Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 25 maart 2022

Waalse Overheidsdienst Landbouw, natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. - Nr. 2021/SSD1/0002. - Erkenning van de beëindiging van het statuut van gerecycleerd gips voor gebruik in cementfabrieken op basis van hoofdstuk 2 van het besluit van de Waals De Directrice-generaal van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpmiddelen en Leefmili(...)

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022020549
pub.
25/03/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Waalse Overheidsdienst Landbouw, natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. - Nr. 2021/SSD1/0002. - Erkenning van de beëindiging van het statuut van gerecycleerd gips voor gebruik in cementfabrieken op basis van hoofdstuk 2 van het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/02/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019201545 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluiten houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4<bdit>ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt De Directrice-generaal van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpmiddelen en Leefmilieu, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op artikel 4ter;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/02/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019201545 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluiten houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt, hierna het "BWR BSA", inzonderheid op hoofdstuk 2;

Gelet op de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

Consideransen in verband met de volledigheid van de aanvraag, de identificatie van de aanvrager, het doel van de aanvraag tot erkenning van de beëindiging van het statuut van afvalstof;

Gelet op het verzoek om erkenning van de beëindiging van het statuut van afvalstof dat op 19 oktober 2021 is ingediend door S.R.L. REPLIC, gevestigd Chemin de l'Eau vive 1 te 7503 Froyennes (nr. KBO 0737.604.628), en dat op 24 november 2021 ontvankelijk is verklaard;

Gelet op het gunstig advies van het "Institut Scientifique de Service Public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) (hierna ISSeP), dat op 24 november 2021 is aangevraagd en op 26 januari 2022 is uitgebracht;

Overwegende dat bepaalde afvalstoffen ophouden afvalstoffen te zijn in de zin van artikel 3, lid 1, van de afvalstoffenrichtlijn 2008/98/EG wanneer zij een terugwinnings- of recyclingbewerking hebben ondergaan en voldoen aan nader te bepalen specifieke criteria, met inachtneming van de volgende voorwaarden ? de stof of het voorwerp wordt toegepast voor specifieke doelen; ? Er is een markt voor of vraag naar de stof of het voorwerp; ? De toepassing of het voorwerp voldoet aan de technische voorschriften voor de specifieke doelen en aan de voor producten geldende wetgeving en normen, ? Het gebruik van de stof of het voorwerp heeft over het geheel genomen geen ongunstige effecten voor het milieu of de menselijke gezondheid;

Overwegende dat criteria moeten worden vastgesteld en nageleefd om na te gaan en te garanderen dat aan deze voorwaarden wordt voldaan;

Ervan uitgaande dat de gehanteerde criteria betrekking hebben op het inkomende afval, de terugwinnings- of recyclingtechnieken en -procédés, en het uitgaande product;

Overwegende dat de exploitant die om een beëindiging van het statuut van afvalstof verzoekt, een beheersysteem moet implementeren om aan te tonen dat aan de einde het statuut van afvalstof wordt voldaan en dat het duurzaam is, en dat dit beheersysteem om de drie jaar moet worden gecertificeerd door een derde partij als omschreven in artikel 22 van de AGW BSA;

Overwegende dat elke partij voorwerpen of stoffen die aan het statuut van afval wordt onttrokken en de installatie verlaat, vergezeld moet gaan van een verklaring van overeenstemming met gegevens over de exploitant, de ontvanger, de aard van de stof of het voorwerp, de datum van verzending en het gewicht, de naleving van de in het besluit omschreven criteria, de toepassing van een beheerssysteem en een verklaring op erewoord, en dat deze verklaring in elektronische vorm mag worden afgegeven;

Overwegende dat, indien de voorgenomen recyclage- of terugwinningsactiviteit in Wallonië wordt uitgevoerd, een vergunning (milieuvergunning of -verklaring) overeenkomstig de verplichtingen die voortvloeien uit het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning onontbeerlijk is en dat het onderhavige besluit geen vrijstelling inhoudt van de naleving van deze verplichtingen;

Consideransen tot motivering voor de terugwinning van gipsafval en de aanvraag om de beëindiging van het statuut van gerecycleerd gips, onderwerp van de aanvraag om de beëindiging van het statuut van afvalstof Overwegende dat gips een bouwmateriaal is dat wordt gemaakt van een minerale soort, gips, die de mogelijkheid heeft om steeds opnieuw volledig te worden gerecycleerd;

Overwegende dat de kaderrichtlijn afvalstoffen bepaalt dat 70% van het bouw- en sloopafval moet worden gerecycleerd en teruggewonnen;

Overwegende dat de Europese Unie gips indeelt als een hoog sulfaathoudend, ongevaarlijk en niet-inert materiaal en dat gipsafval derhalve niet op een centrum voor technische ingraving van klasse 3 mag worden gestort;

Overwegende dat gipsafval tot nu toe hoofdzakelijk werd gestort op centra voor technische ingraving van klasse 2 en dat de resterende opslagcapaciteit van centra voor technische ingraving van klasse 2 drastisch dreigt te worden verminderd en dat deze gipsafvalstroom, althans gedeeltelijk, kan worden verwerkt in het kader van REPLIC;

Overwegende dat gipsafval over het algemeen wordt gemengd met andere producten (andere bouwmaterialen (beton, metselwerk, verf, lijm, enz.), wat gevolgen heeft voor de recycleerbaarheid ervan, en dat de selectieve sortering in recyclingparken of op bouw-/sloopterreinen het mogelijk maakt bepaalde fracties te isoleren om de recycling ervan te vergemakkelijken;

Overwegende dat de beginselen van selectieve deconstructie met name bepalen dat gipsafval en gipsmaterialen moeten worden gesorteerd of gescheiden moeten worden gehouden en moeten worden ingezameld, dat deze beginselen richtinggevend zijn voor het beraad over het beheer van bouw- en sloopafval in Wallonië en dat dit zijn neerslag vindt in verschillende teksten die thans worden aangenomen;

Overwegende dat op basis van een in 2012 door Frost and Sullivan uitgevoerde studie, die in het aanvraagdossier wordt geciteerd, over diensten voor de recyclage van bouwafval, op een markt van bijna 900 miljoen ton in Europa geproduceerd bouwafval, bijna 25% bestaat uit beton- en metselwerkafval waaraan gipsafval is gehecht;

Overwegende dat in 2015 een marktstudie is uitgevoerd in het kader van de uitvoering van het proefproject REPLIC, die een beter inzicht heeft verschaft in de gipsrecyclingsector, met name wat betreft bronnen, afzetmarkten en kosten;

Overwegende dat deze studie het bestaan van een markt en het zekere gebruik van gerecycleerd gips aantoont, rekening houdend met de technische bijzonderheden die REPLIC kan bereiken dank zij haar beheersing van het terugwinningsproces;

Overwegende dat de beëindiging van het statuut van afvalstof van gerecycleerd gips, in het kader van de erkenningsbeslissing, een waarborg biedt voor de kwaliteit van het product voor de cementbedrijven en het gebruik ervan op lange termijn alleen maar kan bevorderen;

Consideransen met betrekking tot de productie van gerecycleerd gips uit afvalgips van de bouw- en sloopsector; overwegingen die specifiek zijn voor de aanvrager Overwegende dat het verzoek om verwijdering van het statuut van afvalstof betrekking heeft op gerecycleerd gips afkomstig van de terugwinning van gipsafval voor gebruik als regulator in de cementindustrie;

Overwegende dat REPLIC over de passende vergunningen beschikt en de activiteiten waarvoor erkenning wordt aangevraagd, reeds in het kader van de afvalstoffenwetgeving uitvoert;

Overwegende dat alleen afvalcode 17 08 02 - niet onder 17 08 01 vallend gipshoudend bouwmateriaal - in het terugwinningsproces is toegestaan;

Overwegende dat REPLIC gipsafval verwerkt dat afkomstig is van de bouwsector, hoofdzakelijk bestaande uit platen, tegels en blokken (snij- of legafval) en van de sloop- en afbraaksector (gips meestal vermengd met andere materialen: verf, lijm, beton, bakstenen, hout, metaal, enz;) Overwegende dat de voorraad gipsafval in Wallonië momenteel op 15.000 ton wordt geraamd en dat ook Vlaanderen en Noord-Frankrijk extra hoeveelheden zouden kunnen leveren;

Overwegende dat het behandelingsproces in detail wordt beschreven en vergezeld gaat van een flowsheet ter illustratie van alle handelingen die tot gerecycleerd gips leiden, alsmede van een werkplan dat op 21 september 2021 is bijgewerkt, zodat het industriële proces kan worden begrepen;

Overwegende dat REPLIC op basis van haar praktijk voorstelt dat een partij gerecycleerd gips, die zal worden geanalyseerd met het oog op de beëindiging van het statuut van afvalstof, overeenkomt met maximaal 1.000 ton materiaal en dat dit volume, gelet op het materiaal, het verwerkte volume en het onderzoek van andere dossiers, adequaat lijkt;

Consideransen betreffende het gebruik van gerecycleerd gips, de karakterisering ervan en de criteria voor het beoogde gebruik Overwegende dat gerecycleerd gips uit de installaties van REPLIC in de cementindustrie wordt gebruikt voor de formules van cement als regulator van de verharding, ter vervanging van natuurlijk of kunstmatig gips;

Overwegende dat, afhankelijk van de toepassing, het aandeel van gips in cement tussen 3 en 5 gewichtspercenten ligt;

Overwegende dat het Centre Terre et Pierre, een in Wallonië erkend laboratorium voor afvalanalyse, monsters heeft genomen en het gerecycleerde gips van het REPLIC-procédé heeft gekarakteriseerd uit chemisch en fysisch oogpunt (verdeling van de deeltjesgrootte) voor de stroom uit de breekinstallaties;

Overwegende dat tijdens de terugwinningsactiviteiten drie kanalen worden gebruikt om het gerecycleerde gips terug te winnen, namelijk i) de gipsfijnstoffen afkomstig van een eerste zeef, ii) het resterende gips dat wordt teruggewonnen tijdens de secundaire behandeling van de tussenfractie en ten slotte iii) de fijnstoffen afkomstig van de stofverwijderingsinstallatie waarmee de hallen zijn uitgerust;

Overwegende dat de analyseresultaten geen significant verschil in chemische samenstelling tussen de twee stromen ((i) + (ii) en (iii)) laten zien en dat het geringe verschil in deeltjesgrootteverdeling naar verwachting geen invloed heeft op het gebruik van gerecycleerd gips en dat de verschillende geproduceerde stromen bijgevolg zonder onderscheid in dezelfde toepassingen kunnen worden gebruikt;

Overwegende dat de prestaties van CEM I- en CEM III-cement waarin gerecycleerd gips is verwerkt, aantoont dat deze gelijk zijn aan die van cement dat is bereid met natuurlijk of kunstmatig gips: Uit proeven met verschillende cementmonsters, bereid met natuurlijk of gerecycleerd gips en klinker van verschillende herkomst, blijkt dat voor alle geanalyseerde fysisch-mechanische en fysisch-chemische eigenschappen de verschillen als gevolg van de herkomst van het gips (natuurlijk vs. gerecycleerd) minder belangrijk zijn dan die als gevolg van de kwaliteit van de voor de cementbereiding gebruikte klinker;

Overwegende derhalve dat geringe variaties in de samenstelling van gerecycleerd gips (oxidegehalte) dat uit gipsafval is vervaardigd, niet van dien aard zijn dat zij de technische prestaties beïnvloeden van cement waarin dit gerecycleerde gips is verwerkt;

Overwegende dat gerecycleerd gips moet voldoen aan de technische specificaties die vereist zijn voor het gebruik ervan in de cementformule en die betrekking hebben op het gehalte aan onzuiverheden (< 2%) en de droogte (> 70%);

Overwegende dat de aanvrager analyses heeft verstrekt die aan deze criteria voldoen;

Overwegende dat sinds de behandeling van gipsafval operationeel is (sinds de routine-exploitatie van het in het kader van het O&O-project ontwikkelde proces), REPLIC nog nooit is geconfronteerd met een niet-conformiteit van een partij gerecycleerd gips voor gebruik in cementfabrieken;

Overwegende dat de aanvrager, naast de analyses van de door de cementindustrie verlangde parameters, aanvullende analyses uitvoert om de prestaties van het terugwinningsproces te controleren (granulometrische en chemische analyses) en dat, aangezien deze parameters niet specifiek door cementfabrikanten worden verlangd, zij niet zijn aangehouden als criteria voor de beëindiging van het statuut van afvalstof van gerecycleerd gips;

Overwegende dat verzoeker, geconfronteerd met de mogelijke aanwezigheid van asbest in gerecycleerd gips, in het kader van het REPLIC-onderzoeksproject tests had laten uitvoeren om het opnieuw te gebruiken voor de vervaardiging van gipsplaten, een gebruik dat uiteindelijk niet is gehandhaafd;

Overwegende dat in het geval van REPLIC het gerecycleerde gips vrij was van asbestvezels, zeker als gevolg van de strenge visuele controle op de inputs (geïllustreerde procedure voor het herkennen en identificeren van inkomend afval);

Overwegende dat gelet op de fysisch-chemische karakterisering in het aanvraagdossier, de overtuigende technische proeven met cementen waarin gerecycleerd gips is verwerkt, de beheersing van de breek- en zeefprocédés, het ISSeP in zijn verslag en de administratie de keuze van de criteria valideren die zijn aangehouden voor de opheffing van de status van afval van gerecycleerd gips voor gebruik in cementfabrieken;

Consideransen inzake kwaliteitscontrole en kwaliteitsbeheerssysteem Overwegende dat de artikelen 21 en 22 van het BWR BSA in geval van beëindiging van het statuut van afvalstof enerzijds een systeem van conformiteitsverklaring vereisen dat de traceerbaarheid van de partijen waarborgt, en anderzijds een kwaliteitszorgsysteem dat garanties biedt met betrekking tot de controle van het terugwinningsproces en de kwaliteit van het gerecycleerde gips;

Overwegende dat het punt waarop gerecycleerd gips ophoudt een afvalstof te zijn, wordt vastgesteld op het moment dat de uitgevoerde analyses voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld voor het gebruik in cementfabrieken;

Andere consideransen Overwegende dat de aanvrager voortgangsverslagen heeft verstrekt van het tussen 2016 en 2020 uitgevoerde proefproject REPLIC, waarin de technische optimalisaties worden beschreven die tot het huidige proces hebben geleid (zoals beschreven in het aanvraagdossier), alsmede de karakteriseringsstudies van het gerecycleerde gips en de technische tests die zijn uitgevoerd op het cement waarin het gerecycleerde gips is verwerkt;

Overwegende dat REPLIC het bestaan van een markt voor gerecycleerd gips aantoont, dat dit product reeds door cementfabrikanten op de markt wordt gebracht;

Overwegend dat elke producent die een volledig teruggewonnen product vervaardigt dat niet langer een afvalstof is, onderworpen kan zijn aan bijkomende wettelijke verplichtingen, bijvoorbeeld registratie uit hoofde van de REACH-verordening, en dat de exploitant derhalve, indien nodig, aan deze verordening moet voldoen;

Overwegende dat afvalstoffen zijn vrijgesteld van Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), aangezien zij onder afzonderlijke afvalbeheerscontroles vallen, maar dat zodra de afvalstoffen volledig zijn teruggewonnen en ophouden afvalstoffen te zijn de controles op het afvalbeheer niet langer van toepassing zijn en REACH het dan kan overnemen, en dat de producenten derhalve, tenzij zij specifiek worden vrijgesteld (bijvoorbeeld omdat een stof reeds is geregistreerd), uiteindelijk stoffen die uit afval worden teruggewonnen en opnieuw op de markt worden gebracht, moeten registreren en daarbij relevante veiligheids- en risico-informatie, zoals een veiligheidsinformatieblad, beschikbaar moeten stellen;

Overwegende dat andere staten reeds de beëindiging van het statuut van afvalstof hebben erkend voor gerecycleerd gips geproduceerd uit afvalgipsplaten (kwaliteitsprotocol van 12 augustus 2015, van toepassing in Engeland, Wales en Noord-Ierland); dat het terugwinningsproces wordt geregeld door een wettelijk document BSI - BS PAS 109 "Specification for the production of reprocessed gypsum from waste plasterboard" en dat de in dit document gespecificeerde criteria en de analysefrequenties globaal overeenkomen met die welke door REPLIC worden aangehouden, voor de volgende beoogde toepassingen, te weten als grondstof bij de vervaardiging van nieuwe gipshoudende bouwproducten zoals gipsplaten en plinten, als bodemverbeteraar in de commerciële landbouw of als grondstof bij de vervaardiging van cement.

Samenvattende considerans van de naleving van de vier voorwaarden bepaald in artikel 4ter van het voornoemde decreet van 27 juni 1996 Overwegende dat de erkenningsaanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 4 ter van voornoemd besluit van 27 juni 1996, namelijk het gebruik voor specifieke doeleinden, het bestaan van een markt, de naleving van de voor de producten geldende normen en de afwezigheid van negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid, voorzover de aanvraag voldoet aan de criteria en bepalingen van de onderhavige beslissing, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Deze beslissing doet geen afbreuk aan de naleving van de toepasselijke wetgeving inzake producten en productgebruik, in het bijzonder het type-bestek Qualiroutes of de REACH-Verordening.

Deze beslissing ontslaat de bevoegde administratieve diensten niet van de verplichting om, in voorkomend geval, een vergunning voor het in de handel brengen te verkrijgen. § 2. Deze beslissing doet geen afbreuk aan de naleving van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

Dit beslissing houdt, in voorkomend geval, geen vrijstelling in van het afleggen van een verklaring of het verkrijgen van een vergunning of een wijziging van een dergelijke verklaring of vergunning van de bevoegde administratieve diensten overeenkomstig de in lid 1 bedoelde wetgeving.

Art. 2.Deze beslissing is uitsluitend geldig op het grondgebied van Wallonië.

Deze beslissing ontslaat niet van de verplichting om, indien nodig, het statuut van de stof of het voorwerp in kwestie te controleren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het Vlaams Gewest of in een andere staat, met name vóór elke verplaatsing buiten het Waals Gewest.

Art. 3.§ 1. Gerecycleerd gips dat afkomstig is van de terugwinning van gipsafval, wordt erkend als beëindiging van het statuut van afvalstof op voorwaarde dat het voldoet aan de voorwaarden en criteria van dit besluit.

De exploitant die het gips terugwint, beschikt over de nodige vergunningen, met name voor de inontvangstneming en de terugwinning van afvalstoffen op zijn exploitatiesite. § 2. Het BWR BSA (inclusief de bijlage) is beschikbaar op www.wallex.wallonie.be.

Art. 4.§ 1. Eén partij gerecycleerd gips komt overeen met de maximumhoeveelheid van 1000 ton. § 2. Partijen die niet aan de in deze beslissing gestelde voorwaarden voldoen, zijn afvalstoffen en moeten als zodanig worden beheerd.

Het verdunnen van niet-conforme partijen om ze in overeenstemming te brengen met de gestelde voorwaarden is verboden.

Art. 5.Alle noodzakelijke terugwinningsbewerkingen voor de bereiding van gerecycleerd gips moeten worden uitgevoerd (combinatie van diverse mineralurgische technieken zoals breken, malen, magnetische scheiding) en een rechtstreeks en definitief gebruik ervan mogelijk maken, zoals gespecificeerd in artikel 7.

Art. 6.§ 1. Het afval dat als input voor terugwinningsactiviteiten wordt aanvaard, komt overeen met afvalcode 17 08 02 "Niet onder 17 08 01 vallend gipshoudend bouwmateriaal".

De administratie kan in het kader van een registratie andere afvalcodes toevoegen, mits deze betrekking hebben op gipsafval dat geen gevaarlijke stoffen bevat. § 2. Gipsafval dat synthetische of cellulosevezels bevat (personeel), gipsplaten met bekleding (glaswol, steenwol, PS (polystyreen), PUR (polyurethaan) ...) en asbesthoudend gipsafval zijn niet toegestaan.

Bevoegd personeel voert een administratieve controle en een visuele inspectie uit van het afval dat het exploitatieterrein binnenkomt. Bij twijfel over de aard of samenstelling van de binnenkomende afvalstoffen die niet door nader onderzoek kan worden uitgesloten, zendt het bevoegde personeel de afvalstoffen naar een afvalbeheersinstallatie die gemachtigd is om de afvalstoffen te ontvangen, of stuurt het de afvalstoffen terug naar de afzender.

Art. 7.§ 1. Het toegestane gebruik van gerecycleerd gips is als stollingsregelaar in cementformules, ter vervanging van natuurlijk of kunstmatig gips.

Voor elk ander eindgebruik moet opnieuw een aanvraag worden ingediend. § 2. Het gewichtspercentage gerecycleerd gips in cement ligt tussen 3 en 5%, afhankelijk van de toepassing, de rest is klinker.

Art. 8.Analyses van gerecycleerd gips worden per partij uitgevoerd op droogheid en onzuiverheidsgehalte.

Art. 9.§ 1. De droogte van gerecycleerd gips bedraagt meer dan 70%. § 2. De maximale dokking is 2%. Het "dockage"-gehalte is de som van het door calcinatie tussen 210° C en 400° C verwijderde papier en het door 4 mm zeven verwijderde exogene materiaal. Het wordt verkregen door twee componenten te bepalen, uitgedrukt in een cumulatief gewichtspercentage: de eerste is de papierfractie, bepaald door het verschil in gewicht van een representatief monster, vóór en na het branden tussen 210 en 400° C. Het tweede is het exogene materiaal van het gecalcineerde monster dat de zeef van 4 mm niet passeert.

Art. 10.De monsters in een partij worden genomen door een geregistreerde monsternemer, overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 11 april 2019 tot vaststelling van de voorwaarden voor de registratie van de monsternemers van afval en de voorwaarden voor de erkenning van de laboratoria voor afvalanalyse (B.S. 20.09.2019).

Art. 11.De analyses worden uitgevoerd door een laboratorium dat geaccrediteerd is volgens de ISO 17025-norm of door een laboratorium dat erkend is overeenkomstig het decreet of de bepalingen van Boek 1 van het Milieuwetboek.

Art. 12.De exploitant die het gips terugwint, past een kwaliteitsbeheersysteem toe dat betrekking heeft op het proces van controle van de criteria voor beëindiging van het statuut van afvalstof, overeenkomstig artikel 22 van de AGW BSA. Dit systeem biedt garanties voor de controle van het terugwinningsproces en de kwaliteit van het gerecycleerde gips.

Het systeem moet om de drie jaar worden geverifieerd door een onpartijdig beoordelingsorgaan, overeenkomstig artikel 22 van het BWR BSA.

Art. 13.§ 1. Elke partij gerecycleerd gips die de fabriek verlaat, moet vergezeld gaan van een attest van overeenstemming. Het moet ten minste de volgende gegevens bevatten: - 1° Gegevens met betrekking tot de verwerker en het nummer van de aan hem toegekende registratiebeslissing. - 2° Gegevens met betrekking tot de ontvanger (cementproducent) die het gerecycleerde gips gebruikt. - 3° Aard en kenmerken van de stof of het voorwerp: gerecycleerd gips. - 4° Datum van verzending en gewicht. - 5° Verbintenis om te voldoen aan de criteria bepaald in de beslissing tot verzending. - 6° Belastingen met betrekking tot het gebruik, d.w.z. de cementindustrie (cementhardende regulator) in een verhouding variërend tussen 3 en 5 gewichtspercenten. - 7° Verbintenis tot toepassing van een beheersysteem, met inachtneming van art. 22 van het BWR beëindiging van het statuut van afvalstof. - 8° Verklaring op erewoord. § 2. In voorkomend geval, mag de conformiteitsverklaring in elektronische vorm zijn opgesteld. Het kan ook bestaan uit verschillende reeds bestaande documenten, zoals een vrachtbrief of een productinformatieblad, mits deze alle door deze beslissing vereiste gegevens bevatten en al deze documenten onmiddellijk kunnen worden overgelegd in geval van een inspectie.

Art. 14.De bijzondere voorwaarden kunnen te allen tijde worden gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van het BWR van 28 februari 2019 (artikel 15 van het BWR-BSA). De aanvrager is verplicht de Administratie onmiddellijk in kennis te stellen van wijzigingen in de in de aanvraag vervatte informatie (artikel 14 van het BWR-BSA).

Art. 15.Deze erkenningsbeslissing is geldig voor een periode van 10 jaar, overeenkomstig artikel 6 van het BWR BSA. Namen, 25 februari 2022.

Bénédicte HEINDRICHS Directrice-generaal

^