Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 29 maart 2000

Beheerscontract tussen de Waalse Regering en de "Société publique de Gestion de l'Eau" INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk I : Inleiding Hoofdstuk II : Algemeenheden Hoofdstuk III : Opdrachten van (...) Hoofdstuk IV : Verbintenissen van de « SPGE » Hoofdstuk V : Verbintenissen van het Gewest Hoo(...)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027124
pub.
29/03/2000
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST


Beheerscontract tussen de Waalse Regering en de "Société publique de Gestion de l'Eau" (Openbare Maatschappij voor Waterbeheer) INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk I : Inleiding Hoofdstuk II : Algemeenheden Hoofdstuk III : Opdrachten van de « SPGE » Hoofdstuk IV : Verbintenissen van de « SPGE » Hoofdstuk V : Verbintenissen van het Gewest Hoofdstuk VI : Financiële verbintenissen van het Gewest en de « SPGE » Hoofdstuk VII : Controle op de « SPGE » Hoofdstuk VIII : Sancties Hoofdstuk IX : Diverse bepalingen HOOFDSTUK I. - Inleiding In de zin van dit contract wordt verstaan onder : 1. « Minister » : de Minister van het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheden het waterbeleid behoort.2. « SPGE » : de « Société publique de Gestion de l'Eau ».3. « Agglomeratie » : zone waar de bevolking en/of de economische activiteiten voldoende geconcentreerd zijn voor de opvang van stedelijk afvalwater dat naar een gemeenschappelijke waterzuiveringsinstallatie of een definitieve lozingsplaats moet worden afgevoerd.De agglomeratie bestaat meer bepaald uit een kernengeheel binnen een technisch bekken dat meer dan 2000 inwonerequivalenten per kern telt; het aantal inwonerequivalenten van de agglomeratie wordt verkregen door de inwonerequivalenten van de verschillende kernen op te tellen. De kernen die minder dan 2000 inwonerequivalenten tellen, worden als afzonderlijke agglomeraties beschouwd. 4. « Technisch bekken » : geografische ruimte waar een in de gemeentelijke algemene afwateringsplannen vermeld afwaterings- en collectorennet aangesloten is op een (bestaand of gepland) zuiveringsstation;het is de invloedszone van het zuiveringsstation. 5. « kern » : technisch onderbekken, wanneer een technisch bekken verschillende plaatsen met ruimtelijke dicontinuïteiten bedient. 6. « Inwonerequivalent » (afgekort « I.E. ») : biologisch afbreekbare organische belasting met een biochemisch zuurstofverbruik van 60 g zuurstof per dag gedurende vijf dagen (BZV5); 7. « Gezuiverd inwonerequivalent » (afgekort « gezuiverd I.E. ») : inwonerequivalent dat door de zuiveringsstations wordt behandeld om de volgende parameters te verminderen : DBO5, DCO, COT, MES, Ntot, Ptot. 8. « Prioritaire afwatering » : afwatering in agglomeraties van meer dan 2000 I.E., plus eventueel de afwatering van andere agglomeraties van minder dan 2000 I.E. die de Waalse Regering bepaalt op grond van de milieuprioriteiten. 9. « Algemene beschermingsmaatregelen » : maatregelen ter bescherming van het grond- en oppervlaktewater die van toepassing zijn op het hele grondgebied van het Waalse Gewest.10. « Bijzondere maatregelen » : gezamenlijke maatregelen ter bescherming van het grond- of oppervlaktewater dat een bestaande winplaats van tot drinkwater verwerkbaar water zou kunnen voeden.Deze maatregelen moeten getroffen worden op en buiten de eigendom van waterproducenten : - voor het grondwater, in de preventie- en toezichtszones van de winplaats; - voor het oppervlaktewater, in de beschermingszone van de winplaats. 11. « Collectoren » : leidingen voor de aansluiting van de rioleringsnetten op de plaatsen die voorzien zijn of worden om afvalwater te zuiveren.12. « Openbare sanering » : gezamenlijke verrichtingen voor de bouw of de uitbating van zuiveringsstations en collectoren. De beschikkingen van dit beheerscontract moeten gezien worden in een drievoudige context. 1.1. Gewestelijke beleidsverklaring Horizon 2004 In deze verklaring staat het volgende te lezen : « Eén van de voornaamste rijkdommen van Wallonië is de waterkwaliteit.

Het water moet beschermd worden en degenen die het verontreinigen, moeten voor de schade opkomen.

Een belangrijk middel voor de waterbescherming is de geleidelijke totstandbrenging van een milieuvriendelijke landbouw. Daarnaast moet het water beschermd worden door zuiver wetenschappelijke maatregelen te nemen voor de bescherming van de winningslagen en door de kwaliteit van de waterlopen te verbeteren via een geïntegreerd beheer per bekken (o.a. wat de overstromingenbestrijding aangaat).

Voor de gezinnen zal de Regering aansporen tot tarifaire en reglementaire maatregelen met het oog op een zuinig watergebruik. De Regering zal zorgen voor de harmonisatie van de waterprijs (productie en voorziening) door het solidariteitsprinciep in acht te nemen, billijke tarieven toe te passen en een minimale voorziening te waarborgen.

Om de investeringskosten voor de afvalwaterzuivering te verminderen wordt de verwezenlijking van het plan van de zuiveringsinstallaties voorafgegaan door studies voor de optimalisering van het geïntegreerd beheer van de bekkens of onderbekkens, waarbij hetzij de individuele of de semicollectieve zuivering in landbouwgebieden, hetzij de gedeeltelijke en geleidelijke realisatie van scheidingsnetten in bepaalde stedelijke zones wordt geïntegreerd. Deze studies kunnen op termijn de herziening van de gemeentelijke afwateringsplannen tot gevolg hebben.

Het decreet betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een « Société publique de Gestion de l'Eau » beoogt de responsabilisering van alle actoren. De Regering zal zorgen voor een vermeerdering van de investeringen om de creatie van een industrïele waterfilière in Wallonië te bevorderen. De watersector moet ervoor zorgen dat actoren uit de privé-sector medezeggenschap krijgen binnen de diensten voor afvalwaterzuivering.

Er moet gezocht worden naar samenwerkingsverbanden met het Brusselse Gewest en met de aangrenzende regio's. » 1.2. Het toekomstcontract voor Wallonië Het toekomstcontract bevat o.a. de volgende doelstellingen : - de harmonisatie van de waterprijs; - de toepassing van de Europese richtlijnen; - de oprichting van een Waals sociaal fonds voor het water; - een verplichte minimale levering; - de omzetting van de richtlijn betreffende de kwaliteit van het water bestemd voor menselijk verbruik; - de toepassing van het princiep verontreiniger-betaler; - het beheer per hydrografisch bekken en onderbekken; - een aanzienlijke vermeerdering van de investeringen inzake afwatering en zuivering; - de operationele totstandbrenging van de « SPGE ». 1.3. Decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een « SPGE » Het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een « SPGE » is de basiswetstekst die ten grondslag ligt aan het beheerscontract.

Om de in bovenvermeld decreet bedoelde princiepen na te streven en om ze toe te passen volgens de geest van de gewestelijke beleidsverklaring en van het toekomstcontract voor Wallonië heeft de Regering besloten een beheerscontract met de « SPGE » aan te gaan overeenkomstig artikel 9 van het decreet.

Het beheerscontract bevat de aan de « SPGE » toegewezen opdrachten, met inachtneming van de volgende princiepen : - de winplaatsen van tot drinkwater verwerkbaar water beschermen en voor de openbare afvalwaterzuivering zorgen; - meewerken aan de verrichtingen betreffende de waterkringloop alsmede de coördinatie ervan bevorderen en tegelijkertijd de optimalisatie en de harmonisatie van de wateractiviteiten in het Waalse Gewest nastreven; - bijdragen tot een constante doorzichtigheid van de diverse kosten van de waterkringloop; - onderzoeken uitvoeren om de haar opgelegde doelstellingen te halen; - opdrachten in de watersector vervullen die haar door de Waalse Regering zijn toegewezen, zoals ze in de statuten omschreven worden.

Het beheerscontract regelt bovendien : - het programma van de investeringen te verrichten inzake de openbare sanering en de bescherming van winplaatsen; - het financiële plan van de werkingskosten van de zuiveringsstations; - de uit te werken en aan te wenden technische middelen zoals richtnormen inzake productie, zuivering en prioritaire afwatering, standaardmethodes voor kostenberekening en de uniformering van de bestekken; - de beginselen voor de bezoldiging van de diensten die instaan voor de bescherming van de winplaatsen en voor de zuivering; - de doelstellingen inzake de coördinatie van de actoren en de versnelling van de besluitvormingen.

Daarnaast bepaalt het beheerscontract : - de administratieve, reglementaire en sociale verbintenissen van het Gewest; - de winstdeling van de « SPGE » in de haar toegewezen doelstellingen alsmede de financiële sancties in geval van niet-nakoming van een deel van haar verbintenissen waarin het beheerscontract voorziet; - de gegevens die het in artikel 11 van het decreet bedoelde bedrijfsplan moet bevatten en de termijnen voor de mededeling en de goedkeuring van het plan; - de voorschriften voor de herziening en de aanpassing van het contract rekening houdende met : - onvoorziene gebeurtenissen; - de actualisatie van het actieprogramma voor de waterkwaliteit; - dringend te nemen maatregelen.

Het eerste beheerscontract wordt gesloten voor een periode die op 31 december 2005 afloopt.

De Regering wil ook dat in het contract precies aangegeven wordt hoe de « SPGE » haar prioritaire opdrachten moet vervullen, met name de bescherming van de winplaatsen, de openbare sanering en de prioritaire afwatering van de agglomeraties van meer dan 2000 I.E. (krachtens richtlijn 91/271/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de behandeling van stedelijk afvalwater). Deze opdrachten kunnen aangevuld worden met andere opdrachten die de Regering bepaalt naar gelang van de milieuprioriteiten.

De « SPGE » heeft bovendien de verplichting resultaten voor te leggen, zowel op financieel als op ecologisch vlak.

De Regering zal toezicht houden op de « SPGE » en zal als enige beslissen over de reglementaire maatregelen die eventueel moeten worden getroffen in de watersector.

HOOFDSTUK II. - Algemeenheden 2.1. Doel van het contract A. Het contract bepaalt de lijst van de doelstellingen en verbintenissen die aan de partijen worden toegewezen na onderhandelingen in het kader van het geïntegreerd beheer van de watersector.

De contractuele relatie steunt op de samenhang tussen de financiële, menselijke en technische middelen die ter beschikking worden gesteld van de « SPGE » of die door haar moeten worden vrijmaken, en de op middellange en lange termijn nagestreefde doelstellingen; daartoe wordt de « SPGE » een financiële autonomie gewaarborgd die verenigbaar is met de specificiteiten van haar statuut.

B. Het beheerscontract zal jaarlijks geëvalueerd worden. Er zal worden nagegaan of de partijen hun verbintenissen nakomen en in welke mate de doelstellingen worden gehaald.

Daartoe moet een geordend geheel van wijzers worden overgelegd op grond waarvan voor elke gevoerde actie de volgende parameters kunnen worden geëvalueerd : - doeltreffenheid : resultaten/doelstellingen - doelmatigheid : middelen/resultaten; - relevantie : middelen/doelstellingen.

Het overleggen van jaarlijkse overzichten zal de methode formaliseren en een regelmatige evaluatie van de resultaten waarborgen.

De ecologische weerslag van de maatregelen zal jaarlijks worden gewaardeerd aan de hand van een overzicht waarin relevante wijzers voorkomen.

Als de « SPGE » haar resultatenplicht niet nakomt, zullen sancties genomen worden.

C. Het bedrijfsplan maakt noodzakelijk deel uit van de in het kader van het contract genomen verbintenissen. Het wordt jaarlijks opgemaakt en vormt het strategische instrument van de « SPGE » voor : - de evaluatie van de tussenresultaten t.o.v. de doelstellingen d.m.v. een interne beheerscontrole. Deze controle zal met name worden uitgeoefend op basis van een analytische boekhouding, een begrotingsboekhouding, een financiële analyse en het recurrent voorleggen van overzichten waarin met name wijzers i.v.m. de ecologische weerslag voorkomen; - de ontwikkeling van een dynamisch beleid voor het beheer van de menselijke krachten waarbij delegatie- en verantwoordelijkheidsprinciepen in acht worden genomen.

Het bedrijfsplan, dat het geactualiseerde financiële plan bevat, zal jaarlijks bij het onderzoek van de begroting aan de Raad van Bestuur van de « SPGE » worden voorgelegd.

Het zal voor de eerste keer worden opgemaakt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van het beheerscontract. 2.2. Kenmerken van het contract A. MEERJARIGHEID Het beheerscontract loopt tot 31 december 2005.

De twee eerste jaren (2000-2001) zal de « SPGE » zich wijden aan de uitvoering van het programma dat vastgelegd is bij het besluit van 18 mei 1995 en/of bij de wijzigingsbesluiten van de Regering die betrekking hebben op de prioritaire afwatering.

De vier volgende jaren (2002-2005) zal de « SPGE » haar verrichtingen bepalen op grond van de in het actieprogramma voor de waterkwaliteit opgenomen doelstellingen zoals ze door de Regering omschreven zijn.

B. CONTINUITEIT Het beheerscontract moet rekening houden met de continuïteit van de openbare dienst. De aan de waterkringloop gebonden verplichtingen vergen immers de creatie van preventie- en beschermingsmechanismen.

Daarenboven zal een juiste weergave van de duurzame ontwikkeling in de waterprijs via een kostenverdeling de participatie van geïsoleerde operatoren in de investeringen mogelijk maken.

Om de bij de Europese richtlijnen opgelegde zuiveringsdoelstellingen te halen, moet aan de hand van een planning voorzien worden in blijvende investeringen.

C. AANPASSING De optimalisering van het waterbeheer vereist een constante aanpassing van de handelingen. Een vlotte coördinatie vereist dat ze uitgevoerd worden voor de gezamenlijke investeringen inzake afwatering, zuivering en bescherming.

Hetzelfde geldt ook voor het prijzenbeleid dat nauwkeurig uitgestippeld moet worden met inachtneming van de nodige financiële middelen voor de investeringen die een duurzaam waterbeheer waarborgen.

Rekening houdende met deze voorschriften kan dit contract gewijzigd of aangepast worden d.m.v. aanhangsels.

D. WAARBORG VAN DE OPENBARE DIENST Een rationeel waterbeheer en het behoud van de waterkwaliteit zijn één van de grondvesten voor de duurzame ontwikkeling van Wallonië.

De Regering waarborgt de burger een dienstverlening waarbij voldoende water tegen een minimumprijs ter beschikking wordt gesteld, zowel kwalitatief als kwantitatief. Het beheerscontract moet streven naar de optimalisering van deze openbare dienst en de bestaande instellingen erom verzoeken zich naar de toekomstige reglementaire bepalingen te schikken.

E. VERBETERING VAN DE DIENSTVERLENING De belangrijke inspanning die moet worden geleverd om de door de Europese Unie opgelegde zuiveringsdoelstellingen te halen en de noodzaak een prijzenbeleid uit te stippelen dat de reële waterprijs aangeeft, vereisen een geïntegreerde en efficiënte aanpak van het beheer van de waterkringloop.

Aan de hand van interne en externe middelen brengt het beheerscontract deze imperatieven over naar de sectoren voor de bescherming van de winplaatsen, de openbare sanering en de prioritaire afwatering, namelijk door de sensibiliteit van het ontvangende milieu in overweging te nemen.

Interne middelen : - rendement van het kapitaal op grond van de rentevoet OLO 10 jaar van het betrokken boekjaar, berekend als volgt : gemiddelde van de rentevoet van de laatste bankdag van elke maand van voormeld boekjaar van het benchmark (ref. Nationale Bank); hierbij komt een aanvullend dividend van maximum 4 % dat bepaald wordt door het niveau van de t.o.v. de doelstellingen behaalde resultaten.

De inachtneming van de doelstellingen zal gewaardeerd worden op grond van de verantwoordelijheden die uitsluitend op de « SPGE » neerkomen, met name : - haar vermogen om de termijnen in acht te nemen; - haar bijdrage tot kostenbesparingen;

De verhoudingscijfers : aantal gezuiverde I.E./aantal te zuiveren I.E. (ten belope van 85 %) aantal beschermde winplaatsen/aantal te beschermen winplaatsen (ten belope van 15 %) vormen de bij overeenkomst te bepalen basis voor de berekening van het bijkomende dividend.

Het bovenvermelde aantal I.E. heeft betrekking op het aantal I.E. gezuiverd overeenkomstig de definitie van het woord « agglomeratie ».

Bij deze I.E. kunnen in voorkomend geval de I.E. komen uit de zuivering van agglomeraties bepaald door de Regering naar gelang van de milieuprioriteiten. - richtnormen inzake financieel beheer die van toepassing zijn op elk financieringsbedrijf; - responsabilisering van de leiders die over een mandaat van beperkte duur beschikken; - beheersautonomie.

Externe middelen : - het totstandbrengen van een contractuele relatie (dienstencontract) tussen de « SPGE » en de producenten, betreffende : - het ontwerpen van een algemene methodologie inzake kostenbeheer en -bepaling; - de bevordering van convergenties tussen de producenten, de voorzieningsmaatschappijen en de zuiveringsinstellingen; - een impulssysteem voor goede kwaliteit van het beheer van de hulpbron via de aan de geproduceerde waterhoeveelheden gekoppelde prijs van de zuiveringsdienst; - een aanzienlijke verscherping en een betere coördinatie bij het totstandbrengen van maatregelen voor de bescherming van winplaatsen; - een rationele aanpak bij het kiezen van de hulpbronnen van tot drinkwater verwerkbaar water. - totstandbrenging van een contractuele relatie tussen de « SPGE » en de krachtens een dienstencontract erkende zuiveringsinstellingen, betreffende : - richtnormen voor een vlot zuiverings- en exploitatiebeheer, op grond van welbepaalde parameters; - een behoorlijk geplande procedure voor de uitvoering van werken waarbij preciese termijnen worden opgelegd; - de toepassing van de meest geschikte zuiveringstechnieken en het openstaan voor hoogontwikkelde technologie; - een grotere uniformering van het bestek voor de verwezenlijking van de zuiveringsstations rekening houdende met de terreinspecifiteiten; - een coördinatie tussen de openbare sanering en de prioritaire afwatering; - een resultatenplicht inzake de doeltreffenheid van de werking van de zuiveringsstations, met inbegrip van sancties in geval van deficiëntie, en van de winstdelingsmechanismen; - de mogelijkheid om gebruik te maken van iedere vorm van opdracht.

F. GEINTEGREERDE AANPAK Het beheerscontract bevordert een geïntegreerde aanpak van de watersector op twee niveau's. 1. Het beheer van de hulpbron : de verbintenissen van de « SPGE » hebben betrekking op de garantie van de kwantatieve en kwalitatieve bescherming van het water, zowel inzake de bescherming van de winplaatsen als de openbare sanering. Het door de Regering vastgestelde actieprogramma voor de waterkwaliteit zal acties bevatten die in het beheerscontract opgenomen zullen worden door de programmering van de investeringen voor de bescherming van de winplaatsen en de openbare sanering. 2. De planning van de openbare sanering : de Regering voorziet via het beheerscontract in de mogelijkheid om nieuwe prioritaire regels en keuzecriteria te bepalen voor een ideale coördinatie van de prioritaire afwatering en de openbare sanering. De « SPGE » zal gepaste financieringsregels voor de prioritaire afwatering aan de Regering voorleggen om die coördinatie te bevorderen.

HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de SPGE 3.1. Prioritaire opdrachten : De « SPGE » is belast met de volgende opdrachten : A. de winplaatsen beschermen en het beschermingsprogramma uitvoeren, meer bepaald de handelingen bedoeld in de punten 1°, 2°, 9°, 11° en 12°, § 2, van artikel 5 van het decreet van 30 april 1990 betreffende de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water;

B. binnen de door de Regering voorgeschreven termijnen zorgen voor de volledige bouw van de vereiste zuiveringsstations en collectoren voor de sanering van de agglomeraties van meer dan 2000 I.E., en, eventueel, van andere agglomeraties die de Regering aanwijst met inachtnemeing van milieuprioriteiten. De eventuele collectoren en prioritaire afwatering die ermee gepaard gaan, worden uitdrukkelijk gepland door de Regering.

De exploitatie van de bestaande zuiveringsstations valt onder de bevoegdheid van de « SPGE ».

Deze opdracht omvat de handelingen bedoeld in punt 1° van artikel 47 van het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 31 maart 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau".

Deze handelingen betreffen meer bepaald : - de studies, werken en aankopen van onroerende goederen die de erkende zuiveringsinstellingen nodig hebben voor het concipiëren en organiseren van de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om het afvalwater uit openbare rioleringen op te vangen en te zuiveren; - het aangaan van leaseovereenkomsten en andere transacties met de zuiveringsinstellingen; - de werking van de zuiveringsinstellingen om de in artikel 18, 1° tot 7°, van het decreet van 7 oktober 1985 bedoelde doelstellingen na te streven; - de nodige investeringen voor de oprichting door de erkende zuiveringsinstellingen van centra voor de behandeling van slib uit septische putten en die voor de werkingskosten van die centra; - de behandeling van slib uit de zuiveringsstations van erkende zuiveringsinstellingen;

C. de prioritaire afwatering en de openbare sanering nauwgezet coördineren bij de uitvoering van prioritaire afwateringswerken;

D. in samenwerking met de terreinoperateurs de nodige studies uitvoeren om de kostenberekening te uniformeren en de kostprijs van het water te structureren ten einde doorzichtigheid te scheppen in de factureringsprijzen van het door de openbare voorzieningsmaatschappij geleverde water. 3.2. Subsidiaire opdrachten A. De nodige studies uitvoeren om de Regering te helpen bij de bepaling van de beginselen van een sociale tarifering en van een universele waterdienst;

B. de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden tussen producenten en waterverdelers bevorderen. 3.3. Basisbeginsel In het algemeen kan de « SPGE » de Regering alle voorstellen doen die ze nuttig acht in het kader van haar opdrachten. De reglementaire maatregelen behoren uitsluitend tot de bevoegdheid van de Regering.

HOOFDSTUK IV. - Verbintenissen van de « SPGE » De verbintenissen van de « SPGE », die bepaald worden naar gelang van de in hoofdstuk 3.1. bedoelde opdrachten, zullen vervuld worden met de middelen die uitvoerig worden omschreven in het bij dit contract gevoegde financiële plan.

De « SPGE » optimaliseert haar financieel plan rekening houdende met de belangen van het Gewest en met de beschikbare begrotingsmiddelen.

Die verbintenissen slaan op 4 sectoren, met name : 4.1. De bescherming van de winplaatsen 4.2. De openbare sanering 4.2.1. Financiering van de openbare sanering 4.2.2. Uitvoering van de openbare sanering 4.3. De prioritaire afwatering. 4.1. Bescherming van de winplaatsen Om deze doelstelling te kunnen halen, verbindt de « SPGE » zich ertoe : A. binnen zes maanden na de ondertekening van het beheerscontract een dienstenovereenkomst inzake bescherming te sluiten met producenten van tot drinkwater verwerkbaar water die deze contractuele logica willen volgen.

De dienstenovereenkomst inzake bescherming van het tot drinkwater verwerkbaar water wordt gesloten tussen een producent van tot drinkwater verwerkbaar water en de « SPGE », waarbij deze laatste tegen bezoldiging voor de bescherming van het tot drinkwater verwerkbaar water laat zorgen; de bezoldiging ligt vast in de programma's bedoeld in bovenvermelde handelingen waarvan sprake in artikel 5, § 2, van het decreet van 30 april 1990 betreffende de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water.

De dienstenovereenkomst loopt minimum 20 jaar, met vijfjarige aanhangsels. Ze zal betrekking hebben op het onderzoek naar beschermingsmaatregelen, hun uitvoering in samenwerking met de producent of met elke andere aangewezen persoon. Ze zal het bedrag bepalen waarop de partijen recht hebben voor hun verleende diensten;

B. samen met de betrokken producenten, de Minister, de gemeenten en andere belanghebbende derden overleg te plegen om de nadere regels voor de uitvoering van de beschermingsmaatregelen te bepalen, alsmede om de prioriteiten en de uitvoeringstermijnen vast te leggen.

Het overleg zal geopend worden door de « SPGE » en betrekking hebben op de exacte verbintenissen van elke partij om tot een programma van beschermingsmaatregelen te kunnen komen;

C. de financiële en begrotingsmiddelen voor de uit te voeren handelingen jaarlijks te ramen na het overlegproces voorafgaand aan het sluiten van beschermingscontracten;

D. mee te werken aan de bevordering van in de preventiezones en, in voorkomend geval, in de toezichtszones geïntegreerde handelingen waarvoor de Minister verantwoordelijk is;

E. voor de financiering te zorgen van de algemene beschermingsmaatregelen die de Regering bepaalt op grond van het actieprogramma voor de waterkwaliteit, en van de beschermingsmaatregelen in de preventiezones waarvoor de administratie een uitvoeringsattest heeft afgegeven. 4.2. Openbare sanering 4.2.1. Financiering van de openbare sanering Verbintenissen van de « SPGE » : A. binnen vijf maanden na de inwerkingtreding van dit beheerscontract een dienstenovereenkomst inzake sanering sluiten met de producenten die het wensen.

De dienstenovereenkomst betreffende de openbare sanering wordt voor 20 jaar gesloten tussen een producent van tot drinkwater verwerkbaar water en de « SPGE » (met vijfjarige aanhangsels), waarbij de waterproducent de diensten van de « SPGE » huurt om volgens een bepaalde planning een watervolume te zuiveren dat overeenstemt met het in het Waalse Gewest geproduceerde en beschikbare volume.

Daartoe stelt de « SPGE » voor dat de Regering het deel overneemt dat de producenten dragen om de zuivering van het stedelijk afvalwater uit te voeren, rekening houdende met het investeringsprogramma en de alternatieve financieringsmiddelen.

De zuiveringsprijs zal krachtens artikel 44 van het decreet van 15 april 1999 worden berekend. Voor een overgangsperiode die op 31 december 2004 verstrijkt, worden de waterhoeveelheden op basis waarvan de producentenbijdrage aan de afvalwaterzuivering wordt berekend, betaald op grond van de geleverde en gefactureerde waterhoeveelheden.

De prijs van deze dienst wordt bij de producenten geïnd.

B. Een uniform systeem invoeren voor de berekening van de waterproductiekosten Om deze doelstelling te halen, moet de « SPGE » binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van het beheerscontract studies uitvoeren om de Regering het volgende voor te stellen : - een analyse van de kosten gebonden aan de productie, m.i.v. de kosten voor de bescherming van de winplaatsen; - een model van bedrijfsregistratie inzake waterproductie dat door de producenten moet worden bijgehouden; - een model van jaarlijks technisch verslag dat door de producenten moet worden bijgehouden; - de regels voor het voeren van een gepaste boekhouding; - de regels en criteria voor de beperking van de productiekosten; - de regels voor meer doorzichtigheid in de kosten die de waterprijs uitmaken.

De Regering zal de gepaste reglementaire maatregelen treffen op grond van de studies die haar zullen worden overgemaakt.

De Regering zal bovendien gepaste maatregelen treffen om overeenkomstig artikel 4 van het decreet te bepalen hoe de verschillende kosten die de reële waterprijs uitmaken, uitvoerig op de factuur zullen worden vermeld. 4.2.2. Uitvoering van de openbare sanering Verbintenissen van de « SPGE » A. Zorgen voor de openbare sanering van de agglomeraties van meer dan 2000 I.E., plus, eventueel, van andere agglomeraties aangewezen door de Regering naar gelang van de milieuprioriteiten en opgenomen in het programma voor de vermindering van watervervuiling (Besluit van de Waalse Regering van 18 mei 1995 of wijzigingsbesluiten) en in het actieprogramma voor de waterkwaliteit.

Om deze doelstelling te halen, verbindt de « SPGE » zich tot het overleggen van een geactualiseerd tijdschema voor de uitvoering van het programma, met inachtneming van richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater.

B. Jaarlijkse actualisering van het bijgaande financiële plan naar gelang van de financiële middelen waarover het elk jaar zal beschikken om het geheel van de zuiveringswerken uit te voeren en om voor hun vlotte werking te zorgen.

C. De optimale werking van de te bouwen of bestaande zuiveringsstations waarborgen.

Daartoe vervult de « SPGE » de volgende opdrachten : - binnen het jaar na het sluiten van het beheerscontract een plaatsbeschrijving van de operationele en bestaande zuiveringsstations opmaken; - de voor de goede werking van de gezamenlijke operationele stations nodige kosten jaarlijks bepalen; - op grond van ecologische en technische criteria nagaan of de zuiveringsstations optimaal werken, met inbegrip van de problematiek van het regenwater.

D. Binnen zes maanden na de onderteking van het beheerscontract een dienstenovereenkomst inzake zuivering sluiten met de erkende zuiveringsinstellingen. 1. De dienstenovereenkomst inzake zuivering en opvang wordt gesloten tussen de « SPGE » en de erkende zuiveringsinstellingen die tegen betaling voor de bouw van zuiveringssystemen en afvalwaterzuivering zorgen. De dienstenovereenkomst wordt gesloten voor 20 jaar en aangevuld met aanhangsels voor opeenvolgende periodes van 3 jaar, met uitzondering van het eerste aanhangsel dat voor 2 jaar geldt. Ze zullen voorschriften bevatten voor de bepaling van : - het aantal te bouwen stations; - het aantal te bouwen collectoren; - de termijn voor de uitvoering van bovenbedoelde werken; - de geplande kosten; - de sancties in geval van niet-naleving van bovenvermelde punten; - de mogelijkheden om gebruik te maken van iedere vorm van opdracht om de doelstellingen te halen. 2. De dienstenovereenkomst moet ten minste de volgende clausules bevatten : - een dienstclausule inzake de bouw van de zuiveringsstations; - een concipiëringsclausule waarin de volgende gegevens moeten voorkomen : - een aan de erkende zuiveringsinstelling toevertrouwde opdracht m.b.t. een werkstudie (ontwerp en voorontwerp); - de prijs van andere bijkomende studies; - de termijn voor de uitvoering van de studie; - het aangepaste bestek (ter goedkeuring aan de « SPGE » voorgelegd). - een clausule inzake onroerende leasing.

De « SPGE » financiert de zuiveringsdienst en de bouw van het zuiveringsstation volgens de in de aanhangsels bedoelde voorschriften.

Deze clausule kan eventueel het voorwerp uitmaken van een afzonderlijk contract; - een dienst-, organisatie- en opvolgingsclausule inzake de prijsopgave en de leiding van de werken, met vermelding van : - het bestek voor de uitvoering van het zuiveringsstation; - het geplande type proces; - de uitvoeringstermijn; - het aantal gezuiverde I.E.; - het gezuiverde gebied t.o.v. de opvangnetten en de prioritaire afwatering; - een raming van de uitvoeringskosten; - dienstclausules inzake beheer en exploitatie van de zuiveringswerken met vermelding van : - het aantal stations in werking; - het aantal gezuiverde I.E.; - de werkingskosten per post (toepassing van de beginselen van de analytische boekhouding); - de inzake leefmilieu te boeken resultaten; - een bezoldigingsclausule met de prijs van elke dienst en de weergave ervan per gezuiverd I.E. De door de erkende zuiveringsinstelling ontvangen bezoldiging mag in geen geval hoger zijn dan het vóór de onderteking van dit contract ontvangen subsidiebedrag.

In geval van tekortkoming van de erkende zuiveringsinstelling wordt uitdrukkelijk voorzien in een sanctiestelsel.

Onverminderd het eerste lid kan ook voorzien worden in een winstdelingsmechanisme op grond van doeltreffenheids- en doelmatigheidscriteria als de ecologische en/of financiële prestaties de doelstellingen overschrijden; - slotclausules met vermelding van : - het op de partijen toepasselijke verantwoordelijkheidsstelsel; - financiële clausules of andere wegens niet-nakoming van de contractuele verplichtingen; - de wijze waarop de « SPGE » de dienstenovereenkomst inzake zuivering kan opschorten of aanpassen.

E. Een uniforme methode voor de berekening van de zuiveringskosten invoeren.

Om deze doelstelling te halen moet de « SPGE » binnen 18 maanden na de ondertekening van dit contract : - de processen van de zuiveringsactiviteit definiëren; - een onderzoek doen naar de kosten van voormelde processen, naar hun weerslag op de boekhouding en op de prijs van de zuiveringsdienst; - een vergelijking maken tussen de actoren; - een aangepaste gemeenschappelijke formule vinden voor de berekening van de kosten alsmede de nadruk leggen op de parameters die deze kosten beïnvloeden; - een benchmark invoeren.

F. Richtnormen vastleggen inzake investering en exploitatie van zuiveringswerken.

De richtnormen inzake investering zullen worden vastgesteld op grond van de volgende parameters : - de theoretische omvang van de werken; - de sleet van de constructies; - het type behandeling; - de aan de lozingsnormen gebonden behandelingsgraad; - de verwachte veiligheids- en betrouwbaarheidsgraad van de werken; - de procentuele belasting van de installaties; - de inzake ecologische prestaties te behalen resultaten.

Opmerking Met het bedrijfsplan en meer bepaald de beheerscontrole verbindt de « SPGE » zich tot het voeren van een analytische en begrotingsboekhouding waarbij de inningen en uitbetalingen, de verdeling van de ontvangsten en uitgaven voor de bescherming, de zuivering en de diverse uitgaven (werking, studies,...) duidelijk vastgesteld kunnen worden.

In het algemeen zijn alle studies die tot de « SPGE » zullen behoren, van rechtswege het eigendom van het Waalse Gewest. 4.3. Prioritaire afwatering Om deze doelstelling te halen moet de « SPGE » : 1. een overeenkomst met de Regering sluiten voor de uitvoering van prioritaire afwateringen in agglomeraties van meer dan 2000 I.E., en, eventueel, in andere agglomeraties aangewezen naar gelang van de milieuprioriteiten. Die overeenkomst vermeldt : - de plaats en het aantal (in km) uit te voeren prioritaire afwateringen; - de uitvoeringstermijnen; - het type uit te voeren prioritaire afwatering; - de raming van de kosten van de leidingen voor prioritaire afwateringen en hun aanleg (behalve de wegenherstelling); - de respectievelijke bijdrage van de gemeenten en van de « SPGE » in de kosten van de uitvoering van prioritaire afwateringen op grond van de door de Regering genomen reglementaire maatregelen; - een clausule inzake de herziening van de respectievelijke bijdragen naar gelang van de uitvoeringstermijnen. 2. De vereiste financiële middelen schatten, een aangepaste financieringsstructuur voorstellen en, in voorkomend geval, het bijgaande financiële plan aanpassen. HOOFDSTUK V. - Verbintenissen van het gewest In het kader van deze contractuele relatie verbindt het Gewest zich ertoe de « SPGE » de nodige middelen te verschaffen om hem in staat te stellen de besproken doelstellingen na te streven en zijn opdrachten uit te voeren.

De partijen verbinden zich meer bepaald tot het voortzetten van hun contractuele relatie met inachtneming van het in het bijgaande financiële plan opgenomen schema en van de jaarlijkse aanpassingen ervan.

Om de hoofddoelstelling 'geïntegreerd beheer van de waterkringloop' te bevestigen, verbindt het Gewest zich met name tot : - met de instemming van de Europese overheden een nauwkeurige definitie te geven van het begrip "agglomeratie" waarvan sprake in het besluit van de Waalse Regering van 15 oktober 1998 houdende reglementering van de opvang van stedelijk afvalwater, en de lijst definitief vast te leggen van de uitrustingen voor agglomeraties van meer dan 2000 I.E. en, eventueel, voor andere agglomeraties die de Regering aanwijst op grond van de milieuprioriteiten; - de hydrografische bekkens en onderbekkens van Wallonië te omschrijven; - het in artikel 2 van het decreet van 15 april 1999 bedoelde actieprogramma voor de waterkwaliteit te omschrijven; - de rationalisatie van de watersector in overleg met de betrokken partijen te bevorderen door het aannemen van reglementaire teksten; - het Parlement een wetgeving voor te leggen betreffende een minimale watervoorziening en een sociaal fonds. 5.1. Aanpassing van de regelgeving Elk door de Regering ingediend voorstel tot wijziging van de regelgeving m.b.t. de watersector vereist het advies van de « SPGE ».

De « SPGE » moet een antwoord geven binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van het voorstel. Het gebrek aan advies binnen de voorgeschreven termijn staat gelijk met een gunstig advies.

De « SPGE » kan de Regering eveneens elk voorstel voorleggen tot wijziging van de regelgeving i.v.m. zijn doel.

In geval van niet-nakoming door een producent van de verplichtingen bedoeld in artikel 4, § 1, van het eerste lid, van het decreet van 30 april 1990 betreffende de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water, verbindt het Gewest zich ertoe van ambtswege op te treden in het kader van zijn prerogatieven die vastliggen in artikel 42 van het decreet betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een « SPGE » en in het decreet betreffende de milieuvergunning; door een zuiveringsinstelling van de verplichtingen bedoeld in de dienstenovereenkomst zal de Regering haar overeenkomstig artikel 20 van het decreet van 15 april 1999 een aanmaning geven of haar erkenning intrekken.

Als een partij verzuimt gevolg te geven aan de aanmaninge n, verbindt de Regering zich als toezichthoudende overheid tot het aanwijzen van een commissaris, die betrokken partij zal vervangen. 5.2. Administratieve verbintenissen van het gewest i.v.m. de verrichtingen betreffende de waterkringloop A. INZAKE OPENBARE SANERING 1. Inventarisatie Het Gewest verbindt zich tot het opmaken van een nauwkeurige inventaris van de lopende dossiers die de investeringsprojecten betreffen. De inventaris zal voor de projecten van zuiveringsstations, collectoren, geotechnische keuringen en andere analyses de volgende gegevens bevatten : - de door de instellingen ingediende schetsplannen; - de goedgekeurde projecten; - de toegewezen investeringen; - de lopende investeringen; - de verrichte investeringen.

De inventaris zal ook betrekking hebben op het geheel van de in werking zijnde stations en de volgende gegevens bevatten : - een operationele beschrijving van de stations; - de kosten van de lopende exploitatie; - afgezien van de lopende exploitatie, de belangrijke uitgaven gepland voor het jaar van de ondertekening van het contract en de twee volgende begrotingsjaren; - de geplande grote investeringen.

Deze gegevens zullen worden verstrekt via een informaticamiddel dat de « SPGE » en het Gewest in onderlinge overeenstemming zullen bepalen. 2. Terbeschikkingstelling van de diensten Het Gewest verbindt zich ertoe zijn diensten ter beschikking te stellen om : a) richtnormen inzake exploitatie vast te leggen. Het Gewest stelt zijn diensten ter beschikking om binnen 9 maanden na de inwerkingtreding van het beheerscontract voor elke zuiveringsinstallatie een voorstel van voorlopige richtnorm inzake exploitatie uit te werken op grond van de exploitatiekosten van de vorige jaren.

Deze norm zal rekening houden met de diverse geraamde kosten voor vernieuwingen en belangrijke reparaties, waarvan de aflossingsperiode korter is dan de periode van de normale economische aflossing van de betrokken uitrusting; b) bij te dragen tot het vastleggen van richtnormen inzake investering. Deze richtnormen zullen worden vastgelegd op grond van de volgende parameters : - de capaciteit in inwonerequivalent; - de relevante parameters op geologisch en hydrogeologisch vlak en inzake ruimtelijke ordening; c) de investeringsdossiers te onderzoeken en de exploitatiekosten te controleren. Het Gewest stelt zijn diensten ter beschikking om de « SPGE » op technisch vlak te adviseren bij de uitvoering van de dienstenovereenkomsten inzake zuivering.

Daartoe brengt het uiterlijk binnen 40 dagen advies uit over de investeringsdossiers.

Het Gewest belooft dat zijn diensten binnen uiterlijk 40 dagen advies zullen uitbrengen over de exploitatiekosten die betrekking hebben op de dienstenovereenkomsten inzake zuivering.

Als voor de investeringsdossiers en de exploitatiekosten geen advies wordt uitgebracht binnen voormelde termijn, wordt het geacht gunstig te zijn. De dossiers waarvover geen advies is uitgebracht, worden ter kennis gebracht van de Minister; d) toezicht te houden. Het Gewest stelt zijn diensten ter beschikking om de zuiveringsinstallaties te controleren, overeenkomstig de beginselen die vastliggen in artikel 20, § 9, van het decreet van 7 oktober 1985 inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen vervuiling; e) een boekhouding helpen te voeren. Het Gewest verbindt zich ertoe zijn diensten ter beschikking te stellen om de « SPGE » te adviseren bij het totstandbrengen van een boekhouding of bij de berekening van de uniforme kosten waarmee de zuiveringsinstellingen belast worden. Er zal de Minister voorgesteld worden de boekhouding of de berekeningswijze bij reglement te bepalen; f) gegevens over de individuele en industriële zuivering te verstrekken. Via zijn diensten (het « DGRNE » (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Afdeling Water), een verslag overmaken, met een beschrijving van de evolutie van de individuele zuivering alsmede de verwachte ontwikkeling tijdens de periode waarop het beheerscontract betrekking heeft.

Voor de individuele zuivering, een plaatsbeschrijving overmaken van de bedrijven die openbare infrastructuren (rioleringen, collectoren en zuiveringsstations) gebruiken, en gewag maken van hun evolutie.

B. INZAKE WATERPRODUCTIE 1. Algemene beschermingsmaatregelen Het Gewest verbindt zich ertoe de algemene beschermingsmaatregelen op het gezamenlijke grondgebied toe te passen.Deze maatregelen omvatten : 1° de bepaling van de toezichtzones wanneer ze nodig blijken te zijn;2° maatregelen voor de contrôle op het tot drinkwater verwerkbaar water;3° beschermingsmaatregelen om te zorgen voor de inachtneming van de algemene emissienormen in de gebieden van tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater;4° maatregelen voor de bescherming van het grondwater.2. Administratieve behandeling van de dossiers ingediend door houders van een waterwinningvergunning Het Gewest verbindt zich ertoe te zorgen voor het onderzoek of de herziening van de dossiers betreffende de aanvraag tot exploitatie van waterwinningen van categorie B zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 14 november 1991.De behandeling van deze dossiers mag in geen geval langer duren dan 12 maanden na ontvangst ervan. De reeds ontvangen dossiers zullen behandeld worden binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van dit beheerscontract. Voor deze dossiers staat het uitblijven van advies gelijk met een gunstig advies. 3. Administratieve behandeling van de beschermingsprogramma's ingediend door de « SPGE » op grond van de met de producenten gesloten dienstenovereenkomsten. Het Gewest stelt zijn diensten ter beschikking om de « SPGE » te adviseren bij de uitvoering van de dienstenovereenkomsten inzake bescherming.

Daartoe brengt het Gewest binnen uiterlijk 40 dagen advies uit over de ingediende dossiers. Als binnen deze termijn geen advies wordt uitgebracht, wordt het geacht gunstig te zijn.

De dossiers waarover geen advies is uitgebracht, worden ter kennis gebracht van de Minister. 4. Aankopen van onroerende goederen De bescherming van de waterwinningen vereist de aankoop van onroerende goederen in de in het beschermingsprogramma opgenomen preventiezone op grond van een actieprogramma zoals het omschreven is in de dienstenovereenkomsten. De aankoop wordt op initiatief van de producent en op zijn eerste verzoek door de « SPGE » uitgevoerd en is voor rekening van de producent. Daartoe verschijnt de « SPGE » in de notariële akte namens de producent voor wie ze instaat.

De aankopen worden gefinancierd door de enveloppe die aan de poducent voorbehouden is.

Een verandering van bestemming van het aangekochte onroerend goed die onverenigbaar zou zijn met de nagestreefde bescherming of het feit dat de producent zijn verbintenissen niet nakomt, dwingt deze laatste automatisch het onroerend goed weer af te staan aan de « SPGE ». De producent mag het onroerend goed evenmin vervreemden, tenzij hij het weer afstaat aan de « SPGE ».

Het goed wordt gratis afgestaan, of voor de symbolische frank.

In geval van ontbinding van de « SPGE » of na afloop van dit contract blijven de krachtens dit artikel verworven onroerende goederen eigendom van de producent. 5. Gegevens betreffende de waterhoeveelheden van de vorige jaren Het Gewest verbindt zich ertoe de « SPGE » gegevens te verstrekken over de waterhoeveelheden die de eigenaars van waterwinningen geproduceerd hebben in de jaren voor en na de ondertekening van het contract.Als de « SPGE » een dienstenovereenkomst inzake bescherming sluit met een producent, moet hij de Minister alle gegevens over de geproduceerde waterhoeveelheden verstrekken. 6. Alternatieve hulpbronnen Het Gewest verbindt zich ertoe de controle te verscherpen op de toegang tot de alternatieve hulpbronnen voor watervoorziening. Overeenkomstig de princiepen van gelijkheid en niet-discriminatie voor de wet verbindt het Gewest zich ertoe alle wettelijke of administratieve maatregelen te treffen opdat het princiep « verontreiniger-betaler » algemeen wordt toegepast.

C. INZAKE PRIORITAIRE AFWATERING De criteria voor de uitvoering van de prioritaire afwatering worden door de Regering bij besluit vastgelegd.

Die criteria zullen opgenomen worden in een aanhangsel van het beheerscontract.

Het Gewest verbindt zich er ook toe dit prioriteitensysteem niet overhoop te halen door het invoeren van andere regelgevingen inzake prioritaire afwatering en de prioriteiten te integreren in zijn beleid voor gesubsidiërde werken. 5.3. Algemene verbintenissen Zodra het beheerscontract ondertekend is en de dienstenovereenkomsten goedgekeurd zijn door de Waalse Regering en als de punten 1° en 2° van bovenvermeld artikel 42 niet zijn uitgevoerd, neemt de gemeente of het Gewest, al naar gelang het geval, overeenkomstig artikel 42 van het decreet van 15 april 1999 de plaats in van de in gebreke gebleven operateur vanaf de 40ste dag volgend op de dag waarop de Regering de tekortkoming heeft bevestigd op grond van het verslag van de « SPGE » of van het bestuur. De gemeente of het Gewest wordt daarbij belast met de verhoging van de door de in gebreke gebleven producenten toegepaste waterprijs en van de sanerings- en beschermingskosten.

HOOFDSTUK VI. - Financiële verbintenissen van het gewest en de « SPGE » 6.1. Het gewest verbindt zich ertoe : 1. de opbrengsten van het Fonds voor de waterbescherming integraal over te dragen met uitzondering van : - de financiële middelen die het Gewest nodig heeft om de werken van de « Transhennuyère » uit te voeren; - de op het Fonds uit te trekken middelen die nodig zijn voor het waterbeleid (individuele zuivering, studies, toepassing van hulpmaatregelen voor de landbouwers in het kader van de toepassing van de richtlijn over de nitraten en het in de toekomst te voeren globale beleid) en die in geen geval hoger mogen zijn dan de opbrengst van de bijdrage voor de grondwaterwinning, bedoeld in artikel 4 van het decreet van 30 april 1990 zoals laatst gewijzigd bij het decreet van 7 maart 1996; - voor het boekjaar 2000, een maximumbedrag van 500 miljoen waarvan het saldo dat niet vastgelegd is op 31 december 2000, aan de « SPGE » zal worden overgemaakt.

De overdrachten zullen uitgevoerd worden op de tiende van elke maand en voor het eerst op de tiende van de maand na de inwerkingtreding van dit beheerscontract. 2. vanaf 2000 de lasten van de aan het Waterbeschermingsfonds gekoppelde lasten op de gewone begrotingskredieten uit te trekken. 6.2. De « SPGE » verbindt zich ertoe : 1. het uitstaande bedrag van de vastleggingen die op de datum van inwerkingtreding van dit beheerscontract geboekt zijn op het Waterbeschermingsfonds integraal ten laste te nemen, met uitzondering van het bedrag betreffende de werken voor de verwezenlijking van de « Transhennuyère »; 2. vanaf 2001 de werkingskosten voor de zuiveringswerken te dragen zonder overdracht van de kredieten bedoeld in artikel 31.02 van het programma 5 van de organieke afdeling 13 die zodoende zullen kunnen dienen voor de financiering van de lasten van bovenvermelde schuld, van het gewestelijke waterbeleid (sociaal fonds, subsidies, premies,...) en van de prioritaire afwatering in afwachting van de invoering van de reële prijs. 6.3. De « SPGE » zal voor het overige over de volgende middelen beschikken : 1. bezoldiging van de verrichte diensten : - inzake sanering (tot 31 december 2005) : bovenop de belasting op afvalwaterlozingen die het Waterbeschermingsfonds stijft, wordt de prijs van de saneringsdienst die de « SPGE » aan de producenten verleent, vastgelegd op maximum 16 BEF/m3 water (indexcijfer van de consumptieprijzen-januari 2000) dat in het Waalse Gewest geproduceerd wordt en bestemd is om er verdeeld te worden (bij wijze van overgangsmaatregel en tot 31 december 2004 wordt de prijs van de dienstverlening berekend op grond van de waterhoeveelheden die aan de verbruikers verdeeld en gefactureerd worden); - inzake bescherming : de prijs van de saneringsdienst die de « SPGE » aan de producenten verleent, wordt vastgesteld op maximum 3 BEF/m3 geproduceerd water. 2. leningen : De « SPGE » mag leningen aangaan. De aldus gegenereerde ontvangsten moeten de « SPGE » in staat stellen de investeringsprogramma's te financieren die betrekking hebben op bovenbedoelde bescherming en sanering en op het dekken van de werkings- en financieringskosten zoals vermeld in het bijgaande financiële plan.

HOOFDSTUK VII. - Controle op de « SPGE » De evaluatie van het door de « SPGE » gevoerde beleid bestaat uit drie fasen : 7.1. Doelmatigheid De controle van t.o.v. van de onderhandelde doelstellingen behaalde resultaten is de eerste fase.

Voor de drie eerste jaren slaat deze evaluatie op de investeringen verricht inzake collectieve zuivering (zuiveringsstations en grote collectoren) en bescherming. Vanaf uiterlijk 1 januari 2003 zal ze eveneens gelden voor de aanlegwerken betreffende de prioritaire afwatering.

Deze controlemethode zal ook gebruikt worden voor de "dekking" van het Waalse grondgebied inzake sanering.

De volgende wijzers zullen als basis dienen voor de evaluatie. - investeringsquota : ordonnanceringen/programmering van het zakenplan1 - percentage van de dekking van het grondgebied : Aantal gezuiverde I.E./Totaalaantal te zuiveren I.E. - bescherming van de winplaatsen : aantal beschermde winplaatsen :/aantal te beschermen winplaatsen - percentage van de uitgevoerde prioritaire afwatering : aantal km uitgevoerde prioritaire afwateringen aantal km uit te voeren prioritaire afwateringen De definitie van het gezuiverde I.E. is dezelfde als die welke hierboven is opgegeven.

Er zal ook rekening worden gehouden met de volgende ecologische parameters : - voor het individuele rendement van elk zuiveringsstation, de fysisch-chemische parameters bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 betreffende de behandeling van stedelijk afvalwater : DBO5, DCO, COT, MES, Ntot, Ptot. Deze parameters vormen een doelstelling die zowel door de « SPGE » als door de erkende zuiveringsinstellingen moet worden gehaald; - voor de berekening van een beter niveau van de kwaliteit van het opvangsysteem, een index die rekening houdt met de volgende elementen : - de organieke stof; - de stikstofhoudende stof; - de fosforhoudende stof.

De verbetering van het opvangsysteem (berekening van de vermindering van de verslechteringen) zal worden berekend aan de hand van een door de Regering bepaald model. Het gebruik en de evaluatie van de verschillende parameters zullen door de Regering worden bepaald binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit beheerscontract. 7.2. Doeltreffendheid De controle op de doeltreffenheid maakt de evaluatie mogelijk van de middelen die ingezet worden t.o.v. de behaalde resultaten.

Er moet een controle en een evaluatie worden uitgevoerd van de volgende indicatoren die jaarlijks zullen worden voovergelegd, zullen gecontroleerd en geschat moeten worden : - gemiddelde investeringkosten voor de zuivering van een werkelijk gezuiverd inwonerequivalent; - gemiddelde investeringskosten voor de zuivering van een inwonerequivalent (theoretische last); - gemiddelde investeringskosten voor de zuivering van een inwonerequivalent per instelling (theoretische last); - vanaf 1 januari 2003, gemiddelde investeringskosten voor de sanering van een inwonerequivalent (zuivering + prioritaire afwatering) (theoretische last); - Gemiddelde werkingskosten van de zuiveringsstations per werkelijk gezuiverd inwonerequivalent; - Gemiddelde werkingskosten van de zuiveringsstations per werkelijk gezuiverd inwonerequivalent en per erkende zuiveringsinstelling; - Gemiddelde werkingskosten van de zuiveringsstations per inwonerequivalent en vanaf de theoretische last; - Gemiddelde werkingskosten van de zuiveringsstations per inwonerequivalent vanaf de theoretische last en per instelling; - Multiplicerend effect : rechtstreekse banen per geïnvesteerd miljard; - Gemiddelde beschermingskosten per winplaats, per geproduceerd m3; - Gemiddelde investeringskosten voor de verbetering van de kwaliteit van het opvangsysteem/exploitatiekosten; - Gemiddelde investeringskosten voor de verbetering van de kwaliteit van het opvangsysteem/exploitatiekost + aflossingskosten van de investeringen.

Het geheel van deze indicatoren zal ook voor elk hydrografisch onderbekken overgelegd worden. 7.3. Relevantie Om de relevantie van het beheer van de « SPGE » te evalueren moeten de ingezette middelen met de doelstellingen worden geconfronteerd. De controle zal dus vooral betrekking hebben op het adequatieniveau tussen de opbrengsten en de lasten.

De volgende evenredige verhoudingen zullen jaarlijks overgelegd en geëvalueerd worden : - werkingskosten van de "SPGE" totaal opbrengsten - werkingskosten van de stations totaal opbrengsten - investeringen totaal opbrengsten - vastgelegde uitgaven totaal opbrengsten - provisies voor risico's en lasten totaal opbrengsten - toelagen voor reserves totaal opbrengsten De beheerscontrole zal het voorwerp uitmaken van situatie-overzichten die de « SPGE » om de zes maanden aan de Minister zal overmaken.

Het jaarlijkse verslag betreffende de beheersresultaten zal uiterlijk 31 maart en voor de eerste keer op 31 maart 2001 door de « SPGE » worden overgemaakt. 7.4. Specifieke toepassingen Daarnaast zal de « SPGE » al naar gelang de beschikbare middelen constant het niveau van haar prestatie vergelijken met dat van andere Belgische en Europese actoren die in dezelfde sector actief zijn.

De contrôle valt onder de bevoegdheid van de Regering, zoals bepaald bij het decreet en bij dit contract. In dat opzicht vervullen de twee commissarissen hun opdracht namens de Regering en brengen ze haar daarover verslag uit.

De om de zes maanden aan de Minister overgemaakte situatie-overzichten en het jaarverslag zullen eerst onderzocht worden door een college samengesteld uit : - de twee commissarissen van de Regering bij de « SPGE »; - de bedrijfsrevisoren van de « SPGE »; - een vertegenwoordiger van het "DGRNE"; - een milieudeskundige inzake zoetwater; - een vertegenwoordiger van de gemeentelijke verkozenen; - een deskundige van het milieurecht; - een vertegenwoordiger van de Inspectie van Financiën.

De vijf laatste leden worden door de Regering aangewezen en moeten volkomen onafhankelijk zijn van de « SPGE ».

De voorzitter wordt door de Waalse Regering aangewezen.

Het huishoudelijk reglement van dit college alsmede de bezoldiging van zijn leden worden door de Regering bepaald.

Het college is verplicht de Minister verslag uit te brengen over de geldigverklaring van de situatie-overzichten t.o.v. de doelstellingen; de voorzitter van het college maakt bovendien het jaarverslag aan de Minister en aan de Voorzitter van het Waals Parlement over, samen met het advies van het college.

HOOFDSTUK VIII. - Sancties Wanneer aan het einde van een boekjaar wordt geconstateerd dat de « SPGE » de in dit beheerscontract bedoelde verplichtingen niet is nagekomen, worden overleg gepleegd over de te treffen corrigerende maatregelen en wordt de datum van de volgende evaluatie vastgelegd.

Als op deze datum wordt vastgesteld dat voormelde maatregelen geen resultaat hebben opgeleverd, kan de Regering de sancties toepassen die bij de bepaling van de corrigerende maatregelen zijn vastgelegd.

In geval van niet-naleving van de voor de bovenvermelde criteria bestemde doelstellingen, kunnen evenredige en adekwate sancties op de « SPGE » worden toegepast volgens voorschriften die de Regering na overleg met de « SPGE » zal bepalen.

De sancties mogen in geen geval afbreuk doen aan de rechten waarover de derden beschikken wegens de uitvoering van dit beheerscontract.

De « SPGE » mag niet bestraft worden met de in het beheerscontract bedoelde sancties en kan niet verplicht worden tot schadevergoeding wegens het niet-vervullen van haar opdrachten als dit te wijten is aan een tekortkoming van het Gewest of aan toeval of overmacht.

HOOFDSTUK IX. - Diverse bepalingen De Regering wordt voor elk probleem betreffende de uitvoering van dit beheerscontract door de Minister vertegenwoordigd.

Dit beheerscontract treedt werkelijk in werking zodra de dubbele voorwaarde betreffende zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en zijn mededeling door de Minister aan het Parlement is vervuld.

Namen, 29 februari 2000.

Voor de « SPGE » : De Voorzitter van het Directiecomité, De Voorzitter van de Raad van Bestuur, Jean-François Breuer. Jean-Claude Marcourt.

Voor de Waalse Regering : De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET Nota (1) Dezelfde ratio wordt toegepast op elk type investering (openbare sanering, prioritaire afwatering, bescherming van winplaatsen). Financieel plan « SPGE » : financieel plan 2000-2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^