Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 21 september 2022

Projectoproep in het kader van het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie 2021-2027 - AMIF: Open projectoproep Opvang 1. INTRODUCTIE Het AMIF is een fonds dat de Europese Unie heeft ingesteld om bij te dragen tot een doeltreffend beheer van Het AMIF zal bijdragen aan volgende specifieke doelstellingen: a) versterken en ontwikkelen van (...)

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2022041974
pub.
21/09/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


Projectoproep in het kader van het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie 2021-2027 - AMIF: Open projectoproep Opvang 1. INTRODUCTIE Het AMIF is een fonds dat de Europese Unie heeft ingesteld om bij te dragen tot een doeltreffend beheer van migratiestromen en tot de uitvoering, versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid overeenkomstig het relevante acquis van de Unie en met volledige eerbiediging van de internationale verplichtingen van de Unie en de lidstaten die voortvloeien uit de internationale instrumenten waarbij zij partij zijn. Het AMIF zal bijdragen aan volgende specifieke doelstellingen: a) versterken en ontwikkelen van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie ervan;b) versterken en ontwikkelen van legale migratie naar de lidstaten, overeenkomstig hun economische en sociale behoeften, en bevorderen van en bijdragen tot de daadwerkelijke integratie en sociale inclusie van onderdanen van derde landen;c) bijdragen tot de bestrijding van irreguliere migratie, stimuleren van een effectieve, veilige en waardige terugkeer en overname, en bevorderen van en bijdragen tot een daadwerkelijk begin van re-integratie in derde landen;d) bevorderen van solidariteit en een billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met uitdagingen op het gebied van migratie en asiel, onder meer door praktische samenwerking. Deze oproep kadert in de specifieke doelstelling c. 2. ALGEMEEN KADER 2.1 AMIF en de FOD Binnenlandse Zaken De oprichtingsbeslissing van het AMIF (Verordening (EU) 2021/1147 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie) legt het algemeen kader van dit fonds vast en bepaalt welk soort acties in aanmerking komen voor welke doelgroepen.

Elke lidstaat heeft deze Europese doelstellingen vertaald naar nationale doelstellingen, die zijn vastgelegd in nationale programma's. Het Belgisch nationaal programma is terug te vinden op de website van de beheersautoriteit (www.amif-isf.be).

De FOD Binnenlandse Zaken is binnen België aangeduid als beheersautoriteit voor het beheer van het AMIF. De algemene bepalingen (Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid) bepalen welke financiële en andere richtlijnen de projectuitvoerders moeten respecteren. 2.2 Samenwerking met Fedasil De FOD Binnenlandse Zaken werkt samen met Fedasil voor deze projectoproep.

Het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) is een instelling van openbaar nut. Fedasil staat onder de voogdij van Mevrouw Nicole De Moor, Staatssecretaris voor Asiel en Migratie.

Fedasil heeft als opdracht materiële hulp te verlenen aan verzoekers om internationale bescherming en aan andere categorieën van vreemdelingen die eveneens recht hebben op opvang. Fedasil organiseert, rechtstreeks of via haar partners, een kwaliteitsvolle opvang en begeleiding. Het Agentschap beheert bovendien de observatie en oriëntatie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (de NBMV).

Fedasil draagt bij tot het uitwerken, voorbereiden en uitvoeren van het opvangbeleid. In het kader van verschillende initiatieven zorgt Fedasil voor de integratie van de opvangcentra binnen de plaatselijke gemeenschap. Daarnaast coördineert Fedasil de programma's voor vrijwillige terugkeer.

Krachtens art. 62 van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen kan "het Agentschap [...] aan partners de taak toevertrouwen om aan begunstigden van de opvang materiële hulp te verstrekken zoals voorzien in deze wet. [...] Met het oog hierop sluit het Agentschap overeenkomsten af." Fedasil is dus wettelijk verantwoordelijk voor de Opvang van verzoekers om internationale bescherming. Fedasil sluit zelf overeenkomsten af met derden. Voor de coherentie met de eigen overeenkomsten wordt er een samenwerkingsverband opgericht. Daarom wordt de projectoproep `Opvang' van het AMIF, dat hier wordt opengesteld, beheerd in nauwe onderlinge samenwerking tussen de FOD Binnenlandse Zaken en Fedasil. 3. PROJECTOPROEP Deze projectoproep stelt middelen open die voorzien zijn voor opvang. Deze projectoproep verschijnt in het kader van de bepalingen betreffende de materiële hulp die wordt toegekend aan de begunstigden van de opvang, zoals voorzien in de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten. 3.1. Budget Het beschikbare budget voor deze projectoproep bedraagt maximum € 5.400.000.

De AMIF-toelage mag maximum 75% van de totale betoelaagbare kost van het project bedragen.

Het minimum subsidiebedrag per project bedraagt € 200.000. 3.2 Looptijd Deze oproep financiert projecten die lopen tussen 1 januari 2023 en 31 december 2025. 3.3 Doelgroep De doelgroep staat beschreven in de Europese regelgeving (Verordening (EU) 2021/1147 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie).

Er moeten bewijsstukken bewaard worden waaruit blijkt dat de personen de bijstand ontvangen hebben (ontvangstbewijzen).

Er zal ook bijzondere aandacht worden besteed aan gendermainstreaming.

De eindbegunstigde verbindt zich ertoe om rekening te houden met het genderperspectief, gendergelijkheid en eventuele verschillen in situatie tussen vrouwen en mannen (gender mainstreaming) bij de uitvoering van het project. 3.4 Acties De projecten die in het kader van deze projectoproep in aanmerking komen voor financiering tussen 1 januari 2023 en 31 december 2025 dragen bij tot: (1) Versterking veerkracht van ons netwerk m.b.t het opvangen van personen met een psychologische/psychiatrische problematiek. 1a. Geestelijke gezondheid: eerstelijnsmedewerkers (multidisciplinair team) uitrusten d.m.v. een vormingsaanbod en aan de noden en specificiteiten van het opvangnetwerk aangepaste intervisies. (opvang van 1ste en 2de fase) (aanbod bij voorkeur op niveau van het netwerk of tenminste op dat van een opvangregio). 1b. Organiseren van een vlotte toegang tot deskundigen van de geestelijke gezondheidszorg (bijvoorbeeld via mobiele ploegen en consultaties op vraag) teneinde een eerste diagnose te faciliteren (eerste oriëntatie) en, zo nodig, het organiseren van een (semi-)residentiële begeleiding (hospitalisatie) op maat (aanbod bij voorkeur op niveau van een opvangregio). Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de (niet-)begeleide minderjarigen (faciliteren van de toegang tot de geestelijke gezondheidszorg en de pedopsychiatrie en zo nodig eveneens een (semi)residentiële begeleiding organiseren.), in het bijzonder in de opvangregio Zuid (regio Wallonië en Brussel). (2) Aanpassing van het opvangnetwerk aan de specifieke noden en kwetsbaarheden van rechthebbenden, in het bijzonder van niet begeleide minderjarigen 2a.Het Agentschap en de opvangcentra ondersteunen (begeleiding op maat) in het verspreiden en operationaliseren van de visie op opvang en begeleiding van kinderen en families in het opvangnetwerk door hen te ondersteunen in het maken van een analyse (van de verschillen) van de actuele situatie in de opvangcentra en d.m.v. (nieuwe) opleidingen, gepersonaliseerde coaching, intervisies en de ontwikkeling van handvaten, met een nadruk op twee kernelementen: de creatie van een veilige leefomgeving en aan kinderen aangepaste informatie en participatie (op niveau van het netwerk). 2b. De strijd tegen discriminatie verhogen: Voor wat betreft het federale actieplan voor een LGBTQI+ vriendelijk België, (1) een vormingsaanbod ontwikkelen dat toelaat om (op termijn) de eerstelijnsmedewerkers van de opvangcentra te ondersteunen, sensibiliseren en te vormen; (2) de bewoners van de opvangcentra informeren en sensibiliseren. Er zal ook aandacht uitgaan naar de versterking en de samenwerking tussen het opvangnetwerk en de organisaties/koepels van het maatschappelijk middenveld in het algemeen (op nationaal niveau). (3) Verhoging van de kwaliteit en flexibiliteit van het opvangnetwerk 3a.De opmaak van een studie (door een extern studiebureau of een universiteit) naar de mogelijkheden en beperkingen van de verbetering van de kwaliteit en inzetbaarheid van geprefabriceerde modulaire wooneenheden. Er zal nadruk moeten worden gelegd op de toename van flexibiliteit op meerdere niveaus: conceptualiseren, installeren, verplaatsen, herinrichten. Deze studie zal in nauwe samenwerking met de dienst infrastructuur van het Agentschap moeten gebeuren en moet uitmonden in praktische aanbevelingen. 