Etaamb.openjustice.be
Document van 07 mei 2010
gepubliceerd op 18 mei 2010

Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode tengevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2010031195
pub.
18/05/2010
prom.
07/05/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2010. - Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode tengevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving


Het Brussels Instituut voor Milieubeheer, Gelet op de Ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, het artikel 5, § 2, gewijzigd bij de Ordonnantie van 14 mei 2009;

Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering tot vaststelling van de procedure voor een alternatieve berekeningsmethode voor nieuwe gebouwen van de 5 maart 2009;

Overwegende de aanvraag van N.V. RENSON VENTILATION S.A. van 15 februari 2010 voor het beoordelen van het vraaggestuurde ventilatiesysteem « RENSON SYSTEEM C+EVO »;

Overwegende de gelijkwaardigheid in een ander gewest toegekend is en dat de in het andere gewest geldende reglementaire berekeningsmethode gelijk is aan de geldende berekeningsmethode in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende het advies ATG-E en de kopie van de toegekende gelijkwaardigheid verstrekt die bij de aanvraag werden gevoegd;

Overwegende de ontvangstbewijs van het Brussels Instituut voor Milieubeheer van volledige verklaring van het dossier, gestuurd op 25 februari 2010;

Overwegende de kennisgeving van de beslissing van het Instituut voor het toekennen van gelijkwaardigheid, gestuurd op 23 maart 2010;

Overwegende dat uit de technische beschrijving van de bouwproduct en het advies ATG-E die bij de aanvraag werden gevoegd blijkt dat de prestatieniveaus van het systeem op het vlak van binnenluchtkwaliteit minstens gelijkwaardig zijn met de systemen beschreven in NBN D50-001, maar verantwoordelijk zijn voor minder warmteverliezen dan de klassieke systemen, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op een energetische karakterisering binnen het volgende toepassingsgebied : 1°Het systeem zoals beschreven in artikel 2. De volgende punten moeten ook bevestigd worden : a) alle componenten van het ventilatiesysteem, behalve de kanalen en de doorstromingopeningen, moeten van het merk RENSON zijn; b) alle componenten van het ventilatiesysteem moeten aan de eisen van de relevante wetgevingen voldoen (o.a. eisen in verband met regelbare toevoeropeningen). 2° Bestemming : a) eengezinswoningen;b) appartementsgebouwen met afzonderlijk ventilatiesysteem per woongelegenheid.

Art. 2.§ 1. Algemeen Het bouwproduct « RENSON SYSTEEM C+EVO » bestaat in drie configuraties, elk combineerbaar met zelfregelende toevoeropeningen van het type P3 en P4. 1° Configuratie 1 : aanwezigheidsdetectie : in de badkamers en WC, en vochtdetectie trapfunctie : in de keuken, wasplaats en WC.2° Configuratie 2 : aanwezigheidsdetectie : in de badkamers, en vochtdetectie trapfunctie : in de keuken, wasplaats en WC.3° Configuratie 3 : vochtdetectie trapfunctie : in de keuken en wasplaats. § 2. Energetische karakterisering De warmteverliezen door bewuste ventilatie van het « RENSON SYSTEEM C+EVO » worden in de EPB- berekeningsmethode bepaald via een gemiddelde equivalente m-factor. Deze wordt berekend volgens : mDC = fDC * mseci met : - mDC : gemiddelde equivalente vermenigvuldigingsfactor m voor het vraaggestuurde systeem (demand control); - mseci : in de regelgeving beschreven vermenigvuldigingsfactor m voor het geïnstalleerde systeem C, bijlage B, punt B.1.3. van de bijlage II van het besluit van de BHG Regering van 21 december 2007; - fDC : reductiefactor voor warmteverliezen door bewuste ventilatie van het vraaggestuurde systeem.

Voor het « RENSON SYSTEEM C+EVO » kunnen volgende reductiefactoren gebruikt worden : 1° fDC = 67 % voor configuratie 1 2° fDC = 72 % voor configuratie 2 3° fDC = 82 % voor configuratie 3 Art.3. Het toekennen van gelijkwaardigheid heeft de zelfde geldigheidsduur als het advies ATG-E. Brussel, 7 mei 2010.

^