FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

8 SEPTEMBER 2003. - Ministeriële richtlijn MFO-2bis betreffende het personeel capaciteitsbeheer en het verlenen van versterking door de lokale politie bij opdrachten van bestuurlijke politie. - Interpretatie

Aan Mevrouw en Mijne Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Arrondissementsgouverneur van Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan Mijnheer de Commissaris-generaal van de federale politie Ter kennisgeving : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen Aan Mijnheer de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie 1. De ministeriële richtlijn MFO-2bis voert twee vernieuwingen in met een niet te veronachtzamen invloed op de organisatie van de supralokale versterkingen.Enerzijds gaat het om de geografische norm voor de aanduiding van de ter versterking geroepen politiediensten en anderzijds om de mogelijkheid bepaalde prestaties die in de eigen politiezone worden uitgevoerd, aan te rekenen. 2. Uit de overvloedige briefwisseling met mijn Departement blijkt dat door de verschillende gebeurtenissen die een aanzienlijke politiecapaciteit hebben genoodzaakt (Irak-crisis, vogelpest, Europese topontmoetingen) en voor een nieuw evenwicht van de door alle zones solidair te leveren inspanningen, een verduidelijking van deze normen noodzakelijk is.Sommige zones hebben inderdaad reeds hun jaarlijkse kredietlijn overschreden terwijl andere slechts enkele percenten van hun gehypothekeerde capaciteit hebben aangesproken. 3. Op middellange termijn zal het systeem volledig herwerkt worden in toepassing van het Regeerakkoord dat een vermindering van de werklast beoogt die door de gehypothekeerde capaciteit wordt veroorzaakt en dit, door een versterking van de algemene reserve en via de laterale ondersteuning.Dit is een tot op heden weinig gebruikt systeem met de gekende gevolgen van een al te frequente inzet van de gehypothekeerde capaciteit. In afwachting moet men ervoor waken dat er voldoende capaciteit overblijft om de supralokale versterkingen te garanderen die nodig zijn voor de openbare veiligheid.

De aanrekening op de kredietlijn van opdrachten binnen de eigen zone 4. Artikel 3 van de ministeriële richtlijn staat een aanrekening toe op de kredietlijn van de gehypothekeerde capaciteit voor de opdrachten binnen de eigen zone.Dit is onder meer het geval voor « opdrachten van bestuurlijke politie waarvan de Minister van Binnenlandse zaken beslist dat zij voor een beperkte duur onder dit systeem worden geplaatst ». Deze beslissing zal voortaan genomen worden op grond van een aanvraag die aan het evenement voorafgaat. 5. De criteria betreffende de mogelijkheid tot aanrekening op de kredietlijn voor opdrachten binnen de eigen politiezone zullen als volgt worden onderzocht : - Er zal aan het onbetwistbare regionale, nationale of internationale karakter van de gebeurtenis worden tegemoet gekomen voor zover deze gebeurtenis een zodanige weerslag heeft dat specifieke politiemaatregelen op regionaal, nationaal of internationaal niveau toegepast worden. - Het hoge aantal deelnemers zal geëvalueerd worden op grond van het intrinsiek risico dat in deze parameter schuilt, met inachtneming van andere elementen : al dan niet gepland, geografische situatie, antecedenten, personeelssterkte van de zone,... - De toekenning, na evaluatie, van een hoge dreigingsgraad aan de gebeurtenis zal ressorteren onder de bevoegdheid van de Algemene Directie Crisiscentrum (DGCC), op grond van de door de politiediensten verstrekte gegevens. 6. Bepaalde ordediensten naar aanleiding van belangrijke sportwedstrijden vallen ongetwijfeld onder deze categorie : de opdrachten van bestuurlijke politie uitgevoerd in het kader van internationale beroepssportmanifestaties kunnen ambtshalve op de kredietlijn Hycap worden aangerekend vanaf 1 mei 2003, met naleving van de in de richtlijn MFO-2bis bepaalde voorwaarden.7. Net als voor de risicowedstrijden zal de inzet in de eigen politiezone die het maximale aanspreekbaarheidsniveau van de zone (7 %) overschrijdt, aangerekend kunnen worden op de kredietlijn.Voor de stakingen in de gevangenissen en de vaste posten, zoals bepaald in de punten 3.2 b) en 3.2. c) van de MFO-2bis , zal de ingezette capaciteit integraal worden afgetrokken.

Het geografisch criterium 8. Punt 6.2. van de richtlijn preciseert dat de DAO zo veel mogelijk tracht om de inzet in steun te oriënteren naar het verlenen van versterking binnen de eigen, meer vertrouwde regio. Meer in het bijzonder zal er altijd naar worden gestreefd om, daar waar het mogelijk is, de supralokale steun te organiseren binnen de grenzen van de provincie en, bij voorkeur, van het gerechtelijk arrondissement. In geval van strikte noodzaak..., zullen politiemensen toch in een andere provincie kunnen ingezet worden, indien mogelijk een naburige... Dit brengt met zich mee dat het nodig is om deze taken te verdelen over het geheel van de potentiële « leveranciers » waarvan sommige verder gelegen zijn dan andere. Daar de huidige toestand een onbillijkheid heeft tot stand gebracht tussen de zones, zal de DAO die bevoegd is voor dit aspect van de richtlijn, tijdens de tweede helft van het jaar, de arrondissementen aanduiden die Hycap-versterkingen moeten leveren. Hierbij wordt zoveel mogelijk getracht om het nabijheidscriterium te respecteren, zonder zich noodgedwongen te beperken tot het ambtsgebied van de provincie. In geval van aanzienlijk onevenwichtig gebruik van de kredietlijn, zal een zelfs veraf gelegen arrondissement kunnen ingezet worden. Bovendien zullen andere belangrijke parameters zoals het taalregime, de kennis van de betogers, of de specificiteit van de dienst (bvb. de wenselijkheid de HYCAP te gebruiken van de zone van de bezoekende club voor het voetbal) eveneens in aanmerking genomen worden voor de aanduiding van de versterkingen.

Kredietlijn 9. Ongeacht de toepassing van de akkoorden over de laterale steun, zullen de zones die het maximum van hun kredietlijn hebben bereikt, behoudens grote crisis of onbetwistbare operationele meerwaarde (vb. spotters), niet meer opgeroepen worden om Hycap-versterking te verlenen buiten hun grondgebied. Deze politiezones zullen echter politiemensen moeten blijven inzetten voor de evenementen op hun grondgebied en dit, in dezelfde verhouding als tevoren. Om het systeem op middenlange termijn te kunnen aanpassen zal DAO de aldus geleverde prestaties blijven opnemen indien de voorwaarden vervuld zijn.

Minimuminzet 10. Voor de ordediensten waarvoor zij de operationele leiding hebben, wordt aan de zones gevraagd een gewenste minimuminzet te betrachten van 10 tot 15 % van hun effectief zoals bepaald in richtlijn MFO-2bis .Het zou tevens wenselijk zijn dat de andere zones van het desbetreffende arrondissement minstens 4 % van hun capaciteit leveren.

Deze minimuminzet zal door de DirCo worden gecoördineerd, zowel voor de eigen inzet van de zone als voor die van de andere zones van zijn arrondissement. 11. Gelieve hierbij de bijgewerkte bijlage 2 van de MFO-2bis te willen vinden (aanspreekbaarheidsniveau).12. Deze omzendbrief schaft de interpretatieve omzendbrief van 24 april 2003 (Belgisch Staatsblad 18 juni 2003) af en vervangt hem. P. DEWAEL

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld