gepubliceerd op 17 september 2002
Examens over de kennis van de Nederlandse of van de Franse taal voor kandidaten voor het ambt van gerechtsdeurwaarder. - Gewone zittijd van november 2002 De Federale Overheidsdienst Justitie zal binnenkort examens over taalkennis organiseren vo Vorenvermelde examens lopen over de kennis van de Nederlandse taal of van de Franse taal. De aa(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Examens over de kennis van de Nederlandse of van de Franse taal voor kandidaten voor het ambt van gerechtsdeurwaarder. - Gewone zittijd van november 2002 De Federale Overheidsdienst Justitie zal binnenkort examens over taalkennis organiseren voor gegadigden voor het ambt van gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken.
Vorenvermelde examens lopen over de kennis van de Nederlandse taal of van de Franse taal.
De aandacht wordt erop gevestigd dat het taalexamen dient te worden afgelegd in de andere taal dan deze waarin het diploma werd behaald.
De aanvragen tot inschrijving moeten, op straffe van nietigheid, vóór 17 oktober 2002, bij middel van een kopie van het hierbijgevoegd inschrijvingsformulier opgestuurd worden bij aangetekende zending aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-generaal, Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken R.O./taalexamens-gerechtsdeurwaarder, Waterloolaan 115, te 1000 Brussel. Aanvragen na die datum ingediend, komen niet in aanmerking.
De postdatum geldt als bewijs. De examinandus vermeldt zijn volledige identiteit en de taal waarover hij ondervraagd wenst te worden.
Het examengeld bedraagt 5 EUR. Dit bedrag dient bij de inschrijving gestort te worden op prk. 679-2005505-30 van de Federale Overheidsdienst Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken R.O./examens, gerechtsdeurwaarder, diverse ontvangsten.
Het bewijs van de taalkennis wordt geleverd door een examen dat een mondeling en een schriftelijk gedeelte omvat.
Het mondeling gedeelte vindt plaats in het openbaar. Het gaat het schriftelijk gedeelte vooraf.
Het mondelinge gedeelte bestaat uit : 1. een onderhoud over een onderwerp uit het dagelijks leven;2. het luidop lezen van een gerechtelijke of buitengerechtelijke akte, gesteld in de taal waarover het examen loopt, gevolgd door een ondervraging over die tekst. Het schriftelijk gedeelte omvat : 1. het opstellen van een uiteenzetting van ongeveer dertig regels over een onderwerp uit het dagelijks leven;2. een versie van een gerechtelijke of buitengerechtelijke akte;3. een thema van een gerechtelijke of buitengerechtelijke akte. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .