Etaamb.openjustice.be
Document van 25 maart 2021
gepubliceerd op 28 april 2021

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2021201967
pub.
28/04/2021
prom.
25/03/2021
ELI
eli/besluit/2021/03/25/2021201967/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP


25 MAART 2021. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19)


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, artikel 10.3, § 2, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2020 pub. 03/08/2020 numac 2020203177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2020 sluiten, en artikel 10.4.1, ingevoegd bij het decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2020 pub. 15/02/2021 numac 2021200307 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten;

Gelet op het besluit van de Regering van 23 juli 2020 tot vastlegging van essentiële redenen om vrijgesteld te worden van de tijdelijke isolatie en het medisch onderzoek;

Gelet op het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19);

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 25 maart 2021;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd wordt door het feit dat de in de verschillende deelstaten geldende afwijkingen van de test- en quarantaineverplichting, in het licht van de beslissing van het overlegcomité van 10 maart 2021, dringend op elkaar moeten worden afgestemd; dat er, bij gebrek aan harmonisering, verschillende afwijkingen in België bestaan die een grote rechtsonzekerheid scheppen, met name op het gebied van het internationale verkeer van personen en diensten; dat aan deze rechtsonzekerheid zo snel mogelijk een einde moet worden gemaakt door duidelijke regels vast te stellen die voor geheel België gelden;

Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1 - In het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) wordt een hoofdstuk 1 ingevoegd, dat de artikelen 1 tot 3 omvat, luidende: "Hoofdstuk 1 - Verplichting om zich te laten testen en in quarantaine te gaan" Art. 2 - In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "tien";2° in de bepaling onder 2° wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "tien". Art. 3 - In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, eerste lid, 1°, wordt het woord "melden" vervangen door de woorden "melden om zich op het coronavirus (COVID-19) te laten testen";2° § 1, eerste lid, 2°, wordt opgeheven;3° paragraaf 2 wordt opgeheven. Art. 4 - In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 2 ingevoegd, dat de artikelen 3.1 tot 3.4 omvat, luidende: "Hoofdstuk 2 - Uitzonderingen Art. 3.1 - § 1 - De personen vermeld in hoofdstuk 1 worden vrijgesteld van de daarin vermelde verplichting om in quarantaine te gaan om de volgende noodzakelijke activiteiten te verrichten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de quarantainetermijn: 1° verplaatsingen met betrekking tot dringende medische zorgen en toegang tot geneesmiddelen;2° verplaatsingen met betrekking tot de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, maar enkel indien niemand anders hiervoor kan zorgen en enkel per uitzondering;3° verplaatsingen in het kader van dringende juridische of financiële aangelegenheden en ouderlijk gezag, op voorwaarde dat ze worden gestaafd;4° verplaatsingen in het kader van de dringende en noodzakelijke zorg voor (huis)dieren, als niemand anders hiervoor kan zorgen;5° verplaatsingen in het kader van een begrafenis. Personen die voor de duur van de verrichting van de activiteiten vermeld in het eerste lid uit quarantaine gaan, zijn ertoe verplicht gedurende de quarantainetermijn een mondneusmasker te dragen en de geldende afstandsregels ten aanzien van andere personen na te leven. § 2 - Volgende personen vermeld in hoofdstuk 1 worden vrijgesteld van de verplichting om zich te laten testen: 1° personen die om medische redenen geen staal kunnen laten afnemen en hiertoe het bewijs leveren via een medisch attest;2° personen die zich aanmelden voor een test maar waarbij de arts die verantwoordelijk is voor de testafname oordeelt dat geen test kan worden afgenomen. De personen vermeld in het eerste lid en de personen die een test weigeren, gelden voor de duur van de in artikel 1 vermelde verplichting om in tijdelijke afzondering te gaan, als besmet met het coronavirus (COVID-19).

Art. 3.2 - Volgende personen die in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, worden in dat verband volledig vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan en van de verplichting om zich te laten testen: 1° grensbewoners of grensarbeiders die reizen in deze hoedanigheid;2° vervoerspersoneel belast met goederenvervoer in de uitoefening van hun functie, alsook ander vervoerspersoneel in de uitoefening van hun functie;3° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken;4° personen die reizen in het kader van grensoverschrijdend co-ouderschap;5° leerlingen, studenten en stagiairs die zich dagelijks of wekelijks naar het buitenland verplaatsen in het kader van hun studies of een grensoverschrijdende stage;6° grensscholieren die reizen in het kader van het leerplichtonderwijs of in het kader van hoger onderwijs en volwassenonderwijs naar en van de locatie waar ze het onderwijs genieten;7° de "Border Force Officers" van het Verenigd Koninkrijk;8° personen die twee maanden voor hun terugkeer positief getest werden op het coronavirus (COVID-19);9° personen met woonplaats in België die minder dan 48 uur in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, met uitzondering van Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en het Verenigd Koninkrijk;10° personen zonder woonplaats in België die maximaal 48 uur in België zijn geweest, met uitzondering van personen uit Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en het Verenigd Koninkrijk;11° personen bij wie het besmettingsrisico als gering wordt ingeschat. Voor de toepassing van het eerste lid, 11°, wordt het besmettingsrisico berekend op basis van een zelfevaluatie in het Passagier Lokalisatie Formulier dat door de federale overheid ter beschikking wordt gesteld.

Art. 3.3 - § 1 - Alleen voor de vervulling van de hierna vermelde activiteiten worden volgende personen die in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan: 1° leerlingen, studenten en stagiairs in het kader van een examen of een verplichte taak;2° gezondheidswerkers, onderzoekers op het gebied van gezondheid en beroepskrachten uit de ouderenzorg.Op deze uitzondering kan enkel beroep worden gedaan door personeel dat nodig is om een minimum aan basiszorg te waarborgen; 3° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen gevestigd in België, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;4° staatshoofden en regeringsleiders, regeringsleden, parlementariërs en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;5° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;6° seizoensarbeiders;7° personeel van de politiediensten, migratiediensten en douanediensten;8° personen die reizen om dwingende gezinsredenen zoals een ernstige ziekte met hospitalisatie of vroegtijdig overlijden, voor zover nodig om deze gezinsredenen uit te oefenen;9° hooggekwalificeerde personen, als hun werk vanuit economisch standpunt noodzakelijk is en niet kan worden uitgesteld;10° journalisten bij het uitoefenen van hun taken;11° passagiers op doorreis die minder dan 48 uur in België verblijven;12° patiënten die reizen om dwingende medische redenen of de verderzetting van een dringende medische behandeling;13° personen die reizen om bijstand of zorg te verlenen aan een oudere, minderjarige, gehandicapte of kwetsbare persoon. Om vrijgesteld te worden van de verplichting om overeenkomstig het eerste lid in afzondering te gaan, moeten de personen vermeld in het eerste lid aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° geen symptomen van het coronavirus (COVID-19) hebben;2° geen hoogrisicocontact zijn van iemand bij wie de diagnose van COVID-19 infectie werd bevestigd die onder hetzelfde dak woont;3° niet positief getest zijn op het coronavirus (COVID-19);4° het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;5° zo mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;6° niet in staat zijn om te telewerken;7° respecteren van afstandsregels en altijd dragen van mondneusmasker op de werkplek;8° het contact met andere medewerkers beperken. § 2 - Personen die vanuit een risicogebied in het buitenland op doorreis zijn in België worden vrijgesteld van de verplichting om zich te laten testen, als ze minder dan 48 uur in België verblijven.

Art. 3.4 - De personen vermeld in hoofdstuk 1 worden omwille van essentiële of professionele redenen vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan, als ze voldoen aan de criteria die in dit artikel zijn vastgelegd.

Beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen en beroepsbeoefenaars die bijstand of zorg verlenen aan kwetsbare personen worden overeenkomstig het eerste lid vrijgesteld als: 1° de uitoefening van hun activiteit absoluut noodzakelijk is om een minimum aan basiszorg te waarborgen;2° ze bij de uitoefening van hun activiteit een mondneusmaker dragen;3° ze de andere geldende hygiënevoorschriften naleven;4° ze hun lichaamstemperatuur en het optreden van symptomen van het coronavirus (COVID-19) controleren;5° ze minimum 1,5 m afstand houden van het overige personeel;6° ze hun sociale contacten buiten het werk beperken;7° ze geen gebruik maken van het openbaar vervoer;8° ze niet reizen. Werknemers die door de aard van hun functie in laboratoria in contact komen met het coronavirus (COVID-19) worden vrijgesteld overeenkomstig het eerste lid.

Personen tewerkgesteld in een essentiële sector in de zin van bijlage 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden vrijgesteld overeenkomstig het eerste lid, wanneer: 1° er dringende vraag naar hun werk is;2° het gaat om een noodzakelijke situatie;3° het gaat om een onmisbare en onvervangbare functie die beschreven staat in het continuïteitsplan van het bedrijf.De werknemers van bedrijven die niet over een Business Continuity Plan beschikken zullen nooit van deze quarantaine-uitzondering kunnen genieten; 4° de continuïteit van de essentiële dienstverlening van het bedrijf op korte termijn bedreigd is;5° alle andere alternatieven tot oplossing werden overwogen en ontoereikend werden geacht;6° de werkgever aan het Comité Preventie en Bescherming op het Werk en aan de bedrijfsarts een lijst van de betreffende medewerkers bezorgt en die lijst regelmatig bijhoudt. De personen vermeld in het derde en het vierde lid vallen onder de voorwaarden vermeld in artikel 3.3, § 1, tweede lid." Art. 5 - In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 3 ingevoegd, dat de artikelen 4 en 5 omvat, luidende: "Hoofdstuk 3 - Slotbepalingen" Art. 6 - Het besluit van de Regering van 23 juli 2020 tot vastlegging van essentiële redenen om vrijgesteld te worden van de tijdelijke isolatie en het medisch onderzoek wordt opgeheven.

Art. 7 - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 8 - De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 25 maart 2021 Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting A. ANTONIADIS

^