10 DECEMBER 1997. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 tot vastlegging van de subsidiëring van de voortdurende vorming ten gunste van de erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 26 juni 1986 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, van de toekenning van subsidies aan deze diensten en van de bijdragen van de beneficiant van de hulp, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 1988;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het na de laatste openbare demonstraties van de gezins- en bejaardenhelpsters onontbeerlijk is dat de kaderbepalingen ter verbetering van de communicatie tussen de medewerkers van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en het Ministerie onverwijld in werking treden;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 tot vastlegging van de subsidiëring van de voortdurende vorming ten gunste van de erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp wordt een artikel 1bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Artikel 1bis In het kader van de uren voortdurende vorming organiseert de Dienst voor gezins- en bejaardenhulp van de Duitstalige Gemeenschap één keer per jaar een bijeenkomst van twee uren met de vertegenwoordigers van de Regering en van het Ministerie enerzijds en de gezins- en bejaardenhelpsters, sociale werkers en de dienstchef anderzijds.

Die bijeenkomst heeft tot doel de balans van het verricht werk te maken en de toekomstperspectieven alsmede de ontwikkeling van de thuisverzorging te bestuderen.

De dagorde van die arbeidsvergadering wordt door de dienstchef en de bevoegde afdeling van het Ministerie gezamenlijk vastgelegd. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt ondertekend.

Art. 3.De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 10 december 1997.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme J. MARAITE