gepubliceerd op 08 augustus 2023
Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2021/514/EU van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen.
30 MAART 2023. - Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/01/2017 pub. 22/02/2017 numac 2017020259 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2021/514/EU van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen.
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:
Artikel 1.Dit decreet strekt tot omzetting van Richtlijn 2021/514/EU van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen.
Art. 2.Artikel 1 van het decreet van 12 januari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/01/2017 pub. 22/02/2017 numac 2017020259 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen wordt vervangen door de volgende bepaling: "
Artikel 1.Dit decreet strekt tot omzetting van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen alsmede Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft de automatische en verplichte uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de belastingen, Richtlijn 2018/822/EU van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft de automatische en verplichte uitwisseling van inlichtingen op gebied van de belastingen met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies en Richtlijn 2021/514/EU van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, en vormt een gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2015/2376/EU van de Raad van 8 december 2015 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft de automatische en verplichte uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de belastingen.".
Art. 3.Artikel 2, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 december 2017 en 12 november 2020, wordt als volgt gewijzigd: 1° in het eerste lid en in het zevende lid worden de woorden "tot 10" vervangen door de woorden "tot 10/3";2° in het zevende lid, a) wordt punt 6° vervangen door: "6° "bevoegde overheid": de als zodanig door België aangewezen overheid.Het overeenkomstig 3° aangewezen centrale verbindingsbureau, de verbindingsdiensten van de Franse Gemeenschap en de bevoegde ambtenaren van de Franse Gemeenschap worden eveneens beschouwd als de Belgische bevoegde overheid bij delegatie;"; b) punt 12° wordt vervangen door: "12° "automatische uitwisseling": a.voor de toepassing van artikel 5, paragraaf 1, artikel 5/1, artikel 5/2 en de artikelen 5/3 tot en met 5/8: het systematisch en zonder voorafgaand verzoek verstrekken van vooraf bepaalde inlichtingen aan een andere Lidstaat op regelmatige, vooraf vastgestelde momenten. Voor de toepassing van artikel 5, § 1, zijn de beschikbare inlichtingen gegevens die zijn opgenomen in de belastingdossiers van de Lidstaat die de inlichtingen verstrekt en die overeenkomstig de in die Lidstaat geldende procedures voor het verzamelen en verwerken van inlichtingen kunnen worden geraadpleegd; b. voor de toepassing van de andere bepalingen van dit decreet dan artikel 5, § 1, artikel 5/1, artikel 5/2 en de artikelen 5/3 tot en met 5/8, de systematische mededeling van de vooraf bepaalde informatie bedoeld in a) van dit 12° ;"; c) aan het zevende lid wordt een nieuw 28° toegevoegd, dat als volgt luidt: "28° "gezamenlijke controle": een door de bevoegde overheden van twee of meer Lidstaten gezamenlijk uitgevoerd administratief onderzoek dat betrekking heeft op een of meer personen die voor de bevoegde overheden van die Lidstaten van gemeenschappelijk of complementair belang zijn;"; d) aan het zevende lid wordt een nieuw 29° toegevoegd, dat als volgt luidt: "29° "vergoeding" betekent betalingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap, met inbegrip van bioscoopfilms en computersoftware, van een brevet, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap. Vergoedingen voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, industriële, commerciële of wetenschappelijke uitrusting worden beschouwd als een vergoeding.".
Art. 4.Artikel 3 van het decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 12 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/11/2020 pub. 24/11/2020 numac 2020031686 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking sluiten, wordt vervangen door de volgende bepaling: "Art. 3, § 1. De bevoegde overheid kan in een bepaald geval een buitenlandse bevoegde overheid verzoeken haar alle in artikel 2, § 1, eerste lid, bedoelde inlichtingen te verstrekken waarover zij beschikt of die zij naar aanleiding van een administratief onderzoek heeft verkregen. Het verzoek kan een met redenen omkleed verzoek om een administratief onderzoek omvatten.
Om de gevraagde informatie te verkrijgen, volgt de Belgische bevoegde overheid dezelfde procedures als wanneer zij op eigen initiatief of op verzoek van een andere Belgische overheid handelt.
De bevoegde overheid kan de aangezochte overheid verzoeken de originele documenten te verstrekken. § 2 De bevoegde overheid deelt aan een buitenlandse bevoegde overheid die daar in een bepaald geval om verzoekt, alle in artikel 2, § 1, eerste lid, bedoelde inlichtingen mee waarover zij beschikt of die zij heeft verkregen ingevolge de uitvoering van een administratief onderzoek dat nodig is om die inlichtingen te verkrijgen.
Indien de bevoegde Belgische overheid van oordeel is dat geen administratief onderzoek nodig is, stelt zij de verzoekende overheid onverwijld in kennis van de redenen daarvoor.
Voor de uitvoering van het gevraagde administratieve onderzoek volgt de bevoegde overheid dezelfde procedures als wanneer zij op eigen initiatief of op verzoek van een andere Belgische overheid handelt.
In geval van een uitdrukkelijk verzoek van de verzoekende overheid verstrekt de bevoegde overheid de originele documenten aan de verzoekende overheid, tenzij Belgische bepalingen zich daartegen verzetten. § 3. Met het oog op een verzoek krachtens paragraaf 2 is de gevraagde informatie waarschijnlijk relevant wanneer de verzoekende overheid, op het moment dat het verzoek wordt ingediend, van oordeel is dat er, overeenkomstig haar nationale wetgeving, een redelijke mogelijkheid bestaat dat de gevraagde informatie relevant is voor de belastingaangelegenheden van een of meer bij naam of anderszins geïdentificeerde belastingplichtigen en gerechtvaardigd is voor het onderzoek.
Om aan te tonen dat de gevraagde informatie waarschijnlijk relevant is, verstrekt de verzoekende overheid ten minste de volgende informatie aan de Belgische bevoegde overheid: a) het fiscale doel van de gevraagde informatie;en b) de specificatie van informatie die nodig is voor de administratie of toepassing van haar nationale wetgeving. § 4. Wanneer een verzoek krachtens § 1 of § 2 betrekking heeft op een groep belastingplichtigen die niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, verstrekt de verzoekende overheid ten minste de volgende informatie aan de aangezochte overheid: a) een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) een toelichting op het toepasselijke recht en op de feiten op grond waarvan er redenen zijn om aan te nemen dat de belastingplichtigen uit de groep het toepasselijke recht niet hebben nageleefd;c) een toelichting hoe de gevraagde informatie ertoe zou bijdragen dat de belastingplichtigen uit de groep hun verplichtingen nakomen;en d) in voorkomend geval, de feiten en omstandigheden in verband met de tussenkomst van een derde die actief heeft bijgedragen tot de mogelijke niet-naleving door de belastingplichtigen van de groep.".
Art. 5.In het opschrift van Afdeling III van hetzelfde decreet wordt het woord "Termijnen" vervangen door de woorden "Termijnen voor de uitwisseling van informatie op verzoek".
Art. 6.In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepalingen: "De Belgische bevoegde overheid verstrekt de in artikel 3, tweede lid, bedoelde inlichtingen zo spoedig mogelijk, en uiterlijk drie maanden na de datum van ontvangst van het verzoek.Indien de bevoegde Belgische overheid evenwel niet binnen de gestelde termijn aan het verzoek kan voldoen, stelt zij de verzoekende overheid onverwijld, en in ieder geval binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek, in kennis van de redenen van haar verzuim en van de datum waarop zij denkt aan het verzoek te kunnen voldoen. Deze termijn mag niet langer zijn dan zes maanden vanaf de datum van ontvangst van het verzoek.
Wanneer de Belgische bevoegde overheid echter reeds over deze informatie beschikt, wordt de informatie binnen twee maanden na die datum verstrekt.
Voor bepaalde specifieke gevallen kunnen de Belgische bevoegde overheid en de verzoekende overheid andere termijnen overeenkomen; 2° het huidige vierde lid, thans zesde lid, wordt opgeheven;3° in het huidige vijfde lid, dat zesde lid wordt, worden de woorden "artikel 8, § 3," vervangen door de woorden "artikel 8, § 3 en § 4,".
Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° dit artikel 5 wordt ingevoegd in een nieuwe Onderafdeling, waarvan het opschrift als volgt luidt: "Onderafdeling 1.- Toepassingsgebied en voorwaarden van de automatische en verplichte uitwisseling van inlichtingen"; 2° dit artikel 5 wordt vervangen door de volgende bepaling: "Art.5, § 1. De Belgische bevoegde overheid verstrekt aan de bevoegde overheid van een andere Lidstaat, in het kader van de automatische uitwisseling, alle inlichtingen waarover zij beschikt betreffende ingezetenen van die andere Lidstaat en die betrekking hebben op de volgende specifieke inkomsten- en vermogenscategorieën in de zin van de Belgische wetgeving: 1° inkomsten uit arbeid;2° tantième en presentiegeld;3° levensverzekeringsproducten die niet vallen onder andere rechtshandelingen van de Unie betreffende de uitwisseling van informatie en andere soortgelijke maatregelen;4° pensioengeld;5° eigendom van en inkomen uit onroerende goederen;6° vergoedingen. Voor de belastingtijdvakken die op of na 1 januari 2024 aanvangen, streeft de bevoegde Belgische overheid ernaar om bij de mededeling van de in het eerste lid bedoelde inlichtingen het door de woonstaat toegekende fiscaal identificatienummer (FIN) van de ingezetene te vermelden. § 2. De informatie wordt ten minste eenmaal per jaar verstrekt, maar uiterlijk zes maanden na afloop van het belastingjaar waarin de informatie beschikbaar is geworden.".
Art. 8.In artikel 5/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018030225 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen type decreet prom. 20/12/2017 pub. 28/02/2019 numac 2019040481 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° dit artikel 5/1 wordt ingevoegd in een nieuwe Onderafdeling waarvan het opschrift als volgt luidt: "Onderafdeling 2.- Toepassingsgebied en voorwaarden van de automatische en verplichte uitwisseling van inlichtingen over vervroegde belastingbeslissingen inzake grensoverschrijdende gevallen"; 2° in paragraaf 4 wordt punt 1° vervangen door de volgende tekst: "1° voor de met toepassing van § 1 uitgewisselde informatie: onverwijld nadat de voorafgaande belastingbeslissingen inzake grensoverschrijdende gevallen zijn afgegeven, gewijzigd of verlengd en uiterlijk drie maanden na afloop van het halfjaar van het kalenderjaar waarin de vervroegde grensoverschrijdende belastingbeslissingen zijn afgegeven, gewijzigd of verlengd ;"; 3° in paragraaf 5 wordt punt 2° vervangen door de volgende tekst: "2° een samenvatting van de vervroegde grensoverschrijdende belastingbeslissing, met inbegrip van een beschrijving van de betrokken bedrijfsactiviteiten, verrichtingen of reeksen verrichtingen en alle andere informatie die de bevoegde overheid kan helpen bij de beoordeling van een mogelijk belastingrisico, zonder dat dit aanleiding geeft tot onthulling van een commercieel, industrieel of beroepsgeheim, een bedrijfsproces of informatie waarvan de onthulling in strijd zou zijn met de openbare orde;".
Art. 9.In artikel 5/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 12 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/11/2020 pub. 24/11/2020 numac 2020031686 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° dit artikel 5/2 wordt ingevoegd in een nieuwe Onderafdeling waarvan het opschrift als volgt luidt: "Onderafdeling 3.- Toepassingsgebied en voorwaarden van de automatische en verplichte uitwisseling van informatie over meldingsplichtige grensoverschrijdende regelingen"; 2° de leden 17 en 18 worden opgeheven.".
Art. 10.Na het huidige artikel 5/2 van hetzelfde decreet wordt een nieuwe Onderafdeling 4 ingevoegd, die als volgt luidt "Onderafdeling 4. - Toepassingsgebied en voorwaarden van de automatische en verplichte uitwisseling van informatie, opgegeven door Platformoperatoren.
Art. 5/3 § 1. De volgende begrippen in de artikelen 5/4 tot en met 5/8 hebben de hierna aangegeven betekenis.
A. Operatoren van meldingsplatforms 1° De term "Platform" betekent alle software, met inbegrip van een volledige of gedeeltelijke website, alsmede toepassingen, met inbegrip van mobiele toepassingen, die toegankelijk zijn voor gebruikers en waarmee de Verkopers kunnen worden verbonden met andere gebruikers om, direct of indirect, een Relevante Activiteit uit te voeren die voor die andere gebruikers bestemd is.Het omvat ook elk mechanisme voor het verzamelen en betalen van een Tegenprestatie voor de desbetreffende Activiteit.
De term "Platform" omvat geen software die, zonder anderszins in te grijpen in de uitoefening van een Relevante Activiteit, uitsluitend mogelijk maakt: a) betalingen in verband met de betrokken activiteit te verwerken;b) gebruikers om een relevante activiteit te vermelden of te adverteren;c) gebruikers omleiden of overbrengen naar een Platform.2° "Platformoperator" betekent een Entiteit die met Verkopers een overeenkomst sluit om een Platform geheel of gedeeltelijk aan hen ter beschikking te stellen.3° "Uitgesloten Platformoperator": een Platformoperator die vooraf en op jaarbasis heeft aangetoond dat het algemene bedrijfsmodel van dat platform zodanig is dat het geen te melden Verkopers heeft, ten genoegen van de bevoegde overheid van de Lidstaat waaraan het overeenkomstig de regels van artikel 5/6, § 1, 1° tot en met 3°, informatie had moeten mededelen.4° "Meldende Platformoperator" betekent een Platformoperator, niet zijnde een Uitgesloten Platformoperator, die zich in een van de volgende situaties bevindt: a) hij heeft zijn fiscale woonplaats op een grondgebied waar een door de Franse Gemeenschap bediende belasting wordt geheven of, wanneer genoemde Platformoperator zijn fiscale woonplaats niet in een Lidstaat heeft, voldoet hij aan een van de volgende voorwaarden: i.hij is opgericht of valt onder het recht van een gebied waar een door de Franse Gemeenschap bediende belasting wordt geheven; ii. de zetel van leiding (met inbegrip van de zetel van werkelijke leiding) is gelegen op een grondgebied waar een belasting wordt geheven waarvoor de Franse Gemeenschap de dienst verzekert; iii. hij heeft een vaste inrichting in een gebied waar een belasting wordt geheven die door de Franse Gemeenschap wordt bediend en is geen gekwalificeerde Platformoperator buiten de EU. Indien een Platformoperator zijn fiscale woonplaats of vaste inrichting in meer dan een Lidstaat heeft, kiest hij een van deze Lidstaten om aan zijn meldingsverplichting uit hoofde van bijlage V, afdeling III, van de Richtlijn te voldoen. De Platformoperator deelt zijn keuze mee aan alle bevoegde overheden van die Lidstaten. Indien deze Platformoperator ervoor kiest zijn bovenbedoelde meldingsverplichting in België na te komen, wordt hij beschouwd als een Meldende Platformoperator in de zin van de artikelen 5/4 tot en met 5/8. b) hij heeft geen fiscale woonplaats in een Lidstaat, is niet in een Lidstaat opgericht of wordt niet in een Lidstaat beheerd, heeft geen vaste inrichting in een Lidstaat, maar faciliteert de uitoefening van een Relevante Activiteit door Te verklaren Verkopers of een Relevante Activiteit bestaande uit de verhuur van in een Lidstaat gelegen onroerende goederen en is geen Gekwalificeerde Platformoperator van buiten de Unie. In dat geval is die Platformoperator verplicht zich in de Unie te laten registreren en, wanneer die Platformoperator ervoor kiest zich bij de Belgische bevoegde overheid te laten registreren, kent de Belgische bevoegde overheid die Platformoperator een individueel identificatienummer toe en wordt hij beschouwd als een Meldende Platformoperator in de zin van de artikelen 5/4 tot en met 5/8.
Een Platformoperator kan ervoor kiezen zich bij de bevoegde instantie van één Lidstaat te laten registreren en moet daarbij de procedureregels van § 2 in acht nemen wanneer hij ervoor kiest zich in België te laten registreren.
Een dergelijke Meldende Platformoperator wiens registratie is ingetrokken overeenkomstig § 2, 7°, kan alleen toestemming krijgen om zich opnieuw te registreren op voorwaarde dat hij de Belgische bevoegde overheid voldoende garanties biedt dat hij zich ertoe verbindt de meldingsverplichtingen binnen de Unie na te komen, met inbegrip van die waaraan hij nog niet heeft voldaan. 5° "Gekwalificeerde niet-EU Platformoperator" betekent een Platformoperator die Relevante Activiteiten faciliteert die alle ook Gekwalificeerde Relevante Activiteiten zijn en die zijn fiscale woonplaats heeft in een Gekwalificeerde niet-EU Jurisdictie of, indien hij zijn fiscale woonplaats niet in een Gekwalificeerde niet-EU Jurisdictie heeft, die aan een van de volgende voorwaarden voldoet: a) is opgericht overeenkomstig het recht van een gekwalificeerde niet-EU Jurisdictie;of b) zijn zetel van leiding (met inbegrip van de zetel van werkelijke leiding) is gelegen in een in aanmerking komende jurisdictie buiten de Unie.6° "Gekwalificeerde niet-EU Jurisdictie ": een niet-EU Jurisdictie die met de bevoegde overheden van alle Lidstaten die in een door de niet-EU Jurisdictie bekendgemaakte lijst als meldingsplichtige Jurisdicties zijn aangemerkt, een in aanmerking komende overeenkomst heeft gesloten.7° "Geldende overeenkomst tussen bevoegde overheden": een overeenkomst tussen de bevoegde overheden van een Lidstaat en een Jurisdictie buiten de Unie die de automatische en verplichte uitwisseling van informatie oplegt die gelijkwaardig is aan die welke in artikel 5/6, lid 2, is bepaald, en die is bekrachtigd door een uitvoeringshandeling overeenkomstig artikel 8 bis, zevende lid, van de Richtlijn.8° "Relevante Activiteit" betekent een activiteit die wordt uitgevoerd in ruil voor een Tegenprestatie en die bestaat uit: a) de verhuur van onroerende goederen, met inbegrip van woningen en bedrijfsruimten, en alle andere onroerende goederen en parkeerplaatsen;b) een persoonlijke dienst;c) de verkoop van Goederen;d) de huur van elk vervoermiddel. De termen "Relevante Activiteit" omvatten geen activiteiten uitgevoerd door een Verkoper die optreedt als werknemer van de Meldende Platformoperator of een Entiteit die verbonden is met de Platformoperator. 9° "in aanmerking komende relevante activiteit" betekent elke relevante activiteit die onderhevig is aan automatische uitwisseling krachtens een tussen de bevoegde overheden van kracht zijnde overeenkomst inzake in aanmerking komende activiteiten.10° "Tegenprestatie" betekent compensatie, in welke vorm dan ook, exclusief vergoedingen, commissies of belastingen die door de Meldende Platformoperator worden ingehouden of geheven, die aan een Verkoper wordt betaald of gecrediteerd in verband met de Relevante Activiteit, waarvan het bedrag bekend is of redelijkerwijs bekend kan zijn bij de Platformoperator.11° De termen "Persoonlijke dienst" betekenen een dienst die overeenkomt met een werk of taak per uur die wordt uitgevoerd door een of meer natuurlijke personen die onafhankelijk of voor rekening van een Entiteit handelen, en die op verzoek van een gebruiker wordt verleend, hetzij online, hetzij fysiek offline, na te zijn gefaciliteerd via een Platform. B. Te melden Verkopers 1° "Verkoper" betekent een Platformgebruiker, hetzij een natuurlijke persoon of een Entiteit, die op enig moment tijdens de Meldingsperiode op het Platform is geregistreerd en die de desbetreffende Activiteit verricht.2° "Actieve Verkoper" betekent elke Verkoper die tijdens de Meldingsperiode een Relevante Activiteit verricht of aan wie tijdens de Meldingsperiode een vergoeding wordt betaald of gecrediteerd voor een Relevante Activiteit.3° "Te melden Verkoper" betekent elke Actieve Verkoper, niet zijnde een Uitgesloten Verkoper, die ingezetene is van een Lidstaat of die een in een Lidstaat gelegen onroerend goed heeft verhuurd.4° De term "Uitgesloten Verkoper" betekent elke Verkoper: a) die een Openbaar Entiteit is;b) een Entiteit is waarvan de aandelen regelmatig op een gereglementeerde beurs worden verhandeld, of een Entiteit die verbonden is met een Entiteit waarvan de aandelen regelmatig op een gereglementeerde beurs worden verhandeld; c) een Entiteit is waarvoor de Platformoperator tijdens de Meldingsperiode door middel van vastgoedverhuur meer dan 2.000 Relevante Activiteiten met betrekking tot een Kavel heeft gefaciliteerd; of d) waarvoor de Platformoperator door middel van de verkoop van Goederen minder dan 30 Relevante Activiteiten heeft gefaciliteerd, waarvoor het totale bedrag aan betaalde of gecrediteerde Tegenprestatie tijdens de Meldingsperiode niet meer dan 2.000 euro bedroeg.
C. Andere definities 1° "Entiteit" betekent een rechtspersoon of een juridische constructie, zoals een kapitaalvennootschap, een personenvennootschap, een trust of een stichting.Een Entiteit is een met een andere Entiteit verbonden Entiteit indien een van beide Entiteiten zeggenschap heeft over de andere of indien de twee Entiteiten onder gezamenlijke zeggenschap staan. Als zodanig omvat zeggenschap de directe of indirecte deelname van meer dan 50% van de stemrechten of de waarde van een Entiteit. In het geval van een indirecte deelname wordt de naleving van het vereiste om meer dan 50% van de aandelen van de andere Entiteit te bezitten, bepaald door de eigendomsniveaus achtereenvolgens te vermenigvuldigen. Een persoon die meer dan 50% van de stemrechten bezit, wordt geacht 100% van die rechten te bezitten. 2° "Openbare Entiteit": de regering van een Lidstaat of andere Jurisdictie, een politiek onderdeel van een Lidstaat of andere jurisdictie (waaronder een staat, provincie, district of gemeente) of een instelling of orgaan dat volledig eigendom is van een van de voorgaande (elk een "Openbare Entiteit").3° De afkorting "FIN" betekent een door een Lidstaat toegekend fiscaal identificatienummer, of het functionele equivalent daarvan bij ontstentenis van een fiscaal identificatienummer.4° "btw-identificatienummer": het unieke nummer dat een belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon die om btw-doeleinden is geregistreerd, identificeert.5° "Hoofdadres" betekent het adres van de hoofdverblijfplaats van een Verkoper als natuurlijke persoon en het adres van de maatschappelijke zetel van een Verkoper als Entiteit.6° "Meldingsperiode" betekent het kalenderjaar waarvoor de melding overeenkomstig artikel 5/6 wordt gedaan.7° De term "Kavel" verwijst naar alle onroerende goederen gelegen op hetzelfde adres, toebehorend aan dezelfde eigenaar en te huur aangeboden op een Platform door dezelfde Verkoper.8° "Identificatienummer Financiële Rekening " betekent het nummer of de unieke identificatiereferentie van de bankrekening, of elke andere gelijkaardige rekening van de betalingsdienst, waarop de Tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd, waarover de Platformoperator beschikt.9° De term "Goed" betekent elk materieel goed. § 2. Voor de toepassing van § 1, punt A, 4°, b), wanneer de aldaar bedoelde Platformoperator ervoor kiest zich bij de Belgische bevoegde overheid te laten registreren, verloopt de administratieve procedure voor de eenmalige registratie van die Platformoperator als volgt: 1° De Platformoperator registreert zich bij de bevoegde Belgische overheid wanneer hij zijn activiteit als Platformoperator start.2° De Meldende Platformoperator deelt aan de Belgische bevoegde overheid de volgende informatie mee: a) naam;b) postadres;c) e-mailadressen, met inbegrip van websites;d) elk FIN dat aan de Meldende Platformoperator is toegekend;e) een verklaring met informatie over de identificatie van de genoemde Meldende Platformoperator die de btw in de Unie aangeeft, overeenkomstig titel XII, hoofdstuk 6, afdelingen 2 en 3, van Richtlijn 2006/112/EG van de Europese Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde;f) de Lidstaten waar de Te Melden Verkopers hun woonplaats hebben, overeenkomstig artikel 5/5, onder D.3° De Meldende Platformoperator stelt de Belgische bevoegde overheid in kennis van elke wijziging van de in 2° bedoelde informatie.4° De Belgische bevoegde overheid kent aan de Meldende Platformoperator een individueel identificatienummer toe en stelt de bevoegde overheden van alle Lidstaten daarvan langs elektronische weg in kennis.5° De Belgische bevoegde overheid verzoekt de Europese Commissie om in de volgende gevallen de Meldende Platformoperator uit het centrale register te schrappen: a) de Platformoperator stelt de Belgische bevoegde overheid ervan in kennis dat hij niet langer een activiteit als Platformoperator uitoefent;b) bij gebreke van een kennisgeving als bedoeld onder a), er zijn redenen om aan te nemen dat de Operator van het platform zijn activiteiten heeft gestaakt;c) de Platformoperator niet langer voldoet aan de voorwaarden van § 1, punt A, 4°, b);d) de Belgische bevoegde overheid heeft de registratie overeenkomstig artikel 7 ingetrokken.6° De Belgische bevoegde overheid stelt de Europese Commissie onmiddellijk in kennis van elke Platformoperator in de zin van § 1, punt A, 4°, b), die zijn activiteit als Platformoperator start zonder zich overeenkomstig deze paragraaf te hebben geregistreerd.7° Indien een Platformoperator de in artikel 5/6, § 1, 3°, neergelegde meldingsplicht niet nakomt na twee aanmaningen van de Belgische bevoegde overheid, neemt de Belgische bevoegde overheid, onverminderd artikel 10, § 1, eerste lid, de nodige maatregelen om de overeenkomstig dit lid verrichte registratie van de Platformoperator in te trekken.De registratie wordt ingetrokken uiterlijk na het verstrijken van een termijn van 90 dagen, maar niet vóór het verstrijken van een termijn van 30 dagen na de tweede herinnering.
