26 MAART 2009. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 17 april 2008 betreffende de opleiding en het examen met het oog op het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid in de Duitstalige Gemeenschap

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs evenals der internaten die van deze inrichtingen afhangen, laatst gewijzigd bij decreet van 21 april 2008, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het besluit van de Regering van 17 april 2008 betreffende de opleiding en het examen met het oog op het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid in de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur der Financiën, gegeven op 6 februari 2009;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 13 februari 2009;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gerechtvaardigd door het feit dat de examens met het oog op het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid op 30 maart 2009 beginnen en door het feit dat de samenstelling van de examencommissie moet worden aangepast, opdat de commissie tenminste kan worden aangesteld;

Gelet op het advies nr. 46.143/2 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wijziging van artikel 10.

Artikel 10, lid 1, 2°, van het besluit van de Regering van 17 april 2008 betreffende de opleiding en het examen met het oog op het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid in de Duitstalige Gemeenschap wordt door de volgende tekst vervangen : « 2° twee werkende en twee plaatsvervangende leden gekozen onder het personeel van de afdeling pedagogie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap; ».

Art. 2.Wijziging van artikel 13.

Artikel 13, 1°, b), van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : « b) scholingscertificaat van het niveau "bachelor" van een universiteit of hogeschool van de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap van België, voor zover het geen pedagogisch getuigschrift bevat, evenals alle ermee gelijkgestelde scholingscertificaten; ».

Art. 3.Wijziging van artikel 15.

Artikel 15, lid 1, 4°, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : « 4° het portfoliowerk, dat het opleidings- en beroepsverloop documenteert en een weergave van de doorlopen stages in verband met de basisopleiding geeft. De stageverslagen worden als bijlage bij het portfoliowerk gevoegd. »

Art. 4.Wijziging van artikel 17.

In Artikel 17, lid 2, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Bij de evaluatie wordt ook rekening gehouden met het krachtens artikel 45, lid 1, 4°, ingediende portfoliowerk. »

Art. 5.Intrekking.

Artikel 5, lid 2, van hetzelfde besluit wordt ingetrokken.

Art. 6.Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt op 1 maart 2009 in werking, met uitzondering van artikel 5, dat op 1 april 2009 in werking treedt.

Art. 7.Uitvoering.

De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 26 maart 2009.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH