28 MEI 2009. - Besluit van de Regering betreffende de attesten, bewijzen, brevetten, getuigschriften, diploma's en aanvullende diploma's die de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde opleidingen bekrachtigen

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 5, § 3, 1°;

Gelet op de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, inzonderheid op artikel 6, derde lid;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het decreet van 18 april 1994 betreffende de inrichting van een examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het secundair onderwijs en de organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie, inzonderheid op artikel 36;

Gelet op het decreet van 25 juni 1996 betreffende de organisatie van een onderwijs met beperkt leerplan in het gewoon beroepssecundair onderwijs, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, inzonderheid op artikel 42;

Gelet op het decreet van 27 juni 2005 tot oprichting van een autonome hogeschool, inzonderheid op artikel 3.37;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften en houdende vastlegging van de voorwaarden voor opname en behoud op de verschillende niveaus van het onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften, inzonderheid op artikel 43;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, inzonderheid op titel II, hoofdstuk III;

Gelet op het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 6 september 1999 betreffende de attesten, getuigschriften, brevetten, andere titels en diploma's die de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde studies bekrachtigen;

Gelet op het besluit van de Regering van 10 maart 2005 houdende vastlegging van de werkwijze van de jury's voor taalexamens en van de organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissies;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 mei 2009;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 27 mei 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzakelijkheid daardoor gerechtvaardigd is dat de afgestudeerden van het schooljaar 2007-2008, van wie de geldigheid van hun voorlopige diplomabewijzen intussen verstreken is, niet het voorwerp mogen zijn van een verder uitstel in tijd met de daaruit resulterende nadelen op het administratieve vlak en ten aanzien van hun beroepsloopbaan bij gelijkstellings- en sollicitatieprocedures in een internationale context.

Op voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs, Besluit : HOOFDSTUK I. - BEGRIPSBEPALING EN TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1.Studiegetuigschriften in de zin van dit besluit zijn de attesten, bewijzen, brevetten, getuigschriften, diploma's en aanvullende diploma's die in het gewoon onderwijs en het onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften, in het gewoon secundair onderwijs en het secundair onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften, in het onderwijs met beperkt leerplan, in het hoger onderwijs van het korte type, in de voortgezette schoolopleiding en door de examencommissies van de Duitstalige Gemeenschap verleend worden en die in de bijlage 2 opgenomen zijn.

Art. 2.Een lijst van de studiegetuigschriften, de modellen van de studiegetuigschriften die ter bekrachtiging van de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde opleidingen uitgereikt worden, evenals de voorschriften voor het invullen van de studiegetuigschriften zijn in de bijlagen 1, 2 en 3 opgenomen. HOOFDSTUK II. - ALGEMENE BEPALINGEN VOOR HET INVULLEN VAN DE STUDIEGETUIGSCHRIFTEN

Art. 3.De studiegetuigschriften worden door de houder ondertekend, voordat ze door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap onderzocht worden.

Art. 4.De studiegetuigschriften worden gedrukt door de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde onderwijsinrichtingen, met uitzondering van de studiegetuigschriften verleend door de examencommissies, welke door de respectieve examencommissies van de Duitstalige Gemeenschap gedrukt worden.

Voor het drukken gebruiken de onderwijsinrichtingen een wit DIN-A4-papier met een gewicht van 160 g/m2.

In afwijking van het tweede lid wordt voor de attesten inzake schoolbezoek, de oriënteringsattesten, de attesten inzake verworven kennis, de attesten over het met vrucht beëindigen van een studiejaar in de voortgezette schoolopleiding, de diplomasupplementen en de puntenoverzichten een wit DIN-A4-papier gebruikt. HOOFDSTUK III. - OPHEFFINGS- EN SLOTBEPALINGEN

Art. 5.Het besluit van de Regering van 6 september 1999 betreffende de attesten, getuigschriften, brevetten, andere titels en diploma's die de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde studies bekrachtigen, wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 6 evenals de bijlagen bij het besluit van de Regering van 10 maart 2005 houdende vastlegging van de werkwijze van de jury's voor taalexamens en van de organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissies, worden opgeheven.

Art. 7.Het onderhavige besluit treedt op 1 september 2009 in werking, met uitzondering van het diploma van bachelor sanitaire en verpleegkundige wetenschappen evenals vormingswetenschappen, van het diplomasupplement, van het puntenoverzicht en van de aanvullende diploma's in het hoger onderwijs, die op 1 september 2007 in werking treden.

Art. 8.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 28 mei 2009.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister voor Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH