gepubliceerd op 21 april 2021
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Overeenkomstencommissie audiciens - verzekeringsinstellingen van 11 februari 2021 e Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 31, § 1, van de nomenclatuur van(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
   Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering    Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige    verstrekkingen    Op voorstel van de Overeenkomstencommissie audiciens -    verzekeringsinstellingen van 11 februari 2021 en met uitvoering van    artikel 22,4° bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering    voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli    1994, heeft het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige    Verzorging op 15 maart 2021 de onderstaande interpretatieregel    vastgesteld:    Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 31, § 1,    van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen:    "INTERPRETATIEREGEL 2    VRAAG    In het geval van een CROS-of BICROS-montage, welk oor dient in    aanmerking genomen te worden om te bepalen of het gehoorverlies    noodzakelijk om in aanmerking te komen voor een    verzekeringstegemoetkoming bereikt is?    ANTWOORD    In het geval van een CROS- of BICROS-montage, dient het slechtste oor    in aanmerking genomen te worden om te bepalen of het gehoorverlies    noodzakelijk om in aanmerking te komen voor een    verzekeringstegemoetkoming bereikt is.
Dus zowel bij een niet aanpasbaar oor aan de ene kant en aan de andere kant een: ? Normaal gehoor ? Gehoorverlies van gemiddeld ? 40 dB ? Gehoorverlies van gemiddeld < 40 dB op de frequenties van 1 000, 2 000 en 4 000 Hertz ? Gehoorverlies met SNR verlies van minstens 3 dB neemt men het gehoorverlies aan de "niet aanpasbare kant" (slechtste oor, dus geen uitzonderingscodes).
Deze interpretatieregel heeft uitwerking vanaf 1 augustus 2015." De Leidend ambtenaar, B. VAN DAMME Directeur-generaal geneeskundige verzorging De Ondervoorzitter, M. MOENS