gepubliceerd op 19 juli 2018
Besluit van de Regering tot bepaling van de minimale toegankelijkheidsnormen bij de keuze van stemcentra en stemlokalen in het kader van de bijstand aan kiezers voor de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 op het Duitse taalgebied
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
24 MEI 2018. - Besluit van de Regering tot bepaling van de minimale toegankelijkheidsnormen bij de keuze van stemcentra en stemlokalen in het kader van de bijstand aan kiezers voor de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 op het Duitse taalgebied
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie, artikel L4123-1, § 3;
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 13 juli 2017 tussen het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap over de lokale verkiezingen van 14 oktober 2018 op het Duitse taalgebied, artikel 3;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 februari 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 23 februari 2018;
Gelet op advies 63.101/4 van de Raad van State, gegeven op 17 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Lokale Besturen;
Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1 - § 1 - Voor de toepassing van artikel L4123-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie geeft de provinciegouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar de voorkeur aan de bestaande gemeentelijke gebouwen die met het oog op een betere toegankelijkheid zijn ingericht.
De toegankelijkheid waarvan sprake in het vorige lid wordt beoordeeld aan de hand van volgende criteria : 1° de stemcentra liggen op de gelijkvloerse verdieping;2° de lokalen van de stemcentra hebben gangen die breed genoeg zijn om vlot toegankelijk te zijn voor personen in een rolstoel;3° overeenkomstig artikel 415/2 van de gewestelijke leidraad voor stedenbouw hebben alle buiten- en binnendeuren een vrije doorgang van minstens 85 cm.In de sassen en gangen hebben de deuren een draairuimte van minstens 1,5 meter; 4° de stemcentra zijn zo ingericht dat op de gelijkvloerse verdieping minstens één aangepast stemhokje kan worden geïnstalleerd of een tafel kan worden geplaatst die aan het oog van indiscrete personen onttrokken is;5° de stemcentra zijn uitgerust met een lift die voldoet aan de technische vereisten bedoeld in artikel 415/5 van de gewestelijke leidraad voor stedenbouw, meer bepaald : - de oproep- en bevelsystemen kunnen door gehandicapte personen waargenomen worden indien nodig dankzij lichtgevende en vocale toetsen; - de druktoets bevindt zich tussen 80 en 95 cm van de bodem; er is een vrije draairuimte van 1,5 m vóór de druktoets; - de liftruimte is diep en breed genoeg; - de deur van de lift heeft een vrije doorgang van minstens 90 cm; 6° als het stemlokaal enkel via de trap bereikbaar is, voldoet de trap aan de bepalingen van artikel 415/3, 1° en 2°, van de gewestelijke leidraad voor stedenbouw, meer bepaald : - de treden zijn voorzien van antislipstroken; - elke trap heeft aan beide kanten een stevige en doorlopende leuning. § 2 - Gesteld dat de gemeente over onvoldoende vlot toegankelijke gebouwen zou beschikken, laat de provinciegouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar zich in zijn keuze leiden door andere stemcentra die aan de criteria van § 1 voldoen. § 3 - De gouverneur schenkt aandacht aan de parkeermogelijkheden in de omgeving van het gebouw, de ondergrond van de parkeerplaatsen, de nabijheid van een bushalte en de toegangswegen tot de stemcentra.
Voor de parkeerplaatsen ziet de gouverneur toe op de naleving van de bepalingen van artikel 415 van de gewestelijke leidraad voor stedenbouw.
Wat de toegangswegen betreft, ziet de gouverneur toe op de naleving van de bepalingen van artikel 415/1 van de gewestelijke leidraad voor stedenbouw. Volgens dat artikel wordt bij voorrang de meest rechtstreekse toegangsweg gekozen en in 1° en 2° van dat artikel wordt bepaald dat : - de oppervlakte bij voorkeur horizontaal is, zonder treden en uitsteeksels, en de toegangsweg minstens 120 centimeter breed is; - de ondergrond niet uit losse aarde bestaat, niet glijdend is, geen hindernissen voor de wielen en geen gaten of spleten van meer dan één centimeter breed vertoont.
Art. 2 - De minister die bevoegd is voor Lokale Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 24 mei 2018.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme I. WEYKMANS