap in de sociale huisvesting;4) Een bedrijfsplan opstellen;5) Een boordtabel opstellen;6) Een plan voor de administratieve vereenvoudiging opstellen.
Artikel 86.Het opstellen van een kwaliteitsvol charter De BGHM zal binnen de twee jaar die volgen op de ondertekening van de Beheersovereenkomst een kwaliteitsvol charter opstellen. Dit document heeft tot doel de personeelsleden van de BGHM een engagement te laten aangaan ten opzichte van de gebruikers. Het charter moet gemakkelijk te raadplegen zijn op de internetsite van de BGHM.
Artikel 87.De BGHM structureren in vakgroepeenheden De BGHM zal al haar activiteiten reorganiseren door ze op een samenhangende manier te hergroeperen in eenheden op basis van vakgroepen en opdrachten. De voorstellen tot reorganisatie zullen uitgewerkt worden in het kader van de opstelling van het bedrijfsplan van de BGHM. Om het succes van onderhavige beheersovereenkomst te waarborgen, zal de BGHM binnen de zes maanden na de ondertekening van de beheersovereenkomst haar eerste ondernemingsplan opstellen. Dit ondernemingsplan, dat verduidelijkt wordt in artikel 89, zal de lijst omvatten met de opdrachten van onderhavige overeenkomst met naast elke opdracht de vermelding van de verantwoordelijke beambte en de realisatietiming van de opdracht. Dat beknopt ondernemingsplan zal ook een organigram omvatten.
Dat ondernemingsplan wordt aan de in artikel 106 bepaalde opvolgingsgroep voorgelegd.
Tijdens deze reorganisatie zal de BGHM ervoor zorgen dat de middelen in verhouding staan tot het werkvolume.
Artikel 88.Denkgroep over de opvang van personen met een handicap in de sociale huisvesting Naast de in artikel 19 bepaalde punten, houdt een gebruikersgerichte aanpak ook rekening met de uiteenlopende behoeften van het publiek van kandidaat-huurders en sociale huurders..
Drie maanden na de ondertekening van onderhavige beheersovereenkomst organiseert de BGHM een denkgroep over de opvang van personen met beperkte mobiliteit in de sociale huisvesting. Deze denkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van het Gewest, de OVM's, de BGHM en de personen met een handicap.
Binnen de negen maanden na de oprichting ervan werkt de denkgroep een strategie uit voor de looptijd van onderhavige beheersovereenkomst die ervoor zorgt er beter rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van de personen met een handicap, met name inzake de volgende aspecten : ? de mutaties en transfers van de personen met een handicap naar woningen die aangepast zijn aan hun specifieke behoeften en in voorkomend geval de aanpassing van het huurbesluit; ? de precieze en geüpdate oplijsting van de aangepaste en aanpasbare woningen in de sociale huisvestingssector; ? de behandeling van de inschrijving van de personen met een handicap om hun specifieke behoeften te kunnen identificeren en beantwoorden en de aanpassing van de « GGB online » en van de meervoudige inschrijvingsprocedures; ? de uitwerking van « testappartementen » voor zelfstandig wonen voor personen met een handicap; ? de sensibilisering van gebruikers en BGHM- en OVM-personeel voor de specifieke behoeften van de personen met een handicap; ? de veralgemening van de premie die verbonden is met de ADL-lokalen en de verrekening ervan in de huurprijs van het lokaal dat de OVM ter beschikking stelt; ? de aanmoediging en de evaluatie van vernieuwende woonvormen voor personen met een handicap; ? de inrichting, het onderhoud en de studie van een certificatie van aangepaste woningen; ? het beheer van de klachten van de kandidaat-huurders of huurders met een handicap; ? de activering van de zoektocht naar bijkomende middelen bij de operatoren en verantwoordelijke entiteiten.
De strategie die voortvloeit uit de denkgroep kan aanleiding geven tot een aanhangsel bij de beheersovereenkomsten van niveaus 1 en 2 en bij het in artikel 19 bepaalde typebestek.
De BGHM zal een verantwoordelijke aanduiden die zal instaan voor de invoering van deze strategie bij de BGHM en de OVM's.
Artikel 89.Opstellen van een Bedrijfsplan De BGHM verbindt zich ertoe beheersinstrumenten in te voeren waarmee een planning en een regelmatige opvolging van de realisering door de BGHM van haar opdrachten en activiteiten mogelijk zijn. In dat verband dient met name te worden gezorgd voor : ? De opstelling van een bedrijfsplan dat binnen de zes maanden na de ondertekening van onderhavige Beheersovereenkomst door de Raad van Bestuur moet worden goedgekeurd. Het bedrijfsplan wordt jaarlijks in september aan het Gewest bezorgd en aan het personeel van de Instelling voorgesteld; ? De verwezenlijking van een regelmatige informatie-inzameling en rapportering, zie in dat verband de artikelen 12 en 14 van onderhavige Beheersovereenkomst; ? De opstelling van specifieke plannen waarmee het bedrijfsplan kan worden opgesteld, zoals : o Een plan voor het beheer en de ontwikkeling van human resources dat door de Directeur-generaal aan de Raad van Bestuur wordt voorgesteld.
Dat plan omvat de volgende punten : 1) Bepaling van de functietypes en het aantal personen dat nodig is voor elk van de essentiële opdrachten van de BGHM;2) Invoering van een evaluatiesysteem van het personeel op basis van de realisatie van de opdrachten die aan elkeen worden toevertrouwd 3) Opstelling van een ondernemingsontwerp dat wordt gestuurd door de Directie, rekening houdend met de prioriteiten van onderhavige Beheersovereenkomst.Het personeel neemt deel aan de opstelling ervan om zich er zodoende mee te kunnen vereenzelvigen en om hen extra te motiveren. o Opstellen van een plan voor het beheer van de informatica van de BGHM. Dat plan omvat met name : ? De definitie van ontwerpen voor het management van beheersinformatie via doelgerichte instrumenten die zorgen voor betrouwbare informatie, die de interne productie opdrijven en die de human resources van louter uitvoerende taken bevrijden om hen te oriënteren naar taken met een hogere toegevoegde waarde. ? Het geïntegreerde informaticabeheer van de gegevens : aanpassing van de bestaande software (bouwwerkprogramma, antilope, « zeef », financieel beheerprogramma, boekhoudprogramma) om ervoor te zorgen dat statistische gegevens makkelijk kunnen worden verkregen en gecentraliseerd kunnen worden in de enige gegevensbank. o Het intensievere gebruik van elektronische gegevensoverdracht, met name door het elektronische dossier gedurende het hele goedkeurings- en controleprocédé dat de BGHM met betrekking tot de dossiers in acht neemt, te ontwikkelen. Deze overdrachten hebben met name betrekking op de volgende systemen : ? De Gewestelijke Gegevensbank online; ? De invoering binnen het jaar na de ondertekening van onderhavige beheersovereenkomst van het online bouwwerkprogramma. o Een plan voor interne en externe communicatie. Dat plan is gericht op de versterking van het imago van de BGHM en op de verbetering van de interne doorstroming van informatie en de informatie naar of van buiten. Dat plan bepaalt met name : ? Invoeren van een interne nieuwsbrief van de BGHM waarin de personeelsleden worden ingelicht over de inwijdingen, de actualiteit van de OVM's, de conferenties en de studies wat de sociale huisvesting betreft; ? Regelmatig beleggen van dienstvergaderingen; ? Het jaarverslag van de BGHM; ? De updating van de website van de BGHM; ? De definitie van een grafisch handvest dat voor alle interne en externe documenten van de BGHM en voor de internetsite moet worden aangewend.
Het accent wordt gelegd op de geïntegreerde en samenhangende aard van de instrumenten om zodoende te zorgen voor de uitwisseling van informatie tussen de verschillende directies, een samenhang van het beleid, een optimalisering van het gebruik van de middelen en de financieringsmiddelen en een samenhangende opvolging van de verschillende programma's en projecten.
Artikel 90.Opstellen van een boordtabel De BGHM en het Gewest hebben een boordtabel opgesteld waarmee de verwezenlijking van de Beheersovereenkomst, en dus ook de prestaties van de BGHM, kunnen worden gemeten. Die boordtabel omvat de in Bijlage 2 van de Beheersovereenkomst omschreven Indicatoren en Streefdoelen.
In de maand maart van elk jaar bezorgt de BGHM de met de behaalde resultaten aangevulde boordtabel aan het Gewest.
Artikel 91.Opstellen van een plan voor administratieve vereenvoudiging De BGHM zorgt voor een plan met maatregelen die genomen moeten worden om de administratieve procedures ten opzichte van de OVM's, de huurders en de kandidaat-huurders af te slanken. Dat plan wordt in de loop van het jaar dat volgt op de ondertekening van onderhavige Beheersovereenkomst uitgewerkt en moet binnen de twee jaar na deze ondertekening worden toegepast. Deze maatregelen hebben met name betrekking op : ? De kritische analyse van, en de voorstellen voor aanpassing van, informatie- en administratieve documenten van de BGHM om het gebruik ervan te vereenvoudigen, om ze in het grafisch handvest van de BGHM op te nemen en om de eenheidskostprijs van distributie en verwerking van die documenten tot een minimum te beperken; ? De verbetering van het beheer van de gegevens die bij de OVM's worden ingezameld om zodoende nutteloze vragen of enquêtes te vermijden; ? Invoering van een elektronische inzameling van gegevens die nodig zijn voor het beheer van de dossiers van huurders en kandidaat-huurders; ? Het centraliseren, beheren en doorsturen van elektronische berichten moeten in de mate van het mogelijke de voorkeur krijgen; ? Het intensievere gebruik van elektronische briefwisseling en de invoering van de elektronische handtekening om de identiteit van de auteur van het elektronische bericht te waarborgen; ? Een beter begrip van de informatie door de bestemmelingen via een woordenschat en een taalgebruik die aangepast zijn aan het doelpubliek.
STREEFDOEL 11 : Zorgen voor een kwaliteitsgerichte aanpak en een procédé dat voortdurende verbetering nastreeft
Artikel 92.Strategisch streefdoel 11 : Zorgen voor een kwaliteitsgerichte aanpak en een procédé dat voortdurende verbetering nastreeft Om dat strategisch streefdoel te halen, verbindt de BGHM zich ertoe de volgende activiteiten te ontplooien : 1) De beheerscontrole invoeren;2) De werking van de diensten evalueren;3) Een mobiliteitsplan voor personeel invoeren.
Artikel 93.De beheerscontrole invoeren De BGHM verbindt er zich toe binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van de Beheersovereenkomst een functie « Beheerscontrole » in het leven te roepen, die belast is met de opvolging van alle activiteiten van de BGHM om zodoende : ? De indicatoren van onderhavige Overeenkomst in te zamelen en op te volgen; ? Instrumenten te ontwikkelen en de bestaande instrumenten te verbeteren waardoor de organisatie kan gestuurd worden; ? De koppeling tussen het operationele en het financiële te verzekeren; ? De beslissingsorganen van de BGHM in staat te stellen in te staan voor een doeltreffend beheer van haar activiteiten.
Artikel 94.Evaluatie van de werking van de diensten De BGHM verbindt er zich toe over te gaan tot de evaluatie van de werken van haar diensten om de beheersorganen zodoende een redelijke waarborg te geven over : ? De beheersing van de activiteiten van de BGHM, ? De betrouwbaarheid van de inzameling en permanente verspreiding van financiële en operationele informatie ? De overeenstemming van de activiteiten met de vigerende regels en reglementeringen.
De opeenvolging van de evaluaties wordt derwijze bepaald dat aan het einde van de Beheersovereenkomst alle diensten geëvalueerd werden.
De resultaten van die evaluaties worden aan het Gewest bezorgd.
Artikel 95.Een mobiliteitsplan voor personeel invoeren Binnen de drie maanden na de ondertekening van de onderhavige overeenkomst en met het oog op het van kracht worden van de verplichting voor ondernemingen met meer dan 100 werknemers om te voorzien in een bedrijfsplan, zal de BGHM met de hulp van Leefmilieu Brussel en in overleg met haar personeel een mobiliteitsplan uitwerken.
Artikel 96.De Sociaal afgevaardigden Overeenkomstig de BHC moeten de sociaal afgevaardigden erop toezien dat : ? de OVM's de Beheersovereenkomst of het reglement correct uitvoeren.
Zij moeten de BGHM ertoe aanmanen beslissingen te nemen die de naleving van de gelijkheid en het algemeen belang waarborgen; ? de OVM's de bestuurlijke regels en de regels inzake sociaal beheer waaraan hun werking en activiteiten onderworpen zijn, naleven; ? alle OVM's waarbij zij zijn aangesteld de modaliteiten en voorwaarden inzake de toegang en de huur van de woningen door de kandidaat-huurders en huurders respecteren.
In dat kader zijn de sociaal afgevaardigden belast met de volgende opdrachten : ? Onderzoek van de klachten in verband met de werking en de activiteiten van de OVM's; ? Opvolging van de eventuele werkingsproblemen bij de OVM's : o Door deel te nemen aan de voorafgaande onderzoeken en aan de bijkomende opdrachten, o Door samen te werken met de interne diensten van de BGHM; o Door de rapporten op te stellen die in verhouding staan tot hun onderzoeksopdrachten; o Door in voorkomend geval een beroep te doen op de hulp van de revisor; o Door geschillen op de agenda van de raad van bestuur van de OVM's te plaatsen. ? Opvolging van de beslissingen van de Raad van Bestuur van de BGHM; ? Opvolging van de uithuiszettingen door : o de procedures na te zien; o het tijdens de winterperiode vereiste advies te verstrekken; o het verslag tijdens de winterperiode op te stellen.
TITEL III. - Relaties van de bghm met de OVM'S
Artikel 97.Relatie van de BGHM met de OVM's De relatie tussen de BGHM en de OVM's wordt georganiseerd op basis van de volgende principes : ? De contractualisering van de relatie BGHM - OVM's via de ondertekening van beheersovereenkomsten tussen de BGHM en de OVM's die dat wensen, overeenkomstig artikel 37 van de BHC. De invoering van de beheersovereenkomsten maakt het mogelijk de relatie te structureren op basis van een voorafgaand akkoord over de te realiseren streefdoelen, de samenwerkingsmodaliteiten en de resultaten die van de BGHM worden verwacht; ? De OVM's die geen beheersovereenkomst met de BGHM hebben ondertekend, zijn onderworpen aan het in artikel 38 van de BHC bepaalde reglement; ? De versterking van de dynamiek inzake de raadpleging van de sector door de BGHM om zodoende de oriënteringen die de BGHM aan de sector geeft, beter te kunnen verankeren. Deze raadpleging van de sector gebeurt zowel vóór de besluitvorming via het Beperkt Overlegcomité (om beter te kunnen peilen naar de specifieke behoeften en problemen) als na de besluitvorming (om het begrip en de correcte toepassing ervan te waarborgen); ? De BGHM moet instaan voor een doeltreffende overdracht van de informatie naar en van de OVM's, met name de inlichtingen over het woningenbestand, de investeringen en de opvolging ervan.
Artikel 98.Beheersovereenkomst niveau 2 Een beter bestuur in de huisvestingssector hangt onlosmakelijk samen met de responsabilisering van de betrokken partijen. Het Gewest zal er dan ook nauwlettend op toezien dat de stimulansen die aan de OVM's worden gestort in het kader van de beheersovereenkomsten worden toegekend op basis van resultaten en rekening houdend met de context en de toegepaste middelen.
In iedere beheersovereenkomst die de BGHM met een OVM ondertekent, zullen jaarlijks te halen streefdoelen worden bepaald die betrekking hebben op het geheel van doelstellingen uit de onderhavige Beheersovereenkomst.
Artikel 99.Relatie van de BGHM met de federaties De BGHM verbindt zich ertoe om in overleg met de OVM's een overeenkomst op te stellen met de federaties. Deze overeenkomst bepaalt : ? de activiteiten die de federaties moeten uitvoeren om hun leden in staat te stellen onderhavige beheersovereenkomst voor te bereiden en op te volgen; ? de toekenning van een werkingsbedrag dat wordt genomen van de enveloppe voor de stimulansen van de OVM's; ? de modaliteiten van het jaarverslag dat de federaties moeten indienen.
Artikel 100.Organisatie van het Beperkt Overlegcomité De BGHM verbindt zich ertoe een participatieprocédé op te starten via het Beperkt Overlegcomité dat erop gericht is in overleg met de Regering en de OVM's nieuwe initiatieven te bestuderen en toe te passen. Het Beperkt Overlegcomité zal samengesteld zijn uit de voorzitter en de ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van de BGHM en twee vertegenwoordigers van de administratie, twee vertegenwoordigers van de Staatssecretaris en zes vertegenwoordigers van de OVM's, die door de federaties zijn aangeduid. Een intern reglement wordt binnen de 6 maanden ter goedkeuring aan de Regering voorgesteld. De Voorzitter van de BGHM zal het voorzitterschap waarnemen. Indien na die zes maanden het Beperkt Overlegcomité er niet in slaagt om het over een intern reglement eens te raken, legt de Staatssecretaris een voorstel ter goedkeuring aan de Regering voor.
TITEL IV - Financiële verbintenissen ten opzichte van de BGHM
Artikel 101.Aanvullende opdrachten en nieuwe configuraties De Regering verbindt zich ertoe om aan de BGHM noch rechtstreeks noch onrechtstreeks aanvullende opdrachten of nieuwe configuraties die niet in onderhavige beheersovereenkomst bepaald zijn, toe te vertrouwen zonder zich ervan te vergewissen dat de noodzakelijke middelen binnen de BGHM beschikbaar zijn of dat er een inbreng is van aanvullende middelen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die aanvullende opdrachten of nieuwe configuraties.
Als er zich behoeften voordoen voor bijkomende financiële middelen die nodig zijn voor het welslagen van de invoering van die strategische opties, verbindt de BGHM zich ertoe deze te identificeren, te kwantificeren en te rechtvaardigen in het kader van de uitwerking van haar bedrijfsplan. De Instelling zal tevens een met redenen omklede aanvraag aan de Staatssecretaris te richten.
Elke toevoeging zal worden omgezet in een aanhangsel bij deze Beheersovereenkomst waarin de impact wordt geïdentificeerd die de aanvullende opdrachten of nieuwe configuraties op de BGHM hebben.
Artikel 102.Werkingssubsidie van de BGHM De door het Gewest gestorte subsidies dekken de lasten die de BGHM moet dragen als gevolg van de opdrachten die haar worden toevertrouwd overeenkomstig de BHC of door onderhavige Beheersovereenkomst.
De aan de BGHM toegekende dotatie wordt jaarlijks ter beschikking gesteld. Voor de bepaling van deze subsidie wordt rekening gehouden met het voltallige personeel en met het werkingsbudget.
De Regering verbindt er zich toe de volgende dotaties aan te houden ? werkingssubsidie van de BGHM (7,151 miljoen euro in de initiële gewestbegroting 2010); ? dotatie van het Gewestelijk Huisvestingsplan (212 duizend euro in de initiële gewestbegroting 2010); ? expertisepool ter ondersteuning van de OVM's (1 miljoen euro in de initiële gewestbegroting 2010); ? subsidie voor het Gewestelijke Observatiecentrum voor de Huisvesting (150 duizend euro in de initiële gewestbegroting 2010).
In de initiële begroting belopen de werkingsdotaties van de BGHM 8,513 miljoen euro. Bij ongewijzigd beleid verbindt het Gewest zich ertoe deze bedragen aan de gezondheidsindex aan te passen en voor het deel van de salarissen rekening te houden met de indexering van de loonschaal van het Brussels openbaar ambt. Een begrotingsprogramma op vijf jaar is opgenomen in bijlage 5.
Artikel 103.Financiering van de BGHM door het Gewest gedurende de contractuele periode en aanpassingsclausule Voor de jaren 2010 t/m 2015 verbindt de Regering zich ertoe het behoud van het totale bedrag van de begrotingskredieten inzake de door de BGHM beheerde programma's en alle bijkomende of geherwaardeerde subsidies die verbonden zijn met de toewijzing van nieuwe opdrachten bij het Brussels Hoofdstedelijk Parlement te verdedigen.
De subsidies kunnen herbestemd worden naargelang de prioriteiten en overeenkomstig de vigerende regels.
De budgettaire basisgegevens voor 2010 worden in Bijlage 1 vermeld.
Artikel 104.Verbintenis inzake de voor rekening van de Regering beheerde Subsidies en Programma's De voor rekening van de Regering beheerde subsidies en programma's hebben betrekking op het beheer door de BGHM van de instrumenten die gekoppeld zijn aan de sociale huisvesting die verband houdt met de begrotingsartikelen van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zie bijlage 1 van onderhavige Beheersovereenkomst).
De BGHM verbindt er zich toe : ? de storting van de voor rekening van de Regering beheerde toelagen te verzekeren; ? de verantwoordingsstukken voor het gebruik van de gestorte toelagen uit te voeren en te centraliseren; ? over te gaan tot de invordering van de toelagen die niet zijn gebruikt volgens de voorgeschreven of besliste voorwaarden.
Artikel 105.Budgettair, boekhoudkundig en financieel beheer De BGHM verbindt zich ertoe om een afzonderlijke boekhouding bij te houden, die georganiseerd is overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, met name voor : ? alle opdrachten en activiteiten van de BGHM, met uitsluiting van de bedragen die voor rekening van de Regering worden beheerd; ? de bedragen die voor rekening van de Regering worden beheerd.
De BGHM verbindt er zich toe de nodige financiële inlichtingen te bezorgen naargelang de toepassing van onderhavige overeenkomst.
Bovendien moet aan de hand van de budgettaire boekhouding van de BGHM een onderscheid kunnen worden gemaakt tussen drie opbrengst- en uitgavencategorieën : 1. Exploitatie;2. Investering;3. Financieel. TITEL V - Modaliteiten voor de toepassing, opvolging en evaluatie van de Beheersovereenkomst
Artikel 106.Opvolgings- en controlemiddelen Er wordt een geïntegreerd geheel van indicatoren uitgewerkt, dat wordt voorgesteld in een algemene opvolgingstabel van de opdrachten van onderhavige overeenkomst. Die opvolgingstabel gaat als bijlage 2.
Binnen de maand na de ondertekening van de Beheersovereenkomst wordt een opvolgingsgroep opgericht om instrumenten uit te werken voor de organisatie van de opdrachten en de evaluatie van de prestaties van de BGHM. Deze opvolgingsgroep komt een maal per maand samen tijdens het eerste jaar waarin de overeenkomst wordt ingevoerd. De volgende jaren komt de opvolgingsgroep zes maal per jaar samen. De opvolgingsgroep bestaat uit 3 vertegenwoordigers van de BGHM en 3 vertegenwoordigers van het Gewest, waaronder één observator die de Directie Huisvesting van het MBHG vertegenwoordigt. De met de specifiekere dossiers belaste technici kunnen aan de vergaderingen deelnemen. Deze opvolgingsgroep heeft de volgende opdrachten : ? Toezien op de concretisering van alle systemen en opdrachten die in onderhavige overeenkomst voorkomen; ? Uitwerken en goedkeuren van de structuur van de opvolgingstabellen van de opdrachten en van de geselecteerde indicatoren, en eventueel het voorstellen van andere indicatoren; ? Onderzoeken van de betrouwbaarheid van de andere toegepaste interne evaluatiemiddelen; ? Onderzoeken van de resultaten van de uitvoering van de beheersovereenkomst via de opvolgingstabellen van de opdrachten en in voorkomend geval de aanwezige financiële middelen en human resources en deze waarvoor moet worden gezorgd; ? Opstellen van een samenvattende nota die om de drie maanden zal worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur. ? Ingevolge één van zijn vergaderingen kan de opvolgingsgroep aan de Raad van Bestuur voorstellen doen inzake aanhangsels aan onderhavige beheersovereenkomst.
Een jaarlijks evaluatierapport wordt bezorgd en voorgelegd aan de Raad van Bestuur, en dit in de loop van het tweede kwartaal van elk jaar, dat volgt op het jaar waarin onderhavige beheersovereenkomst werd ondertekend. Dit rapport is gebaseerd op de driemaandelijkse overzichtsnota van de opvolgingsgroep en heeft als doel : ? het onderzoeken van de resultaten en het inschatten van de afwijkingen met betrekking tot de vooropgestelde doelstellingen; ? het analyseren van de oorzaken van de eventuele afwijkingen.
Artikel 107.Tussentijdse evaluatie en eindevaluatie van onderhavige beheersovereenkomst Overeenkomstig artikel 33 van de BHC wordt na drie jaar overgegaan tot een gemeenschappelijke evaluatie die kan leiden tot aanpassingen.
Deze evaluatie wordt afgesloten met een rapport omtrent de toepassing van de beheersovereenkomst en moet zich inzonderheid toespitsen op de doeltreffendheid waarmee de beheersovereenkomst werd uitgevoerd, de mate waarin de vooraf vastgelegde meetbare doelstellingen werden bereikt alsook de eventuele voorstellen inzake aanhangsels aan onderhavige overeenkomst. Dit rapport zal eveneens uitweiden over de methode en het tijdschema voor de uitwerking van de volgende beheersovereenkomst.
Zes maanden vóór het einde van onderhavige beheersovereenkomst gaat de BGHM over tot de uitvoering van een eindevaluatie. Deze evaluatie betreft het geheel van de onderdelen van de beheersovereenkomst alsook de invloed van de factoren en omstandigheden van de politieke, institutionele, reglementaire en sociaal-economische omgeving die een invloed konden hebben op de uitvoering ervan. Deze evaluatie omvat met name een onderzoek naar de tevredenheid van de gebruikers (de OVM's) over de door de BGHM aangeboden prestaties. De onderhandeling van de volgende beheersovereenkomst wordt gebaseerd op deze laatste evaluatie van de uitvoering van onderhavige beheersovereenkomst.
Artikel 108.Regels voor het oplossen van geschillen De partijen zullen proberen om geschillen die zouden voortvloeien uit onderhavige beheersovereenkomst en die door één van beide partijen worden aangekaart, in der minne te regelen.
TITEL VI - Corrigerende maatregelen
Artikel 109.Mechanisme van corrigerende maatregelen In geval van gebrek of slechte uitvoering van de in onderhavige beheersovereenkomst bepaalde verplichtingen - op basis van het jaarlijkse evaluatieverslag dat aan de Raad van Bestuur wordt voorgesteld - dient de BGHM binnen de 3 maanden na de evaluatie een plan bij het Gewest in waarin corrigerende maatregelen en het tijdschema ervan worden vermeld.
Als dergelijk plan niet binnen de geplande termijn wordt voorgesteld, of als het niet wordt uitgevoerd, kan het Gewest alle maatregelen nemen die het nuttig acht om zodoende de uitvoering van de beheersovereenkomst te waarborgen en de normale voorwaarden voor de uitoefening van de opdrachten van de BGHM te herstellen.
In geen geval mogen de corrigerende maatregelen afbreuk doen aan de rechten waarover derden (met name de OVM's, de kandidaat-huurders en de huurders) beschikken als gevolg van de uitvoering van onderhavige beheersovereenkomst, noch aan de door de Brusselse Huisvestingscode aan de BGHM toevertrouwde opdrachten.
Wanneer het systeem van mandaten op gewestelijk niveau van toepassing zal zijn, zal de realisatie van de door onderhavige beheersovereenkomst aan de BGHM opgelegde streefdoelen één van de voorwaarden zijn voor de vernieuwing van de mandaten van de leidende ambtenaren van de BGHM. Als het Gewest zijn verbintenissen niet naleeft, zal de BGHM de opvolgingsgroep hiervan inlichten. In geval van onenigheid, en na beslissing van de Raad van Bestuur, brengt de BGHM de Voogdijminister hiervan op de hoogte, die het punt op de agenda van de Regering moet plaatsen.
TITEL VII - Wijzigingen en einde van de beheersovereenkomst
Artikel 110.Aanpassing van de Beheersovereenkomst als gevolg van een evoluerende context Wanneer de evolutie van bepaalde elementen van de context waarin deze beheersovereenkomst wordt gesloten of de inhoud van de reglementaire beschikkingen die de BGHM dient toe te passen of die de BGHM betreffen, een substantiële wijziging van de beheersovereenkomst vereist, kan de meest gerede partij vragen dat de beheersovereenkomst wordt herzien.
Artikel 111.Aanhangsel bij de Beheersovereenkomst Met uitzondering van de Bijlagen bij de beheersovereenkomst op basis van de in artikel 116 van onderhavige beheersovereenkomst bedoelde modaliteiten van wijziging van de Bijlagen kan deze beheersovereenkomst op geen enkele wijze worden gewijzigd zonder dat zulke wijziging vooraf in de vorm van een aanhangsel zou zijn vastgelegd.
Toevoegingen aan de gedelegeerde opdrachten worden in een aanhangsel bij deze beheersovereenkomst opgenomen..
Artikel 112.Wijziging van de bijlagen bij de Beheersovereenkomst De Bijlagen bij de beheersovereenkomst kunnen worden gewijzigd op basis van de volgende bepalingen : ? Bijlage 1 kan enkel inlichtingen van informatieve aard bevatten; ? Bijlage 2 kan enkel de boordtabel voor de opvolging van de opdrachten van de beheersovereenkomst niveau 1 bevatten; ? Bijlage 3 kan enkel het tijdschema voor de opdrachten van onderhavige overeenkomst omvatten ? Bijlage 4 kan enkel de gewestelijke strategie omvatten, die met het akkoord van de Staatssecretaris voor Huisvesting werd bepaald.
Artikel 113.Clausule inzake overmacht Onder overmacht wordt begrepen : iedere gebeurtenis die bij de inwerkingtreding van onderhavige beheersovereenkomst niet kon worden voorzien, die buiten de wil van de partijen plaatsvond en die de gehele of gedeeltelijke uitvoering van onderhavige Beheersovereenkomst onmogelijk maakt.
Het onvermogen van een partij om één van de verplichtingen die werden aangegaan in onderhavige beheersovereenkomst na te leven, wordt niet als een contractueel verzuim beschouwd, als dat onvermogen het rechtstreekse gevolg is van een geval van overmacht.
De partij die het slachtoffer is van een geval van overmacht stelt alles in het werk om zo snel mogelijk de volledige uitvoering van zijn contractuele verplichtingen te hervatten en om de gevolgen van de overmacht te beperken. De partij die het slachtoffer is van een geval van overmacht betekent aan de andere partij zo snel mogelijk, en in ieder geval in een termijn die niet meer bedraagt dan 15 dagen, het voorval of het verdwijnen van dat geval van overmacht.
Alle in deze beheersovereenkomst bepaalde termijnen worden geschorst voor de termijn waarin de overmacht de betrokken partij verhinderde om deze termijnen te benutten.
Zodra de betrokken partij het voorval van een geval van overmacht heeft betekend, zullen de partijen samen met de nodige goede wil nakijken welke middelen er kunnen worden aangewend om de overmacht te beëindigen en de gevolgen ervan te beperken en te herstellen. Als de overmacht blijft duren en als de partijen geen akkoord bereiken binnen een termijn van 6 maanden na bovengenoemde betekening, kan er op initiatief van de ene of de andere partij een einde worden gemaakt aan onderhavige beheersovereenkomst, mits in achtneming van een vooropzegperiode van 30 dagen.
Artikel 114.Looptijd van de beheersovereenkomst en inwerkingtreding Onderhavige beheersovereenkomst treedt in werking vanaf de ondertekening ervan en is geldig voor een periode van 5 jaar. De beheersovereenkomst loopt dus af na voornoemde periode van vijf jaar.
Onderhavige beheersovereenkomst blijft de opdrachten van de BGHM regelen na de voorziene afloop en dit tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst wordt gesloten. Het Gewest en de BGHM kunnen deze eventuele periode aanpassen in een aanhangsel bij de beheersovereenkomst teneinde de continuïteit te verzekeren bij de uitvoering van de taken zoals beschreven in onderhavige beheersovereenkomst.
TITEL VIII - Slotbepalingen
Artikel 115.Publicatie van de Beheersovereenkomst Op initiatief van het Gewest zal de Beheersovereenkomst binnen de 3 maanden na de ondertekening ervan in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd.
Artikel 116.Bij de beheersovereenkomst bijgevoegde documenten Onderstaande documenten worden bij de Beheersovereenkomst gevoegd : ? Bijlage 1 : Begrotingsprogramma 2010-2015 en vereffeningsplan van de vierjarige investeringsprogramma's en het Gewestelijk Huisvestingsplan op de datum van de ondertekening van de Beheersovereenkomst; ? Bijlage 2 : Tabel voor de opvolging van de opdrachten van de beheersovereenkomst niveau 1; ? Bijlage 3 : Kalender voor de opdrachten van de beheersovereenkomst van niveau 1; ? Bijlage 4 : Gewestelijke strategie inzake sociale huisvesting; ? Bijlage 5 : Bepalingen inzake de berekening van de reële huurprijs.
Voor de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
Gert Vander Eeken, Voorzitter.
Fabrice Cumps, ondervoorzitter.
Christos Doulkeridis, Staatssecretaris van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.
Bijlagen Bijlage 1 : Begrotingsprogramma 2010-2015 en vereffeningsplan van de vierjarige investeringsprogramma's en het Gewestelijk Huisvestingsplan op de datum van de ondertekening van de Beheersovereenkomst;
Bijlage 2 : Tabellen voor de opvolging van de opdrachten van de beheersovereenkomst niveau 1 Bijlage 3 : Kalender voor de opvolging van de opdrachten van de beheersovereenkomst niveau 1 Bijlage 4 : Gewestelijke StratEgie inzake sociale huisvesting Bijlage 5 : Bepalingen inzake de berekening van de reele huurprijs (1) Studie uitgevoerd door het Planbureau en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie.