Etaamb.openjustice.be
Decreet van 31 mei 2000
gepubliceerd op 20 juni 2000

Decreet tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapsregering van België en de Waalse Regering en de Regering van de Republiek Bolivië

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2000029239
pub.
20/06/2000
prom.
31/05/2000
ELI
eli/decreet/2000/05/31/2000029239/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP


31 MEI 2000. - Decreet tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapsregering van België en de Waalse Regering en de Regering van de Republiek Bolivië (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. Het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapsregering van België en de Waalse Regering en de Regering van de Republiek Bolivië, gedaan te Brussel op 18 mei 1999, zal geheel in werking treden wat betreft de Franse Gemeenschap.

Verkondigen onderhavig decreet, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.

Brussel, op 31 mei 2000.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Begroting, Cultuur en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met Lager Onderwijs, het onthaal en de opdrachten aan ONE, J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van de Audiovisuele Sector, Mevr. C. DE PERMENTIER De Minister van Jeugdzaken, Openbaar Ambt en Onderwijs voor sociale promotie, W. TAMINIAUX De Minister van Jeugdzorg en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 1999-2000. Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 74-1. - Verslag, nr. 74-2.

Integraal verslag. - Bespreking en stemming. Zitting van 16 mei 2000.

Samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapsregering van België en de Waalse Regering en de Regering van de Republiek Bolivië De Regering van de Franse Gemeenschap van België en de Regering van het Waals Gewest, enerzijds, en de Regering van de Republiek Bolivië, anderzijds, Hierna de contracterende Partijen genoemd, Gedreven door de wil om de vriendschapsbanden tussen de volkeren der beide Partijen te verstevigen, Overwegende het belang van een globale bilaterale samenwerking en de totstandkoming van multilaterale samenwerkingsverbanden, Overtuigd dat de samenwerking op de verschillende in dit Akkoord geregelde vlakken de bestaande banden tussen de verschillende volken nog kan versterken, Zich baserend op de ervaring verworven dankzij het op 11 oktober 1995 ondertekend Samenwerkingsakkoord tussen de Republiek Bolivië en de Franse Gemeenschapsregering van België, Hebben beslist dit samenwerkingsakkoord te sluiten en zijn overeengekomen hetgeen volgt : Artikel 1 Uitgaande van hun respectieve grondwettelijke bepalingen en met eerbied voor hun internationale en supranationale verbintenissen, zullen de Partijen onderling een samenwerking op het getouw zetten gericht op de herwaardering van de menselijke hulpbronnen, de duurzame ontwikkeling en het partnerschapsverband tussen besturen, instellingen, verenigingen en economische actoren.

Art. 2 Bolivië en de Franse Gemeenschap van België willen de samenwerking op volgende domeinen versterken : - de interuniversitaire en wetenschappelijke samenwerking, - het onderwijs, - de cultuur, - de jeugdzaken en permanente opleiding, - de audiovisuele sector, - de gezondheid (preventie, promotie en voorlichting), - de sociale zaken (kleine kinderen, sociale bijstand aan jongeren), - het sportbeleid.

Art. 3 Bolivië en het Waals Gewest willen de samenwerking op volgende domeinen versterken : - de economie (economische expansie, innovatie, herstructurering, initiatieven komende van de nijverheidssector, buitenlandse handel, ontginning van de natuurlijke rijkdommen, promotie van de K.M.O.'s), - het leefmilieu en de hydrologische bronnen, - de landelijke renovatie en het natuurbehoud, - de bestuurlijke decentralisatie en de plaatselijke besturen (provincies en gemeenten), - het wetenschappelijk onderzoek en de technologie, - het landbouwbeleid, - de energie, - de ruimtelijke ordening, het patrimoniumbeleid en de bescherming van het erfgoed, - de huisvesting, - het toerisme, - de beroepsopleiding, - de werkgelegenheid en de sociale promotie, - de curatieve gezondheid, - de sociale zaken en integratiebeleid voor gehandicapten, - de openbare werken en het vervoer, - de sport (infrastructuren).

Art. 4 Overeenkomstig onderhavig Akkoord geschiedt de samenwerking tussen de Partijen op volgende wijze : - permanente informatieuitwisseling, - uitwisseling van ervaringen en personen, - wederzijdse toekenning van stage-, onderzoeks-, specialisatie- of zomerbeurzen, onverminderd het in de Europese Unie van kracht zijnde non-discriminatiebeginsel, - het sluiten van bijzondere of technische akkoorden, - rechtstreekse samenwerking tussen verscheidene instellingen (kamers van koophandel, universiteiten, bedrijven, verenigingen, enz.), - uitwerking en uitvoering van gezamenlijke projecten, - wederzijdse overdracht van technologieën en knowhow, - organisatie van ontmoetingen tussen beroepsmensen, seminaries, workshops voor deskundigen en projectmakers, - uitvoering van studies en expertises, - wederzijdse promotie van producten en diensten, - bevordering van partnerschapsverbanden tussen bedrijven (voor de K.M.O.'s), - oprichting van gemengde bedrijven, - promotie van plaatselijke partnerschapsverbanden.

Art. 5 De Partijen zullen alle nuttige samenwerkingsverbanden creëren tussen bilaterale samenwerkingsprojecten getroffen in het raam van onderhavig Akkoord en de multilaterale en supranationale programma's opgezet onder meer door de Europese Unie.

Zij zullen alle door deze instellingen aangeboden kansen aanreiken om gezamenlijk deel te nemen aan ontwikkelingsprogramma's en beschouwen zich in dit opzicht als bevoorrechte partners.

Art. 6 Het beheer van onderhavig Akkoord gebeurt gezamenlijk. Dit beheer wordt enerzijds toevertrouwd aan het Ministerie van Buitenlandse Betrekkingen van Bolivië en anderzijds aan het `Commissariat général aux relations internationales' van de Franse Gemeenschap van België en aan de `Division générale des Relations internationales de la Direction générale des Relations extérieures' van het Ministerie van het Waals Gewest.

Art. 7 De opvolging en de evaluatie van onderhavig Akkoord worden toevertrouwd aan een gezamenlijke vaste gemengde Commissie die iedere drie jaar beurtelings vergadert in Wallonië en/of Brussel, enerzijds, en Bolivië, anderzijds.

De vaste commissie beslist over de duur en voorwaarden van deze samenwerking.

Deze gemengde Commissie kan desgewenst vaste subcommissies bijeenroepen voor het beheer van specifieke materies.

Tijdens de eerste vergadering zal de vaste Commissie de regels en modaliteiten van haar werking bepalen.

Art. 8 De uitrustingen, voertuigen en andere goederen die worden geleverd door de Franse Gemeenschap van België of het Waals Gewest voor de uitvoering van specifieke acties waartoe gemeenschappelijk is besloten, zijn vrijgesteld van douane- en invoerrechten overeenkomstig de in Bolivië ter zake geldende wetten en bepalingen.

Art. 9 De deskundigen van de Franse Gemeenschap van België en van het Waals Gewest die in het raam van dit Akkoord gezonden worden, zijn vrijgesteld van invoerrechten op de persoonlijke nieuwe of gebruikte goederen ingevoerd binnen de zes maand na hun aankomst in Bolivië, overeenkomstig de in Bolivië ter zake geldende wetten en bepalingen.

Art. 10 De Boliviaanse Regering geeft de deskundigen van de Franse Gemeenschap van België en van het Waals Gewest een toegangs-, verblijfs- en vertrekvergunning voor het land overeenkomstig de in Bolivië geldende wetten en bepalingen inzake immigratie.

Art. 11 Dit Akkoord wordt gesloten voor een periode van drie (3) jaar. Het wordt stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van drie jaar.

Het akkoord kan door één van beide Partijen schriftelijk aan de andere Partij worden opgezegd mits een vooropzeg van minstens zes (6) maanden vóór het verstrijken van de vervaldatum. In dit geval blijft het Akkoord in voege tot de vervaldatum.

Bij opzegging dienen de Partijen alle gezamenlijk opgestarte projecten in het raam en in de geest van dit Akkoord te voltooien.

Art. 12 Onderhavig Akkoord treedt voorlopig in werking op de dag van zijn ondertekening en treedt definitief in werking op de dag dat de contracterende Partijen, ieder wat hem betreft, meegedeeld hebben dat de voorgeschreven interne procedure voltooid is.

In afwachting van de eerste vergadering van de in artikel 7 bedoelde gemengde commissie, zijn de Partijen overeengekomen om de uitvoering van de onderlinge werkprogramma's niet te onderbreken.

Ter staving waarvan de ondergetekenden, die hiertoe wettelijk gemachtigd zijn, onderhavige tekst ondertekend hebben op zes originele exemplaren, drie opgesteld in het Spaans en drie in het Frans. Deze teksten zijn evenzeer rechtsgeldig.

Brussel, op 18 mei 1999.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap van België : De Minister van Internationale Betrekkingen, W. ANCION Voor de Regering van het Waals Gewest : De Minister van Internationale Betrekkingen, W. ANCION Voor de Regering van de Republiek Bolivië : De Minister van Buitenlandse Betrekkingen, J. MURILLO de la ROCHA

^