Etaamb.openjustice.be
Document van 19 april 2005
gepubliceerd op 01 juli 2005

Milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de VLAREA-aanvaardingsplicht afgedankte voertuigen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035741
pub.
01/07/2005
prom.
19/04/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2005. - Milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de VLAREA-aanvaardingsplicht afgedankte voertuigen


Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;

Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA);

Gelet op artikel 3.1.1.4 van het VLAREA alsmede op het Verslag inzake het VLAREA aan de Vlaamse regering, waarin bepaald is dat een milieubeleidsovereenkomst in uitvoering van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten, het geëigende rechtsinstrument is om de in het VLAREA ingeschreven algemene basisregels en beoogde doelstellingen inzake de aanvaardingsplicht vast te stellen in meer specifieke, aanvullende regels;

Gelet op Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken;

Gelet op het project van detailed rules of compliance with the targets set out in article 7 of Directive 2000/53/CEE, zoals gekend in de laatste versie van 6 mei 2003;

Gelet op de milieubeleidsovereenkomst gesloten op 19 januari 1999 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 mei 1999;

Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst afgedankte voertuigen in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 2004;

Gelet op het feit dat het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst overeenkomstig artikel 6, § 1, van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten bij de OVAM ter inzage lag gedurende een termijn van dertig dagen na de publicatie van de samenvatting in het Belgisch Staatsblad ;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 14 juli 2004;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen van 3 juni 2004;

Gelet op de met toepassing van artikel 6, § 4, van voormeld decreet gedane mededeling aan de voorzitter van het Vlaams Parlement van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst en de adviezen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen;

Gelet op het feit dat het Vlaams Parlement zich niet heeft verzet tegen de sluiting van onderhavige milieubeleidsovereenkomst;

Overwegende dat het van essentieel belang is dat alle economische actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen er meer van bewust worden in welke mate deze voertuigen afval worden en dat zij de gedeelde verantwoordelijkheid voor het globaal beheer van dergelijk afval aanvaarden;

Overwegende dat het globaal beheer van afgedankte voertuigen overeenkomstig het afvalstoffenbeleid van de Europese Unie en van het Vlaamse Gewest als eerste prioriteit de preventie van afval, voortkomende van motorvoertuigen, omvat en als verdere grondbeginselen : a) het hergebruik van onderdelen b) de recyclage van materialen en grondstoffen c) de andere vormen van nuttige toepassing, wijzen van energieopwekking inbegrepen, en daardoor de vermindering van de definitieve verwijdering van dergelijk afval; Overwegende dat dit beheer tevens als prioriteit de verbetering van de performantie vanuit milieuoogpunt omvat, hierbij ook rekening houdend met economische overwegingen van alle sectoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen, en meer in het bijzonder van de performantie van de sectoren rechtstreeks betrokken bij de verwerking van afgedankte voertuigen.

De hiernavolgende partijen : 1° het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, en de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, hierna genoemd « het Vlaamse Gewest », 2° de volgende overkoepelende representatieve organisaties van ondernemingen : - de v.z.w. FEBIAC, Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie, gevestigd Woluwedal 46, bus 6, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Jean-Albert Moorkens, voorzitter, - de v.z.w. GDA, Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Henri Paisse, voorzitter, - de v.z.w. Groepering van Handelaars in Tweedehandse Voertuigen, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Alain Seigneur, voorzitter, - de v.z.w. REPARAUTO, Groepering van Autoreparatiebedrijven, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Eric Geentjens, voorzitter, - de v.z.w. FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende Ambachten, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Guy Laenen, voorzitter, - de v.z.w. DETABEL, De Groepering van Takel- en Bergingsbedrijven van België, gevestigd Woluwedal 46, bus 9, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Daniel Tavernier, voorzitter, - de v.z.w. Federatie Automateriaal, gevestigd Woluwedal 46, bus 12, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Christian Beert, voorzitter, - de v.z.w. V.O.R.M., Verbond der Ondernemingen voor de Recuperatie van Ferro- en Non-Ferrometalen, gevestigd Komediantenstraat 16/22, bus 7, te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Philippe Grosjean, voorzitter, voor de afdeling van de shredders door de heer Karel Casier, voorzitter, en voor de afdeling van de erkende centra door de heer Vincent Quidousse, voorzitter, - de v.z.w. FEVAR, Federatie van Auto-onderdelen Recyclagebedrijven, gevestigd Oude Baan 28, te 2800 Mechelen, vertegenwoordigd door de heer Paul Vanhaecke, voorzitter, - de v.z.w. FEBELPLAST, Vereniging van Kunststof- en Rubberverwerkers, gevestigd Maria-Louiza square 49, te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Henri Vliegen, voorzitter, - de v.z.w. FEBELTEX, Belgische Textielfederatie, gevestigd Montoyerstraat 24, te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Jean-Baptiste Santens, voorzitter, - de v.z.w. AGORIA, Multi-sectorele Federatie van de Technologische Industrie, gevestigd Auguste Reyerslaan 80, te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Paul Soete, gedelegeerd bestuurder, hierna genoemd « de Organisaties », Komen overeen wat volgt :

Artikel 1.Definities § 1. De begrippen en definities, vermeld in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) en in de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende de vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM, Titel I) en van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake de milieuhygiëne (VLAREM, Titel II), zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze overeenkomst omschreven. § 2. Binnen het kader van deze overeenkomst gelden hierna volgende definities (deze kunnen niet veralgemeend worden naar andere domeinen van het afvalbeleid maar zijn specifiek toegespitst op de problematiek van de afgedankte voertuigen) : 1. preventie iedere maatregel ter vermindering van de hoeveelheid en de schadelijkheid voor het milieu van afgedankte voertuigen en de daarin aanwezige materialen en stoffen;2. verwerking iedere behandeling die het afgedankt voertuig ondergaat in een daartoe vergunde inrichting, inzonderheid elke activiteit van depollueren, demonteren of ontmantelen, verkleinen, shredderen (verbrijzelen/vermalen), nuttig toepassen en verwijderen van het shredderresidu, en ieder andere activiteit, met het oog op de scheiding en de terugwinning van onderdelen, materialen en grondstoffen uit het afgedankt voertuig of het gebruik van zijn bestanddelen als energiebron;3. hergebruik iedere handeling waarbij onderdelen en/of materialen van een afgedankt voertuig voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze initieel geconcipieerd werden;4. recyclage het terugwinnen van materialen en grondstoffen, afkomstig van de verwerking van afgedankte voertuigen, ofwel in het oorspronkelijk productieproces dat aan de basis lag van de afvalstoffen, ofwel in een ander productieproces, niet inbegrepen de terugwinning van energie;5. voertuigproducent (constructeur) iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die voertuigen produceert of laat produceren en rechtstreeks of onrechtstreeks op de markt brengt in België;6. invoerder iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, andere dan de producent, die in België voertuigen invoert voor eigen verbruik of om op de markt te brengen;7. eindverkoper iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die in België voertuigen te koop aanbiedt aan de consument;8. officiële verdeler iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die nieuwe voertuigen van één of meer voertuigproducenten en/of invoerders verdeelt;9. sector ieder bedrijf of iedere handel betrokken bij de levenscyclus van voertuigen, inzonderheid de productie van voertuigen of voertuigonderdelen, de distributie, de koetswerkherstelling en de depannage van voertuigen, de verwerking, de ontmanteling, de verbrijzeling/vermaling (shreddering), de recyclage en andere vormen van nuttige toepassing.De sector wordt in de hiernavermelde categorieën al naargelang de hoofdactiviteit onderverdeeld : a) sector bestaande uit voertuigproducenten en hun invoerders, hun officiële verdelers, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven en autoverzekeringsinstellingen;b) sector die rechtstreeks betrokken is bij het effectieve beheer van afgedankte voertuigen, waaronder de verwerking, nuttige toepassing en verwijdering: onder meer de slopers, de erkende centra, de vermalers (shredders), de recuperanten en de recyclagebedrijven;c) sector die de fabrikanten van materialen en onderdelen die in voertuigen gebruikt worden, vertegenwoordigt;10. erkend centrum iedere natuurlijke of rechtspersoon door de Vlaamse Regering erkend voor de depollutie, de ontmanteling en de vernietiging van afgedankte voertuigen, en voor de afgifte van certificaten van vernietiging;11. punt van inontvangstname iedere inrichting die door de producent en invoerder is aangeduid met het oog op de inontvangstname van afgedankte voertuigen;12. definitieve uitschrijving het deactiveren van het chassisnummer in het officiële repertorium van de inschrijving van voertuigen zoals voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 december 1953 houdende de reglementering van de inschrijving van de voertuigen en de aanhangwagens, zodat de wederinschrijving van dit chassisnummer niet meer mogelijk is;13. verwerkingskost van de afgedankte voertuigen de kosten voor depollutie, overbrenging, vernietiging, terugwinning en administratieve uitschrijving van de afgedankte voertuigen, niet inbegrepen de demontage-en behandelingskosten met het oog op de verkoop van tweedehandse-onderdelen van de afgedankte voertuigen;14. verwerkingsoperatoren de shredderbedrijven evenals de andere operatoren die de gedepollueerde afgedankte voertuigen afkomstig van de erkende centra verwerken; 15. beheersorganisme FEBELAUTO v.z.w., gevestigd Woluwedal 46, bus 13, te 1200 Brussel.

Art. 2.Doelstellingen Deze milieubeleidsovereenkomst heeft tot doel de in het VLAREA ingeschreven algemene basisregels en beoogde doelstellingen inzake de aanvaardingsplicht vast te stellen in meer specifieke, aanvullende regels.

Het globaal beheer van afgedankte voertuigen moet gebaseerd zijn op de volgende voorrang : 1. preventie van afval, voortkomende van voertuigen;2. hergebruik van onderdelen;3. recyclage van materialen en grondstoffen;4. andere vormen van nuttige toepassing, wijzen van energieopwekking inbegrepen;5. verbranding met energierecuperatie;6. ecologisch verantwoord storten van de afvalstoffen, die noch kunnen worden voorkomen, noch teruggewonnen voor nuttige toepassing noch verbrand met energierecuperatie. Hierbij hebben hergebruik van onderdelen en recyclage van materialen en grondstoffen voorrang op andere vormen van nuttige toepassing, wijzen van energieopwekking inbegrepen.

Vervolgens moet de voorrang tussen hergebruik van onderdelen en recyclage van materialen en grondstoffen bepaald worden in functie van het principe van "de beste beschikbare technologie die geen buitensporige kosten met zich meebrengt" en in functie van de economische haalbaarheid.

Deze overeenkomst wordt derhalve afgesloten in uitvoering van artikel 3.1.1.4 van het VLAREA, waarin gestipuleerd is dat « de wijze waarop aan de in artikel 3.1.1.1 en artikel 3.1.1.2 genoemde aanvaardingsplicht wordt voldaan, overeenkomstig artikel 10, § 6, van het afvalstoffendecreet vastgelegd wordt in een milieubeleidsovereenkomst, als bedoeld in het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten, die is afgesloten door de overkoepelende representatieve organisatie waarvan de producent en/of de invoerder lid is.

Art. 3.Toepassingsgebied Deze overeenkomst heeft betrekking op voertuigen en afgedankte voertuigen, hun onderdelen en hun materialen, alsmede op de sectoren, en houdt een regeling in m.b.t. de preventie en het globaal beheer, namelijk de terugname, de verwerking en de nuttige toepassing van afgedankte voertuigen, met inbegrip van hun onderdelen en materialen.

Art. 4.Taken van de producenten en invoerders § 1. De aanvaardingsplicht van de afgedankte voertuigen door de producenten en invoerders wordt verwezenlijkt door de opstelling van een voldoende aantal punten van inontvangstname die op evenwichtige wijze verdeeld zijn over het gewest, zodat een voldoende dekkingsgraad van het grondgebied van het Vlaamse Gewest gegarandeerd wordt. Een punt van inontvangstname is bij voorkeur een erkend centrum of een verkooppunt van voertuigen. Een punt van inontvangstname moet over de nodige vergunning beschikken voor de opslag van afgedankte voertuigen.

Indien het punt van inontvangstname geen erkend centrum is, worden de teruggenomen afgedankte voertuigen overgebracht naar een erkend centrum overeenkomstig het VLAREA. In ruil voor de afgifte van een afgedankt voertuig overhandigt het punt van inontvangstname een bewijs van aanvaarding van het afgedankt voertuig met het oog op de verwerking en de vernietiging.

Een voldoende dekkingsgraad wordt bereikt indien het netwerk van officiële verdelers wordt aangeduid of indien 90 % van de laatste houders en/of eigenaars zijn afgedankt voertuig kan inleveren bij een punt van inontvangstname binnen een straal van 40 kilometer van zijn woonplaats.

Wanneer een producent of zijn invoerder een verkooppunt van voertuigen aanduidt als punt van inontvangstname, verbindt hij er zich toe om de afgedankte voertuigen, die zich in het verkooppunt bevinden als gevolg van het vervullen van de aanvaardingsplicht « 1 voor 0 », gratis te laten ophalen binnen een termijn van 10 werkdagen na berichtgeving door het verkooppunt. Van deze termijn mag afgeweken worden, indien het verkooppunt slechts 1 afgedankt voertuig voor ophaling aanbiedt.

De inontvangstname op deze punten geschiedt zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig, doch slechts onder volgende cumulatieve voorwaarden : 1. het afgedankte voertuig moet volledig zijn en moet bijgevolg alle essentiële onderdelen bevatten voor zijn werking, met name de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator, en het mag geen afvalstoffen, vreemd aan het afgedankte voertuig, bevatten;2. het moet sedert ten minste zes maanden door de laatste houder en/of eigenaar (of zijn rechthebbende) in België ingeschreven geweest zijn; in het geval dat de laatste houder en/of eigenaar een eindverkoper is, moet hij het bewijs leveren dat het voertuig sedert ten minste zes maanden in België ingeschreven was; 3. het moet vergezeld zijn van alle wettelijke boorddocumenten; Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, moeten de aangerekende kosten aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding staan tot het gebrek. Wanneer het N1-voertuigen betreft met niet-originele bovenbouw, kan de producent en/of invoerder de eventuele kosten voor de verwerking van de bovenbouw aanrekenen.

