gepubliceerd op 05 januari 2011
Besluit van de Regering houdende oprichting van een begeleidingscomité voor de Europese Territoriale Samenwerking in het kader van de INTERREG-IV-A-programma's Euregio Maas-Rijn en de "Grossregion 2007-2013". - Erratum
4 JUNI 2009. - Besluit van de Regering houdende oprichting van een begeleidingscomité voor de Europese Territoriale Samenwerking in het kader van de INTERREG-IV-A-programma's Euregio Maas-Rijn en de "Grossregion 2007-2013". - Erratum
De Nederlandse vertaling van bovenvermeld besluit, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 september 2009, blz. 65151, dient te worden vervangen door de volgende tekst : « MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 4 JUNI 2009. - Besluit van de Regering tot oprichting van een toezichtcomité voor de Europese Territoriale Samenwerking in het kader van de INTERREG IV-A programma's Euregio Maas-Rijn en Grootregio 2007-2013 De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de artikelen 158-162 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, overeenkomstig zijn geconsolideerde versie van 2 oktober 1997, bekrachtigd door de
wet van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/08/1998
pub.
30/04/1999
numac
1999015017
bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
Wet houdende instemming met het verdag van Amsterdam houdende wijziging van het verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijhorende akten, Bijlage, Protocollen A, B, C en D, en slotakte, gedaan te Amsterdam op 2 oktober 1997 (2)
sluiten;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling;
Gelet op het operationele programma van de Euregio Maas-Rijn 2007-2013, goedgekeurd door de Regering op 6 maart 2007, en op de overeenkomst ter uitvoering van het operationele programma INTERREG IV-A "Europese territoriale samenwerking" van de Euregio Maas-Rijn, goedgekeurd door de Regering op 20 maart 2007;
Gelet op het operationele programma voor grensoverschrijdende samenwerking "Grootregio"- Europese territoriale samenwerking 2007-2013, goedgekeurd door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap op 22 februari 2007, en op de partnerschapsovereenkomst over de tenuitvoerlegging, het beheer en de follow-up van het programma alsmede over de controle van de uitgaven, goedgekeurd door de Regering op 8 november 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gerechtvaardigd door de omstandigheid dat de INTERREG-programmaperiode III op 30 juni 2009 afgesloten is en voor de continuïteit in de follow-up en de tenuitvoerlegging van de bovenvermelde programma's moet worden gezorgd;
Gelet op het besluit om de aanvraag- en overlegprocedure voor de INTERREG-projecten te wijzigen, genomen op 6 maart 2009 door het INTERREG-toezichtcomité van de Euregio Maas-Rijn;
Overwegende dat de doelstellingen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) conform artikel 11, lid 1, b), van de Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds moeten worden verwezenlijkt in nauwe samenwerking met de bevoegde regionale, plaatselijke, stedelijke en andere overheden, de economische en sociale partners, andere geschikte instanties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen, milieupartners, niet-gouvernementele organisaties, en instanties die tot taak hebben de gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen;
Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Externe Betrekkingen;
Na beraadslaging, Besluit : Oprichting
Artikel 1.Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een comité van toezicht opgericht met het oog op de ondersteuning van de Europese Territoriale Samenwerking in het kader van de INTERREG IV-A programma's van de Euregio Maas-Rijn en van de Grootregio, hierna "toezichtcomité" genoemd.
Opdrachten
Art. 2.Het toezichtcomité is ermee belast de grensoverschrijdende samenwerking in het kader van de INTERREG IV-A programma's van de Euregio Maas-Rijn en van de Grootregio te begeleiden en te organiseren.
Het toezichtcomité heeft onder meer als opdracht : 1° de potentiële initiatiefnemers van projecten te sensibiliseren en te informeren;2° een advies te verstrekken over de projectschetsen en -aanvragen;3° een advies te verstrekken over het algemeen beheer van de grensoverschrijdende programma's, met name wat de naleving van de doelstellingen en de omzetting - binnen het partnerschap - van de programma's in de Duitstalige Gemeenschap betreft. Het advies over de projectschetsen en -aanvragen voorgelegd met het oog op de Europese co-financiering wordt verstrekt overeenkomstig de procedures en criteria vastgelegd op het niveau van de Duitstalige Gemeenschap, van de Euregio Maas-Rijn en/of van de Grootregio alsook op het Europees niveau; het betreft vooral de complementariteit en de overeenstemming van de voorgelegde projecten met de doelstellingen en zwaartepunten van de operationele programma's voor de grensoverschrijdende samenwerking alsmede met andere Europese, nationale en regionale steunprogramma's en maatregelen.
Het toezichtcomité zendt zijn adviezen aan de Regering van de Duitstalige Gemeenschap toe die een beslissing neemt op het gebied van de toezichtcomité's en stuurgroepen georganiseerd met het oog op de begeleiding van de INTERREG IV-A programma's.
Samenstelling
Art. 3.§ 1. Het toezichtcomité is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden : 1° één vertegenwoordiger van elke Minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;2° één vertegenwoordiger van elke Afdeling van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;3° één vertegenwoordiger van elke gemeente van het Duitse taalgebied; 4° twee vertegenwoordigers van de Sociaal Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, t.w. één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties; 5° één vertegenwoordiger van de "Wirtschaftsförderungsgesellschaft Ostbelgiens" (VZW);6° één vertegenwoordiger van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap; 7° één vertegenwoordiger van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s; 8° één vertegenwoordiger van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;9° één vertegenwoordiger van de Raad voor Volksopleiding en Vormingswerk voor Volwassenen; 10 één vertegenwoordiger van de Duitstalige Jeugdraad; 11° één vertegenwoordiger van de Dienst voor Toerisme van de Oostkantons (VZW). § 2. Het toezichtcomité is samengesteld uit de volgende leden met raadgevende stem : 1° de vaste vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap bij de Stichting Euregio Maas-Rijn;2° het departement "externe betrekkingen", nl.de manager van het INTERREG-project.
Werking
Art. 4.De Minister-President of zijn vertegenwoordiger zit het toezichtcomité voor. De manager van het INTERREG-project treedt als secretaris op.
Het toezichtcomité komt ten minste tweemaal per jaar samen en wordt door de voorzitter bijeengeroepen.
Het toezichtcomité maakt zijn huishoudelijk reglement op en legt het vóór 1 maart 2010 ter goedkeuring voor aan de Regering.
Opheffingsbepaling
Art. 5.Het besluit van de Regering van 6 september 2000 tot oprichting van een Toezichtcomité voor het Europees communautair initiatief INTERREG III wordt opgeheven.
Inwerkingtreding
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2009.
Uitvoering
Art. 7.De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 4 juni 2009.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ »