gepubliceerd op 22 februari 2021
Milieuovereenkomst inzake de terugnameplicht betreffende de tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen
4 FEBRUARI 2021. - Milieuovereenkomst inzake de terugnameplicht betreffende de tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen
Gelet op richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken;
Gelet op richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG;
Gelet op Verordening (EU) nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's, overeenkomstig Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad;
Gelet op Verordening (EU) nr. 461/2010 van de Commissie van 27 mei 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector;
Gelet op de beschikking van de Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte voertuigen;
Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op artikelen D82 en volgende;
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 8bis;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 juni 2017 houdende organisatie van de controle en de interne audit inzake de begroting, de boekhouding en de administratieve en begrotingscontrole van de diensten van de Waalse Regering, de administratieve diensten met een zelfstandige boekhouding, de gewestelijke ondernemingen, de instellingen en de Ombudsdienst van het Waalse Gewest Overwegende dat het ontwerp van milieuovereenkomst inzake de terugnameplicht betreffende tractiebatterijen voor afgedankte hybride en elektrische voertuigen overeenkomstig artikel D86 van Boek I van het Milieuwetboek het voorwerp heeft uitgemaakt van een openbaar onderzoek en van een bekendmaking in het Belgisch Staatblad op 3 juli 2020;
Overwegende dat deze overeenkomst gesloten is ter uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;
Overwegende dat deze overeenkomst gesloten is ter uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte industriële tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen;
Overwegende dat het globale beheer van de afgedankte industriële tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen als eerste prioriteit de preventie van afval heeft, in overeenstemming met het afvalbeleid van de Europese Unie en van Wallonië, en voldoet aan de volgende beheerprincipes, in de volgende orde van voorrang : a) het hergebruik;b) de recycling van materialen;c) de andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;d) de verbranding of het storten van de laatste afvalstoffen; Overwegende dat dit beheer tevens eerst de verbetering van de milieuprestaties beoogt, rekening houdend met economische overwegingen van alle sectoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen, met name de technische prestaties van de sectoren die instaan voor de verwerking van afgedankte voertuigen en de recycling van afgedankte industriële tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen;
Overwegende dat het geboden is enerzijds de sectoren die de draagbare en industriële batterijen en accu's op de markt brengen te responsabiliseren en anderzijds de recycling van de afvalstoffen tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen te bevorderen ten einde een hoge beschermingsgraad van het leefmilieu te waarborgen;
Overwegende dat de reparatie en het onderhoud van batterijen en accu's in de fase voorafgaand aan de terugnameplicht in ieder geval vrij kan worden uitgevoerd door alle marktsactoren met de nodige technische apparatuur en gekwalificeerd personeel voor dit doel;
Overwegende dat de ondertekening van deze milieuovereenkomst door TRAXIO vzw geen afbreuk doet aan de ondertekening door deze laatste van een andere milieuovereenkomst betreffende dezelfde categorie(ën) batterijen en accu's, om haar leden toe te laten zich aan te sluiten bij het collectieve systeem van hun keuze teneinde te voldoen aan de verplichting om industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen terug te nemen, ongeacht de financiering waarin de milieuovereenkomsten voorzien (bijvoorbeeld bij de inzameling en/of het op de markt brengen) om de totale kosten van alle uit deze terugnameplicht voortvloeiende verplichtingen te dekken.;
Overwegende dat een teruggenomen batterij niet altijd als afval kan worden beschouwd;
Overwegende dat : - gezien de kleine aantallen hybride en elektrische voertuigen die momenteel op de markt worden gebracht en de invoering van retoursystemen die voornamelijk op Europees of zelfs mondiaal niveau door de producenten worden georganiseerd, de industriële accu's van deze voertuigen kunnen worden gegroepeerd op een aangewezen plaats in Europa of in de wereld; - in deze gecentraliseerde zone (in België of in het buitenland) de producent een diagnose stelt van deze batterijen en dat de producent op basis van deze diagnose beslist of delen van deze batterijen, of de batterij in haar geheel, zullen worden hergebruikt, of dat de batterij volledig of gedeeltelijk zal worden gedeclasseerd en voor afvalverwerking zal worden bestemd; - grote aantallen industriële tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen naar het buitenland zouden kunnen worden gestuurd voor diagnose; - de werkingsmethoden binnen de sector in de toekomst kunnen evolueren, De volgende partijen : 1° het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, vertegenwoordigd door de heer Elio Di Rupo, Minister-President van de Waalse Regering, en door mevrouw Céline Tellier, Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, hierna "het Gewest" genoemd; En 2° De volgende overkoepelende representatieve organisaties : - de VZW FEBIAC, Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie, gevestigd Woluwedal 46 bus 6 te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Philippe Dehennin, Voorzitter; - de VZW TRAXIO Mobility Retail and Technical Distribution, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Didier Perwez, Voorzitter, en omvattende de volgende groeperingen: *Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Peter Daeninck, Voorzitter; *IAS, Groepering "Independent Automotive Specialists", gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Patrick Godart, Voorzitter; *TRAXIO ROAD SUPPORT, Groepering van Takel- en Bergingsbedrijven van België, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Yves Dombrecht, Voorzitter; *FEDERMOTO, Groepering van verdelers van motorfietsen, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer............, Voorzitter; - de VZW Federatie Automateriaal, aangesloten bij de VZW TRAXIO, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Etienne Dubois, Voorzitter; - de VZW FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende Ambachten, aangesloten bij de VZW TRAXIO, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Eric Leyn, Voorzitter; hierna "de Organisaties" genoemd;
Komen hetgeen volgt overeen : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Doel van de overeenkomst
Artikel 1.Deze milieubeleidsovereenkomst beoogt de vastlegging van de modaliteiten tot uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. Afdeling 2. - Begrippen en definities
Art. 2.§ 1. De begrippen en definities bedoeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, in het decreet van 27 mei 2004 betreffende Boek I van het Milieuwetboek en in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze overeenkomst. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : 1° Batterij of accu : bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit één of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit één of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen.2° Industriële batterij of accu : iedere batterij of accu die uitsluitend voor gebruik voor industriële of professionele doeleinden is ontworpen of in elk type elektrisch voertuig. Hierna "industriële batterij" genoemd". 3° Hybride en elektrische voertuigen : alle soorten hybride, plug-in hybride, elektrische of brandstofcelvoertuigen die onder de categorieën N1 en M1 vallen, namelijk personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen (minder dan 3,5 ton), en onder categorie L, namelijk bromfietsen en motorfietsen. Hierna 'HEV' (high electrified vehicle) genoemd; 4° Industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen : oplaadbare batterijen van het type NiMH, lithium of andere die worden gebruikt voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen, met een gewicht van meer dan 20 kg en een spanning van meer dan 60 volt DC.Deze batterijen bestaan uit stacks (stapels), modules en cellen, ingesloten in een functionele buitenmantel;
Hierna 'HEV-batterijen' (high electrified vehicle) genoemd; 5° Teruggenomen/opgehaalde HEV-batterij : elke HEV-batterij die kosteloos wordt teruggenomen bij een terugnamepunt voor HEV-batterijen;6° Herbruikbare HEV-batterij : elke teruggenomen HEV-batterij die niet afgedankt is en die in aanmerking komt voor hergebruik of voor een secundaire toepassing;7° Afgedankte HEV-batterij : elke teruggenomen HEV-batterij die een afvalstof is in de zin van de definitie van afvalstof in artikel 2, 1° van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen.8° Officiële autodistributeur van hybride of elektrische voertuigen : Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die nieuwe HE-voertuigen van één of meer voertuigproducenten verdeelt.9° Garage voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijf en eindverkoper : elke natuurlijke of rechtspersoon die een garage voor reparatie en onderhoud of een carrosseriebedrijf uitbaat of een eindverkoper is en die geen officiële verdeler van HE-voertuigen is.10° Verdeler van HEV-batterijen : elke natuurlijke of rechtspersoon die nieuwe batterijen of hun onderdelen, in de vorm van stacks, modules en cellen, voor de aandrijving van HE-voertuigen verdeelt van een of meer producenten van deze batterijen.11° Eindverkoper : elke natuurlijke of rechtspersoon die HEV-batterijen te koop aanbiedt aan de consument.12° Laatste houder of eigenaar : elke natuurlijke of rechtspersoon die een batterij voor de tractie van HE-voertuigen levert aan een terugnamepunt of een erkend centrum dat voor een dergelijke terugname is aangewezen.13° Erkend centrum : elke natuurlijke of rechtspersoon die door de Gewesten erkend is voor de depollutie, de ontmanteling en de vernietiging van afgedankte voertuigen en voor de afgifte van vernietigingsattesten.14° Terugnamepunt : officiële autoverdeler van HE-voertuigen, verdeler van HEV-batterijen, erkend centrum, garage voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijf, eindverkoper, die door de producent of het beheersorganisme aangewezen is voor de terugname van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen.15° Verwerking van HEV-batterijen : alle activiteiten op afgedankte HEV-batterijen nadat ze overgebracht worden naar sorteer- en recyclage-installaties.16° Hergebruik van HEV-batterijen : elke handeling waarbij de HEV-batterij (of haar onderdelen) wordt gebruikt voor dezelfde als de oorspronkelijk bedoelde toepassing, namelijk de tractie van HEV. 17° Secundair gebruik van HEV-batterijen : elke handeling waarbij de industriële batterij voor HEV-tractie (of haar onderdelen) wordt gebruikt voor andere dan de oorspronkelijk bedoelde toepassingen of doeleinden (d.w.z. andere dan HEV-tractie). 