gepubliceerd op 08 oktober 2010
Europees terugkeerfonds 2008-2013 Projectoproep. - 1 oktober 2010 INTRODUCTIE Het Europees Terugkeerfonds is, naast het Europees Vluchtelingenfonds, het Buitengrenzenfonds en het Integratiefonds, één van de vier solidariteitsfondsen die de Het Europees Terugkeerfonds loopt van 2008 tot 2013. Doelstelling van het fonds is de lidstaten (...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
Europees terugkeerfonds 2008-2013 Projectoproep. - 1 oktober 2010 INTRODUCTIE Het Europees Terugkeerfonds is, naast het Europees Vluchtelingenfonds, het Buitengrenzenfonds en het Integratiefonds, één van de vier solidariteitsfondsen die de Europese Unie heeft ingesteld om de Europese lidstaten bij te staan in het beheren van migratie.
Het Europees Terugkeerfonds loopt van 2008 tot 2013.
Doelstelling van het fonds is de lidstaten van de Europese Unie in staat te stellen hun terugkeerproces te verbeteren. Uit het fonds kunnen acties worden ondersteund die betrekking hebben op vrijwillige en gedwongen terugkeer.
De doelgroep (1) omvat : a) alle onderdanen van derde landen (2) die nog geen definitieve negatieve beslissing hebben ontvangen op hun verzoek om internationale bescherming in een lidstaat en die ervoor kunnen kiezen gebruik te maken van de mogelijkheid van vrijwillige terugkeer, op voorwaarde dat zij geen nieuwe nationaliteit hebben verworven en het grondgebied van die lidstaat niet hebben verlaten;b) onder bepaalde voorwaarden en in relatie met het Belgische programma voor terugkeer en reïntegratie : alle onderdanen van derde landen die in een lidstaat een vorm van internationale bescherming in de zin van Richtlijn 2004/83/EG, of tijdelijke bescherming in de zin van Richtlijn 2001/55/EG genieten en die ervoor kiezen gebruik te maken van de mogelijkheid van vrijwillige terugkeer, op voorwaarde dat zij geen nieuwe nationaliteit hebben verworven en het grondgebied van de lidstaat niet hebben verlaten;c) alle onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de voorwaarden voor toegang en/of verblijf in een lidstaat en die overeenkomstig de verplichting om het grondgebied van die lidstaat te verlaten, gebruik maken van de mogelijkheid van vrijwillige terugkeer;d) alle andere onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de voorwaarden voor toegang en/of verblijf in een lidstaat. ALGEMEEN KADER De oprichtingsbeslissing van het Europees Terugkeerfonds (575/2007/EG) legt het algemeen kader van dit fonds vast en bepaalt welk soort acties in aanmerking komen voor welke doelgroepen.
De uitvoeringsbeschikkingen (2008/458/EG, 2007/873/EG) bepalen welke financiële en andere richtlijnen de projectuitvoerders moeten respecteren.
De strategische doelstellingen van het Terugkeerfonds, opgebouwd rond de notie geïntegreerd terugkeerbeleid', zijn vastgelegd op Europees niveau. Elke lidstaat heeft deze doelstellingen vertaald naar nationale prioriteiten, die zijn vastgelegd in een meerjarenprogramma.
Dit meerjarenprogramma wordt geconcretiseerd in opeenvolgende jaarprogramma's. Het jaarprogramma 2010, waarop deze projectoproep is gebaseerd, is op 5 augustus 2010 goedgekeurd door de Europese Commissie.
Dienst Vreemdelingenzaken is verantwoordelijke autoriteit voor het beheer van het Europees Terugkeerfonds.
Fedasil is wettelijk verantwoordelijk voor de coördinatie van de vrijwillige terugkeer. Daarom wordt het luik vrijwillige terugkeer' van het Europees Terugkeerfonds, dat hier wordt opengesteld, beheerd in nauwe onderlinge samenwerking tussen DVZ en Fedasil.
PROJECTOPROEP JAARPPROGRAMMA 2010 Deze projectoproep stelt de middelen open die voorzien zijn in het jaarprogramma 2010 voor vrijwillige terugkeer. Deze middelen bedragen 1.622.883,01EUR. De middelen kunnen besteed worden van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2012.
Deze projectoproep is gebaseerd op de structuur van het jaarprogramma 2010, waarin de verschillende prioriteiten zijn opgedeeld in 3 inhoudelijke thema's : A. Het structureren van de communicatie over vrijwillige terugkeer ten aanzien van de doelgroep en hun formele en informele vertegenwoordigers.
B. Het verbeteren van de kwaliteit en de toegankelijkheid van terugkeerbegeleiding voor vertrek.
C. Het verder uitbouwen van de ondersteuning bij vrijwillige terugkeer die verzekerd wordt in het kader van het nationaal gefinancierde basisprogramma (REAB + reïntegratieprogramma).
De opvolging van de uitvoering van de verschillende projecten door de verantwoordelijke autoriteit gebeurt op basis van de volgende bepalingen : - DVZ organiseert een trimesteriële stuurgroep. - De opvolging van de projecten wordt gedocumenteerd aan de hand van een opvolgingsfiche. - Naast DVZ is ook Fedasil verantwoordelijk voor de inhoudelijke opvolging van de activiteiten en resultaten van de projecten. Fedasil kan hiertoe bepaalde eigen formats en platforms ontwikkelen.
Elke projectuitvoerder maakt een eindverslag op van het project aan de hand van een standaard formaat. Dit eindverslag is een samenvatting van de bovenstaande tussentijdse evaluatiemomenten en geeft een totaal overzicht van de resultaten op het moment dat het project afloopt.
Bijkomende bepalingen voor de persoonsgebonden uitgaven - ondersteuning bij reïntegratie (acties 5 en 6). - Kwetsbare groepen worden gedefinieerd in de zin van de bepalingen in bijlage 1 van de conventie trekkingsrechten'. Een afschrift van dit document is te bekomen bij Fedasil. - De bijkomende ondersteuning voor kwetsbare groepen kan enkel aangewend worden voor uitgaven die rechtstreeks en aantoonbaar verband houden met de kwetsbare positie van een persoon. - Bovenvermelde ondersteuningspakketten zijn complementair aan de ondersteuning die voorzien wordt in het nationaal gefinancierd basisprogramma dat bestaat uit het REAB-programma en het reïntegratieprogramma. Enkel personen die in aanmerking komen voor het reïntegratieprogramma kunnen in aanmerking komen voor deze complementaire ondersteuning. - De financieringsstructuur voor de persoonsgebonden middelen is opgebouwd uit de middelen die voorzien worden door het nationale programma (operationele kosten vrijwillige terugkeer + reïntegratieondersteuning), aangevuld met Europese middelen. De nationale middelen moeten in elk geval eerst worden uitgeput. - Voor elk dossier kan de reïntegratiepartner een onkostenvergoeding bekomen ter waarde van 15 % van het totale ondersteuningsbedrag met een maximum van 400 EUR per dossier. - De persoonsgebonden uitgaven binnen deze projecten kunnen enkel als subsidiabel worden beschouwd indien de toekenningsvoorwaarden (= een door de lokale reïntegratiepartner als haalbaar beschouwd businessplan of een door de lokale reïntegratiepartner als haalbaar beschouwde en begrote behoefteanalyse) zijn gerespecteerd. - De ondersteuning voor kwetsbare groepen is complementair met de andere vormen van ondersteuning op voorwaarde dat aan de toetredingscriteria voor elk ondersteuningspakket apart van elkaar wordt voldaan. Ondersteuning voor een micro-onderneming is niet complementair met ondersteuning voor loonsubsidie en vice versa. - De reïntegratiepartners die zich in deze actie engageren, documenteren hun dossiers op een onderling vergelijkbare manier in een der officiële landstalen of het Engels. - Indien het aantal begunstigden hoger blijkt dan verwacht, kan een budgetverhoging worden aangevraagd voor de persoonsgebonden uitgaven.
Deze aanvraag moet worden ingediend bij de verantwoordelijke autoriteit, gebaseerd op een extrapolatie van tussentijdse kwantitatieve resultaten. De budgetverhoging wordt toegekend aan de hand van door het Selectiecomité vastgestelde regels en onder voorbehoud van voldoende financiële provisie. - Reïntegratiepartners die zich in actie 5 of 6 wensen te engageren, moeten in het projectvoorstel beschrijven aan de hand van welke methode of procedures het effect van de ondersteuning zal worden opgevolgd en de besteding van de middelen zal worden gecontroleerd.
Deze methode moet formele schriftelijke rapportage combineren met een steekproefcontrole bij een aantal lokale reïntegratiepartners. - Een persoon moet voor het vertrek geïnformeerd worden over de mogelijke vormen van ondersteuning waarop beroep gedaan kan worden, de voorwaarden die daaraan verbonden zijn en de coördinatie van de organisatie ter plaatse die het dossier zal begeleiden. Al deze informatie wordt de persoon voor het vertrek schriftelijk overhandigd.
A. Communicatie en informatie Actie 1 : Ontwikkeling en implementatie van een innovatief communicatiebeleid Projecten onder deze actie vallen onder de Europese prioriteit 1 Sinds 2006 is het aanbod van ondersteuning bij vrijwillige terugkeer, zowel voor als na het vertrek, kwalitatief verbeterd. Het aanbod is echter ook complexer geworden. De veelheid aan initiatieven, waarover vaak individueel wordt gecommuniceerd zonder de samenhang met het programma te belichten, maakt het voor de doelgroep en hun formele (ambassades, ) en informele (sociale diensten, ) vertegenwoordigers niet eenvoudig om precies te weten waaruit het aanbod bestaat.
Doelstelling : Er is een overkoepelend, programma- en projectoverschrijdend communicatiebeleid dat objectieve informatie verzekert over het aanbod van ondersteuning bij vrijwillige terugkeer en dat de coherentie tussen het structurele programma en de verschillende individuele projecten als uitgangspunt neemt.
Deze doelstelling impliceert onder andere de volgende resultaten : - Het ontwerpen van een gezamenlijke stijl 'vrijwillige terugkeer'. - Het organiseren van een redactieraad, die regelmatig samenkomt om alle activiteiten van externe communicatie te plannen, op te volgen en te evalueren. - Het ontwerpen, drukken en verspreiden van : o Een folder (indicatieve omvang 4 pagina's) die korte, neutrale informatie geeft over het aanbod van en de toegang tot het programma.
Deze folder is bedoeld voor de doelgroep en is vertaald in ten minste 20 talen. o Een folder (indicatieve omvang 2 pagina's) die heel concreet het traject beschrijft van de tijdelijke verblijfplaats in België tot de uiteindelijke bestemming in het land van herkomst. Deze folder is bedoeld voor migranten die beslist hebben om terug te keren en is vertaald in ten minste 10 talen. o Een uitgebreide folder (indicatieve omvang 8 pagina's) die informatie geeft over het aanbod van en de toegang tot het programma.
Deze folder is bedoeld voor sociale diensten in eerste lijn en is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. o Een uitgebreide folder (indicatieve omvang 6 pagina's) met informatie over het aanbod van en de toegang tot het programma. Deze folder is bedoeld voor personen die slechts sporadisch in aanraking komen met de doelgroep, en bevat dus enkel de basisinformatie. De brochure is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. o Een folder waarin per jaarprogramma de verschillende terugkeerprojecten (3) worden toegelicht. Uitgangspunt is de samenhang van de projecten met het basisprogramma. Deze folder is bedoeld voor sociale diensten in eerste lijn en is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. o Een uitgebreide folder (indicatieve omvang 8 pagina's), gericht op diensten die werken met migranten met een medische problematiek, over de specifieke ondersteuning die bij vrijwillige terugkeer mogelijk is.
