gepubliceerd op 27 juli 2018
Akkoord tussen de Belgische Minister van Sociale Zaken en de Nederlandse Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
11 JUNI 2018. - Akkoord tussen de Belgische Minister van Sociale Zaken en de Nederlandse Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging
De ondergetekenden : De Belgische Minister van Sociale Zaken enerzijds, en de Nederlandse Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport anderzijds verlangende de verschillende regelingen te ordenen, welke tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België getroffen zijn ter verwezenlijking van het recht op verstrekkingen in natura bij ziekte en moederschap.
Verlangende het Akkoord van 13 maart 2006 tussen de Belgische Minister van Sociale Zaken en de Nederlandse Minister van Volks-gezondheid, Welzijn en Sport inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging met terugwerkende kracht tot en met 1 mei 2010 te vervangen in verband met de toepassing van de Zorgverzekeringswet en de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en nr. 987/2009 van het Europees parlement en de Raad, Zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1.
Voor de toepassing van dit Akkoord wordt verstaan onder: a) Verordening : de Verordening (EG) nr.883/2004 van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.
Wat betreft de onderdanen van derde landen die op grond van hun nationaliteit niet onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallen, geldt dat voor de periode van 1 mei 2010 tot en met 31 december 2010 een verwijzing naar de Verordening gelezen dient te worden als een verwijzing naar Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheids-regelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezins-leden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. b) Toepassingsverordening : de Verordening (EG) nr.987/2009 van het Europees parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheids-stelsels.
Wat betreft de onderdanen van derde landen die op grond van hun nationaliteit niet onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallen, geldt dat voor de periode van 1 mei 2010 tot en met 31 december 2010 een verwijzing naar de Toepassingsverordening gelezen dient te worden als een verwijzing naar Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. c) Bevoegd orgaan : de voor België en Nederland op grond van artikel 1, onder q), van de Verordening voor verstrekkingen bedoelde organen voor ziekte en moederschap.d) Bevoegde staat : de staat op het grondgebied waarvan het bevoegde orgaan zich bevindt.e) Verbindingsorgaan : de voor België en Nederland blijkens artikel 1, lid 2, b), van de Toepassingsverordening terzake aangewezen organen.f) Grensarbeider, gezinslid en verzekerde: onderscheidenlijk de grensarbeider, gezinslid en verzekerde in de zin van de Verordening.g) Verstrekkingen : - voor Nederland : de prestaties krachtens de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten tot 31 december 2014 en vanaf 1 januari 2015 de Wet langdurige zorg; - voor België : de verstrekkingen krachtens de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, alsmede krachtens het koninklijk besluit van 24 oktober 1936 houdende wijziging en samenordening van de statuten van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden onder Belgische vlag.
Art. 2.
Dit Akkoord stelt nadere regelen tot uitvoering van de Verordening en de Toepassings-verordening.
Art. 3.
De bepalingen van dit Akkoord zijn van toepassing op personen op wie de Verordening van toepassing is of is geweest.
Art. 4.
Voor de toepassing van de Verordening, de Toepassingsverordening en dit Akkoord worden mede als grensarbeiders aangemerkt : a) de verzekerden die als loods in dienst zijn van het Belgische loodswezen met administratieve standplaats Oostende en die in Nederland wonen;b) de verzekerden die door een Belgische werkgever zijn tewerk-gesteld in de redding- en sleepdiensten tussen Terneuzen en Gent, in de regel hun werkelijk verblijf niet hebben aan boord, en die in Nederland wonen. Art. 5.
Het in artikel 18, lid 2, eerste zin, van de Verordening neergelegde recht van gezinsleden van grensarbeiders om prestaties eveneens op het grondgebied van de bevoegde staat te verkrijgen, is van overeenkomstige toepassing op de in België wonende gezinsleden van grensarbeiders op wie de Nederlandse wetgeving van toepassing is.
Dit artikel treedt buiten werking op 30 april 2014.
Art. 6.
Het in artikel 28, lid 1, van de Verordening neergelegde recht van voormalige grensarbeiders op voortzetting van een behandeling, is van overeenkomstige toepassing op de in België wonende gezinsleden van de voormalige grensarbeiders die het laatst in Nederland werkzaamheden hebben uitgeoefend.