3b. De verdere uitbouw van match-it ondersteunen om een kwalitatief plaatsenbeheer te garanderen in functie van de noden van de verzoeker om internationale bescherming en geharmoniseerde generieke en specifieke begeleidingstrajecten te kunnen aanbieden aan verzoekers om internationale bescherming en niet-begeleide minderjarigen door de verdere ontwikkeling van een digitaal sociaal dossier. De trajecten dienen netwerk breed te zijn (collectieve en individuele opvang) en integraal te zijn (inclusief terugkeer en integratietraject). (4) Nemen van gerichte initiatieven met het oog op het verbeteren van het samenleven zowel binnen de opvangstructuur als erbuiten 4a.actie-onderzoek over interculturele bemiddeling in de opvang: (1) De bestaande goede praktijken omtrent het beheer van interculturele verschillen identificeren, (2) opzetten van pilootprojecten (diverse focus) met (nieuwe) interculturele bemiddelaars (extern aan de opvangcentra) als actie-onderzoek en (3) ontwikkelen en voorstellen van vormingen voor de interculturele bemiddelaars van de eerste lijn (op niveau van het opvangnetwerk). 4b. De uitvoering van preventieve en herstelgerichte acties mogelijk maken, in co-constructie (werknemers/werknemers, werknemers/bewoners of bewoners/bewoners) om (1) het werkklimaat en het samenleven binnen het opvangcentrum te verbeteren, (2) een duurzame aanpak van conflictbeheersing te ontwikkelen en te verankeren, (3) de begeleiding van de begunstigden te verbeteren, en meer bepaald NBMV en jongvolwassenen (18-21 jaar) en (4) het netwerk te stabiliseren. Het is de bedoeling de visie van het Agentschap in het hele opvangnetwerk te standaardiseren. 4c. Time-out voor volwassenen: Organiseren van een korte, herstelgerichte time-out voor jongvolwassenen en/of volwassenen om hen een pauze te gunnen wanneer een situatie in een impasse geraakt. De (jonge) volwassene helpen om opnieuw contact te leggen met het personeel en/of de bewoners van de opvangstructuur en hen op korte termijn te re-integreren. De (jong)volwassene begeleiden bij het nadenken over veerkracht, behoeften en kwetsbaarheden. Formuleren van aanbevelingen voor mogelijke doorverwijzing naar passende zorg, begeleiding of ondersteuning, met instemming van de (jong) volwassene. (5) Inzetten op een verhoging van de weerbaarheid en autonomie van de bewoners 5a.Ontwikkeling van een meertalig digitaal platform dat de rechtstreekse communicatie met de bewoners van de opvangcentra vergemakkelijkt. Deze ondersteuning moet bestaan uit een online berichtensysteem dat eenvoudige berichten automatisch kan vertalen in verschillende talen (de talen die het meest worden gebruikt door de bewoners). Dit moet gebeuren in nauwe samenwerking met de eindbegunstigden (eerstelijnswerkers en bewoners). Er zal ook diepgaand vooronderzoek nodig zijn, alsmede opleiding om de verspreiding (in het hele opvangnetwerk) en het correcte gebruik ervan te waarborgen. Tegelijkertijd moet het veilige en doeltreffende gebruik van de bestaande vertaalapplicaties worden versterkt door een beleid voor het gebruik van deze applicaties in de opvangcentra te ontwikkelen en in passende opleiding te voorzien. 5b. Opzetten en organiseren van een netwerk van tewerkstellingscoaches (buiten de opvangcentra) die de opvangcentra en hun bewoners in contact kunnen brengen met arbeidsbemiddelingsbureaus, intermediaire organisaties en werkgevers (bij voorkeur aangeboden op netwerkbasis of voor ten minste één opvangregio). Het doel is leemten in de dienstverlening op te vullen en de trajecten naar de ontwikkeling van competenties en werkgelegenheid te optimaliseren. 4. ALGEMENE BEPALINGEN De subsidies uit het AMIF zijn geen volledige, maar gedeeltelijke financiering (zgn.cofinanciering). Dit betekent dat elke kandidaat-projectuitvoerder zelf moet instaan voor het andere deel van de financiering. De financiering uit het fonds bedraagt maximaal 75% van de effectief gerealiseerde, verifieerbare en subsidiabel geachte uitgaven. De beslissing over het toekennen van de maximale Europese financiering ligt bij de Stuurgroep, bestaande uit de vertegenwoordigers van de bevoegde ministers/staatssecretarissen en de verantwoordelijke autoriteit. Alleen projecten die kunnen aantonen dat ze geen lucratief karakter hebben, komen in aanmerking voor een subsidie. Alleen projecten die kunnen aantonen dat ze geen lucratief karakter hebben, komen in aanmerking voor een subsidie. Indien er inkomsten gerealiseerd worden, zullen deze in mindering worden gebracht van de communautaire subsidie.

De geselecteerde projecten moeten zich richten naar de administratieve en financiële regels die van toepassing zijn op de federale programmatie en die voortvloeien ui zowel de Europese als de nationale wetgeving.

De opvolging van de uitvoering van de verschillende projecten door de Verantwoordelijke Autoriteit gebeurt op basis van de in het ministerieel besluit houdende toekenning van een toelage tot dekking van een deel van de kosten betreffende de verwezenlijking van projecten in het kader van het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie vastgestelde bepalingen.

De Verantwoordelijke Autoriteit en Fedasil zullen op regelmatige basis informele overlegmomenten met de projectorganisators organiseren.

Naast de Verantwoordelijke Autoriteit zorgt ook Fedasil, gelet op de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten, mee voor de inhoudelijke opvolging van de activiteiten en resultaten van de projecten. Fedasil kan hiertoe bepaalde eigen formats en platforms ontwikkelen.

In het geval van een partnerschap met een andere projectindiener/organisatie blijft de organisatie die het project heeft ingediend de enige gesprekspartner van de verantwoordelijke autoriteit. Deze projectindiener coördineert het project en is verantwoordelijk voor het naleven van de rapportageverplichtingen. De partnerschap(pen) moet(en) het onderwerp zijn van een partnerschapsovereenkomst waarin nauwkeurig de samenwerkingsmodaliteiten worden vastgelegd.

Elke projectuitvoerder moet alle registraties, facturen of gelijkwaardige documenten en relevante gegevens die verband houden met de gedeclareerde uitgaven, de door het project gegenereerde netto-inkomsten, en de activiteiten gerealiseerd in het kader van het project conform de voorschriften voor subsidiabiliteit en de bepalingen opgelegd in het ministerieel besluit houdende toekenning van een toelage tot dekking van een deel van de kosten betreffende de verwezenlijking van projecten in het kader van het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie.

Elke projectuitvoerder maakt tussentijdse verslagen en een eindverslag (narratief en financieel) op van het project aan de hand van een standaard formulier. Deze verslagen geven een globaal overzicht van de resultaten van het project. 5. VOORWAARDEN VOOR SUBSIDIABILITEIT In het kader van deze oproep kan tussen 2 opties gekozen worden: Optie 1 : Er kunnen enkel loonkosten worden ingediend, met bovenop het totaal van deze loonkosten een forfait van maximum 40% voor alle andere kosten (direct en indirect). Optie 2 : Er kunnen loonkosten en andere directe kosten worden ingediend, met bovenop een forfaitair bedrag voor de indirecte kosten, van maximum 7% op de totale directe kosten worden, of 15% op de loonkosten. 5.1. Algemene bepalingen 1. Elke eindbegunstigde van het fonds AMIF-ISF-BMVI, zelfs zij die niet beantwoorden aan de definitie van art.2, 1° van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten met betrekking tot overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, is onderworpen aan de nationale wetgeving en de Europese regelgeving inzake overheidsopdrachten. 2. Alle kosten moeten het gebruikelijke kostenbeleid van de organisatie weerspiegelen. 5.2. Loonkosten Er wordt gewerkt met een standaarduurtarief voor intern personeel (van de eindbegunstigde of een projectpartner) verbonden via arbeidsovereenkomst.

Het standaard uurtarief wordt in regel berekend op basis van het bruto maandloon van de maand januari van het kalenderjaar waarin prestaties geleverd worden voor het project. Voor werknemers nog niet in dienst in januari wordt het bruto maandloon van de eerste volledige maand van tewerkstelling gebruikt.

