Etaamb.openjustice.be
Document van 01 februari 2002
gepubliceerd op 22 augustus 2002

Besluit van de Regering houdende oprichting van een Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2002033041
pub.
22/08/2002
prom.
01/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/01/2002033041/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Regering houdende oprichting van een Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 4, § 1;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 februari 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 1 februari 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap zijn werkzaamheden zo snel mogelijk moet beginnen, dat de installatie ervan geen uitstel meer lijdt, daar zij onder andere een voorwaarde is voor de benoeming van de leden;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : Oprichting

Artikel 1.Er wordt een Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap opgericht, hierna de Raad genoemd.

De zetel van de Raad is gevestigd bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. Mits voorafgaande toestemming van de Regering kan hij in een ander oord in het Duitse taalgebied overgebracht worden.

Opdrachten

Art. 2.De Raad is belast met : 1° het opstellen van adviezen over alle ontwerpen van decreten en besluiten van de Duitstalige Gemeenschap die de sport betreffen;2° het opstellen van adviezen, op initiatief of op verzoek van de Regering, over alle vraagstukken die de sport in de Duitstalige Gemeenschap betreffen;3° de bevordering van de samenwerking en van de uitwisseling van ervaringen tussen de verschillende sporttakken;4° het nemen van initiatieven met het oog op de bevordering van de sport op alle gebieden en van zijn rol als instrument van de persoonlijke ontwikkeling en van de sociale integratie;5° het nemen en de onderhoud van contacten met zowel nationale als internationale organisaties werkzaam op het gebied « sport ». Samenstelling

Art. 3.De Raad is samengesteld als volgt : - één vertegenwoordiger per erkende lokale sportraad, -verband of -gemeenschap of, bij gebrek ervan, één vertegenwoordiger van alle sportclubs van deze gemeente; - één vertegenwoordiger per erkende sportfederatie; - één vertegenwoordiger van de erkende sportverenigingen voor personen met een handicap; - één vertegenwoordiger van de erkende sportverenigingen voor bejaarden; - ten hoogste negen vertegenwoordigers van alle sportclubs waarvoor er in de Duitstalige Gemeenschap geen sportfederatie is.

Hebben raadgevende stem binnen de sportraad : - een vertegenwoordiger aangewezen door de bevoegde minister; - een vertegenwoordiger van het B.O.I.C. (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) van de Duitstalige Gemeenschap; - een medewerker van elke der afdelingen « Onderwijs », « Culturele Aangelegenheden » en « Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden » van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, aangewezen door de Regering.

Benoeming van de leden

Art. 4.De minister bevoegd inzake Sport benoemt de leden van de sportraad op de voordracht van de organisaties die in de Raad vertegenwoordigd zijn. Voor elk lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.

Voor de clubs waarvoor er in de Duitstalige Gemeenschap geen erkende sportfederatie is, gebeurt de benoeming per sporttak of per groep van sporttakken, bepaald door de bevoegde minister.

Als meerdere organisaties bevoegd zijn om één kandidaat voor te dragen, dan wordt de kandidaat benoemd wie het meest voorgedragen werd.

Duur van het mandaat

Art. 5.De leden van de Raad worden voor 5 jaar benoemd. Het mandaat is hernieuwbaar.

Het mandaat als lid van de Raad eindigt met de dood, het vrijwillig ontslag of met de intrekking van het mandaat zijdens de tot voordracht gerechtigde organisatie of zijdens de meerderheid van de tot voordracht gerechtigde organisaties. In dat geval eindigt de plaatsvervangende kandidaat het mandaat van zijn voorganger, behoudens de bevoegde minister, op de voordracht van de betrokken organisatie(s), overeenkomstig artikel 4, een nieuw lid benoemt dat het mandaat eindigt.

Voorzitterschap

Art. 6.Onder zijn leden kiest de Raad een voorzitter en een vice-voorzitter.

Werkwijze

Art. 7.De Raad neemt een huishoudelijk reglement aan dat de Regering ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Dat huishoudelijk reglement kan onder andere in bepalingen voorzien met betrekking tot : - de verkiezing van de voorzitter en van de vice-voorzitter; - de oprichting van een bureau; - de oprichting van werkgroepen; - de uitnodiging van buitenstaande experten.

De bevoegde minister belast een beambte van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap met de uitvoering van het secretariaatswerk.

Deze maakt de notulen van de zittingen op.

Vergoedingen voor verblijf- en reiskosten

Art. 8.De leden van de Raad hebben recht op presentiegeld en op reiskostenvergoeding overeenkomstig het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.

Inwerkingtreding

Art. 9.Voorliggend besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Uitvoering

Art. 10.De Minister bevoegd inzake Sport is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 1 februari 2002.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ

^