Dit artikel treedt buiten werking op 30 april 2014.
Art. 7.
De in België wonende of verblijvende verzekerden die "werkzaamheden in loondienst" uitoefenen, op wie de Nederlandse wettelijke regeling van toepassing is en die in België verstrekkingen aanvragen ten gevolge van een arbeidsongeval in de zin van de Belgische wettelijke regeling, genieten die verstrekkingen volgens de Belgische normen en tarieven welke geldig zijn inzake arbeidsongevallen. De kosten van die verstrekkingen komen ten laste van het Nederlandse bevoegde orgaan.
Art. 8. 1. Er is een technische Commissie voor Geneeskundige Verzorging, bestaande uit 8 leden: a) Voor België: - één vertegenwoordiger van de bevoegde minister; - één vertegenwoordiger van het verbindingsorgaan; - twee vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen. b) Voor Nederland: - één vertegenwoordiger van de bevoegde Minister; - één vertegenwoordiger van het verbindingsorgaan; - één vertegenwoordiger van het orgaan van de woonplaats; - één vertegenwoordiger van de zorgverzekeraars. 2. De leden kunnen zich door deskundigen doen vergezellen.3. De in lid 1 vermelde Commissie stelt in onderlinge overeenstemming haar huishoudelijk reglement vast en kan bijeen worden geroepen als één van de leden hierom verzoekt. Art. 9.
De aanwijzingen die door de verbindingsorganen, met toestemming van de bevoegde autoriteiten, zijn vastgesteld op grond van artikel 12 van het Akkoord tussen de Nederlandse Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Belgische Minister van Sociale Zaken unzake de geneeskundige verzorging, getekend te Brussel op 13 maart 2006, en opgenomen: - in deel A van de Bijlage worden opgeheven bij de inwerkingtreding van dit Akkoord; - in deel B van de Bijlage blijven geldig tot zij worden vervangen.
Art. 10.
De aanvullende administratieve regelingen die voor de toepassing van dit Akkoord noodzakelijk zijn worden door de verbindingsorganen met toestemming van de bevoegde autoriteiten vastgesteld.
Art. 11. 1. Dit Akkoord treedt in werking op de dag waarop dit Akkoord is ondertekend en werkt terug tot en met 1 mei 2010.2. Dit Akkoord wordt gesloten voor de duur van één jaar en wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging, waarvan drie maanden vóór het verstrijken van de termijn kennis moet worden gegeven.3. De dag van inwerkingtreding van dit Akkoord vervalt het Akkoord van 13 maart 2006 tussen de Nederlandse Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Belgische Minister van Sociale Zaken inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging (en de wijzigingen daarop). Gedaan in tweevoud te Brussel, op 11 juni 2018 in de Nederlandse en Franse taal, beide teksten zijnde gelijkelijk authentiek.
Voor de Belgische Minister voor Voor de Nederlandse Minister Sociale Zaken, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze namens deze De Adviseur-generaal de directeur Zorgverzekeringen Hendrik HERMANS drs. Ernst B.K. van Koesveld Bijlage Deel A - Aanwijzing nr. 1 van 21 juni 2006 betreffende de schrapping van de Beslissingen van de Belgisch-Nederlandse Technische Commissie voor Geneeskundige Verzorging - Aanwijzing nr. 5 van 21 juni 2006 betreffende de aanrekening van administratiekosten Deel B - Aanwijzing nr. 2 van 21 juni 2006 betreffende maatregelen ter aan- en afmelding van in België wonende maar krachtens de Nederlandse wetgeving verzekerde personen - Aanwijzing nr. 3 van 21 juni 2006 betreffende maatregelen ter aan- en afmelding van in Nederland wonende maar krachtens de Belgische wetgeving verzekerde personen - Aanwijzing nr. 4 van 21 juni 2006 inzake de afrekening - Aanwijzing nr. 6 van 16 december 2015 betreffende de afwikkeling van de rekeningen op basis van vaste bedragen