gepubliceerd op 12 juli 1997
Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Kwaliteit Metrologische Dienst Instrukties voor het herstellen van tachografen nr 3821/8(...) Naast de werkzaamheden die eigen zijn aan het merk en type van tachograaf moeten volgende kontroles(...)
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Kwaliteit Metrologische Dienst Instrukties voor het herstellen van tachografen (in toepassing van artikels 67 en 7 van het KB van 13.07.1984 houdende uitvoering van de verordening (EEG) nr 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer) Naast de werkzaamheden die eigen zijn aan het merk en type van tachograaf moeten volgende kontroles en handelingen uitgevoerd worden : A. Kontrole van de tachograaf voor installatie. 1. De tachograaf aan een visuele kontrole onderwerpen (goedkeuring, staat...). 2. De tachograaf met geschikte kabels aansluiten op de testbank en van de nodige voedingsspanning voorzien (12 V of 24 V).3. Registratieschijf(ven) kiezen volgens het type tachograaf (letten op het goedkeuringsnummer en op de maximale snelheid).Deze schijf(ven) moet(en) vooraf geïdentificeerd worden door de referentie van het werkdokument erop te vermelden. Deze schijf(ven) moet(en) zich bij al de testen in de tachograaf bevinden. 4. Nagaan of het mogelijk is de aanwezigheid van de schijf(ven) na te gaan zonder de tachograaf te openen.5. Nagaan of de klok werkt en de schijf draait (maximaal toelaatbare afwijking : 2 min/dag of 10 min/week). 6. Opmeten van de k-waarde (maximaal toegelaten afwijking : 1 %) 6.1. Mechanische tachografen : de k-waarde (tr/km) wordt opgemeten door op de totalizator 2 km te doorlopen en het aantal op de testbank aangeduide omwentelingen dat overeenstemt met deze gesimuleerde afstand af te lezen en door 2 te delen. 6.2. Elektronische tachografen : de k-waarde (imp/km) wordt opgemeten, ofwel door op de totalizator minstens 1 km te doorlopen en op de testbank het aantal impulsen dat overeenstemt met deze gesimuleerde afstand af te lezen, ofwel door deze waarde rechtstreeks op te meten.
De hierna volgende testen moeten uitgevoerd worden met een k-waarde in de tachograaf die gelijk is aan de konstante van de testbank. 7. Totalisatortest. Met de testbank de afstand te bepalen die overeenstemt met een afstand van 1 km (of een veelvoud ervan) op de totalizator (maximale afwijking : 1 %). Deze test mag gekombineerd worden met het opmeten van de k-waarde via de totalisator (punt A.6.). 8. "0 - 60 - 0 km/h" test. De tachograaf laten werken aan 60 km/h. De snelheid van 60 km/h moet zo snel mogelijk bereikt worden. De tachograaf gedurende enkele seconden aan deze snelheid aandrijven en dan zo snel mogelijk terug tot 0 km/h komen. Hierna moet op de registratieschijf de rechtlijnigheid van de versnelling en de vertraging (recht of krom), en de uitlijning van de registraties met de loep nagakeken worden. 9. "Stappendiagram". De tachograaf aandrijven gedurende een tijd die overeenstemd met een registratie op de schijf van minimum 2 minuten per snelheid aan achtereenvolgens 40 km/h, 80 km/h, maximumsnelheid, in opgaande lijn en aan 100 km/h en 60 km/h in dalende lijn. De snelheden moeten in de voorgeschreven zin op de snelheidsschaal van de tachograaf ingesteld worden. Zowel de op de tachograaf ingestelde snelheid als de geregistreerde snelheid mag niet meer dan 3 km/h van de op de testbank aangeduide snelheid afwijken. De registraties moeten stabiel zijn.
Deze testen moeten uitgevoerd worden op dat deel van de registratieschijf dat de smalste schaalverdelingsstrepen heeft. 10. Tijdgroepen. De tijdgroepen achtereenvolgens instellen gedurende een tijd die overeenstemd met een registratie op de schijf van minimum 2 minuten en de plaats ervan op elke schijf en de juiste werking nagaan. Bij tachografen waarbij de werking van de tijdgroepen niet beïnvloed wordt door de aandrijving van de tachograaf (manuele tachografen) mag deze test gekombineerd worden met de snelheidstesten van punt A.9. hiervoor. 11. Tussen al de hiervoor vermelde testen moet de klok van de tachograaf minstens 5 minuten verder gezet worden. B. Verzegelen van de tachograaf.
Al de elementen van de tachograafbehuizing verzegelen (behalve de instelling van zijn konstante). Op elk zegel moet het erkenningsnummer van de hersteller aangebracht worden.
C. Hersteldokumenten.
De hersteldokumenten moeten op elk ogenblik toegankelijk zijn voor de bevoegde overheden. 1. Na elke herstelling van een tachograaf moet een werkdokument ingevuld worden (model in bijlage;schikking verplicht te volgen). Dit werkdokument moet bijgehouden worden in een gepast klassement gedurende 1 jaar meer dan de geldigheidsduur van een installatie (op dit ogenblik 6 jaar). De registratieschijven moeten aan het werkdokument bevestigd worden. Hierbij moeten de testgegevens steeds zichtbaar blijven. 2. Dit dokument (genummerd) moet volgende gegevens bevatten : a - naam, adres en erkenningsnummer van de hersteller; b - algemene gegevens van de klant; c - de karakteristiekegegevens van de tachograaf. De k-waarde is deze die gebruikt wordt tijdens de testen van punt A. De afwijking van de klok (gemeten met het kontroletoestel voor klokken). De goede werking van de registraties moet met "OK" aangeduid worden (rode led...); d - totalisatortest en 0 - 60 - 0 km/h test. Op de werkkaart moet de afstand afgelegd op de tachograaf en de afstand op de testbank ingevuld worden. Voor de 0 - 60 - 0 km/h test moet "OK" ingevuld worden als de registraties overeenkomen met de vereisten van punt A.6.; e - de resultaten van de uitgevoerde snelheidstesten, zoals vermeld in punt A.9., invullen. De geregistreerde snelheden moeten op de km/h geschat worden. f - het resultaat van de test van de tijdgroepen, zoals vermeld in punt A.10. Een goede werking wordt met "OK" aangeduid; g - gegevens van de aangebrachte verzegelingen. Elk aangebracht zegel moet op de werkkaart ingevuld worden; h - de uitgevoerde herstelling; i - de eventuele opmerkingen; j - plaats, datum en de naam en de handtekening van de persoon die de plaatsing uitgevoerd heeft en een geschikte opleiding gekregen heeft. 3. Door erkende installateur - herstellers moet, indien de herstelling gevolgd wordt door een plaatsing (binnen 48 uur), in de rubriek "opmerkingen" van het hersteldokument het nummer van het bijhorende installatiedokument vermeld worden.In de rubriek "opmerking" van het installatiedokument moet dan het nummer van het bijhorende hersteldokument ingevuld worden. Bij de plaatsing moeten de testen van punt A van de "Instrukties voor het plaatsen van tachografen" niet meer opnieuw herhaald worden op het installatiedokument.
De Adviseur-Generaal, Dr. H. Voorhof..
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld