gepubliceerd op 24 juni 2011
Voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen toegelaten werkzame stoffen Deze lijst is een aanvulling van de eerder in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijsten met werkzame stoffen op(...) Nummer, richtlijn tot opneming in bijlage I van Ri(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen toegelaten werkzame stoffen Deze lijst is een aanvulling van de eerder in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijsten (laatste aanvulling : Belgisch Staatsblad van 2 mei 2011) met werkzame stoffen opgenomen in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, waarnaar wordt verwezen in het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik.
Nummer, richtlijn tot opneming in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG
Benaming, identificatienummers
IUPAC-benaming
Zuiverheid (1)
Inwerkingtreding
Geldigheidsduur
Specifieke bepalingen
315 2010/83/EU
Napropamide CAS-nr. : 15299-99-7
(RS)-N,N-diethyl-2- (1-naftyloxy) propionamide
=> 930 g/kg (racemisch mengsel) Relevante onzuiverheid : tolueen : niet meer dan 1,4 g/kg
1 januari 2011
31 december 2020
DEEL A Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.
DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over napropamide dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan :
- de veiligheid van de toediener : de gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;
- de bescherming van in het water levende organismen : de toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten (bijv. toereikende bufferzones);
- de veiligheid van de consument wat betreft het voorkomen in grondwater van de metaboliet 2-(1-naftyloxy)propionzuur, hierna "NOPA" genoemd.
De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager uiterlijk 31 december 2012 bij de Europese Commissie informatie indient ter bevestiging van de beoordeling van de blootstelling van het oppervlaktewater wat de fotolysemetabolieten en de metaboliet NOPA betreft, en informatie voor de risicobeoordeling van waterplanten.
323 2010/92/EU
Bromuconazool CAS-nr. : 116255-48-2 CIPAC-nr. : 680
1-[(2RS,4RS: 2RS,4SR)-4-broom-2-(2,4-dichloorfenyl) tetrahydrofurfuryl]-1H-1,2,4-triazool
=> 960 g/kg
1 februari 2011
31 januari 2021
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.
DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bromuconazool dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan :
- de veiligheid van de toediener en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;
- de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. toereikende bufferzones).
De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de volgende informatie bij de Europese Commissie indient :
- nadere informatie over residuen van triazoolmetabolietderivaten in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;
- informatie voor de verdere beoordeling van het langetermijnrisico voor herbivore zoogdieren.
Zij moeten ervoor zorgen dat de aanvrager op wiens verzoek bromuconazool in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 januari 2013 aan de Europese Commissie verstrekt.
De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bij de Europese Commissie nadere informatie over de potentiële hormoonontregelende eigenschappen van bromuconazool indient binnen twee jaar na de goedkeuring van de OESO-richtsnoeren voor hormoonontregelingstests of, bij wijze van alternatief, van op het niveau van de Unie overeengekomen testrichtsnoeren.
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stoffen.