gepubliceerd op 09 juni 2000
Administratieve Schikking tot wijziging van de administratieve Schikking van 14 september 1972, gewijzigd bij de administratieve Schikking van 27 december 1978, betreffende de toepassingsmodaliteiten van het algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko van 24 juni 1968
31 MAART 2000. - Administratieve Schikking tot wijziging van de administratieve Schikking van 14 september 1972, gewijzigd bij de administratieve Schikking van 27 december 1978, betreffende de toepassingsmodaliteiten van het algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko van 24 juni 1968
In toepassing van het algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko hebben de bevoegde Belgische en Marokkaanse instanties in onderlinge overeenstemming de volgende bepalingen vastgesteld betreffende de toepassingsmodaliteiten van genoemd Verdrag.
Artikel 1.De bepalingen van artikel 12 van dezelfde administratieve Schikking worden vervangen door de volgende bepalingen : « De invaliditeitsuitkeringen, -pensioenen of -vergoedingen worden rechtstreeks door de instellingen die deze verschuldigd zijn, aan de gerechtigden uitbetaald ongeacht of deze in Marokko of in België verblijven.
De invaliditeitsuitkeringen, -pensioenen of -vergoedingen die zijn verschuldigd, krachtens de wetgeving van één der contracterende landen, aan de gerechtigden die verblijven op het grondgebied van het ander contracterend land wordt verricht per internationale postwissel welke betaalbaar is in handen van de bestemmeling.
De betaling kan eveneens, op verzoek van de gerechtigde, geschieden op een persoonlijke rekening geopend bij een financiële instelling die is gevestigd op het grondgebied van het land van verblijf.
De betaling geschiedt op de vervaldagen vastgelegd door de wetgevingen die de bevoegde instellingen toepassen.
De betaling kan evenwel plaatsvinden door toedoen van de instelling van het land van verblijf op verzoek van de instelling die ze verschuldigd is. »
Art. 2.In artikel 22 van dezelfde administratieve Schikking worden de woorden « Nationaal pensioenfonds voor mijnwerkers » vervangen door de woorden « Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ».
Art. 3.In artikel 23 van dezelfde administratieve Schikking worden de woorden « Rijksdienst voor werknemerspensioenen » vervangen door de woorden « Rijksdienst voor pensioenen ».
Art. 4.In artikel 39 van dezelfde administratieve Schikking worden de woorden « de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « de Rijksdienst voor pensioenen ».
Art. 5.De bepalingen van artikel 40 van dezelfde administratieve Schikking worden vervangen door de volgende bepalingen : « De betaling van de pensioenen, welke overeenkomstig de wetgeving van één van de Verdragssluitende landen aan de gerechtigden zijn verschuldigd die op het grondgebied van het andere land verblijven, wordt verricht per internationale postwissel welke betaalbaar is in handen van de bestemmeling.
De betaling kan eveneens op verzoek van de rechthebbende geschieden op een persoonlijke rekening geopend bij een financiële instelling die gevestigd is op het grondgebied van het land van verblijf.
De wissels of de overschrijvingen worden voor de waarde van de verschuldigde termijnen in de munt van het land van de instelling die deze verschuldigd is, uitgegeven »
Art. 6.Paragraaf (1) van artikel 46 wordt vervangen door de volgende bepaling : « (1) De kinderbijslag wordt toegekend voor de eigen kinderen van de werknemer, voor de gemeenschappelijke kinderen van de werknemer en van zijn echtgeno(o)t(e) en voor de eigen kinderen van de echtgeno(o)t(e); het aantal rechtgevende kinderen is evenwel beperkt tot ten hoogste vier kinderen indien het werknemers betreft zoals beoogd in 4° van (4) van artikel 46. » 2. Punt 4°) van paragraaf 4 van artikel 46 van dezelfde administratieve Schikking wordt vervangen door de volgende bepaling : « 4°) Andere werknemers dan beoogd in 1°, 2° en 3° die in het bezit zijn van een geldige arbeidsvergunning;de bijslagen worden echter toegekend vanaf de datum van tewerkstelling : voor het 1e kind : 19,83 EUR of 800 BEF per maand voor het 2e kind : 21,07 EUR of 850 BEF per maand voor het 3e kind : 22,31 EUR of 900 BEF per maand voor het 4e kind : 23,55 EUR of 950 BEF per maand » 3. Aan paragraaf (4) van artikel 46 wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° De bedragen die in deze paragraaf worden vastgesteld, variëren zoals bepaald door de Belgische wetgeving die voorziet in de koppeling van de sociale uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.Deze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 119,53 (basis 1988 = 100). »
Art. 7.§ 1 Paragraaf 3 van artikel 49bis van dezelfde administratieve Schikking wordt vervangen door de volgende bepaling : « De in paragraaf (1) beoogde gezinsbijslagen worden toegekend voor de eigen kinderen van de rechthebbende op een pensioen of rente, voor de gemeenschappelijke kinderen van de rechthebbende op een pensioen of rente en zijn echtgeno(o)t(e), en voor de eigen kinderen van de echtgeno(o)t(e).
De in paragraaf (2) vastgestelde kinderbijslagen worden toegekend voor de eigen kinderen van de overleden werknemer en voor de gemeenschappelijke kinderen van de overleden werknemer en de echtgeno(o)t(e). » § 2 Alinea 3 van paragraaf (4) van artikel 49bis van dezelfde administratieve Schikking wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het bedrag van de kinderbijslag is vastgesteld als volgt : 1° Indien verschuldigd door een Belgische instelling : voor het 1e kind : 19,83 EUR of 800 BEF per maand voor het 2e kind : 21,07 EUR of 850 BEF per maand voor het 3e kind : 22,31 EUR of 900 BEF per maand voor het 4e kind : 23,55 EUR of 950 BEF per maand » De hierboven vastgestelde bedragen variëren zoals bepaald door de Belgische wetgeving die voorziet in de koppeling van de sociale uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.Deze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 119,53 (basis 1988 = 100).
De bepalingen van de artikelen 47 en 48 zijn bij analogie van toepassing. 2° Indien verschuldigd door de Marokkaanse Rijkskas voor Sociale Zekerheid : aan het tarief dat gelijk is aan het equivalent van 500 BEF per kind en per maand. De bepalingen van artikel 49, paragrafen 4 en 5, zijn bij analogie van toepassing. »
Art. 8.In de artikelen 50, 51 en 52 van dezelfde administratieve Schikking worden de woorden « Ministerie van Sociale voorzorg » vervangen door de woorden « Ministerie van Sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu ».
Art. 9.Artikel 54 van dezelfde administratieve Schikking wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 54 1. Om ingevolge artikel 34, 3° van het Verdrag verstrekkingen te kunnen genieten bij verblijf op het grondgebied van het ander contracterend land is de betrokkene ertoe gehouden zich te laten inschrijven bij de instelling van de verblijfplaats, met voorlegging van een certificaat waarin wordt verklaard dat hij recht heeft op deze prestaties.Dit certificaat wordt afgeleverd door de bevoegde instelling. Indien de betrokkene het vermeld certificaat niet voorlegt, richt de instelling van de verblijfplaats zich tot de bevoegde instelling om dit te verkrijgen. 2. Het certificaat zoals bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel blijft geldig zolang de instelling van de verblijfplaats geen kennisgeving van annulering heeft ontvangen.3. De instelling van de verblijfplaats bericht de bevoegde instelling over iedere inschrijving waartoe zij overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel is overgegaan.4. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de betrokkene de vereiste bewijsstukken over die zijn vereist ingevolge de wetgeving van het contracterend land op het grondgebied waarvan hij verblijft.5. Bij ziekenhuisopname maakt de instelling van de verblijfplaats, zodra deze hiervan kennis heeft, bij de bevoegde instelling de datum van opname in de verplegingsinrichting bekend, de vermoedelijke duur van de ziekenhuisopname en de datum waarop deze werd verlaten.6. De betrokkene moet de instelling van de verblijfplaats in kennis stellen van iedere wijziging in zijn situatie waardoor het recht op de verstrekkingen kan worden gewijzigd, met name van iedere beëindiging of verandering van tewerkstelling of beroepsactiviteit van de betrokkene, of iedere verplaatsing van woonplaats van deze laatste.De bevoegde instelling deelt aan de instelling van de verblijfplaats eveneens de beëindiging van aansluiting mee of van het einde van het recht op prestaties van de betrokkene. 7. De instelling van de verblijfplaats kan op ieder ogenblik aan de bevoegde instelling vragen alle inlichtingen te verstrekken betreffende het recht op prestaties van de werknemer.8. Voor de toepassing van onderhavig artikel zijn de instellingen van de verblijfplaats : - In België : Voor arbeidsongevallen : het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekeringen; Voor beroepsziekten : het Fonds voor beroepsziekten;
In Marokko : De Rijkskas voor Sociale Zekerheid.
Art. 10.De onderhavige administratieve Schikking zal in werking treden de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ondertekening.
Opgemaakt te Casablanca, 31 maart 2000 in tweevoud, in de Franse taal.
Voor de Belgische bevoegde autoriteit : De secretaris-generaal, E. DELOOF Voor de Marokkaanse bevoegde autoriteit : De Directeur van de dienst Sociale Bescherming der Werknemers, A. BENOMAR