Deze folder is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. o Een uitgebreide folder (indicatieve omvang 8 pagina's), gericht op diensten die werken met alleenstaande minderjarige migranten, over de specifieke ondersteuning die bij vrijwillige terugkeer mogelijk is.
Deze folder is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. o Een poster die een grafisch overzicht geeft van het aanbod, de structuur en de toegang tot het programma. Deze poster is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. o Tien verschillende posters die middels concrete terugkeerverhalen informatie geven over de mogelijkheden van het programma. Deze posters zijn vertaald in het Nederlands, Frans, Engels en Russisch. o Een brochure (indicatieve omvang 30 pagina's) met geïllustreerde, individuele terugkeerverhalen en verslagen van missies naar de landen van herkomst, gebracht aan de hand van verschillende redactionele technieken (interviews, feitelijke verslagen, ). Deze brochure is bedoeld voor sociale diensten in eerste lijn en is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. - Het ontwerpen, drukken en verspreiden van een jaarverslag (indicatieve omvang 15 pagina's) waarin de resultaten van het programma worden samengevat. Dit jaarverslag is bedoeld voor het grote publiek en is vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. - Het uitbouwen van www.vrijwilligeterugkeer.be tot een referentiewebsite voor sociale diensten in eerste lijn. - Het voortdurend actualiseren van www.vrijwilligeterugkeer.be - Het aanmaken en organiseren van een fototentoonstelling over vrijwillige terugkeer die in verschillende opvangcentra kan worden vertoond. - Het produceren van een DVD waarin, aan de hand van korte, concrete hoofdstukken de verschillende etappes van het proces 'vrijwillige terugkeer' (van informatie over begeleiding tot de organisatie van de ondersteuning na terugkeer) aanschouwelijk worden gemaakt. Het luik ondersteuning na terugkeer' wordt geïllustreerd met ter plaatse gefilmde korte reportages over de reïntegratieprojecten van eerder teruggekeerde migranten. De DVD is minimaal beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels. - De redactie van korte verslagen, volgens een format zoals door Fedasil bepaald (1 A4 - standaard informatietypes - foto), over de situatie van personen die zijn teruggekeerd met reïntegratieondersteuning. De verhalen moeten worden aangeleverd in het Nederlands, het Frans en de taal van het betrokken herkomstland.
Het aanleveren van deze verhalen wordt vergoed met een nog te bepalen vast bedrag.
Naast het bovenstaande kunnen ook andere, bijkomende initiatieven voor communicatie ten aanzien van de doelgroep of hun vertegenwoordigers in aanmerking genomen worden, met name de communicatie over dienstverlening die voorzien wordt binnen andere RF-projecten.
Voorwaarde is echter dat al deze bijkomende informatiedragers een verwijzing opnemen naar de structuur van het programma (aan de hand van de standaardtekst die ontwikkeld is door Fedasil) en dat ze in de redactieraad worden besproken en ingepland.
Actie 2 : systematisch informeren van sociale diensten in eerste lijn Projecten onder deze actie vallen onder de Europese prioriteit 1 Om het aanbod van vrijwillige terugkeer te integreren in de sociale ondersteuning van migranten moeten sociale diensten in eerste lijn geïnformeerd zijn over de mogelijkheden die bestaan. Echter, niet elk segment van de eerste lijn heeft nood aan dezelfde informatie.
Er kunnen drie categorieën worden onderscheiden : - De brede, niet-gespecificeerde eerste lijn moet de doelgroep algemeen kunnen informeren en vervolgens correct kunnen doorverwijzen. - Het onderdeel van deze brede eerste lijn die een dienstenaanbod heeft dat tenminste deels gericht is naar de doelgroep, moet pro-actief kunnen informeren, terugkeer bespreekbaar stellen, terugkeergesprekken begeleiden en enkel in geval van concrete dossieropmaak doorverwijzen. - De terugkeerconsulenten begeleiden de doelgroep bij het opmaken van een terugkeerdossier en ondersteunen vanuit tweede lijn, de sociale diensten in eerste lijn.
In de grote stedelijke agglomeraties tekent zich een specifieke situatie af. Geconfronteerd met een groot aandeel van de doelgroep op hun territorium, beschikken zij vaak niet over voldoende capaciteit en expertise om binnen de stedelijke overheid het aspect vrijwillige terugkeer te integreren in hun sociaal beleid ten aanzien van de doelgroep.
Doelstelling : 1. Het uittekenen, implementeren en evalueren van een informatie- en vormingsplan dat beantwoord aan de behoeften van de drie segmenten van de eerste lijn.2. Het uittekenen, implementeren en evalueren van een programma dat erop gericht is de stedelijke agglomeraties in staat te stellen vrijwillige terugkeer te integreren in hun sociaal beleid ten aanzien van de doelgroep. Deze doelstelling impliceert onder andere de volgende resultaten : Doelstelling 1 Brede, niet-gespecificeerde eerste lijn : - Het organiseren van 11 algemene informatiesessies (1 per provincie plus Brussel, telkens in een centrale locatie) voor het brede publiek van sociale diensten. Het programma bestaat uit algemene informatie over vrijwillige terugkeer en een workshop over hoe een vrijwillige terugkeer concreet wordt voorbereid en georganiseerd. Het programma maakt actief gebruik van moderne communicatietechnieken om de boodschap duidelijk en concreet over te brengen. - Het organiseren van 11 algemene informatiesessies (1 per provincie plus Brussel, telkens in een centrale locatie), gericht op de gemeentelijke vreemdelingendiensten en de politiezones. Het programma, opgemaakt in samenwerking met DVZ en Fedasil, bestaat uit algemene informatie over terugkeerbeleid en een workshop over hoe een vrijwillige terugkeer concreet wordt voorbereid en georganiseerd. Het programma maakt actief gebruik van moderne communicatietechnieken om de boodschap zo duidelijk en concreet mogelijk over te brengen. - Het organiseren van 5 infosessies voor medische instellingen en dialysecentra waarin algemene informatie over vrijwillige terugkeer wordt gecombineerd met workshops over het specifieke aanbod voor personen met een medische problematiek. De lokale reïntegratiepartners kunnen een rol spelen in deze infosessies. - Het organiseren van (indicatief) 5 infosessies voor diensten en instellingen die werken met alleenstaande minderjarige migranten waarin algemene informatie over vrijwillige terugkeer wordt gecombineerd met workshops over het specifieke aanbod voor alleenstaande minderjarigen. De lokale reïntegratiepartners kunnen een rol spelen in deze infosessies.
De eerste lijn wiens werking (deels) gericht is op de doelgroep : - Het ontwerpen, opmaken en verspreiden van een maandelijkse nieuwsbrief voor medewerkers van organisaties wiens werking (deels) gericht is op de doelgroep. Deze nieuwsbrief is vertaald in het Nederlands en Frans en wordt elektronisch verspreid. - Het minstens semesterieel informeren van alle opvangmedewerkers (centra zowel als lokale opvanginitiatieven) over recente evoluties in het aanbod of de organisatie van vrijwillige terugkeer. Deze informatiesessies worden zoveel mogelijk ondersteund door moderne communicatietechnieken of concrete voorbeelden van personen die eerder zijn teruggekeerd. - Het minstens semesterieel informeren, van alle bij de organisatie van de vrijwillige terugkeer betrokken actoren (REAB-partners) over recente evoluties in het aanbod of de organisatie van vrijwillige terugkeer.
Terugkeerconsulenten (4) - Het organiseren van twee seminaries van telkens 1 dag waarop terugkeerconsulenten en lokale reïntegratiepartners worden samengebracht rond concrete, operationele problemen van dossieropmaak en terugkeerbegeleiding. - Het inhoudelijk en logistiek voorbereiden en organiseren van 10 observatiemissies van telkens 5 effectieve werkdagen tijdens de welke terugkeerconsulenten (of andere relevante actoren) ter plaatse het proces van reïntegratieondersteuning kunnen observeren. De referentietermen voor deze observatiemissies worden bepaald door Fedasil in overleg met de projectuitvoerder(s). - Het inhoudelijk en logistiek voorbereiden en organiseren van 4 zgn. regionale werkgroepen' waarbij gedurende één volledige dag de terugkeer naar een bepaald land of een bepaalde regio in detail wordt behandeld. De regionale werkgroepen zijn interactief opgebouwd, alle in een bepaald land actieve reïntegratiepartners worden hierbij betrokken en er wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van moderne mediatechnieken. Elke werkgroep wordt georganiseerd in een aparte Nederlandstalige en Franstalige sessie. - Het inhoudelijk en logistiek voorbereiden en organiseren van een praktische vorming begeleiding van micro-ondernemingen'. De vorming bestaat uit een theoretische en een praktische module.
De theoretische module behandelt onderwerpen als de onderdelen van een ondernemingsplan, methoden van haalbaarheidsanalyse, correcte interpretatie van marktvoorwaarden, werking van microkredietinstellingen, De praktische module behandelt onderwerpen als het schrijven van een ondernemingsplan, het zoeken naar juiste informatie, De vorming wordt apart georganiseerd in het Nederlands en het Frans. - Er wordt een aanbod gecreëerd van rechtstreekse counseling door lokale reïntegratiepartners uit ten minste 5 landen, waaronder Armenië. Deze counselingsessies worden in samenwerking met de opvangstructuur voorbereid en geëvalueerd. - Het organiseren van een uitwisselingsprogramma waarbij 4 terugkeerconsulenten gedurende telkens 5 werkdagen een stage volgen in een EU lidstaat met het oog op het verbeteren van de eigen counselingtechnieken. De ervaringen die opgedaan worden tijdens deze uitwisselingsprogramma's zullen worden geconsolideerd op een jaarlijkse slotconferentie. - Er is een methode aan de hand waarvan accurate terugkoppeling wordt verzekerd over de situatie van personen die vanuit het opvangnetwerk zijn teruggekeerd. - Er is een handboek waarin een aantal instrumenten worden uitgewerkt die de terugkeerbegeleiding kunnen ondersteunen (zoals richtlijnen voor het gebruik van landeninformatie). - Het opmaken van een verslag dat een overzicht geeft van deze verschillende activiteiten en de bereikte resultaten.
Bij de verschillende activiteiten worden in de mate van het mogelijke de lokale reïntegratiepartners betrokken. Deze activiteiten worden begeleid door een specifieke Stuurgroep waarbij Fedasil en de beide reïntegratiepartners betrokken zijn.
Doelstelling 2 - Het aanwerven in een stedelijke agglomeratie van een referentiepersoon binnen de structuren van de stedelijke overheid. - Het integreren van deze referentiepersoon in het netwerk van terugkeerconsulenten. - Het in kaart brengen van de sociale diensten en netwerken in de betrokken stedelijke agglomeratie. - Het aanduiden, in elke sociale dienst, van een contactpersoon, die semesterieel zal geïnformeerd worden over nieuwe ontwikkelingen in het terugkeerbeleid. - Het uitwerken en valideren van een concreet informatie- en doorverwijzingbeleid, inclusief implementatietraject, aangepast aan de individuele stedelijke context, op basis waarvan vrijwillige terugkeer kan worden geïntegreerd binnen het sociaal beleid van de stad. - De implementatie van een dergelijk informatie- en doorverwijzingbeleid. - De ontwikkeling en permanente actualisering van een digitale database met contactgegevens en beschrijving van de dienstverlening van de sociale diensten in het netwerk. - Het samenbrengen van vertegenwoordigers van ten minste 6 stedelijke agglomeraties uit de verschillende landsgedeelten in 3 seminaries waarin er kan worden gediscussieerd over terugkeerbeleid op het niveau van de steden. Doelstelling van deze seminaries is het realiseren van duidelijke beleidsaanbevelingen. - Het opmaken, drukken en verspreiden van een jaarverslag (indicatieve omvang 15 pagina's), opgemaakt volgens een formaat door Fedasil bepaald, waarin de verschillende activiteiten en bereikte resultaten worden beschreven. Dit jaarverslag wordt vertaald in het Nederlands, Frans en Engels. - Het internationaal communiceren van dit concept van terugkeerbegeleiding.
