gepubliceerd op 29 juni 2002
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Aanwijzingen en standaarden Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische Raad voor Kinesitherapie van 7 juni 2002 en in uitvoering van artikel(...)
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Aanwijzingen en standaarden Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische Raad voor Kinesitherapie van 7 juni 2002 en in uitvoering van artikel 7, § 14, 7e lid van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen gepubliceerd in bijlage van het koninklijk besluit van 14 september 1984, zoals tot op heden gewijzigd, na advies van de Overeenkomstencommissie kinesitherapeuten-verzekeringsinstellingen van 12 juni 2002, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging op 17 juni 2002 de hiernagaande aanwijzingen en standaarden vastgesteld : Aanwijzingen en standaarden betreffende de verstrekkingen van artikel 7 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : Aanwijzingen en standaarden Art. 7, § 14, laatste lid g) Psychomotorische ontwikkelingsstoornissen. 1. bij kinderen onder de 16 jaar, na specialistisch (neuro)pediatrisch advies en behandelingsvoorstel, en met een significant zwakkere score op een genormeerde gestandaardiseerde test.a) het voorschrift Het voorschrift mag opgesteld worden door de behandelende arts, al dan niet een (neuro)pediater, na specialistisch (neuro)pediatrisch advies en behandelingsvoorstel.Dit specialistisch advies moet gegeven worden door hetzij een pediater hetzij een neuropediater. b) de tests De tests mogen uitgevoerd worden door de (neuro)pediater of door de kinesitherapeut. Indien de (neuro)pediater zelf de test uitvoert, dient hij in zijn gemotiveerd advies te schrijven dat de score op de test significant pathologisch is. Hij doet ook een behandelingsvoorstel.
Indien de kinesitherapeut de test zelf uitvoert moet hij de testresultaten aan de (neuro)pediater doorgeven. Deze laatste moet erop toezien deze resultaten in perspectief te plaatsen, rekening houdende met de algemene klinische situatie van de patiënt, die hij persoonlijk heeft onderzocht. Indien de (neuro)pediater in zijn gemotiveerd advies schrijft dat de score significant pathologisch is en een behandelingsvoorstel doet, kan de kinesitherapeut de behandeling aanvatten (een voorschrift blijft natuurlijk nodig). (Wat een significant zwakkere score, d.w.z. significant pathologisch is, is test-specifiek overeen te komen in functie van de wijze waarop de score uitgedrukt wordt. In het kader waarin de testen hier zullen gebruikt worden kan men voor de percentiel- of standaardscore aannemen dat « |LZ 15e percentile » of « |LZ 1 standaardafwijking onder het gemiddelde » als significant zwakkere score beschouwd wordt. Dit stemt overeen met staninescore 1, 2 of 3 en met een ontwikkelingsquotiënt van |LZ 85.) De afname van de test kan worden aangerekend als "Consultatief kinesitherapeutisch onderzoek van de patiënt". Een voorschrift is nodig voor dit onderzoek.
De beslissing of de patiënt aan de criteria voldoet ligt dus bij de (neuro)pediater.
Wat moet de kinesitherapeut bijhouden in het dossier ? - het scoreblad van de uitgevoerde test, - een kopie van het voorschrift, - het medisch verslag (gemotiveerd advies van de (neuro)pediater met betrekking tot de beoordeling van het (cijfermatige) test-resultaat, de opportuniteit van de kinesitherapiebehandeling en het behandelingsvoorstel). 2. bij kinderen tot en met 18 maanden met klinisch duidelijke ontwikkelingsstoornissen vastgelegd door middel van evaluatie in een gespecialiseerde multidisciplinaire equipe. Een pediater of een neuropediater moet deel uitmaken van de gespecialiseerde multi-disciplinaire equipe. Het voorschrift mag opgesteld worden door de behandelende arts.
Wat moet de kinesitherapeut bijhouden in het dossier ? - een kopie van het voorschrift (met doelstelling van de behandeling); - een medisch verslag van de (neuro)pediater die deel uitmaakt van de multidisciplinaire equipe.
De voornoemde aanwijzingen en standaarden zijn van toepassing vanaf 1 juli 2002.
De Leidend ambtenaar, De Voorzitter, Fr. PRAET. D. BROECKX.