Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 27 juli 2005

Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen De verkiezingsuitgaven van de politieke partijen en de individuele kandidaten voor de verkiezing van het Europees Parlement van 13 juni 2004 Nota's Voor de volledige tekst, zie Stuk Kamer, nrs. 51 1896/1 en 2, en Senaat, (...)

bron
federale kamers
numac
2005018089
pub.
27/07/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE KAMERS


Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen De verkiezingsuitgaven van de politieke partijen en de individuele kandidaten voor de verkiezing van het Europees Parlement van 13 juni 2004 Overeenkomstig artikel 8, § 3, tweede lid, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, wordt hierna het eindverslag van de Controlecommissie gepubliceerd (1), zoals omschreven in artikel 8, § 2, van de voornoemde wet : _______ Nota's (1) Voor de volledige tekst, zie Stuk Kamer, nrs.51 1896/1 en 2, en Senaat, nrs. 3-1263/1 en 2. (www.dekamer.be/www.senate.be)

I. Overzicht van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europese Parlement van 13 juni 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld II. Eindbeslissingen van de controlecommissie dd. 23 februari 2005 A. Politieke partijen De verslagen van de voorzitters van de verkiezingshoofdbureaus, in zoverre ze betrekking hebben op de aangiften inzake verkiezingsuitgaven en herkomst van de geldmiddelen van de politieke partijen, worden eenparig goedgekeurd.

Aangezien uit de voorliggende gegevens niet kan worden afgeleid dat de bepalingen van artikel 2, § 1, van de wet van 19 mei 1994 werden miskend, ziet de Commissie geen reden om de door artikel 9 van de voormelde wet bepaalde sanctie toe te passen, te weten de verbeurdverklaring door een politieke partij van haar federale dotatie gedurende een periode van ten minste één en ten hoogste vier maanden.

B. Individuele kandidaten De verslagen van de voorzitters van de collegehoofdbureaus met betrekking tot de aangiften inzake verkiezingsuitgaven en herkomst van de geldmiddelen van de individuele kandidaten, worden eenparig goedgekeurd, met dien verstande dat : - met toepassing van artikel 10, § 2, van de wet van 19 mei 1994, een formele klacht bij de bevoegde parketten wordt ingediend tegen tien kandidaten die, ondanks herhaalde aanmaningen om zich te conformeren aan de wet, hun aangifteplicht hebben verzuimd; - de Controlecommissie geen gebruik wenst te maken van de haar door de wet geboden mogelijkheid om klacht in te dienen lastens de kandidate die het haar toegestane maximumbedrag, vermeld in artikel 2, § 2, van de wet van 19 mei 1994, heeft overschreden, gelet op de relatieve onbelangrijkheid van de overschrijding, enerzijds, en op de ingeroepen verzachtende omstandigheden, anderzijds; - gelet op het ontbreken van overige klachten of opmerkingen van kiezers of kandidaten en na onderzoek van de aangiften door de commissie, geen klachten hoeven te worden ingediend ingevolge het indienen van onjuiste/onvolledige aangiften of de niet-naleving van de verbodsbepalingen van artikel 5, § 1, van de wet van 19 mei 1994.

Brussel, 14 juli 2005.

De Voorzitters van de Controlecommissie, A.-M. LIZIN H. DE CROO

^