Deze activiteiten zullen worden begeleid door een Stuurgroep onder voorzitterschap van Fedasil.
B. Counseling Actie 3 : het verzamelen, actualiseren en toegankelijk maken van accurate en relevante terugkeergebonden informatie over de situatie in bepaalde landen van herkomst.
Projecten onder deze actie vallen onder de Europese prioriteit 3 Om te verzekeren dat de beslissing om terug te keren genomen kan worden op basis van objectieve informatie en om de terugkeerconsulenten in staat te stellen met kennis van zaken om reïntegratiedossiers op te maken moet er toegang zijn tot accurate en actuele landeninformatie. Om deze informatie optimaal te kunnen gebruiken, moeten de terugkeerconsulenten vormingen krijgen over het gebruik van deze informatie.
Doelstelling : Het verzekeren van een gebruiksvriendelijke toegang tot structureel beschikbare, actuele en relevante terugkeergebonden informatie en van voldoende expertise om deze informatie correct te gebruiken.
Deze doelstelling impliceert onder andere de volgende resultaten : - Het uitwerken van een fiche (bij wijze van pilootproject) voor een beperkt aantal terugkeerlanden die zeer gedetailleerde informatie bevat over het oprichten van micro-ondernemingen en het ondersteunen van kwetsbare personen.
De structuur en inhoud van deze fiche wordt bepaald door een werkgroep waarin zowel terugkeerconsulenten als reïntegratiepartners zijn betrokken. - Het analyseren van de (financiële en operationele) haalbaarheid om gelijkaardige informatiefiches te ontwikkelen en te actualiseren voor andere terugkeerlanden. Hierbij inbegrepen is het analyseren van de mogelijkheden tot transnationale samenwerking. - Het opstellen van een landenfiche voor 3 herkomstlanden die vertegenwoordigd zijn in de nationale terugkeerstatistieken en waarvoor binnen het ZIRF-project geen landenfiche bestaat. De fiche moet beschikbaar zijn in het Nederlands, Frans, Engels, Duits, en de taal van het betrokken herkomstland.
Meer informatie over de structuur van de informatie en de methode aan de hand waarvan ze moet worden opgesteld en gecontroleerd is te bekomen bij Fedasil. - Het opzetten van een structuur waarbinnen antwoorden kunnen geformuleerd worden op maximum 10 individuele terugkeergerelateerde vragen voor elk van de drie terugkeerlanden. De financiering van eventuele onkosten gebeurt op basis van een onkostenvergoeding. - Het vertalen naar het Nederlands en het Frans van 29 landenfiches.
De vertalingen moeten worden aangeleverd in pdf-formaat. Meer informatie over deze fiches is te bekomen bij Fedasil. - Het publiceren van de 29 + 3 informatiefiches op www.vrijwilligeterugkeer.be. - Het ontwikkelen van een methode, vertaald naar operationele procedures, aan de hand waarvan de juistheid en relevantie van de beschikbare informatie kan worden nagegaan. Deze methode wordt geïntegreerd in de referentietermen van de observatiemissies. - Het organiseren van vormingsinitiatieven, geïntegreerd in de bestaande vormingsagenda, over het optimaal gebruik van landeninformatie.
Actie 4 : versterking van de counseling in eerste lijn.
Projecten onder deze actie vallen onder de Europese prioriteit 3 De ondersteuning bij terugkeer is sinds 2006 sterk uitgebreid. Dit maakt een goede terugkeerbegeleiding, waarin de verschillende mogelijkheden optimaal worden benut, een stuk complexer. Om elke migrant die een terugkeer overweegt optimaal bij te staan, moet er gespreid over het grondgebied en aangepast aan de regionale spreiding van de doelgroep een gelijk niveau van toegankelijke en professionele begeleiding verzekerd zijn.
Doelstelling : Het uitbouwen van een evenwichtig uitgebouwd netwerk van toegankelijke, professionele ondersteuning voor de opmaak van terugkeerdossiers.
Deze doelstelling impliceert onder andere de volgende resultaten : - Het definiëren van referentietermen die aangeven aan welke eisen een toegankelijke en professionele terugkeerbegeleiding moet voldoen. - Het analyseren van de huidige situatie aan de hand van deze referentietermen. - Het uitwerken van een concreet actieplan om lacunes op te vangen. - Het doorlichten van het huidige operationele proces van dossieropmaak en het uitwerken van verbetervoorstellen. - Het verzekeren van een professionele, integrale counseling in tweede lijn voor de lokale opvanginitiatieven door de organisatie van 4 regionale permanenties, geïntegreerd in de regionale diensten van Fedasil.
C. Uitbouw van de ondersteuning bij reïntegratie Actie 5 : uitbouw van de individuele ondersteuning in het kader van het reïntegratieprogramma Projecten onder deze actie vallen onder de Europese prioriteit 3 Het reïntegratieprogramma maakt het mogelijk om aan een aantal primaire noden na terugkeer te voldoen. Om het uitbouwen van een duurzaam project toe te laten, moet de ondersteuning worden uitgebreid.
Deze projecten worden opgevolgd door een specifieke stuurgroep waarin naast Fedasil ook de verantwoordelijke autoriteit is vertegenwoordigd.
Doelstelling : Het uitbouwen van het reïntegratieprogramma door het uitwerken van ondersteuningspakketten die algemeen toegankelijk zijn en gericht op het ondersteunen van specifieke doelstellingen.
Deze doelstelling impliceert onder andere de volgende resultaten : Programma's voor generieke ondersteuning : - Een bijkomende materiële ondersteuning voor 600 personen ter waarde van maximum 1.500 EUR per volwassen persoon, gericht op het oprichten van een micro-onderneming. Deze ondersteuning wordt toegekend op basis van een ondernemingsplan, opgesteld door de betrokkene, dat als haalbaar wordt geëvalueerd door de lokale reïntegratiepartner die ter plaatse de opstart zal begeleiden. Elke micro-onderneming wordt door de lokale reïntegratiepartner na zes maanden ter plaatse geëvalueerd. - Een bijkomende materiële ondersteuning voor 180 kwetsbare personen, gericht op het zo volledig mogelijk voorzien in alle uitgaven die verbonden zijn aan de kwetsbare positie van een persoon en dit gedurende 6 maanden. Het maximumbedrag van deze ondersteuning is 4.500 EUR per persoon. Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald op basis van een behoefteanalyse, opgemaakt door de reïntegratiepartner, die vervolgens door de lokale reïntegratiepartner wordt begroot.
Pilootinitiatieven : - Er zijn zes pilootinitiatieven, telkens in een ander herkomstland en verdeeld over verschillende continenten, die erop gericht zijn de relevantie en haalbaarheid van het concept reïntegratieondersteuning door middel van loonsubsidie' uit te testen. De pilootinitiatieven voorzien in een bijkomende materiële ondersteuning voor 100 dossiers ter waarde van maximum 1.500 EUR per volwassen persoon. De ondersteuning voorziet in een verzekerde tewerkstelling door een gedeeltelijke uitbetaling, via de werkgever, van het loon. - De algemene toepasbaarheid (= in elk land van herkomst waar een lokale reïntegratiepartner actief is) van dit concept is geëvalueerd en vertaald naar een implementatiestrategie.
Actie 6 : doelgroepgerichte terugkeerstrategieën Projecten onder deze actie vallen onder de Europese prioriteit 1 Bepaalde doelgroepen vinden in de algemene ondersteuningsprogramma's geen antwoord op hun specifieke noden. Deze doelgroepen moeten bereikt worden door het proces van terugkeerondersteuning specifiek te richten op hun individuele situatie.
Om ervaring op te bouwen in het uitwerken van dergelijke terugkeerstrategieën zijn er twee doelgroepen geïdentificeerd : - migranten uit de Kaukasus met een medische problematiek. - Alleenstaande minderjarige vreemdelingen en net meerderjarig geworden minderjarigen (18 tot 21 jaar) uit Afrika en Centraal-Azië.
Gelijkaardige projecten voor andere doelgroepen zijn mogelijk, op voorwaarde dat de keuze van de doelgroep voldoende kan gemotiveerd worden.
Deze projecten worden opgevolgd door een specifieke stuurgroep waarin naast Fedasil ook de verantwoordelijke autoriteit is vertegenwoordigd.
Doelstelling : - Het afsluiten van overeenkomsten met lokale instanties om te kunnen voorzien in een dienstenaanbod dat beantwoord aan de noden en behoeften van bovenstaande specifieke doelgroepen. - Het voorzien in een methode om de werking van de lokale instanties voldoende te kunnen opvolgen en controleren. - De organisatie van tenminste 1 observatiemissie per project om de werking van de lokale instanties ter plaatse te kunnen opvolgen. - Het publiceren van een rapport (indicatieve omvang : 5 bladzijden) waarin de werking en de meerwaarde van het specifieke aanbod in het land van herkomst wordt beschreven. Dit verslag is beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels. - Het voorzien van specifieke counselingtechnieken, in samenwerking met de lokale reïntegratiepartners, voor deze specifieke doelgroepen. - Een bijkomende, materiële ondersteuning voor 30 personen die behoren tot deze specifieke groepen op basis van de bepalingen voorzien onder actie 5.
Meer informatie over de hier bepaalde doelgroepen en de manier waarop deze terugkeerstrategieën vorm gegeven kunnen worden, zijn te bekomen bij Fedasil.
Actie 7 : het versterken van de capaciteit van de reïntegratiepartners De rol van de reïntegratiepartner is cruciaal in de kwaliteit van een ondersteunde terugkeer. Om de beschikbare ondersteuning optimaal te kunnen aanwenden, moeten de reïntegratiepartners beschikken over voldoende capaciteit om de ervaring die zij opbouwen op een systematische manier te verwerken en ter beschikking te stellen van andere belanghebbenden.
Doelstelling De reïntegratiepartners beschikken over voldoende capaciteit om de ervaring die zij opbouwen in het begeleiden van terugkeer systematisch te ordenen en ter beschikking te stellen.
Deze doelstelling impliceert onder andere de volgende resultaten : - De werking van de lokale reïntegratiepartners in de 25 voornaamste landen van terugkeer (op basis van statistieken) is gedocumenteerd aan de hand van een vast formaat dat ontwikkeld wordt in samenwerking met terugkeerconsulenten. - Er is binnen de structuren van de reïntegratiepartners een toegankelijke en kwaliteitsvolle ondersteuning in tweede lijn voorzien ten aanzien van de organisaties die de terugkeerbegeleiding verzekeren. - Elke reïntegratiepartner beschikt over een instrument van informatieverzameling en statistische verwerking dat toelaat om het profiel van de personen die wensen terug te keren en het proces van terugkeerbegeleiding en reïntegratieondersteuning te documenteren. - De reïntegratiepartners verzamelen en analyseren de beschikbare informatie betreffende de terugkeermigratie van irreguliere migranten.
De analyses gebeuren op basis van referentietermen die in samenwerking met Fedasil worden bepaald. Deze studies bestaan uit een luik binnenkomst', een luik verblijf' en een luik terugkeer'.
Actie 8 : ontwikkeling van een methodologisch model Om de coherentie tussen de verschillende projecten, zowel onderling als ten opzichte van het door de overheid gefinancierde programma, moeten alle verschillende activiteiten met betrekking tot vrijwillige terugkeer worden gepland, opgevolgd en geëvalueerd vanuit een horizontale programmalogica.
Deze logica moet vertaald worden in een omvattend methodologisch model dat zowel het inhoudelijke als het financiële aspect betreft.
Doelstelling : Het ontwikkelen en operationaliseren van een methode om het geheel aan acties op het vlak van terugkeer en reïntegratie in hun onderling verband te kunnen plannen, opvolgen en evalueren.
Deze doelstelling impliceert onder andere de volgende resultaten : - Er is een procedure om audits en evaluatiebezoeken uit de voeren bij de (lokale) reïntegratiepartners. Deze procedure omvat specifieke technieken voor de verschillende kostencategorieën en activiteiten. - Er is een methode van steekproef en een procedure om audits uit te voeren bij de lokale reïntegratiepartners in de landen van herkomst. - Er is een uitgeschreven procedureboek waarin de methode wordt beschreven en waarin de verwachtingen ten aanzien van de reïntegratiepartners duidelijk worden weergegeven. - Er is een procedure op basis waarvan wekelijks, maandelijks, trimesterieel en jaarlijks verslag wordt gedaan van de tussentijdse kwantitatieve en kwalitatieve resultaten van zowel het programma als van de verschillende projecten. - De huidige BSC (5) wordt aangevuld met indicatoren en streefwaarden betreffende de fase voor vertrek' (indicatoren betreffende informatie, counseling, ). - Er is een algemene Stuurgroep, waarin de verschillende RF-projecten in samenhang met het programma voor vrijwillige terugkeer worden gecoördineerd en opgevolgd. - Er is een opportuniteitsanalyse over alternatieve manieren om vrijwillige terugkeer te organiseren Voorwaarden voor subsidiabiliteit Projecten moeten beantwoorden aan de inhoudelijke prioriteiten zoals hierboven samengevat.
Projectvoorstellen kunnen meerdere acties omvatten. Indien een projectvoorstel zich inschrijft in meerdere acties, moeten de acties apart worden begroot (= een aparte begrotingsfiche voor elke actie).
In het projectvoorstel moeten de verschillende doelstellingen, activiteiten en te bereiken resultaten gegroepeerd worden per actie.
Projectvoorstellen met een totale begroting van minder dan 100.000 EUR subsidiabele kosten komen enkel in aanmerking voor selectie indien de voorgestelde activiteit dermate specifiek is dat het projectvoorstel niet als deelproject kan worden geïntegreerd in een ander project.
De subsidies uit het Europees Terugkeerfonds zijn geen volledige, maar gedeeltelijke financiering (zgn. cofinanciering). Dit betekent dat elke kandidaat-projectuitvoerder zelf moet instaan voor het andere deel van de financiering. De financiering uit het fonds bedraagt maximaal 50 % van de effectief gerealiseerde, verifieerbare en subsidiabel geachte uitgaven.
Indien het project beantwoordt aan een specifieke prioriteit die de Europese Commissie heeft gedefinieerd (Beschikking van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft, beschikbaar op www.eu-fonds-dofi.be kan het maximale percentage van de communautaire subsidie verhoogd worden tot maximaal 75 % van de subsidiabele kosten van het project. De beslissing over het toekennen van de communautaire subsidie tot een maximum van 75 % ligt bij de verantwoordelijke autoriteit in samenspraak met het Selectie comité.
Alleen projecten die kunnen aantonen dat ze geen lucratief karakter hebben, komen in aanmerking voor een subsidie. Indien er inkomsten gerealiseerd worden, zullen deze in mindering worden gebracht van de communautaire subsidie.
Het Europees Terugkeerfonds financiert alleen projecten en geen organisaties. De dagelijkse werking van een organisatie kan niet worden gefinancierd.
De doelgroepen van de acties zijn strikt gedefinieerd in artikel 7 van de beslissing van het Europees parlement en de Raad 575/2007/EC van 23 mei 2007. Het niet respecteren van deze beperking kan een terugvordering van de toegekende subsidies tot gevolg hebben.
Een objectieve en verifieerbare registratie van de doelgroep moet worden uitgevoerd gedurende de gehele duur van het project. Deze registratie moet toelaten om een duidelijk onderscheid te maken tussen de doelgroep van de organisatie en de doelgroep die specifiek is aan het project.
In het geval van een partnerschap met een andere projectindiener/organisatie blijft de organisatie die het project heeft ingediend de enige gesprekspartner. Deze projectindiener coördineert het project en is verantwoordelijk voor het naleven van de rapportageverplichtingen. De partnerschap(pen) moet(en) het onderwerp zijn van een partnerschapsovereenkomst waarin de nauwkeurig samenwerkingsmodaliteiten worden vastgelegd.
De organisatie moet in staat zijn het project uit te voeren volgens de regels van algemeen beheer opgelegd door het Europees Terugkeerfonds.
In deze context dient jaarlijks een activiteitenverslag te worden verstrekt.
De acties die een subsidie van het Europees Terugkeerfonds ontvangen, mogen niet gesubsidieerd worden door een ander Europees fonds.
Bovenstaande bepalingen moet samen gelezen worden met de subsidiabiliteitsregels die van toepassing zijn op het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 INDIENING VAN DE PROJECTVOORSTELLEN De projectvoorstellen worden ingediend aan de hand van een standaard aanvraagformulier. Dit formulier moet volledig ingevuld, ondertekend en gedateerd in twee exemplaren worden overgemaakt aan de verantwoordelijke autoriteit. Tevens dient een elektronische versie in PDF-formaat te worden overgemaakt.
Het projectvoorstel moet vergezeld zijn van de volgende bijlagen : - Een document waaruit blijkt dat de nodige cofinanciering is voorzien of aangevraagd. - Een geconsolideerd budget, gebaseerd op een gedetailleerd budget opgesplitst per actie zoals in de projectoproep in uitgewerkt, opgesteld aan de hand van de standaard budgetfiches. - De door beide partijen ondertekenden partnerschapverklaringen (indien het project wordt uitgevoerd in partnerschap met andere organisaties). - Het jaarverslag 2009 van de organisatie; - De jaarrekening 2009 van de organisatie (balans + resultatenrekening); - De wettelijke statuten van de organisatie.
Het jaarverslag, de jaarrekening en de wettelijke statuten mogen enkel elektronisch worden doorgestuurd.
De einddatum voor het indienen van de projecten is 31 oktober 2010.
Laattijdig indienen van een aanvraag impliceert niet-ontvankelijkheid van de aanvraag.
De projectvoorstellen, inclusief de bijlagen, worden ingediend op het volgende adres : Cel Europese fondsen Dienst Vreemdelingenzaken WTC II - 516a Antwerpsesteenweg 59B 1000 Brussel E-mail adres : EU-fonds-EU@ibz.eu SELECTIEPROCEDURE 1. Administratieve ontvankelijkheid In eerste instantie verifieert de verantwoordelijke autoriteit de administratieve ontvankelijkheid van de projectvoorstellen. Indien bepaalde gebreken worden vastgesteld waarvan geoordeeld wordt dat ze kunnen worden geremedieerd zal de verantwoordelijke autoriteit de projectindiener hiervan op de hoogte brengen. De projectindiener heeft vervolgens 7 kalenderdagen de tijd om de geconstateerde gebreken te verhelpen.
De projectindieners waarvan de projecten om administratieve redenen worden verworpen, worden hiervan op de hoogte gebracht door de verantwoordelijke autoriteit door middel van een gemotiveerde beslissing per mail.
De projectindiener heeft vervolgens 7 kalenderdagen om tegen deze beslissing in verweer te gaan middels een gemotiveerd antwoord op de initiële beslissing. De verantwoordelijke autoriteit zal zich vervolgens binnen de 7 kalenderdagen hierop volgend definitief uitspreken.
Indien de projectindiener er niet in slaagt om binnen deze termijnen de nodige documenten in te dienen, kan het projectvoorstel onontvankelijk verklaard worden. 2. Inhoudelijk-financiële evaluatie De administratief ontvankelijke projecten worden vervolgens geanalyseerd op basis van (onder andere) de volgende criteria : - De mate waarin het project bijdraagt aan de realisatie van het meerjaar - en jaarprogramma - De mate waarin het project bijdraagt aan de versterking van het programma inzake vrijwillige terugkeer en reïntegratie. - De coherentie van het project (de relevante activiteiten in verband met de verwachte resultaten, relevantie van de resultaten aan de voortgezette objectieven) - De efficiëntie van het rapport (verhouding kosten/realisatie) - De ervaring, de capaciteiten en de deskundigheid van de indiener (en eventuele projectpartners) - De duurzaamheid van de resultaten van het project (indien van toepassing) - De verspreiding van het project (indien van toepassing);
Voor elk criterium zal een bepaalde quotatie worden toegekend.
De verschillende projectvoorstellen worden vervolgens, vergezeld van de resultaten van de inhoudelijke analyse, voorgelegd aan het Selectiecomité. Het Selectiecomité kan beslissen een project te verwerpen, een project te weerhouden of een project te wijzigen.
In dit laatste geval zal de projectuitvoerder door de verantwoordelijke autoriteit geïnformeerd worden over de opmerkingen en voorstellen van het Selectiecomité. De projectuitvoerder heeft vervolgens 14 kalenderdagen de tijd om het project aan te passen en opnieuw bij de verantwoordelijke autoriteit in te dienen (volgens de modaliteiten hierboven uiteengezet).
De projectindieners wiens voorstel verworpen is, worden hiervan door de verantwoordelijke autoriteit op de hoogte gebracht door middel van een gemotiveerde schriftelijke beslissing die refereert aan de argumenten van het Selectiecomité.
De projectvoorstellen die door het Selectiecomité weerhouden worden, worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Indien het advies positief is, kan de selectie worden geformaliseerd.
Informatiesessie Op 14 oktober 2010 zal Fedasil in samenwerking met DVZ een informatiesessie organiseren voor alle geïnteresseerde kandidaat-projectuitvoerders. Deze informatiesessie gaat door in de lokalen van DVZ, Antwerpsesteenweg 59B, 1000 Brussel.
Inschrijven kan via EU-fonds-EU@ibz.eu.
Voor bijkomende vragen over de activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van het Belgisch programma voor de vrijwillige terugkeer en reïntegratie, kan u contact opnemen met de Cel Vrijwillige Terugkeer en Reintegratie van Fedasil op volgend adres reintegration@fedasil.be of op 02-213 44 31 of 02-213 43 85. (1) Art.7 van de Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma « Solidariteit en beheer van de migratiestromen », hierna « het Verdrag » genoemd (2) Onder « onderdaan van derde landen » wordt verstaan eenieder die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 17, lid 1, van het Verdrag.(3) Hierna RF-project(en) (4) Het netwerk van terugkeerconsulenten bestaat uit de terugkeerconsulenten uit de federale opvangcentra, de vier regionale terugkeerconsulenten, de referentiepersonen van de opvangpartners, de referentiepersonen in de gesloten centra, de coaches van DVZ en de stedelijke referentiepersonen. (5) Balance Score Card