18° Verwijdering van HEV-batterijen : volledige verwijdering of extractie van HEV-tractiebatterijen uit HE-voertuigen.19° Ontmanteling van HEV-batterijen : de 'deconstructie' van de eerder verwijderde HEV-batterij in verschillende onderdelen.20° Recyclingniveau : de hoeveelheid opgehaalde afgedankte batterijen waarop een recyclingproces wordt toegepast.21° Recyclingrendement van de recyclingprocessen : De verhouding die wordt verkregen tussen de massa van de fracties die door het recyclingproces worden geproduceerd en de massa van de afgedankte batterijen die in het recyclingproces worden geïntroduceerd, uitgedrukt in procenten, en berekend overeenkomstig Verordening nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's. 22° Centralisatie van HEV-batterijen : de groepering van de HEV-batterijen bij de terugnamepunten.23° Beheersplan : het geheel van acties gevoerd en maatregelen genomen door het beheersorgaan, dat minstens volgende elementen bevat : - een preventieplan; - een overzicht van de acties i.v.m. de terugname en de verwerking van de tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen; - een financieel plan; - een methode voor de follow-up van de resultaten van het beheer van de stroom; - de communicatieacties die door het beheersorganisme zullen worden ondernomen 24° Beheersorgaan : het orgaan bedoeld in artikel 22 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen en dat tot doel heeft de doelstellingen te bereiken en de bepalingen van deze overeenkomst ten uitvoer te leggen.25° Administratie : het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst.26° Besluit : het besluit van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen.27° Decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen. Afdeling 3. - Toepassingsgebied
Art. 3.§ 1. Deze milieuovereenkomst is van toepassing op oplaadbare NiMH-, lithium- of andere batterijen die worden gebruikt voor de tractie van hybride, plug-in hybride of elektrische voertuigen (met inbegrip van brandstofcelvoertuigen) die zijn opgenomen in de categorieën N1 en M1, alsook voor bromfietsen en motorfietsen van categorie L met een gewicht van meer dan 20 kg en een spanning van meer dan 60 volt DC. De batterijen in kwestie zijn zowel originele batterijen als batterijen op de vervangingsmarkt. De overeenkomst geldt voor zowel de batterijen als hun onderdelen, in de vorm van stacks (of stapels), modules en cellen, die als dusdanig op de markt worden gebracht. § 2. De milieuovereenkomst is niet van toepassing op : - batterijen van hetzelfde type die worden gebruikt voor andere soorten voertuigen, zoals vorkheftrucks, vrachtwagens, bussen, of voor andere toepassingen, zoals elektrische fietsen, gereedschap, of op andere soorten batterijen die worden gebruikt voor de opslag van stationaire energie; - batterijen die gebruikt zouden worden voor de bescherming van hogere belangen in verband met de staatsveiligheid, wapens, munitie of oorlogsmateriaal, met uitzondering van voertuigen die niet voor specifieke militaire toepassingen bestemd zijn. HOOFDSTUK II. - Doelstellingen
Art. 4.Het doel van deze milieuovereenkomst is de toepassing van de algemene basisregels van het besluit en van de doelstellingen voor de terugnameplicht, door het vaststellen van bijkomende regels : - de producenten ontwikkelen een regeling voor de werking van een volledig en gesloten systeem voor de terugname, verwerking en rapportage van HEV-batterijen. Het systeem regelt zowel de terugname van originele batterijen als van de batterijen van de vervangingsmarkt; - de producenten zijn verplicht alle bij de terugnamepunten ingeleverde HEV-batterijen terug te nemen; - de producenten werken in overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan een reglement dat het mogelijk maakt de batterijen opnieuw in te zetten in secundaire toepassingen, rekening houdend met het bestaande regelgevende kader.
Art. 5.§ 1. Het globale beheer van de (herbruikbare of afgedankte) HEV-batterijen is gebaseerd op de volgende orde van voorrang : 1. preventie van afval van (herbruikbare of afgedankte) HEV-batterijen voor HEV-tractie;2. hergebruik van batterijen en/of hun onderdelen;3. recycling van batterijen en/of hun onderdelen;4. de andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;5. De ecologisch verantwoorde verwijdering van afvalstoffen, die noch kunnen worden voorkomen, noch teruggewonnen voor nuttige toepassing noch verbrand met energieterugwinning. Van deze hiërarchie kan worden afgeweken indien dit op basis van een levenscyclusanalyse gerechtvaardigd is en in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 1, § 3, van het decreet. § 2. Voor het beheer van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen of hun componenten, ingezameld in het kader van de terugnameplicht, gelden de volgende voorwaarden: - de door de fabrikant op de markt gebrachte HEV-tractiebatterij en haar onderdelen, zoals stacks, modules en cellen, zijn bij voorkeur compleet; - vóór reparatie, verwerking en recycling, volledig of gedeeltelijk hergebruik of secundair gebruik moet de producent een diagnose stellen in zijn voor deze diagnose uitgeruste infrastructuur, in het bijzonder in zijn eigen netwerk van terugnamepunten, of in elke door de producent of het beheersorganisme voor de centralisatie van HEV-batterijen aangewezen erkende inrichting, in België of in het buitenland; - distributeurs, erkende centra en garages voor reparatie en onderhoud en carrosserieën die batterijen voor de tractie van HEV uit de voertuigen verwijderen, verbinden zich ertoe te werken volgens de instructies en aanbevelingen van de producenten-fabrikanten en het beheersorganisme; - de terugnamepunten kunnen de teruggenomen HEV-batterijen na de diagnose voor hergebruik of secundair gebruik verzenden. In dat geval verstrekt het terugnamepunt de producent en het beheersorganisme gegevens over de gekozen weg en de contactgegevens van de nieuwe houder; - de hoeveelheden opgehaalde herbruikbare batterijen en afgedankte batterijen mogen de in België op de markt gebrachte hoeveelheden niet overschrijden; - er moet een recyclingrendement van ten minste 50 % van het gemiddelde gewicht van de afgedankte HEV-batterijen worden bereikt, overeenkomstig bijlage III van Europese Richtlijn 2006/66/EG; bedoeld recyclingrendement wordt berekend volgens de methode bepaald in Verordening nr. 493/2012 van de Europese Commissie van 12 juni 2012; - de erkende centra die zelf afgedankte HEV-batterijen rechtstreeks naar verwerkings- en recyclingprocessen sturen, mogen deze verwerking alleen laten uitvoeren door erkende operatoren, in België of in het buitenland, en in overeenstemming met het behalen van doelstellingen voor het recyclingrendement in overeenstemming met Richtlijn 2006/66/EG.
Art. 6.§ 1. De toepassing van onderhavige overeenkomst door de ondertekenaars gebeurt in overeenstemming met de volgende principes van goed bestuur : transparantie van de informatie; technische evaluatie van het systeem gemandateerd door de Administratie in de loop van de uitvoering van deze milieuovereenkomst; vertrouwelijkheid van de gegevens die een legitiem economisch belang beschermt. § 2. Het beheersorganisme implementeert deze overeenkomst integraal op een positieve, professionele en transparante manier met het oog op de naleving van de milieudoelstellingen van de overeenkomst.
Art. 7.§ 1. Het beheersorganisme neemt deel aan de onderzoeks- en ontwikkelingsinitiatieven van het Waalse Gewest die moeten leiden tot een betere ontwikkeling, gebruik, terugname, inzameling en recycling van HEV-batterijen, of tot een beperking van het verlies van materialen, of tot een verbetering van de terugwinning van kritieke metalen, of die informatie verstrekken over initiatieven en projecten waarbij de producenten op Europees niveau betrokken zijn. Na overleg met het Gewest zou deze deelname de vorm kunnen aannemen van cofinanciering door het beheersorganisme van specifieke marktstudies. § 2. Het beheersorganisme onderzoekt de mogelijkheden en beperkingen van hergebruik. Het houdt onder meer rekening met de technische en operationele aspecten, wettelijke aansprakelijkheid, de financiële gevolgen en ook met aspecten die verband houden met de vraag naar HEV-batterijen voor hergebruik. De Administratie is actief betrokken bij deze studie. HOOFDSTUK III. - Preventie en sensibilisering Afdeling 1. - Preventie
Art. 8.§ 1. Om de kwalitatieve en kwantitatieve preventie te verbeteren, doen producenten van HEV-batterijen hun uiterste best om : - het gebruik van gevaarlijke stoffen in HEV-batterijen te beperken, zoveel mogelijk al in de ontwerpfase, ten einde het vrijkomen ervan in het milieu te voorkomen, recyclage te vergemakkelijken, de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen te voorkomen; - de demontage, het hergebruik en de nuttige toepassing en in het bijzonder de recycling van HEV-batterijen in het ontwerp en de constructie van nieuwe voertuigen op te nemen en ze te vergemakkelijken; - steeds meer gerecycled materiaal in HEV-batterijen en in andere producten te gebruiken, om de markten voor kringloopmaterialen te ontwikkelen; - samen met de verschillende sectoren, via het beheersorganisme, deel te nemen aan onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in verband met de mogelijkheden en belemmeringen voor de ontwikkeling van hergebruik en secundair gebruik van batterijen en hun onderdelen; - via het beheersorganisme de uitwisseling van kennis tussen producenten en recyclers - verwerkingscentra te stimuleren op het vlak van de inzameling, verwerking en recycling; - de levensduur van de HEV-batterijen te verlengen door middel van een kwaliteitscontrole en/of diagnose.
Art. 9.Preventieplan § 1. Ter uitvoering van de algemene preventiemaatregelen, bedoeld in artikel 8, stelt het beheersorganisme een preventieplan op en legt het dit ter goedkeuring voor aan de Administratie, uiterlijk zes maanden na publicatie van de milieuovereenkomst, voor de duur van de overeenkomst. Dit preventieplan maakt integraal deel uit van het beheersplan.
Dit preventieplan bevat ten minste : - een overzicht van de door het beheersorganisme geplande acties om de kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; - en overzicht van de door de producenten geplande individuele acties om de kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; § 2. Het beheersorganisme rapporteert jaarlijks over : - de acties van het beheersorganisme; - de acties van de producenten. § 3. Het preventieplan wordt jaarlijks geëvalueerd op basis van de resultaten en indien nodig jaarlijks met alle partijen aangepast of herwerkt. Het beheersorganisme dient elk jaar vóór 1 oktober een actualisering van het plan in. Afdeling 2. - Sensibilisering
Art. 10.§ 1. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de bewustmaking van de consument via de officiële HEV- autodistributeurs, de HEV-batterijdistributeurs, de erkende centra, de garages voor onderhoud en reparatie, de carrosseriebedrijven, de eindverkopers, over de inzameling en verwerking van HEV-batterijen, conform deze overeenkomst en het preventie- en beheersplan. Elke algemene informatiecampagne die door het beheersorganisme wordt gevoerd, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie. § 2. Het beheersorganisme maakt de consumenten bewust van het belang om zich op een correcte manier van hun HEV-batterijen te ontdoen, de risico's die verbonden zijn aan hoogspannings-HEV-batterijen en het illegale beheer van HEV-batterijen. § 3. De producenten zorgen ervoor dat de terugnamepunten de nodige informatie verstrekken aan de consumenten over de terugname van HEV-batterijen. Op alle terugnamepunten moet een duidelijk zichtbaar bericht worden aangeplakt. § 4. Indien nodig kan het HEV-batterijbeheersorganisme ondersteuning bieden aan andere beheersorganismen om HEV-batterijhouders bewust te maken van het netwerk van terugnamepunten, veiligheidsmaatregelen en terugwinningscriteria voor HEV-batterijen. § 5. De producenten en/of het beheersorganisme stellen per terugnamepunt duidelijk vast wat al dan niet in het inzamelkanaal mag worden opgenomen.
Art. 11.Informatie Het beheersorganisme stelt de volgende informatie permanent ter beschikking op zijn website : - de lijst van de terugnamepunten voor HEV-batterijen en hun onderdelen; - de lijst van de erkende centra; - de lijst van de producenten die betrokken zijn bij het beheersorganisme, zowel voor het collectieve als voor het hybride systeem.
Op verzoek van de Administratie verstrekt het beheersorganisme de vereiste aanvullende lijsten naast die welke op de website worden gepubliceerd.
Art. 12.Communicatieplan § 1. Het beheersorganisme stelt binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van deze milieuovereenkomst een communicatieplan op voor de duur van de milieuovereenkomst. Dit communicatieplan maakt deel uit van het beheersplan en omvat minstens de strategische doelstellingen en algemene krachtlijnen.
Dit plan omvat, voor een standaardjaar, het type van de te ondernemen acties, de beoogde doelgroepen, de gekozen communicatiekanalen en de evaluatiemethoden voor deze acties.
Het beheersorganisme bezorgt de Administratie elk jaar een actieplan, inclusief een rapport over de gevoerde informatie- en sensibiliseringscampagnes en de bereikte resultaten. De rapportage over de bereikte resultaten bevat een beschrijving van de uitgevoerde acties, de beoogde doelgroepen, de instrumenten en een waardering van de relevantie van de uitgevoerde acties. Het communicatieplan wordt elk jaar door het beheersorganisme geëvalueerd en aangepast in het kader van de jaarlijkse actualisering van het beheersplan, met name op basis van de aanbevelingen van de Administratie. § 2. Het communicatieplan wordt samen met het beheersplan ter goedkeuring aan de Administratie voorgelegd, evenals de jaarlijkse actualiseringen; de meer specifieke campagnes worden voor advies voorgelegd aan de Administratie om een follow-up van de milieuaspecten in deze campagnes te garanderen. HOOFDSTUK IV. - Collectieve inzameling van HEV-batterijen
Art. 13.Algemeen § 1. De producenten ontwikkelen een compleet en gesloten systeem voor de terugname van HEV-batterijen, al dan niet herbruikbaar, en voor de stacks, modules en cellen waaruit ze zijn samengesteld. De producenten kunnen een collectief of hybride besturingssysteem opzetten overeenkomstig hoofdstuk VII. De producenten organiseren de kosteloze terugname van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen. § 2. Om aan de terugnameplicht voor HEV-batterijen te voldoen, moeten de producenten of hun vertegenwoordigers een netwerk van terugnamepunten opzetten. De producenten wijzen terugnamepunten aan voor hun eigen merk. De producenten bepalen per aangewezen terugnamepunt het relatieve niveau van de terugname, d.w.z. de terugname van hun eigen merk, van bepaalde merken of van alle merken.
De erkende centra mogen alle merken batterijen voor HEV-tractie terugnemen. De consument moet altijd toegang hebben tot een terugnamepunt voor zijn HEV-batterij.
Elke officiële autodistributeur van HE-voertuigen, distributeur van HEV-batterijen, elk erkend centrum, elke garage voor reparatie en onderhoud, elk carrosseriebedrijf en elke eindverkoper die bevoegd is en over de nodige technische infrastructuur beschikt, en personeel in dienst heeft dat opgeleid is volgens de wettelijke veiligheidsvereisten, kan zich kandidaat stellen om een 'terugnamepunt' voor één merk, bepaalde merken of alle merken te worden.
Het beheersorganisme wijst de terugnamepunten onder de kandidaten aan. § 3. De criteria en procedures voor de aanwijzing van de terugnamepunten moeten door de op transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze worden vastgesteld. Ze worden door de producenten en/of het beheersorganisme vastgesteld. Het beheersorganisme houdt bij de aanwijzing rekening met het feit dat de consument altijd toegang moet hebben tot een terugnamepunt in zijn regio.
De aanwijzingscriteria en -procedures worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie. § 4. Het terugnamepunt aanvaardt HEV-batterijen in functie van het niveau van de terugname dat aan het punt is toevertrouwd, d.w.z. de terugname van HEV-batterijen van één enkel merk, van bepaalde merken of van alle merken.
Art. 14.Voorwaarden voor de aanwijzing als 'terugnamepunt' § 1. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen, distributeurs van HEV-batterijen, garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers, erkende centra kunnen zich kandidaat stellen om een 'terugnamepunt' te worden. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen en de distributeurs van HEV-batterijen worden door de producenten aangewezen als terugnamepunten. De garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers en erkende centra worden door de producent of het beheersorganisme op basis van de norm van FEBELAUTO aangewezen als terugnamepunten.
Een terugnamepunt moet over de nodige vergunningen beschikken voor de opslag van HEV-tractiebatterijen. Een terugnamepunt verbindt zich ertoe de instructies van de producent of het beheersorganisme te volgen aangaande: - de opleiding en uitrusting voor het beheer van de teruggenomen HEV-batterijen, d.w.z. inzameling, opslag en verpakking voor vervoer; - de rapportage overeenkomstig artikel 35 aan de producent en het beheersorganisme. § 3. De terugnamepunten verbinden zich tot: - het kosteloos terugnemen van de door de laatste houder overhandigde batterijen volgens de voorwaarden van artikel 15; - het verstrekken van de nodige informatie aan de producent of het beheersorganisme d.w.z. informatie over de status van de batterij en alle aanvullende informatie die nodig is om een veilige opslag, behandeling en transport van de batterijen te waarborgen; - het zich kenbaar maken als terugnamepunt van HEV-batterijen voor de betrokken producenten. § 4. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen, aangewezen als terugnamepunten, verbinden zich ertoe om voor de HEV-batterijen die zich na de terugnameplicht in het verkooppunt bevinden de instructies van de producent en het beheersorganisme voor een correcte latere overname te volgen.
Art. 15.Voorwaarden voor de kosteloze terugname De volgende voorwaarden voor de kosteloze terugname, voor de laatste houder of eigenaar, zijn cumulatief : - de batterijen zijn volledig. De stacks, modules en cellen worden alleen kosteloos teruggenomen als ze als dusdanig op de markt zijn gebracht; - de HEV-batterijen moeten worden ingeleverd op een terugnamepunt volgens artikel 13; - de batterijen worden op het terugnamepunt ingeleverd 'vrij van' en 'buiten' de aanwezigheid van enig ander type afval, met uitzondering van het voertuig zelf; - indien een ophaalplicht van toepassing is, blijft deze voorwaarde van kracht, zodat de op te halen HEV-batterijen geen andere afvalstoffen mogen bevatten; - indien niet aan de bovenbedoelde voorwaarden wordt voldaan, kunnen de terugnamepunten en de producenten, indien er een ophaalplicht bestaat, de laatste houder een financiële bijdrage aanrekenen die evenredig is met de economische gevolgen van de niet-naleving van de voorwaarden.
Art. 16.Terugname in een 'alternatief inzamelkanaal' § 1. De producenten zetten een systeem op voor de terugname van batterijen, stapels, modules en cellen die door de laatste houder in een ander inzamelkanaal zijn gebracht, deze te verwerken en te rapporteren overeenkomstig de wettelijke verplichtingen en onder de verantwoordelijkheid van de producenten.
Indien de HEV-batterijen, of hun onderdelen, in een ander inzamelkanaal komen, draagt de producent de kosten voor de inzameling, verwerking en/of recycling van deze batterijen. De producent vergoedt aan de exploitant van dat andere inzamelkanaal de kosten van inzameling, opslag en beheer. De producent vergoedt aan de exploitant van dat andere inzamelkanaal de kosten van inzameling, opslag en beheer.
Deze bepaling is slechts geldig indien het andere inzamelkanaal dat onder een door de overheid goedgekeurd individueel preventie- en beheersplan of een ander collectief systeem valt, ook ten minste soortgelijke bepalingen betreffende afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen voorziet, zoals opgenomen in deze overeenkomst. § 2. Deze werking is gebaseerd op de volgende krachtlijnen, ongeacht de waarde van de batterij: - elk inzamelkanaal moet toereikende maatregelen nemen en dat aantonen om ervoor te zorgen dat de batterijen waarop het andere individuele of collectieve systeem betrekking heeft, niet in zijn eigen inzamelkanaal worden ingezameld; - - elk inzamelkanaal communiceert duidelijk over wat wel en wat niet in zijn eigen inzamelsysteem kan worden teruggenomen; - de rapportage gebeurt door het inzamelkanaal dat de verwerking en recycling van de betrokken batterijen organiseert. § 3. Voor afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen die in het inzamelingssysteem komen en die niet duidelijk kunnen worden geïdentificeerd, sluit het beheersorganisme een overeenkomst met een of met de andere beheersorganismen die eveneens de terugnameplicht voor industriële batterijen verzekeren, alsook met de producenten met een goedgekeurd individueel plan voor afvalbeheer en -preventie voor dergelijke batterijen.
Deze overeenkomst regelt de verdeling van de kosten verbonden aan de inzameling, het beheer, de opslag, het transport en de verwerking en/of recycling van deze niet-identificeerbare afgedankte batterijen of hun componenten.
Het beheersorganisme stort een bedrag per op de markt gebrachte batterij op een daartoe ingestelde speciale rekening. De middelen op deze rekening mogen uitsluitend worden gebruikt voor de financiering van de hierboven vermelde kosten. Het bedrag wordt op voorstel van het beheersorganisme door de Administratie vastgesteld.
De bedrijfsrevisor van het beheersorganisme controleert en certificeert de uitvoering van de bepalingen van deze § 3.
De bepalingen van deze paragraaf zijn slechts geldig op voorwaarde dat de uitvoeringsbepalingen voor de andere individuele of collectieve systemen ten minste gelijkwaardig zijn, namelijk de instelling van: - een registratiesysteem om te bepalen in welk inzamelsysteem deze niet-identificeerbare afgedankte HEV-batterijen, of hun onderdelen, zijn ingezameld; - een rekening waarin een bedrag is opgenomen dat overeenkomt met de betaalde bijdrage per op de markt gebrachte industriële batterij voor HE-voertuigen en die wordt gebruikt voor de financiering van alle kosten in verband met de inzameling, het beheer, de opslag, het vervoer, de verwerking en/of de recycling van deze niet-identificeerbare batterijen of hun onderdelen; - een attest van een bedrijfsrevisor waarin staat dat de andere individuele of collectieve systemen aan deze verplichting hebben voldaan. § 4. Om het risiconiveau te bepalen van de terugname van HEV-batterijen waarvan de producent niet langer bestaat, financieren de beheersorganismen die belast zijn met de terugname van industriële batterijen of accu's van hybride of elektrische voertuigen in gelijke delen een studie die een objectivering mogelijk moet maken van de beheerskosten van deze batterijen en accu's, met inbegrip van de kosten van de inzameling, de sortering, het vervoer, de verwerking en/of recycling, alsook het risico dat dergelijke producenten verdwijnen en, in geval van verdwijning, het daarmee samenhangende risico van niet-financiering van de beheerskosten wanneer de batterij afgedankt is geworden, in het jaar na de inwerkingtreding van de milieuovereenkomst(en). Het Gewest zal in overleg met het beheersorganisme bepalen hoe deze studie zal worden uitgevoerd.
De bepalingen van deze paragraaf zijn alleen van toepassing indien de andere milieuovereenkomsten met betrekking tot industriële batterijen en accu's niet ten minste soortgelijke bepalingen bevatten.
Art. 17.Terugname op een "terugnamepunt dat door de producenten of het beheersorganisme niet als zodanig aangewezen wordt" § 1. Indien een HEV-batterij door de laatste houder wordt ingeleverd bij een erkend centrum, een garage, eindverkoper of distributeur die door het beheersorganisme of door een producent niet als officieel terugnamepunt is aangewezen, kan laatstgenoemde deze HEV-batterijen inleveren bij een terugnamepunt dat deel uitmaakt van het netwerk van de terugnamepunten.
De producenten voorzien in een kosteloze inzameling van deze batterijen bij erkende centra die voldoen aan de norm van FEBELAUTO voor HEV-batterijen, alsook bij alle terugnamepunten die voldoen aan de vereisten van deze norm.
De Administratie tracht de mogelijkheid te scheppen om de inhoud van deze norm over te nemen op het reglementaire niveau. In dit geval vervangen de reglementaire bepalingen de norm FEBELAUTO. De Administratie keurt de inhoud van de norm vooraf goed. § 2. Indien het erkende centrum, de garage voor reparatie en onderhoud, het carrosseriebedrijf, de eindverkoper of de distributeur de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik van de ontvangen HEV-batterijen zelf verzorgt, draagt hij de daaraan verbonden kosten. Het vervoer van teruggenomen herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen naar deze bestemmingen gebeurt in overeenstemming met de relevante wettelijke verplichtingen (met name het vervoer van gevaarlijk afval, ADR). § 3. Het beheersorganisme sluit met de erkende centra voor HEV-voertuigen een overeenkomst waarin wordt bepaald dat deze erkende centra gebruik kunnen maken van het door de producenten opgezette terugnamesysteem, dat de kosteloze inzameling voor deze erkende centra omvat, op voorwaarde dat deze centra voldoen aan de relevante voorschriften, taken, verplichtingen en verantwoordelijkheden zoals bepaald in de norm van FEBELAUTO. HOOFDSTUK V. - Hergebruik en secundair gebruik van HEV-batterijen
Art. 18.Hergebruik Het hergebruik van HEV-batterijen heeft dezelfde als de oorspronkelijke toepassing en blijft in het toepassingsgebied van deze overeenkomst.
Het hergebruik van herbruikbare HEV-batterijen of hun onderdelen is in hoofdzaak gebaseerd op : - het stimuleren van het hergebruik van batterijen of hun onderdelen, voor zover de technische, economische en milieuomstandigheden het mogelijk maken, waarbij ook rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en belemmeringen voor dergelijk hergebruik; - de ontwikkeling van technieken voor het hergebruik van HEV-batterijen.
De producenten die EH-voertuigen op de markt hebben gebracht, informeren de terugnamepunten over efficiënte methoden voor de veilige verwijdering van batterijen uit EH-voertuigen.
Art. 19.Secundair gebruik § 1. Zodra de batterij (of haar onderdelen) niet langer wordt gebruikt voor de tractie van HEV-voertuigen, maar voor een ander type toepassing, valt ze niet langer onder het toepassingsgebied van deze milieuovereenkomst. De persoon die deze nieuwe aanvraag indient, moet als de nieuwe producent worden beschouwd, met alle verantwoordelijkheden die op hem rusten in het kader van het systeem van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Hij treedt dan toe tot het beheersorganisme dat industriële batterijen voor deze toepassingen beheert, of legt een individueel afvalpreventie- en -beheersplan ter goedkeuring voor aan de autoriteiten. § 2. In overleg met het Waalse Gewest zetten de producenten een systeem op dat, in overeenstemming met het bestaande wettelijke kader, de mogelijke overdracht van batterijen naar een secundair gebruik mogelijk maakt, met als doel : - de Administratie te informeren over de overdracht van de eigendom; - in het geval van een effectieve eigendomsoverdracht, de daaruit voortvloeiende beëindiging van de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van de HEV-batterij. § 3. Het secundaire gebruik van herbruikbare HEV-batterijen of hun onderdelen vindt plaats binnen het bestaande wettelijke kader, volgens de marktmechanismen, met respect voor het milieu, met inachtneming van de preventie- en veiligheidsregels en alle andere daarmee verband houdende voorschriften. HOOFDSTUK VI. - Verwerking en recycling van de HEV-batterijen
Art. 20.Algemeen Afgedankte HEV-batterijen voor industrieel gebruik moeten selectief worden ingezameld conform artikel 34 van het besluit, met het oog op hun verwerking, en mogen bijgevolg niet worden verwijderd.
Art. 21.Recylingrendement § 1. De producenten verzekeren een recyclingrendement van ten minste 50 % van het gemiddelde gewicht van de afgedankte HEV-batterijen, overeenkomstig de Europese Richtlijn 2006/66/EG en berekend volgens de Verordening nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's. § 2. Het beheersorganisme neemt initiatieven om een waarheidsgetrouw beeld te krijgen van de verwerking en recycling van alle verwerkte HEV-batterijen, al dan niet in het kader van een collectief systeem voor de terugname van HEV-batterijen in het Waalse Gewest.
Art. 22.Verwerking Het beheersorganisme houdt rekening met de beginselen van het mededingingsrecht bij de toewijzing van de stroom van afgedankte HEV-batterijen voor verwerking aan een of meer operatoren. Deze operatoren moeten erkend zijn.
Het beheersorganisme legt aan de Administratie zijn advies voor over de keuze van de geselecteerde operator(en), samen met een verantwoording van deze keuze, die een beschrijving kan zijn van de recyclingprocessen en -rendementen (recyclingprocessen en -rendement, gebruikte technologieën, innovatie, lokale opdrachten, enz.).
Het beheersorganisme of de producent houdt bij de selectie van de operatoren altijd rekening met de milieuaspecten. HOOFDSTUK VII. - Terugnamesysteem
Art. 23.Algemeen § 1. De producenten, of door hen aangewezen derden, zamelen de HEV-batterijen in bij de terugnamepunten. § 2. Het beheersorganisme fungeert als centraal informatiecontactpunt tussen de actoren die betrokken zijn bij het beheer van HEV-batterijen. § 3. Om aan hun terugnameplicht te voldoen, kunnen de producenten kiezen tussen een van de volgende systemen: - individueel systeem, via de invoering van een individueel preventie- en beheersplan bij de Administratie; - collectief en volledig systeem; - hybride systeem.