Volgende formule wordt toegepast: uurtarief = bruto maandloon * 1,08/100.

Voor de berekening van de loonkosten wordt het aantal gewerkte uren vermenigvuldigd met dit uurtarief.

Specifieke bepalingen: 1. Het brutomaandloon dat wordt gebruikt voor de berekening van het standaarduurtarief moet het gebruikelijke loonbeleid van de organisatie weerspiegelen.De nodige bewijsstukken dienen aan de Beheersautoriteit bezorgd te worden. De Beheersautoriteit kan extra bewijsstukken (loon informatie van andere maanden, individuele berekening of andere) opvragen ter controle. 2. Er wordt een maximum standaarduurtarief gehanteerd van 80 EUR/uur.3. Personen met een deeltijds contract dienen hun voltijds equivalent bruto maandloon te gebruiken voor de berekening van hun uurtarief.4. In geval personen over meerdere arbeidscontracten beschikken, is de berekeningsbasis de som van de bruto maandlonen van alle contracten samen, tenzij de activiteiten in het kader van het project enkel betrekking hebben op 1 specifiek arbeidscontract.5. Het uurtarief geldt minstens voor het kalenderjaar waarin het uurtarief is bepaald.Het uurtarief kan op vraag van de eindbegunstigde geactualiseerd worden voor het volgende kalenderjaar. 6. Voor een voltijds equivalent kan op jaarbasis maximaal 1.720 uur worden ingebracht. 7. Bij de berekening van het uurtarief wordt geen rekening gehouden met loonsubsidies of andere loon gerelateerde inkomsten.Deze moeten als projectgerelateerde inkomsten gerapporteerd worden.

Vereiste bewijsstukken: 1. Arbeidscontract of equivalent 2.Affectatiebewijs 3. Taakbeschrijving 4.Bewijs van het brutoloon van de maand januari/eerste volledige maand van de tewerkstelling 5. Bewijs van op het project gepresteerde uren 5.3. Andere directe kosten Algemeen 1. Het minimum bedrag voor de andere directe kosten bedraagt 1.000,00€ per individuele kost. Kosten lager dan dit bedrag zullen als niet-subsidiabel worden beschouwd. 2. kosten moeten gemaakt zijn door de eindbegunstigde of projectpartner.3. Kosten moeten redelijk zijn en stroken met de beginselen van goed financieel beheer, met name wat prijs-kwaliteitsverhouding en kosteneffectiviteit betreft.4. Kosten moeten gedaan zijn in het kader van de uitvoering van het project, en de link met het project moet worden aangetoond voor elke kost.5. Kosten moeten gedaan zijn tijdens de looptijd van het project (betalingen kunnen tot 3 maand na einde van het project).6. Voor alle kosten moet een factuur of gelijkwaardig worden voorgelegd, en moet het betaalbewijs beschikbaar zijn.Dit geldt niet voor afschrijvingen. 7. Alle kosten moeten opgenomen zijn in de boekhouding van de eindbegunstigde. Specifiek 1. BTW is subsidiabel onder volgende voorwaarden: ? voor concrete projecten waarvan de totale kosten lager zijn dan 5.000.000,00€ (inclusief btw); ? voor concrete projecten waarvan de totale kosten ten minste 5.000.000,00€ (inclusief btw) bedragen indien zij krachtens de nationale btw-wetgeving niet terugvorderbaar zijn; 2. Aankopen van roerende goederen van meer dan 5.000,00€ per unit die niet via afschrijvingen worden ingebracht moeten minstens 3 maand voor het einde van het project gebeuren (tenzij er voorafgaandelijke goedkeuring is van de Beheersautoriteit). De oorspronkelijke aankoop van dit materiaal mag niet gefinancierd zijn via een financiering van de Europese Unie. 3. Wanneer aankoop of huur van onroerend goed wordt ingebracht mag het onroerend goed niet (eerder) aangekocht zijn via een financiering van de Europese Unie.4. Voor kosten voor de doelgroep moet worden aangetoond dat zij behoren tot de doelgroep zoals beschreven in de Europese regelgeving (Verordening (EU) 2021/1147 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie), en moeten bewijsstukken bewaard worden waaruit blijkt dat de personen de bijstand ontvangen hebben (ontvangstbewijzen).5. De diensten die een onderaannemer levert, moeten gedetailleerd gefactureerd worden met vermelding van: naam uitvoerder prestatie, datum van uitvoering, aard van diensten en indien van toepassing het aantal gepresteerde uren.De link met het project moet duidelijk aangetoond kunnen worden. De volledige aanbestedingsprocedure moet gedocumenteerd zijn en zal opgevraagd worden bij controle. 6. Reis-en verblijfskosten en verzekeringen voor het personeel dat op het project werkt zijn niet subsidiabel.7. De volgende maxima zijn van toepassing: a) 125,00€ per uur voor extern personeel via onderaanneming.b) Voor verblijfsvergoedingen bij zendingen naar derde landen gelden de maxima van de FOD Buitenlandse Zaken (categorie 1 van het Ministerieel besluit houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan personeelsleden en afgevaardigden van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissie).c) Voor verblijfsvergoedingen voor zendingen van derde landers naar België gelden de maximale per diem rates zoals gepubliceerd door de Europese Commissie, terug te vinden op de website van de DG Development and Cooperation. 5.4. Voorbeeld Optie 1: als de totale loonkost van het project 100.000 € bedraagt, kan er een forfait worden ingediend van maximum 40.000 € voor andere kosten (maar kan ook minder zijn).

Optie 2: als de totale loonkost 100.000 € bedraagt en de andere directe kosten 80.000 € (waarvan elke individuele kost minimum 1.000 € bedraagt), kan er een indirecte kost van ofwel 15% van de loonkost (zijnde 15.000 €) ofwel 7% van de totale kost (zijnde 12.600 €) worden ingediend. 6. INDIENING VAN DE PROJECTVOORSTELLEN De projectvoorstellen moeten worden ingediend via de online toepassing van de beheersutoriteit.Via www.amif-isf.be moet u zich hiervoor registeren.

De uiterste datum voor invoering van de projecten is 28 oktober 2022. 7. SELECTIEPROCEDURE 7.1. Inoverwegingname Projectvoorstellen worden in overweging genomen wanneer zij voldoen aan volgende voorwaarden: - De doelgroep van de oproep wordt gerespecteerd - De doelstellingen van de oproep worden gerespecteerd Indien niet voldaan wordt aan één van deze criteria leidt dit tot niet inoverwegingname van het project, zonder enige verdere analyse. 7.2. Inhoudelijke en financiële evaluatie Projecten die in overweging zijn genomen, zullen vervolgens door de FOD Binnenlandse Zaken en Fedasil geanalyseerd worden op basis van volgende criteria: - Kwaliteit van het project - Kwaliteit van het budget - Efficiëntie van het project - Ervaring en deskundigheid van de indiener - De mate waarin het project bijdraagt tot het beleid en de coherentie ervan De projectvoorstellen worden vervolgens, vergezeld van de resultaten van de inhoudelijke analyse, voorgelegd aan de Stuurgroep. Deze kan beslissen een project te verwerpen, een project te weerhouden of een project te laten wijzigen.

In dit geval zal de projectuitvoerder door de beheersautoriteit geïnformeerd worden over de opmerkingen en voorstellen van de Stuurgroep. De herwerkte voorstellen worden binnen de bepaalde termijn elektronisch aan de Cel Europese Fondsen bezorgd, opnieuw geanalyseerd en voorgelegd aan de Stuurgroep om een beslissing te nemen.

De beslissingen over alle projectvoorstellen worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Vervolgens wordt de selectie geformaliseerd in de vorm van een ministerieel besluit, ondertekend door de Minister van Binnenlandse Zaken. 8. INFORMATIESESSIE De Verantwoordelijke Autoriteit in samenwerking met Fedasil zal een informatiesessie organiseren voor alle geïnteresseerde kandidaat-projectuitvoerders op vrijdag 7 oktober. Inschrijven voor de informatie sessie kan via amif-isf@ibz.eu. De precieze details zullen gecommuniceerd worden aan de personen die zich hebben ingeschreven.

Voor inhoudelijke vragen over de activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van deze projectoproep, kan u contact opnemen met de coördinatiecel van Fedasil op het volgende adres via e-mail projects.coordination@fedasil.be.

^