gepubliceerd op 18 mei 2004
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de Huisvestingscode. - Erratum
19 FEBRUARI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de Huisvestingscode. - Erratum
In het Belgisch Staatsblad nr. 140 van 23 april 2004 ontbreekt de bijlage III van het voornoemde besluit. Ze wordt als bijlage aan dit erratum toegevoegd.
Bovendien worden de volgende verbeteringen aan het besluit aangebracht : op bladzijde 24221 dient men te lezen : « Art. 4 » in plaats van « Art. 5 »; « Art. 5 » in plaats van « Art. 6 »; « Art. 6 » in plaats van « Art. 7 »; « Art. 7 » in plaats van « Art. 8 »; op de bladzijden 24227 en 24228 dient men te lezen : « Art. 4 » in plaats van « Art. 5 »; « Art. 5 » in plaats van « Art. 6 »; « Art. 6 » in plaats van « Art. 7 »; « Art. 7 » in plaats van « Art. 8 ».
Bijlage III Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Huisvestingscode (ordonnantie van 17 juli 2003) TITEL II. - Het recht op huisvesting
Artikel 3.Iedereen heeft recht op een behoorlijke woning. Daartoe strekken de onderstaande bepalingen ertoe iedereen toegang te waarborgen tot een woning die beantwoordt aan de minimale vereisten inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting, binnen de voorwaarden gesteld door deze Code.
TITEL III. - De instrumenten van het huisvestingsbeleid Hoofdstuk 1. - Verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen
Artikel 4.§ 1. Onverminderd artikel 2 van afdeling 2, hoofdstuk 2, Titel VIII, Boek III van het Burgerlijk Wetboek en de uitvoeringsbesluiten hiervan moeten de woningen de onderstaande verplichtingen naleven : 1° de verplichte elementaire veiligheid, die de minimale normen omvat met betrekking tot de stabiliteit van het gebouw, de elektriciteit, het gas, de verwarming en de riolering;2° de verplichte elementaire gezondheid, die minimale normen omvat met betrekking tot de vochtigheid, de giftigheid van de materialen, de parasieten, de verlichting, de verluchting, alsook de vorm van het gebouw inzake minimale oppervlakte, hoogte van de vertrekken en toegang tot de woning;3° de verplichte elementaire uitrusting, die minimale normen omvat met betrekking tot het koud water, het warm water, de sanitaire installaties, de elektrische installatie, de verwarming, alsook de vereiste vooruitrusting waarop uitrustingen aangesloten kunnen worden om te koken. Onverminderd artikel 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet, stelt de Regering de inhoud van deze verschillende verplichtingen vast. § 2. De Regering kan aanvullende of specifieke verplichtingen vaststellen voor sommige categorieën van woningen, onverminderd de voorschriften in afdeling 2, hoofdstuk II, Titel VIII, Boek III van het Burgerlijk Wetboek en de uitvoeringsbesluiten hiervan. § 3. In het jaar dat volgt op de vernieuwing van de Raad, legt de Regering de Raad een rapport voor met de evaluatie van de verplichtingen die ze heeft opgelegd en van de toepassing van de artikelen 4 tot 17.
Artikel 7.§ 1. Gemeubelde woningen en kleine woningen mogen slechts te huur gesteld worden nadat van de Gewestelijke Inspectiedienst een conformiteitsattest is verkregen, waarvan het model wordt vastgesteld door de Regering. Het conformiteitsattest moet aangeven dat de desbetreffende woning beantwoordt aan de verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting bedoeld in artikel 4. Wanneer hem het conformiteitsattest wordt afgegeven, bezorgt de verhuurder hiervan een afschrift aan de huurder of kandidaat-huurder.
Om het conformiteitsattest te verkrijgen, overhandigt de verhuurder aan de Gewestelijke Inspectiedienst een formulier waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld, samen met een voor waar en nauwkeurig verklaarde verklaring, en dat stelt dat de te huur gestelde woning beantwoordt aan de verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting bedoeld in artikel 4. § 2. Het conformiteitsattest wordt opgemaakt voor een duur van zes jaar. § 3. Voor de woningen die op de dag van de inwerkingtreding van liet besluit van de Regering houdende organisatie van de Gewestelijke Inspectiedienst overeenkomstig de bepalingen van, artikel 8 reeds verhuurd zijn, beschikt de verhuurder over een termijn van twee jaar om het in § 1 bedoelde conformiteitsattest te verkrijgen.
Artikel 10.§ 1. Iedere persoon die een gemeubelde woning of een kleine woning verhuurt of wenst te verhuren, vraagt, volgens de door de Regering vastgestelde vorm, bij de Gewestelijke Inspectiedienst een conformiteitsattest aan en voegt hieraan de in artikel 7 bedoelde voor waar en nauwkeurig verklaarde verklaring toe. § 2. De Gewestelijke Inspectiedienst geeft het conformiteitsattest af binnen de door de Regering vastgestelde termijn.
Voorafgaand aan de afgifte, kan de Gewestelijke Inspectiedienst een onderzoek uitvoeren waaruit moet blijken of de desbetreffende woning beantwoordt aan de in artikel 4 bedoelde verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting. Het verslag van het onderzoek wordt bij het afgegeven attest gevoegd.
Is binnen deze termijn geen beslissing genomen, dan wordt aan de aanvrager automatisch een conformiteitsattest afgegeven.
Bij weigering, dient de beslissing behoorlijk met redenen te worden omkleed. Het verslag van het onderzoek wordt bij de weigeringsbeslissing gevoegd. § 3. Bij weigering, kan de aanvrager bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of bij de hiertoe gemachtigde ambtenaar beroep aantekenen overeenkomstig de door de Regering vastgestelde vorm en termijnen.
De Regering of de hiertoe gemachtigde ambtenaar doen uitspraak binnen dertig dagen na ontvangst van het beroep. Zij kan een nieuw onderzoek gelasten. In dat geval, wordt de termijn met dertig dagen verlengd.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een andere ambtenaar-inspecteur van de Gewestelijke Inspectiedienst. Het resultaat van het onderzoek wordt door de Gewestelijke Inspectiedienst aan de gemachtigde ambtenaar en aan de aanvrager meegedeeld.
Is binnen deze termijn geen beslissing genomen, dan wordt de beslissing tot weigering stilzwijgend bevestigd.
Artikel 14.Het verbod om de woning nog verder te huur te stellen of te verhuren, dat wordt opgelegd in de gevallen bedoeld in artikel 13, § 1, 5e lid, en § 3, 4e lid, wordt ter kennis gebracht van de verhuurder, de eventuele huurder en de burgemeester van de gemeente waar het goed is gelegen. De burgemeester zorgt voor de tenuitvoerlegging van het verbod.
Een woning die het voorwerp uitmaakt van een verbod als bedoeld in het eerste lid of van een beslissing tot onbewoonbaarverklaring, genomen met toepassing van artikel 135 van de nieuwe gemeentewet, op grond dat de woning niet beantwoordt aan een vereiste als bedoeld in artikel 4 van deze ordonnantie, kan pas opnieuw te huur gesteld of verhuurd worden, nadat de verhuurder een conformiteitscontroleattest heeft verkregen.
De afgifte van het conformiteitscontroleattest verloopt overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 9.
De ondergetekende, leidend ambtenaar van de Gewestelijke Inspectiedienst bevestigt hiermee dat : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld