29 JANUARI 1998. - Besluit van de Minister-President tot verdeling van verzorgingstehuisbedden onder de bejaardentehuizen en de rust- en verzorgingstehuizen van de Duitstalige Gemeenschap via omschakeling van bestaande bejaardentehuisbedden

De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1980 en het koninklijk besluit Nr. 59 van 22 juli 1982, inzonderheid op artikel 5, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1982 houdende vastlegging van de normen voor de bijzondere erkenning van rust- en verzorgingstehuizen;

Gelet op het aanhangsel nr. 1 van 28 januari 1998 aan het protocol van 9 juni 1997 tussen de federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet over het te voeren ouderenzorgbeleid;

Gelet op het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 28 juni 1995 houdende overdracht van beslissingsbevoegdheden aan de Ministers;

Gelet op het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 28 juni 1995 houdende verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers;

Gelet op het advies van de adviescommissie voor de opvangvoorzieningen voor bejaarden, gegeven op 13 januari 1998, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Voor de jaren 1998 tot 2002 worden de 151 verzorgingstehuisbedden die overeenkomstig het aanhangsel nr. 1 van 28 januari 1998 aan het protocol van 9 juni 1997 door de federale regering via omschakeling van bejaardentehuisbedden toegekend zijn, onder de bejaardentehuizen en de rust- en verzorgingstehuizen als volgt verdeeld : § 2. Voor het jaar 1998 :11 bedden voor het « Marienheim Raeren », Spitalstrasse 60, in Raeren; 20 bedden voor het bejaardentehuis « Hof Elisabeth », Klosterstrasse 9B, in Sankt Vith; § 3. Voor het jaar 1999 : 25 bedden voor de V.Z.W. « Katharinenstift Astenet », Stiftstrasse 9, in Walhorn; 5 bedden voor het bejaardentehuis « Hof Elisabeth », Klosterstrasse 9B, in Sankt Vith; § 4. Voor het jaar 2000 : 2 bedden voor het bejaardentehuis « Hof Elisabeth », Klosterstrasse 9B, in Sankt Vith; 13 bedden voor het « Marienheim Raeren », Spitalstrasse 60, in Raeren; 15 bedden voor het rust- en verzorgingstehuis « Sankt Joseph », Rotenberg 35, in Eupen; § 5. Voor het jaar 2001 : 5 bedden voor het bejaardentehuis « Hof Elisabeth », Klosterstrasse 9B, in Sankt Vith; 25 bedden voor het bejaardencentrum « Sankt Franziskus », Hufengasse 2, in Eupen; § 6. Voor het jaar 2002 : 7 bedden voor het bejaardentehuis « Hof Elisabeth », Klosterstrasse 9B, in Sankt Vith; 10 bedden voor het bejaardentehuis « Hof Bütgenbach », Zum Walkerstal 15, in Bütgenbach; 5 bedden voor het « Marienheim Raeren », Spitalstrasse 60, in Raeren; 8 bedden voor het rust- en verzorgingstehuis « Sankt Joseph », Rotenberg 35, in Eupen.

Art. 2.De in artikel 1 vastgelegde beddenverdeling wordt eraan onderworpen dat de daar vermelde bejaardentehuizen en bejaarden- en verzorgingstehuizen voor de betrokken jaren het bewijs leveren dat zij voor de begeleiding van personen zorgen die behoefte hebben aan zorgverlening overeenkomstig de bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 2 december 1982 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van bejaarden- en verzorgingstehuizen.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.

Eupen, 29 januari 1998.

J. MARAITE