Art. 24.Collectief en volledig systeem § 1. Alle taken, variërend van de registratie van het op de markt brengen van HEV-batterijen tot de verplichte rapportagetaken, met inbegrip van communicatie, bewustmaking, preventie, planning, controle, administratie, operationeel beheer van de taken van terugname, verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik van HEV-batterijen van aangesloten producenten/leden, vallen volledig ten laste van het beheersorganisme. § 2. De terugnamepunten zijn volgens artikel 14 : - officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent (of van het eigen merk); - distributeurs van HEV-batterijen van alle merken; - garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers; - erkende centra.
Het beheersorganisme wijst de terugnamepunten voor HEV-batterijen aan.
De officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent worden in overleg met de producent door het beheersorganisme aangewezen. § 3. De terugnamepunten moeten voldoen aan de norm van FEBELAUTO voor HEV-voertuigen, die door de Raad van Bestuur zal worden goedgekeurd De terugnamepunten nemen HEV-batterijen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 15, kosteloos terug van de laatste houder.
De HEV-batterijen kunnen afkomstig zijn van : - HE-voertuigen die door de producent op de markt worden gebracht na : o het onderhoud van deze HE-voertuigen of de vervanging van de batterij, al dan niet onder garantie; o een ongeval; o een totaal verlies; o het depollueren van het HE-voertuig in een erkend centrum; - de afzonderlijke verkoop van HEV-batterijen door de producent. § 4. De inzameling van HEV-batterijen bij de terugnamepunten gebeurt door derden die het beheersorganisme aanwijst. De HEV-batterijen moeten maximaal na 45 dagen bij de terugnamepunten worden opgehaald.
Mits een specifieke overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan deze termijn worden aangepast. § 5. Indien het terugnamepunt de batterij door de producent laat inzamelen, is de producent verantwoordelijk voor de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik, alsook voor alle bijbehorende verantwoordelijkheden zoals de rapportageverplichtingen. § 6. Het beheersorganisme organiseert op optimale wijze de selectieve inzameling, verwerking en recycling van de afgedankte HEV-batterijen die worden teruggenomen bij producenten en terugnamepunten in het Waalse Gewest, door specifieke overeenkomsten over met name de hoeveelheid, de plaats en de aard van de in te zamelen batterijen. § 7. Indien het terugnamepunt zelf de batterijen voor verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik wenst te verzenden, draagt het de exploitatiekosten en -verantwoordelijkheden, in het bijzonder in verband met de rapportageverplichtingen van het beheersorganisme. § 8. De inzameling en het transport van HEV-batterijen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante regelgeving, in het bijzonder de ADR- en afvalwetgeving.
Voor het transport van defecte of beschadigde batterijen worden de specifieke aanvullende modaliteiten van de reglementering toegepast.
De inzameltermijn voor deze defecte of beschadigde HEV-batterijen bij de terugnamepunten en de erkende centra die overeenkomst met het beheersorganisme hebben ondertekend overeenkomstig artikel 17, is maximaal 5 dagen. Mits een overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan van deze bepaling worden afgezien (dreigend gevaar). Mits een overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan van deze bepaling worden afgezien. § 9. De terugnamepunten verstrekken het beheersorganisme overeenkomstig artikel 35 de informatie over de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kilogram, aantallen en chemische samenstelling.
Art. 25.Hybride systeem § 1. Het administratieve gedeelte wordt verzorgd door het beheersorganisme, met inbegrip van de planning, controle, communicatie, bewustmaking en rapportage op basis van de gegevens die worden verstrekt door de door de producenten aangewezen terugnamepunten en door de verwerkingsbedrijven.
Het operationele gedeelte wordt verzorgd door de betrokken producent, met inbegrip van de aanwijzing van operatoren voor de terugname, de groepering, de centralisatie, het vervoer naar verwerkingscentra of de taken gekoppeld aan hergebruik of secundair gebruik, evenals de verzameling van informatie over het recyclingrendement van het gebruikte proces. § 2. De afgedankte batterijen moeten worden gerecycled door bedrijven die in staat zijn de doelstellingen te halen die zijn vastgelegd in bijlage III bij de Europese Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's en hun afval.
Producenten die afgedankte HEV-batterijen hebben ingezameld of ontvangen, geven de informatie over de inzameling, verwerking en recycling door aan het beheersorganisme, zodat dit zijn rapportagetaken ten aanzien van de Administratie kan uitvoeren.
In afwijking van de bepalingen in deze paragraaf dienen afgedankte HEV-batterijen die onderworpen zijn aan kennisgeving overeenkomstig Europese Verordening 1013/2006 te voldoen aan de goedkeuringsprocedure en de verklaringen van nuttige toepassing zoals opgenomen in deze Verordening. § 3. Het beheersorganisme wijst de terugnamepunten voor HEV-batterijen aan. Overeenkomstig artikel 14, zijn de mogelijke terugnamepunten : - officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent (of van het eigen merk); - distributeurs van HEV-batterijen van alle merken; - garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers; - erkende centra die voldoen aan de voorwaarden van de norm van FEBELAUTO. § 4. De terugnamepunten nemen de door de laatste houder overhandigde HEV-batterijen kosteloos terug volgens de voorwaarden van artikel 15.
De HEV-batterijen kunnen afkomstig zijn van : - HE-voertuigen die door de producent op de markt worden gebracht na : o het onderhoud van deze HE-voertuigen of de vervanging van de batterij, al dan niet onder garantie; o een ongeval; o een totaal verlies; o het depollueren van het HE-voertuig in een erkend centrum; - de afzonderlijke verkoop van HEV-batterijen door de producent. § 5. De inzameling van HEV-batterijen bij de terugnamepunten gebeurt voor rekening van de producent en wordt uitgevoerd door de producent of door hem aangewezen derden. De HEV-batterijen moeten maximaal na 45 dagen bij de terugnamepunten worden opgehaald. Mits een specifieke overeenkomst tussen de producent, of het namens de producent optredende organisme, en het terugnamepunt kan deze termijn worden aangepast. § 6. Indien het terugnamepunt met toestemming van de producent de HEV-batterij zelf voor verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik wil verzenden, draagt het terugnamepunt zelf de kosten en neemt het de bijbehorende verantwoordelijkheden, zoals de rapportageverplichtingen, op zich.
Indien het terugnamepunt de batterij door de producent laat inzamelen, is de producent verantwoordelijk voor de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik, alsook voor alle bijbehorende verantwoordelijkheden zoals de rapportageverplichtingen. § 7. De inzameling en het transport van HEV-batterijen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante regelgeving, in het bijzonder de ADR- en afvalwetgeving.
Voor het transport van defecte of beschadigde batterijen worden de specifieke aanvullende modaliteiten van de reglementering toegepast.
De inzameltermijn voor deze defecte of beschadigde HEV-batterijen bij de terugnamepunten en de erkende centra die overeenkomst met het beheersorganisme hebben ondertekend overeenkomstig artikel 17, is maximaal 5 dagen. Mits een overeenkomst tussen het terugnamepunt en de producent kan deze termijn worden aangepast. § 8. De terugnamepunten verstrekken de producent overeenkomstig artikel 35 informatie over de totale hoeveelheid opgehaalde HEV-batterijen, uitgedrukt in kilogram, aantal en chemische samenstelling. De producent verstrekt deze informatie overeenkomstig artikel 34 aan het beheersorganisme. HOOFDSTUK VIII. - Taken en verantwoordelijkheden
Art. 26.Taken van de producenten De producenten verzekeren : - de organisatie van de terugname, inzameling, centralisatie/groepering en verwerking van HEV-batterijen; - de terugname van alle HEV-batterijen of hun componenten die in het Waalse Gewest op de markt werden gebracht en overeenkomstig de artikelen 24 en 25 werden overgedragen aan een terugnamepunt in een collectief of hybride systeem, mits de voorwaarden van de artikel 13 tot 17 worden nageleefd; - de verwerking van teruggenomen afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen, in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk 6; - de rapportage volgens artikel 37 van het besluit en zoals beschreven in artikel 33. Elke producent stelt de gegevens met het oog op de rapportage uiterlijk op 15 februari van elk jaar ter beschikking van het beheersorganisme; - het nemen van preventieve maatregelen en de jaarlijkse verstrekking van de relevante informatie aan het beheersorganisme, rekening houdend met de bepalingen van de artikelen 8 en 9; - het verstrekken aan het beheersorganisme, aan de HEV-distributeurs van de betrokken producent en aan de terugnamepunten van de nodige informatie over de gesloten overeenkomsten met betrekking tot de terugnameplicht voor HEV-batterijen; - de informatie van de terugnamepunten en van alle erkende centra, in voorkomend geval door het beheersorganisme, over efficiënte methoden om batterijen uit HE-voertuigen te verwijderen met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften; - de voorlichting en bewustmaking/communicatie naar de consument over de terugnamepunten en de terugnamevoorwaarden, hetzij zelf, hetzij via het beheersorganisme; - de financiering van alle taken die voortvloeien uit de terugnameplicht in het gekozen systeem, zoals bedoeld in hoofdstuk 7.
Indien een producent tijdens de duur van deze milieuovereenkomst van systeem zou veranderen, stelt hij Leefmilieu Brussel en het beheersorganisme daarvan ten minste zes maanden vooraf in kennis
Art. 27.Taken van het beheersorganisme Het beheersorganisme zal alle beheerstaken op zich nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de huidige milieuovereenkomst, onder meer : - de uitvoering van het beheersplan, het financiële plan, het preventieplan en de bewustmakings/communicatiemaatregelen; - het beheer van het controlesysteem voor de HEV-batterijen. Dit systeem registreert alle gegevens die nodig zijn om aan de terugnameplicht en de rapportage te voldoen; - de terbeschikkingstelling van een informaticamodule voor de rapportage van de HEV-batterijen ten behoeve van de erkende centra voor HE-voertuigen, de producenten van HE-voertuigen, de terugnamepunten die rechtstreeks aan het beheersorganisme rapporteren; - de rapportage aan de Administratie in overeenstemming met artikel 37 van het besluit; - het opstellen en de publicatie van een jaarverslag met de in artikel 32 vermelde punten, dat het beheersorganisme in beknopte vorm op zijn website publiceert; - de coördinatie van het overleg met de actoren die betrokken zijn bij de inzameling van HEV-batterijen, in samenwerking met de gewesten; - de werking als contactpunt voor de verschillende actoren betrokken bij het beheer van HEV-batterijen; - het verzekeren dat de doelstellingen binnen het collectieve systeem worden bereikt; - het jaarverslag, voor elk recyclingbedrijf waarop een beroep is gedaan, over het recyclingrendement van het proces, berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012 van 11 juni 2012; - samenwerking in het kader van Europese certificeringsinitiatieven voor inzamelings-, verwerkings- en recyclingactiviteiten en hun uitvoering zodra ze beschikbaar zijn; - het verlenen van toegang tot alle eventuele onlinetoepassingen aan de persoon of personen die bij de Administratie verantwoordelijk zijn voor de controle en het toezicht, zodat de informatie die nodig is voor de uitoefening van hun controle- en beheerstaak, kan worden aangevuld; - de aanwijzing van de terugnamepunten in het collectieve stelsel.
De producent of de laatste houder kan een beroep doen op het beheersorganisme voor de inzameling, verwerking en/of recycling van afgedankte HEV-batterijen die deel uitmaken van een ander individueel of collectief systeem of waarvoor de producent bij een ander beheersorganisme is aangesloten. In dit geval moet vooraf een overeenkomst worden gesloten tussen het beheersorganisme en de partij die er een beroep op doet. Deze overeenkomst voorziet in de betaling van alle kosten in verband met de dienstverlening door het beheersorganisme. Het beheersorganisme doet voor de verwerking en de recycling een beroep op operatoren die over alle vergunningen beschikten.
Art. 28.Beheersplan § 1. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van de milieuovereenkomst een beheersplan voor de duur van de milieuovereenkomst ter goedkeuring voor aan de Administratie. Het geeft hierin aan hoe het de bepalingen van de overeenkomst zal uitvoeren. Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisering van het beheersplan voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring aan de Administratie voor. § 2. Het beheersplan is als volgt samengesteld : - uitvoeringsmodaliteiten van hoofdstuk II van het besluit; - het preventieplan zoals gedefinieerd in artikel 9; - Het communicatieplan zoals gedefinieerd in artikel 12; - het financiële plan zoals gedefinieerd in artikel 30; - de te volgen punten vermeld in bijlage I bij deze overeenkomst. § 3. Het beheersplan wordt besproken met de Administratie en/of een door haar aangestelde technische expert, van zodra het is opgesteld, tegelijk met de inwerkingtreding van de overeenkomst, of uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst, en in het midden van de overeenkomst voor een tussentijdse evaluatie, en op het einde van de overeenkomst voor een eindevaluatie. § 4. Op basis van het initiële beheersplan, de tussentijdse en de eindevaluatie door het beheersorganisme kan de Administratie een bijkomende technische evaluatie uitvoeren, met name van de elementen van het beheersplan vermeld in § 2 en van de tussentijdse en eindevaluatie van dit beheersplan. Deze technische evaluatie wordt gefinancierd door de Administratie. § 5. Deze technische evaluatie heeft tot doel de correcte implementatie van de bepalingen van deze overeenkomst door het beheersorganisme te evalueren. Ze heeft ook tot doel de positieve resultaten van het beheer van de afvalstromen door het beheersorganisme te benadrukken, maar ook verbeteringen van het beheer voor te stellen als wordt vastgesteld dat er meer performante methoden kunnen worden gebruikt. Deze performantieverbeteringen zullen door het beheersorganisme en de Administratie worden besproken. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de implementatie van deze verbeteringen. § 6. De technische expert vertegenwoordigt geen belangenconflict ten opzichte van het beheersorganisme en is onderworpen aan een vertrouwelijkheidsovereenkomst. De rol van technisch expert vervangt in geen geval de rol van de Administratie. HOOFDSTUK IX. - Financiering
Art. 29.Algemeen § 1. De producenten die lid zijn van het beheersorganisme zijn verantwoordelijk voor de financiering van het beheersorganisme en voor het beheer van het HEV-systeem voor de terugname van HEV-batterijen en hun onderdelen. De producenten moeten een financieringssysteem voorzien dat het mogelijk maakt een volledig en gesloten systeem op te zetten voor de terugname, de behandeling en de rapportage van HEV-batterijen of de op de markt gebrachte stacks, modules en cellen als zodanig, met inbegrip van de financiering van de inzameling van batterijen bij terugnamepunten en erkende centra die voldoen aan de norm van FEBELAUTO en die HEV-batterijen kunnen terugnemen. De financiering voorziet ook de kosteloze terugnamegarantie voor de laatste houder van HEV-batterijen of hun onderdelen, van producenten die niet langer op de markt aanwezig zijn. § 2. Er wordt geen milieubijdrage geheven wanneer HEV-batterijen op de markt worden gebracht, om de aanschaf en het gebruik van HE-voertuigen niet te ontmoedigen en omdat er onzekerheid bestaat over de hoeveelheden die in de toekomst daadwerkelijk zullen worden ingezameld en over de verwerkingskosten. Bovendien hebben de meeste producenten op Europees of zelfs mondiaal niveau systemen voor het beheer of de terugname van batterijen georganiseerd, waarbij de producenten op basis van een diagnose beslissen of de batterij of hun onderdelen afgedankt zijn of opnieuw kunnen worden gebruikt. § 3. De producenten dekken de operationele en administratieve kosten van collectieve, volledige en hybride systemen.
Art. 30.Financieel plan § 1. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van de milieuovereenkomst een financieel plan voor de duur van de milieuovereenkomst ter goedkeuring voor aan de Administratie. Dit financieringsplan voorziet onder meer de maatregelen die nodig zijn om de werking van het systeem te waarborgen. § 2. Het financiële plan moet ten minste de volgende informatie bevatten: - een begroting voor de duur van de overeenkomst, waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de exploitatiekosten van het beheersorganisme, de inkomsten in verband met elke betrokken afvalcategorie (voertuigen, HEV-batterijen, enz.), de verschillende opgezette systemen (collectief en hybride) en de operationele en administratieve taken (zie punt 3 hieronder) van het beheersorganisme; - de berekening van de financiële bijdragen van de leden; - het beleid inzake voorzieningen en reserves; - de wijze van inning; - de financiering van de eventuele verliezen; - het investeringsbeleid.
Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisering van het financiële plan voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring aan de Administratie voor.
De Administratie kan bijkomende informatie vragen aan het beheersorganisme. § 3. Het financieringsplan van het beheersorganisme maakt een onderscheid tussen de operationele en de administratieve opties, afhankelijk van het type hybride of collectieve (of volledige) terugnamesystemen zoals beschreven in hoofdstuk 7, naar keuze van de producenten. § 4. De leden van organisaties die zich aansluiten bij het beheersorganisme in hun hoedanigheid van producent en de deelnemers-producenten die rechtstreeks deelnemen aan het systeem, betalen het beheersorganisme een lidmaatschapsbijdrage voor de financiering van de administratieve taken van het beheersorganisme.
Het bedrag van deze bijdragen wordt door het beheersorganisme bepaald, rekening houdend met de verwachte kosten voor het beheer van de afgedankte HEV-batterijen. Het totale bedrag van het lidmaatschapsgeld maakt deel uit van het financiële plan. Het bedrag van de bijdragen kan jaarlijks worden herzien. Het beheersorganisme beheert zijn financiële middelen met de nodige zorgvuldigheid.
Alle operationele kosten worden maandelijks aan de producenten gefactureerd. § 5. Het financieel plan dient de volgende principes na te leven : - het beheersorganisme moet minstens over voldoende financiële reserves beschikken om gedurende 6 maanden te werken zonder inkomsten; - de reserves mogen niet groter zijn dan 18 maanden werkingskosten voor de implementatie van deze terugnameplicht, berekend over het gemiddelde van de 3 voorgaande jaren; in geval van overschrijding van deze regel gedurende 2 opeenvolgende jaren, legt het organisme een plan voor de aanzuivering van de reserves ter goedkeuring voor aan de Administratie. § 6. Het beheersorganisme wijst een controleorganisme aan dat belast is met de controle van de rekeningen van het beheersorganisme en de gegevens vermeld in artikel 29, om te verzekeren dat de financiële stromen worden aangewend volgens de doelstelling van deze overeenkomst. Het onafhankelijke externe bureau rapporteert jaarlijks, door middel van een schriftelijk rapport, aan het beheersorganisme en aan de Administratie.
Art. 31.Financiering door de producenten § 1. § 1. De producenten verzekeren de financiering van een volledig en gesloten systeem voor de terugname, verwerking, recycling en rapportage van HEV-batterijen of hun onderdelen.
De producenten waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme. § 2. De producenten financieren de terugname, eventuele centralisatie/groepering, verwerking, recycling, rapportage en communicatie van op de markt gebrachte HEV-batterijen overeenkomstig artikel 26, evenals de taken die het beheersorganisme volgens het gekozen systeem overneemt. § 3. Deze financiering garandeert dat batterijen van producenten die niet meer bestaan altijd kosteloos door de laatste houder kunnen worden ingeleverd. In dit verband worden de volgende maatregelen genomen : - de producenten die niet langer op de markt bestaan, nemen maatregelen voor de bescherming van de consument overeenkomstig de geldende regelgeving; - de producenten nemen voorzieningen om ervoor te zorgen dat de producenten die ophouden te bestaan, in een dergelijk uitzonderlijk geval de volledige verantwoordelijkheid voor het beheer van HEV-batterijen op zich kunnen nemen; - het beheersorganisme neemt een uitzonderlijke voorziening, die jaarlijks kan worden aangepast, rekening houdend met het aantal op de markt gebrachte HEV-batterijen en een realistische inschatting van de toekomstige financieringsbehoeften na de verschijning van batterijen waarvan de producent is opgehouden te bestaan, evenals de verwachte levensduur van de HEV-batterijen en de bestaande garanties daarvoor.
Deze voorziening moet jaarlijks worden goedgekeurd door de Administratie. § 4. De producenten verzekeren de financiering van de verwerking en recycling van HEV-batterijen die, bij wijze van uitzondering volgens de voorwaarden van artikel 16 in een ander inzamelkanaal zouden komen.
Art. 32.Financiering van het beheersorganisme De financiering van het beheersorganisme voor de uitvoering van de in artikel 27 bedoelde taken wordt gedragen door de producenten overeenkomstig artikel 31.
De producenten waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme. HOOFDSTUK X. - Rapportage
Art. 33.Algemeen § 1. Conform het Besluit betreffende het beheer van afvalstoffen machtigen de producenten het beheersorganisme om hun meldingsplicht voor HEV-batterijen na te komen.. § 2. De producenten bezorgen de Administratie via de databank van het beheersorganisme informatie over de totale hoeveelheid HEV-batterijen die op de markt wordt gebracht, uitgedrukt in kilogram, aantal en chemische samenstelling. § 3. Het beheersorganisme dient te beschikken over een registratiesysteem voor producenten die HEV-batterijen op de markt brengen. Dit registratiesysteem moet de Administratie in staat stellen om correct te rapporteren aan de Europese Commissie, ter uitvoering van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's. Het beheersorganisme stelt middelen voor de rapportage aan het beheersorganisme ter beschikking van de erkende centra, de producenten van HE-voertuigen en de terugnamepunten. Het beheersorganisme verstrekt de resultaten van de verwezenlijking van de doelstellingen op basis van een controlesysteem. § 4. Alle voor rapportage ingediende elementen, zoals hieronder uiteengezet, maken deel uit van het jaarverslag. Deze elementen worden samen ingediend bij de Administratie, met inbegrip van de elementen die betrekking hebben op de verwerking. § 5. De rapportage moet de volgende regels naleven : - de statistieken die in het kader van de terugnameplicht aan de Administratie worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme; - de statistieken die de verwerkingscentra aan het beheersorganisme of de producent leveren in het kader van de terugnameplicht, worden ten minste één keer om de drie jaar gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme, aangesteld door het beheersorganisme;; - de statistieken die de producenten en de terugnamepunten aan het beheersorganisme verstrekken in het kader van de terugnameplicht, worden door het beheersorganisme gecontroleerd. Het beheersorganisme controleert ten minste eenmaal om de drie jaar alle aangesloten producenten en brengt jaarlijks verslag uit aan Leefmilieu Brussel over de actie en haar resultaten.
Art. 34.Rapportage door de producent De producent deelt het beheersorganisme vóór 15 februari van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee : - de totale hoeveelheid HEV-batterijen die in het Waalse Gewest op de markt werd gebracht, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die door de terugnamepunten werden teruggenomen; - de inrichtingen waar de HEV-batterijen werden verwerkt, hun massa in kg en de verwerkingsmethode; - de totale hoeveelheid herbruikbare HEV-batterijen, uitgedrukt in kg; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, die voor secundair gebruik werden bestemd; - de mate waarin de verwerkte HEV-batterijen werden gerecycled; - het recyclingrendement van de recylingprocessen, berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012.
Art. 35.Rapportage door het terugnamepunt Het terugnamepunt deelt de producent of het beheersorganisme, naargelang het gekozen systeem, uiterlijk op 31 januari van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee : - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die door het terugnamepunt werden teruggenomen; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die voor diagnose werden verzonden; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor verwerking en/of recycling werden verzonden, hun bestemmingen en de prestaties van het recyclingproces; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor hergebruik werden bestemd; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor secundair gebruik werden bestemd. De totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor hergebruik werden bestemd;
Art. 36.Rapportage door het beheersorganisme § 1. Het beheersorganisme deelt de Administratie uiterlijk op 20 april van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee : - de totale hoeveelheid HEV-batterijen die op de markt werden gebracht, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, en per hybride of collectief of compleet systeem; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, in aantal en in chemische samenstelling, en per hybride of collectief of compleet systeem, die door de terugnamepunten in het Waalse Gewest werden teruggenomen of ingezameld; - de inrichtingen waar de HEV-batterijen werden verwerkt, hun massa in kg en de verwerkingsmethode; - de totale hoeveelheid hergebruikte HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en naar chemische samenstelling, die voor secundair gebruik werden bestemd; - de mate waarin teruggenomen HEV-batterijen werden gerecycled; - het recyclingrendement van de recyclingprocessen berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012. § 2. Het beheersorganisme rapporteert de Administratie jaarlijks op 1 april : - de resultaten en hun uitleg; - de preventie- en bewustmakingsmaatregelen; - de terugname-, verwerkings- en recyclingmethoden, met inbegrip van de lijst van terugnamepunten; - de rapporten over verwerking en recycling; - het financieel beheer. § 3. Het beheersorganisme verstrekt de resultaten van de verwezenlijking van de doelstellingen op basis van een controlesysteem. Het beheersorganisme kan voor het beheer van de systeemgegevens een eigen platform ontwikkelen of eventueel gebruik maken van bestaande platformen. Dit systeem wordt, na implementatie en eventuele aanpassing, gevalideerd door de Administratie.
Art. 37.Financieel rapport § 1. Het beheersorganisme wijst in samenspraak met de Administratie een doorlichtingsbedrijf aan dat controle zal voeren op de rekeningen van het beheersorganisme en op de gegevens vermeld hierboven in artikel 36, zodat er kan worden nagegaan of de financiële stromen worden aangewend overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst. HOOFDSTUK XI. - Rol van het Gewest
Art. 38.Overleg en beheer § 1. Het Waalse Gewest werkt, in overleg met de andere Gewesten, aan een geharmoniseerde regelgeving voor heel België met betrekking tot de terugnameplicht voor HEV-batterijen. § 2. De Administratie zal er namens het Waalse Gewest over waken dat de Waalse wetgeving betreffende het beheer van afvalstoffen strikt wordt toegepast en overtredingen worden geverbaliseerd. § 3. Indien het Waalse Gewest de wetgeving betreffende HEV-batterijen wil aanpassen, verbindt het zich ertoe vooraf overleg te plegen met de sector. § 4. Waar nodig worden de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen aangepast aan eventuele wijzigingen van de bepalingen van de Richtlijn 2000/53/EU betreffende autowrakken, de Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's en de Verordening (EU) nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's. § 5. Het Waalse Gewest verbindt er zich toe, na overleg met het beheersorgaan, initiatieven te nemen die bijdragen tot het halen van de doelstellingen van deze overeenkomst, onder andere door : - op zijn niveau de nodige aanvullende reglementaire schikkingen te treffen; - de nodige aandacht te besteden aan de correcte afvoer van afvalstoffen; - een voorbeeldfunctie te vervullen bij de gunning van overdrachten van diensten en werken en bij de aankoop van producten via een duurzaam en ethisch aankoopbeleid; - de bevordering van norm FEBELAUTO te verzekeren. § 6. Het Waalse Gewest houdt toezicht op de uitvoering van de milieuovereenkomst en maakt om de 2 jaar een verslag aan het Parlement betreffende de uitvoering van de terugnameplicht van de HEV-batterijen.
Art. 39.Adviesprocedure door de Administratie § 1. In de gevallen voorzien in de milieuovereenkomst waarin het beheersorgaan een document voor advies aan de Administratie voorlegt, brengt de Administratie een gemotiveerd advies uit binnen 30 dagen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek. Het beheersorgaan ziet erop toe rekening te houden met het advies van de Administratie. § 2. Bij gebrek aan advies binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag wordt het advies geacht gunstig te zijn. § 3. De Administratie moet opnieuw geraadpleegd worden indien het beheersorgaan te veel afwijkt van het oorspronkelijke voorstel. § 4. Minstens de helft van de termijn van dertig dagen valt buiten de schoolvakantieperiodes. Wanneer de Administratie aanvullende informatie vraagt, kan de termijn met maximum één maand na ontvangst van alle gevraagde inlichtingen verlengd worden. § 5. Het document dat ter advies aan de Administratie wordt voorgelegd, wordt in het Frans opgemaakt.
Art. 40.Goedkeuringsprocedure door de Administratie. § 1. In de gevallen voorzien in de milieuovereenkomst waarin het beheersorgaan een document voor advies aan de Administratie voorlegt, brengt de Administratie een gemotiveerd advies uit binnen 45 dagen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek. Een negatieve beslissing is dwingend wanneer ze behoorlijk met redenen omkleed is overeenkomstig de bepalingen van de milieuregelgeving of deze milieubeleidsovereenkomst. Het beheersorgaan mag zich slechts daartegen verzetten indien het een beroepsprocedure voor de Geschillencommissie overeenkomstig artikel 50 inleidt.
Dit beroep moet slechts ingesteld worden als het gesprek niet tot een akkoord heeft geleid. § 2. Bij gebrek aan advies binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de aanvraag wordt de beslissing geacht gunstig te zijn. § 3. Minstens de helft van de termijn van vijfenveertig dagen valt buiten de schoolvakantieperiodes. Wanneer de Administratie aanvullende informatie vraagt, kan de termijn met maximum één maand na ontvangst van alle gevraagde inlichtingen verlengd worden. § 4. Het document dat ter advies aan de Administratie wordt voorgelegd, wordt in het Frans opgemaakt.
Art. 41.Er wordt een Begeleidingscomité opgericht.
Dat Comité bestaat hoe dan ook uit : - een vertegenwoordiger van de Minister van Leefmilieu; - een vertegenwoordiger van de Administratie; - een vertegenwoordiger van het beheersorgaan.
Elke vertegenwoordiger mag zich door een plaatsvervanger laten vervangen.
Deskundigen kunnen punctueel naar gelang van de agenda uitgenodigd worden.
Het Begeleidingscomité vergadert bij voorkeur twee keer per jaar. Rond maart-juni voor de presentatie van het jaarverslag en rond oktober voor de presentatie van het preventie- en beheersplan. Alle andere vergaderingen vinden plaats op aanvraag van de vertegenwoordigers van het Begeleidingscomité.
Minstens de volgende onderwerpen worden aan het Begeleidingscomité voorgelegd : - Het meerjarig preventie- en beheersplan; - Het meerjarig preventie- en beheersplan; - het financieel plan; - De jaarlijkse actualisering van het financieel plan; - de elementen waaruit de bijdragen van de leden bestaan; - het strategisch communicatieplan; - het jaarverslag en de verwerkingsrapporten.
Het beheersorganisme kan alle elementen die in het kader van deze milieuovereenkomst voor goedkeuring of advies aan de Administratie worden voorgelegd aan het Begeleidingscomité voorstellen. Beslissingen worden bij consensus genomen.
Art. 42.Discussieforum § 1. De Administratie en het beheersorganisme houden tijdens de looptijd van de milieuconvenant eenmaal een discussieforum. Bedoeld forum brengt actoren betrokken bij dit akkoord bijeen, meer bepaald vertegenwoordigers van de consumenten (gezinnen en professionals, evenals in voorkomend geval kmo's en zko's); milieuverenigingen; actoren van de afvalinzameling en -verwerking, inclusief de erkende centra; de rechtspersonen van publiek recht; het beheersorganisme en de Administratie. § 2. Het Discussieforum is een raadgevend orgaan waarin de aanwezige vertegenwoordigers adviezen kunnen formuleren over de presentatie van de documenten en over alle op de vergadering besproken onderwerpen, en ten minste over de elementen van het in artikel 33 vermelde beheersplan, zijn tussentijdse en eindevaluatie en het jaarverslag vermeld in artikel 36.
De adviezen worden opgesteld in de maand waarin de vergadering van het Discussieforum heeft plaatsgevonden. Als de goedkeuring van de Administratie is vereist, worden de eventueel door de aanwezige vertegenwoordigers geformuleerde adviezen bij de goedkeuringsaanvraag gevoegd. § 3. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt die aan alle aanwezigen worden bezorgd. § 4. De implementatiemodaliteiten en de samenstelling van het Discussieforum worden in overleg door de Administratie en het beheersorganisme bepaald. § 5. Het doel van het Discussieforum is constructieve oplossingen aan te brengen voor de in de vergadering besproken onderwerpen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Duur en einde van de overeenkomst
Art. 43.§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel D85 van Boek I van het Milieuwetboek. § 2. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een vaste periode van twee jaar. Ze kan hernieuwd worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel D88 van Boek I van het Milieuwetboek.
De eindevaluatie van het beheersplan door het beheersorganisme, zes maanden voor de einddatum van de overeenkomst, dient als basis voor de onderhandelingen over de hernieuwing van deze overeenkomst.
Alle wijzigingen die aan het wettelijk kader werden aangebracht sinds de aanvang van deze overeenkomst worden geacht verworven te zijn door het algemeen belang en zijn van rechtswege van toepassing op de partijen vanaf hun inwerkingtreding. § 3. Zolang deze overeenkomst van kracht is, kan ze gewijzigd worden met de instemming van alle partijen en met inachtneming van de procedure waarin artikel D89 van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. § 4. De bepalingen van deze milieuovereenkomst worden in gezamenlijk overleg aangepast om te voldoen aan een eventuele wijziging van het Europese recht terzake of aan elke andere verplichting voortvloeiend uit het internationale recht. § 5. De partijen mogen de overeenkomst elk ogenblik opzeggen, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Indien de opzegging niet uitgaat van het Waalse Gewest, moet zij gezamenlijk uitgaan van alle andere partijen.
De opzegging wordt betekend bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot, op straffe van nietigheid. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de betekening.
De terugnameplichtigen die de overeenkomst opzeggen, moeten de nodige maatregelen genomen hebben om vanaf de dag na de datum van opzegging te voldoen aan de bepalingen van het besluit. Ze stellen de Administratie vooraf in kennis daarvan.
Art. 44.Toetreding Het beheersorganisme mag de aansluiting van geen enkele onderneming weigeren waarop de in deze milieubeleidsovereenkomst bedoelde terugnameplicht van toepassing is. Het beheersorganisme kan daarvan afwijken in geval van ernstige redenen en na voorafgaande goedkeuring door de Administratie. Afdeling 2. - Geschillencommissie
Art. 45.§ 1. In geval van geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie bestaat uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme.
De voorzitter wordt onder de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest gekozen met de instemming van de vier vertegenwoordigers. § 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de Geschillencommissie verslag uit aan de bevoegde Minister. § 3. Bij een conflict en in afwachting van een bemiddeling zet het beheersorganisme zijn activiteiten verder volgens de werkwijze die voor het conflict gold. Afdeling 3. - Bevoegdheidsclausule
Art. 46.Elk geschil voortvloeiend uit of in verband met deze overeenkomst en waarvoor de Geschillencommissie bedoeld in artikel 45 geen oplossing vindt, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen. Afdeling 4. - Strafclausule
Art. 47.Als het Gewest overtredingen van bovenstaande bepalingen vaststelt, wordt het beheersorganisme daarvan bij aangetekend schrijven in kennis gesteld. Het beheersorganisme maakt binnen twee maanden, te rekenen van de datum van kennisgeving van de vastgestelde overtreding, een bijsturingsplan over aan de Administratie. Als de Administratie het plan verwerpt, deelt ze dit mee in een aangetekend schrijven waarin ze de redenen van de weigering opgeeft.
Het beheersorganisme moet dan binnen een maand een bijgestuurd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de Administratie, op straffe van een boete van 15.000 euro die door de producenten aan de Administratie betaald moet worden via het beheersorganisme. Tegen de beslissing van de Administratie kan een beroep worden ingediend bij de Minister van Leefmilieu. De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van veertig dagen. Afdeling 5. - Slotbepaling
Art. 48.De milieuovereenkomst is op 4 februari 2021 te Namen gesloten en ondertekend door de vertegenwoordigers van elke partij. Elke partij bericht ontvangst van één exemplaar van de getekende overeenkomst.
Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER Voor de organisaties: De voorzitter van de VZW FEBIAC, Ph. DEHENNIN De voorzitter van de VZW TRAXIO, D. PERWEZ De voorzitter van de VZW Federatie Automateriaal, E. DUBOIS De voorzitter van de VZW FEBELCAR, E. LEYN
Bijlage 1 : Inhoud van de technische evaluatie De technische evaluatie heeft onder meer betrekking op de volgende elementen : 1. Milieu-impact : - Continue verbetering van het systeem (innovatie, regelmatige update...); - Onderzoek naar en gebruik van de best mogelijke technologieën voor afvalbeheer (inzameling, vervoer, hergebruik, innovatieve recyclingprocessen...), bijvoorbeeld door middel van studies; duurzaam communicatiebeleid ten opzichte van de doelgroep(en) (bijvoorbeeld : gebruik van goodies beperken...);;
Milieucriteria in de bestekken : een beroep doen op operatoren die een duurzaam beleid voeren (vermindering CO2-uitstoot, duurzaam wagenpark...), afstand (vermindering CO2-uitstoot)...; proactiviteit in het zoeken naar potentiële afzetmarkten. 2. Statistieken (en methodologie) : - Berekeningsmethode voor de opgehaalde hoeveelheden ten opzichte van de op de markt gebrachte hoeveelheden en de regionale verdeling; - Evenwichtige en voldoende verdeling van de terugnamepunten in het Gewest; - Bereiken van het verwerkingspercentage; - Berekeningsmethode voor de verwerkte percentages en hoeveelheden per type afval (zie Europese Verordening); - Overeenstemming tussen de cijfers inzake op de markt gebrachte, opgehaalde, opgeslagen hoeveelheden en de hoeveelheden die naar de verwerking worden gestuurd (zorgt voor opvolging vanaf het op de markt brengen, via de inzameling en uiteindelijk de verwerking en wat eruit voortkomt). (link met het zoeken naar potentiële bronnen); 3. Aanvulling bij het financieel plan : - Toewijzing van de uitgaven en inkomsten per type/categorie die het mogelijk maakt de verschillende financieringsbronnen voor het gehele budget te identificeren, zonder kruisfinanciering tussen de stromen van de huishoudens en die van de niet-huishoudens; - Berekeningsmethode voor de bijdragen van de leden, naleving van het principe van de reële en volledige kostprijs, identificatie van de verschillende types/categorieën afval (geen kruisfinanciering).