Voor een afgedankt voertuig, vergezeld van een verklaring van de politie of van de wegbeheerder dat het achtergelaten werd of van een vonnis van de bevoegde rechter dat de eigendom toekent aan de laatste houder, aanvaarden de producenten en invoerders dat de inontvangstname zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar gebeurt onder de cumulatieve voorwaarden: 1. het afgedankte voertuig moet volledig zijn en moet bijgevolg alle essentiële onderdelen bevatten voor zijn werking, met name de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator, en het mag geen afvalstoffen, vreemd aan het afgedankte voertuig, bevatten;2. het moet gedeponeerd worden op een punt van inontvangstname aangeduid door de producenten en invoerders van het merk in kwestie; Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, moeten de aangerekende kosten aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding staan tot het gebrek. § 2. In het geval dat de gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen ondergeschikt zou zijn aan de verwerkingskost van de afgedankte voertuigen, heeft iedere producent en invoerder de verplichting om vanaf 1 januari 2006 naar zijn keuze : - ofwel de naar behoren vastgestelde financiële verliezen van de erkende centra die betrekking hebben op de kosteloze aanvaarding, te vergoeden. De vaststelling van de financiële verliezen wordt gedaan door een derde, onafhankelijk en beëdigd expert, die in gemeenschappelijk akkoord tussen de producent en/of invoerder en de erkende centra wordt aangeduid. De kosten van de expert worden gedeeld tussen de erkende centra en de producent en/of invoerder. De betrokken organisaties bepalen de voorwaarden aan dewelke een vergoeding plaatsvindt, evenals de juiste modaliteiten volgens dewelke de vaststelling van de financiële verliezen gedaan wordt; - ofwel de aanvaarding voor voertuigen van eigen merk te organiseren op eigen kosten door de noodzakelijke overeenkomsten voor dit doel te sluiten met een of meerdere erkende centra, om de kosteloze aanvaarding voor de laatste houder en/of eigenaar te garanderen en die toelaten de doelstellingen te behalen zoals voorzien in artikel 3.3.1 van het VLAREA. De gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen is minstens gelijk aan de gemiddelde waarde van het gewicht van de materialen die de afgedankte voertuigen samenstellen, zoals bepaald in de loop van de laatste twaalf maanden door de koers van het schroot E40 (Beurs van Rotterdam), de koers van het aluminium (Londen Metal Exchange) en de koers van platina, palladium en rhodium (Londen Metal Exchange).

Op elk moment kan de producent en/of invoerder een overeenkomst afsluiten met een of meerdere erkende centra, waardoor de producent en/of invoerder aan de laatste houder en/of eigenaar de kosteloze aanvaarding garandeert van elk afgedankt voertuig van het eigen merk overeenkomstig de artikelen 3.1.1.1 en 3.1.1.2 van het VLAREA en die toelaten de doelstellingen te behalen zoals voorzien in artikel 3.3.1 van het VLAREA. § 3. Overeenkomstig artikel 3.1.1.4 van het VLAREA geven de producenten, de invoerders, de officiële verdelers en de eindverkopers een mandaat aan en doen beroep op het beheersorganisme, Febelauto, waarvan de statuten gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad van 16 december 1999, om hun informatieplicht te vervullen overeenkomstig artikel 3.3.4, §§ 3 en 4, van het VLAREA. § 4. Iedere producent of zijn invoerder verbindt er zich toe om aan hun officiële verdelers alle noodzakelijke informatie door te geven met betrekking tot de afgesloten overeenkomsten met de erkende centra. § 5. Iedere producent of zijn invoerder verbindt er zich toe om de consument te sensibiliseren en deze alsook de eindverkoper in te lichten over de punten van inontvangstname.

Art. 5.Taken van de eindverkopers § 1. De aanvaarding van afgedankte voertuigen door de eindverkoper is zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig, doch slechts onder volgende cumulatieve voorwaarden : 1. het afgedankte voertuig moet volledig zijn en moet bijgevolg alle essentiële onderdelen bevatten voor zijn werking, met name de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator, en het mag geen afvalstoffen, vreemd aan het afgedankte voertuig, bevatten;2. het moet sedert ten minste zes maanden door de laatste houder en/of eigenaar (of zijn rechthebbende) in België ingeschreven geweest zijn;3. het moet vergezeld zijn van alle wettelijke boorddocumenten;4. het moet gedeponeerd worden op een punt van inontvangstname waarvan een lijst ter beschikking gesteld wordt door de eindverkoper. Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, moeten de aangerekende kosten aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding staan tot het gebrek. § 2. De eindverkopers van voertuigen verbinden zich ertoe om aan een zo groot mogelijk publiek toegang te verlenen in elk van hun verkooppunten, of via een daartoe geëigend elektronisch medium, tot de lijst met namen en adressen, enerzijds van alle erkende centra en anderzijds van alle punten van inontvangstname in België die een kosteloze aanvaarding van de voertuigen bieden onder de voorwaarden vermeld in artikel 4, § 1 van de huidige overeenkomst.

Art. 6.Taken van de erkende centra § 1. Het erkend centrum zorgt in de eerste plaats voor depollutie, vernietiging en administratieve uitschrijving van het afgedankt voertuig. Bijkomend moet het erkend centrum oog hebben voor ontmanteling met het oog op hergebruik en recyclage van onderdelen en materialen en dit in functie van het principe van "de beste beschikbare technologie die geen buitensporige kosten met zich meebrengt" en in functie van de economische haalbaarheid en conform de regels zoals omschreven in het VLAREA. § 2. Het erkend centrum verbindt er zich toe om kosteloos aan het beheersorganisme op de door het beheersorganisme aangegeven tijdstippen, alle inlichtingen over te maken, die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de informatieplicht volgens artikel 3.3.4 van het VLAREA, inclusief alle noodzakelijke informatie voor de bepaling van de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing, conform de methode opgelegd door de Europese Commissie (« Draft proposal for a commission decision establishing detailed rules on compliance with the targets set out in Article 7(2) of Directive 2000/53/EC »).

Het betreft hier in het bijzonder : - de chassisnummers, het merk, model, type en de laatste houder en/of eigenaar van de afgedankte voertuigen waarvoor het centrum een certificaat van vernietiging heeft afgeleverd; - de individuele massa van de afgedankte voertuigen op het ogenblik dat zij het erkend centrum binnenkomen; - de totale massa en de bestemming van de gedepollueerde voertuigen die naar de verwerkingsoperatoren worden afgevoerd; - de totale massa, de bestemming en de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van de materialen afkomstig uit de depollutie en selectieve demontage.

Het erkend centrum maakt voor de overdracht van vernoemde gegevens verplicht gebruik van het geïnformatiseerd datacommunicatiesysteem dat hen kosteloos ter beschikking wordt gesteld door het beheersorganisme conform artikel 8, § 2.

Het erkend centrum waarborgt de waarheidsgetrouwheid van de overgemaakte gegevens. § 3. Op basis van de in § 2 vernoemde gegevens en van het leeggewicht van de voertuigen in nieuwe toestand, berekent het beheersorganisme jaarlijks per erkend centrum de behaalde percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van de door het centrum verwerkte afgedankte voertuigen.

Deze percentages zullen jaarlijks door het beheersorganisme aan het erkend centrum worden meegedeeld en moeten voldoen aan de doelstellingen opgelegd door het VLAREA. Het erkend centrum zal de keuze van de verwerkingsoperatoren en de andere operatoren van materialen afkomstig uit de depollutie en selectieve demontage bepalen met het oog op het behalen van de wettelijke doelstellingen.

Art. 7.Taken van de verwerkingsoperatoren § 1. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe om te streven naar continue verbetering en naar de beste beschikbare technologiën die geen buitensporige kosten met zich meebrengen voor de verwerking van afgedankte voertuigen en de nuttige toepassing van het shredderresidu, om het aldus mogelijk te maken de doelstellingen opgelegd door het VLAREA te behalen. § 2. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe om jaarlijks aan het beheersorganisme de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van zijn verwerkingsprocédé voor afgedankte voertuigen mee te delen.

De bepaling van deze percentages zal gebeuren conform de methode opgelegd door de Europese Commissie (« Draft proposal for a commission decision establishing detailed rules on compliance with the targets set out in article 7(2) of Directive 2000/53/EC »).

Zolang de Europese commissie hierover geen beslissing genomen heeft en uiterlijk tot 1 januari 2006 zal voor de berekening aangenomen worden dat : - de metaalfractie 75 % van de totale massa van het afgedankte voertuig bedraagt; - deze fractie door de verwerkingsoperatoren volledig wordt gerecycleerd; - er bij de verwerkingsoperatoren geen nuttige toepassing of recyclage gebeurt van de andere fracties wanneer zij dit niet op objectieve wijze kunnen aantonen.

Uiterlijk op 1 januari 2006 zullen de verwerkingsoperatoren met het beheersorganisme een methode, verenigbaar met de verwachte beslissing van de Europese Commissie, uitwerken om de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van het verwerkingsprocédé voor afgedankte voertuigen van elke individuele verwerkingsoperator op objectieve wijze te bepalen.

Art. 8.Taken van het beheersorganisme § 1. De ondertekenaars waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme Febelauto zoals het opgericht werd ten gevolge van de milieubeleidsovereenkomst van 19 januari 1999 in de vorm van een v.z.w., waarin de verschillende organisaties als medeverantwoordelijken en in samenwerking met elkaar betrokken zijn met het oog op het bereiken op duurzame wijze van de doelstellingen van deze overeenkomst, dit alles onverminderd de verantwoordelijkheid van de houders en/of eigenaars van afgedankte voertuigen en de betrokken overheidsinstellingen.

De voornoemde v.z.w. wordt volledig gefinancierd zoals uitgewerkt in de structuur van de v.z.w. door het geheel van de organisaties die op representatieve wijze in de v.z.w. vertegenwoordigd zijn. § 2. Het beheersorganisme treedt op als tussenpersoon en coördinator tussen de verschillende categorieën van de sector en verzekert uit dien hoofde de monitoring van het in toepassing brengen van de doelstellingen in samenwerking met en in medeverantwoordelijkheid van alle categorieën van de sector.

Als dusdanig zal het beheersorganisme onder meer zorgen voor de verbetering en diepgaande herevaluatie van het geüniformeerd, geïnformatiseerd datacommunicatiesysteem om tot een centrale applicatie via extra-net te komen die de gebruiksvriendelijkheid verhoogt, dit alles onverminderd de verantwoordelijkheid van de instellingen betrokken bij de inschrijving en de uitschrijving van voertuigen, met het oog op het verzekeren van de monitoring en op het houden van een jaarlijkse evaluatie van de ter zake gerealiseerde vooruitgang met rapportering aan de OVAM voor 1 april over het afgelopen jaar. § 3. Het beheersorganisme maakt tevens een jaarverslag op waarin voor het Vlaamse Gewest gratis ruimte ter beschikking gesteld wordt voor rapportering over haar controledraaiboek dat het budget, de middelen, het beschikbare personeel, een adequate strategie, de realisatieduur, de frequentie van de controles evenals het vervolgingsbeleid aangeeft. § 4. Het beheersorganisme centraliseert de gegevens over de vernietigde chassisnummers van de erkende centra en bezorgt ze aan de Dienst voor de Inschrijving van de Voertuigen met het oog op hun definitieve uitschrijving uit het Belgisch voertuigenrepertorium. § 5. Ieder jaar moet het beheersorganisme in overleg met de OVAM een beheersplan opstellen, waarin de organisaties onderling een strategie van globaal beheer moeten bepalen, gebaseerd op een voortdurende evaluatie van de behaalde resultaten. Bovendien moet iedere organisatie de nodige maatregelen treffen om de in het jaarlijkse algemene beheersplan vastgestelde strategie in uitvoering te brengen.

Een ontwerp van dit beheersplan voor het komend jaar wordt voorgelegd aan de OVAM voor 31 oktober. Hierna volgt een overlegperiode, gevolgd door goedkeuring van de OVAM voor 31 december. § 6. De databank voor ontmanteling, genaamd IDIS, zal door het beheersorganisme gratis ter beschikking worden gesteld van alle erkende centra. § 7. Het beheersorganisme overhandigt aan de erkende centra de aanvragen van verenigingen en vennootschappen met sociale doeleinden, die geïnteresseerd zijn in de verwerking van afgedankte voertuigen en dit met het oog op tewerkstelling van laaggeschoolden.

Deze aanvragen bevatten een dossier waarin de bekwaamheden, de professionele kwaliteiten en de mogelijke winst voor de erkende centra worden uiteengezet, op basis waarvan het beheersorganisme een aanbeveling doet aan de erkende centra. § 8. Het beheersorganisme overlegt met het Vlaamse Gewest over de aanduiding van onafhankelijke certificeringsorganismen die belast zijn met de controle van de erkende centra. § 9. Het beheersorganisme verzekert dat afgevaardigden van de OVAM namens het Vlaamse Gewest in de raad van bestuur van de v.z.w. opgenomen worden als permanente waarnemers naast de afgevaardigden van de twee andere gewesten. De OVAM neemt haar kosten als waarnemer te haren laste.

Art. 9.Taken van de overheid § 1. Het Vlaamse Gewest verbindt zich ertoe om naar de gewestelijke en federale overheden een uniforme regelgeving voor het hele Belgisch grondgebied te promoten voor afgedankte voertuigen, de code van goede praktijk inbegrepen, dit teneinde enerzijds de milieu-effecten van dergelijk afval te voorkomen of te verminderen, zodat een hoog niveau van milieubescherming bereikt wordt, evenals het hergebruik, de recyclage en de nuttige toepassing van alle restfracties afkomstig van afgedankte voertuigen, inzonderheid van het shredderresidu te promoten, zonder dat anderzijds de Belgische economische en monetaire orde verstoord wordt. § 2. Om te kunnen werken in een betrouwbaar volgsysteem van de afgedankte voertuigen, engageert het Vlaamse Gewest zich om alle nodige maatregelen te nemen, op wettelijk en/of administratief gebied, met inbegrip van het ter beschikking stellen van een voldoende budget, opdat het handhavingsbeleid goed functioneert en enkel de erkende centra afgedankte voertuigen vernietigen.

Het Vlaamse Gewest engageert zich om er met de federale overheid op toe te zien dat de aanvaardingsplicht niet op grote schaal kan worden ontweken, door het parallelle circuit van afgedankte voertuigen te sluiten en door een einde te maken aan de clandestiene export van afgedankte voertuigen. Daarbij zullen deze overheden de betrokken categoriën van de sector raadplegen en deze categoriën van de sector ondersteunen hierbij de betrokken overheden in functie van hun mogelijkheden. Het Vlaamse Gewest engageert zich om de erkenningsprocedure te versnellen. Deze engagementen zijn evenredig met de ontwikkeling van een systeem om voertuigen beter te traceren. § 3. Indien het Vlaamse Gewest van plan zou zijn haar wetgeving betreffende afgedankte voertuigen aan te passen, engageert zij zich om voorafgaandelijk overleg te plegen met de sector. § 4. Het Vlaamse Gewest geeft toegang aan het beheersorganisme voor alle informatie betreffende de behandelingsprocédé's van alle operatoren betrokken bij de ontvangst en de verwerking van te recycleren materialen en afvalstoffen afkomstig uit afgedankte voertuigen. § 5. Het Vlaamse Gewest, samen met de andere gewesten, dringt aan bij de federale regering en de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen op de hervorming van de inschrijving van de voertuigen in België die gebaseerd is op de volgende basisprincipes: 1. De eigenaar van het voertuig moet steeds door de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen gekend zijn.2. Zolang hij geen bewijs van eigendomsoverdracht, bewijs van export of certificaat van vernietiging van een erkend centrum kan voorleggen, blijft de eigenaar van het voertuig onderworpen aan de jaarlijkse verkeersbelasting.De professionelen van de automobielsector zijn evenwel vrijgesteld van deze belasting voor de voertuigen in hun handelsvoorraad. 3. Om administratieve overlast te vermijden, dient het hervormde systeem maximaal gebruik te maken van data-overdracht via het internet. § 6. Het Vlaamse Gewest waakt erover dat de steden, gemeenten en alle andere openbare instellingen of organismen, hun afgedankte voertuigen uitsluitend bij erkende centra inleveren en dat ze vergezeld zijn van de boorddocumenten. § 7. Het Vlaamse Gewest overhandigt aan het beheersorganisme een lijst van erkende centra en verwittigt het beheersorganisme in geval van nieuwe erkenningen, herroepingen of opschortingen van erkenningen. § 8. Het Vlaamse Gewest controleert de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst, brengt jaarlijks aan een Vlaams Parlement een verslag uit zowel op het vlak van leefmilieu als inzake tewerkstelling voor laaggeschoolden bij de verwerking van afgedankte voertuigen en stelt te dien einde alle nodige middelen ter beschikking.

Art. 10.Preventie Om de preventie van afval te bevorderen stellen de producenten van voertuigen, in samenwerking met materiaal- en apparatuurproducenten, alles in het werk a) om het gebruik van gevaarlijke stoffen in voertuigen te beperken en voorzover mogelijk reeds in de ontwerpfase te verminderen, ten einde het vrijkomen ervan in het milieu te voorkomen, recyclage te vergemakkelijken, en de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen te vermijden;b) opdat demontage, hergebruik, en nuttige toepassing en met name recyclage, van afgedankte voertuigen en van daarin verwerkte onderdelen en materialen, bij het ontwerp en de productie van nieuwe voertuigen volledig worden ingecalculeerd en vergemakkelijkt;c) om steeds meer gerecycleerd materiaal in voertuigen en in andere producten gaan gebruiken, om de markten voor gerecycleerde materialen te ontwikkelen. Hierbij zullen de producenten en invoerders alle informatie verzamelen in de databank zoals voornoemd in artikel 8, § 6, die door het beheersorganisme gratis ter beschikking gesteld wordt van alle erkende centra. Deze informatie, met inbegrip van de plaats van de te verwijderen stoffen en onderdelen, en van een indicatie van de benodigde gereedschappen, laat toe op vakkundige wijze afgedankte voertuigen te depollueren. Tevens wordt hier ook de informatie verzameld over de gevaarlijke stoffen en meer bepaald de zware metalen indien aanwezig in bepaalde materialen of onderdelen.

Art. 11.Hergebruik, recyclage en nuttige toepassing § 1. Het hergebruik van onderdelen en materialen, de recyclage van materialen en grondstoffen en de terugwinning van grondstoffen en andere nuttige toepassingen van afvalstoffen uit afgedankte voertuigen, met inbegrip het gebruik van afvalstoffen als energiebron gebeurt in naleving van de voorwaarden voorzien in VLAREA en in functie van het marktmechanisme, en op een milieuvriendelijke wijze, evenwel zonder afbreuk te doen aan de preventie-, veiligheids- en andere relevante wettelijke vereisten en aan de bepalingen van § 2 hierna. § 2. In het kader van zijn verplichtingen gedefinieerd in onderhavige milieubeleidsovereenkomst, zal iedere categorie van de sector de grootst mogelijke inspanningen leveren die nodig zijn om § 1 hierboven te realiseren.

Die inspanningen zullen voornamelijk gericht zijn op : 1. het ontwikkelen en verbeteren van efficiënte methodes voor depollutie en ontmanteling van afgedankte voertuigen en voor het scheiden van de verschillende materialen, zowel voor als na vermaling;2. het stimuleren van het hergebruik en van de recyclage van onderdelen en materialen van afgedankte voertuigen wanneer milieu-, technische en economische omstandigheden dit toelaten;3. het verder ontwikkelen van technieken voor recyclage en het gebruik van de afvalstoffen afkomstig van de verwerking van afgedankte voertuigen, inzonderheid van de shredderresidu's als energiebron.

Art. 12.De informatieplicht en de controle van gegevens § 1. De centrale databank van het beheersorganisme deelt alle relevante gegevens over de afgedankte voertuigen en hun verwerking mee aan het Vlaamse Gewest op uitdrukkelijk verzoek, dat de vooruitgang in het beheer van de inzameling, de verwerking en de verwijdering van afgedankte voertuigen en hun afvalstoffen doelmatig vaststelt en controleert. § 2. Het beheersorganisme is gehouden om jaarlijks vóór 1 april aan de OVAM de gegevens die vereist worden in artikel 3.3.4 van het VLAREA ter beschikking te stellen.

Art. 13.Geschillencommissie § 1. In geval van een geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (afhankelijk van de aard van het geschil) en bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het Vlaamse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme en een voorzitter. De voorzitter wordt in consensus aangeduid door de 4 vertegenwoordigers. § 2. Indien over een geschil geen oplossing wordt gevonden, zal de voorzitter de uiteindelijke beslissing nemen.

Art. 14.Duur en opzegging § 1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een termijn van vijf jaar en treedt in werking op 1 juli 2004. § 2. De partijen kunnen deze overeenkomst te allen tijde opzeggen, mits zij een opzeggingstermijn van zes maanden in acht nemen.

De kennisgeving van de opzeg gebeurt op straffe van nietigheid, hetzij bij een ter post aangetekende brief, hetzij bij deurwaardersexploot.

De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving.

Art. 15.Wijzigingen en toevoegingen § 1. Tijdens de looptijd van de overeenkomst kunnen de partijen aan deze overeenkomst wijzigingen en/of toevoegingen aanbrengen, volgens de procedure vervat in het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten.

Alle wijzigingen en toevoegingen aan deze overeenkomst zijn slechts geldig indien ze blijken uit een schriftelijk akkoord ondertekend door alle partijen, dat uitdrukkelijk verwijst naar deze overeenkomst. § 2. De status van de hervorming zoals bepaald in artikel 9, § 5, zal twee jaar na het invoege treden van de huidige milieubeleidsovereenkomst geëvalueerd worden door het Vlaams Gewest en de organisaties. Indien uit deze evaluatie blijkt dat onvoldoende voortgang geboekt wordt, behouden het Vlaamse Gewest en de organisaties zich het recht voor om bijkomende of andere maatregelen voor te stellen om het systeem te sluiten.

Art. 16.Bevoegdheidsbeding Elk geschil dat uit deze overeenkomst ontstaat of ermee verband houdt en waarvoor geen oplossing gevonden werd in de Geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 13, wordt voorgelegd aan de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement van Brussel.

Art. 17.Slotbepalingen De overeenkomst wordt afgesloten te Brussel op 19 april 2005 door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent haar exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.

Voor het Vlaams Gewest : De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

Voor de Organisaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^