Art. 5/4 § 1. Meldende Platformoperatoren voeren de redelijke zorgvuldigheidsprocedures uit en voldoen aan de in de artikelen 5/5 en 5/6 omschreven meldingsplichten, overeenkomstig de artikelen 5/7 en 5/8 waarin de daadwerkelijke uitvoering ervan wordt geregeld. § 2. Overeenkomstig de in de artikelen 5/5 en 5/6 omschreven redelijke zorgvuldigheidsprocedures en meldingsplichten deelt de bevoegde overheid van een Lidstaat waar de melding overeenkomstig § 1 is gedaan, door middel van automatische uitwisseling en binnen de in § 3 vastgestelde termijn, aan de bevoegde overheid van de Lidstaat waar de Te Melden Verkoper zijn woonplaats heeft, de volgende gegevens mee bepaald overeenkomstig artikel 5/5, onder D, en, in gevallen waarin de Te Melden Verkoper diensten voor de verhuur van onroerend goed verricht, in elk geval aan de bevoegde overheid van de Lidstaat waar het onroerend goed zich bevindt, de volgende informatie over elke Te Melden Verkoper: a) naam, adres van de maatschappelijke zetel, FIN en, in voorkomend geval, het overeenkomstig artikel 5/3, lid 1, punt A.4, onder b), punt 2, toegekende individuele identificatienummer van de Platformoperator die de melding indient, alsmede de commerciële naam(en) van het platform of de platforms waarvoor de Platformoperator die de melding indient, de melding indient; b) de voor- en achternaam van de Te Melden Verkoper indien het een natuurlijke persoon betreft, en de naam van de Te Melden Verkoper indien het een Entiteit betreft;c) het hoofdadres ;d) elk FIN van de Te Melden Verkoper, met vermelding van elke Lidstaat van uitgifte, of bij ontstentenis van een FIN, de geboorteplaats van de Te Melden Verkoper als natuurlijke persoon;e) het bedrijfsregistratienummer van de als Entiteit Te Melden Verkoper;f) het btw-identificatienummer van de Verkoper, indien van toepassing;g) de geboortedatum van de Verkoper als natuurlijke persoon;h) het identificatienummer van de financiële rekening waarop de Tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd, voor zover het beschikbaar is voor de Meldende Platformoperator en de bevoegde overheid van de Lidstaat waar de Te Melden Verkoper zijn woonplaats heeft in de zin van artikel 5/5, onder D, de bevoegde overheden van alle andere Lidstaten er niet van in kennis heeft gesteld dat zij niet voornemens is het identificatienummer van de financiële rekening om dit doel te gebruiken;i) indien verschillend van de naam van de Te Melden Verkoper, naast de identificatiecode van de financiële rekening, de naam van de houder van de financiële rekening waarop de Tegenprestatie is gestort of gecrediteerd, voor zover beschikbaar voor de Meldende Platformoperator, en alle andere financiële identificatiegegevens waarover de Meldende Platformoperator beschikt met betrekking tot de houder van die rekening;j) elke Lidstaat waarvan de Te Melden Verkoper ingezetene is, bepaald overeenkomstig artikel 5/5, onder D;k) het totale bedrag van de betaalde of gecrediteerde Tegenprestatie in elk kwartaal van de Meldingsperiode en het aantal Relevante Activiteiten waarvoor deze werd betaald of gecrediteerd;l) alle vergoedingen, kosten of belastingen die door het Meldende Platform tijdens elk kwartaal van de Meldingsperiode zijn ingehouden of geheven. Wanneer de Te Melden Verkoper verhuurdiensten van onroerende goederen aanbiedt, wordt de volgende aanvullende informatie verstrekt: a) het adres van elke Kavel, bepaald op basis van de procedures van artikel 5/5, onder E, en het overeenkomstige kadasternummer of het equivalent daarvan volgens de nationale wetgeving van de Lidstaat waar de partij zich bevindt, indien beschikbaar;b) het totale bedrag van de betaalde of gecrediteerde Tegenprestatie in elk kwartaal van de Meldingsperiode en het aantal Relevante Activiteiten dat met betrekking tot elke Kavel is uitgevoerd;c) indien van toepassing, het aantal huurdagen voor elke Kavel gedurende de Meldingsperiode en het type van elk van die Kavels. § 3. De in § 2 bedoelde mededeling wordt gedaan in het geïnformatiseerde standaardformaat dat is ontworpen om deze automatische uitwisseling te vergemakkelijken en dat door de Europese Commissie, overeenkomstig artikel 20, vierde lid, en artikel 26, tweede lid, van de Richtlijn, is vastgesteld binnen twee maanden na afloop van de Meldingsperiode waarop de op de Meldende Platformoperator toepasselijke meldingsplichten betrekking hebben. De eerste informatie wordt verstrekt voor meldingsperioden die ingaan op 1 januari 2023. § 4. Indien een Platformoperator als een Uitgesloten Platformoperator wordt beschouwd, stelt de bevoegde overheid van de Lidstaat waar de in artikel 5/3, § 1, A, punt 3°, bedoelde demonstratie is verstrekt, de bevoegde overheden van alle andere Lidstaten daarvan in kennis, alsook van eventuele latere wijzigingen.
Art. 5/5 § 1. De hieronder beschreven procedures zijn van toepassing voor het identificeren van de Te Melden Verkopers.
A. Verkopers die niet aan een onderzoek worden onderworpen Om te bepalen of een Verkoper met de hoedanigheid van een Entiteit als een Uitgesloten Verkoper in de zin van artikel 5/3, § 1, punt B, 4°, a) en b) beschouwd kan worden, kan de Platformoperator zich baseren op openbaar beschikbare informatie of op een bevestiging van de Verkoper met een hoedanigheid van Entiteit. Om te bepalen of een Verkoper als een Uitgesloten Verkoper in de zin van artikel 5/3, lid 1, punt B.4, onder c) en d) is, kan een Meldende Platformoperator zich baseren op de registers waarover hij beschikt.
B. Verzamelen van informatie over de Verkoper 1° Voor elke natuurlijke persoon Verkoper die geen Uitgesloten Verkoper is, verzamelt de Meldende Platformoperator alle volgende informatie: a) naam en voornaam;b) hoofdadres;c) elk aan die Verkoper afgegeven FIN, met vermelding van elke Lidstaat van afgifte en, indien geen FIN werd afgegeven, de geboorteplaats van die Verkoper;d) het btw-identificatienummer van die Verkoper, indien van toepassing;e) de geboortedatum.2° Voor elke Verkoper die een Entiteit is maar geen Uitgesloten Verkoper, verzamelt de Meldende Platformoperator alle volgende informatie: a.de sociale benaming; b. het hoofdadres;c. elk aan die Verkoper afgegeven FIN, met vermelding van elke Lidstaat van afgifte;d. het btw-identificatienummer van die Verkoper, indien van toepassing;e. het registratienummer van het bedrijf;f. het bestaan van elke vaste inrichting via welke de betrokken werkzaamheden in de Unie worden uitgeoefend, in voorkomend geval met vermelding van elke Lidstaat waar een vaste inrichting is gevestigd.3° Niettegenstaande 1° en 2° is de Meldende Platformoperator niet verplicht de in 1°, b) tot en met e), en 2°, b) tot en met f), bedoelde informatie te verzamelen wanneer hij zich baseert op een rechtstreekse bevestiging van de identiteit en de woonplaats van de Verkoper, verkregen via een identificatiedienst die door een Lidstaat of door de Unie ter beschikking is gesteld om de identiteit en de fiscale woonplaats van de Verkoper vast te stellen.4° Niettegenstaande 1°, c), en 2°, c) en e), is de Platformoperator die de aangifte doet niet verplicht het FIN of het registratienummer van het bedrijf, naargelang het geval, te verzamelen in de volgende situaties: a) de Lidstaat van vestiging van de Verkoper verstrekt geen FIN of bedrijfsregistratienummer aan de Verkoper;b) de Lidstaat van vestiging van de Verkoper vereist geen verzameling van het aan de Verkoper verstrekte FIN. C. Verificatie van informatie over Verkopers 1° De Meldende Platformoperator bepaalt of de overeenkomstig punt A, punt B, 1°, 2°, a) tot en met e), en punt E verzamelde informatie betrouwbaar is, aan de hand van alle informatie en documenten waarover hij beschikt in zijn registers, alsmede elke elektronische interface die hem door een Lidstaat of de Unie kosteloos ter beschikking wordt gesteld om de geldigheid van het FIN en/of het btw-identificatienummer te verifiëren.2° Niettegenstaande 1° kan de Meldende Platformoperator voor de uitvoering van de in punt F, 2°, bedoelde redelijke zorgvuldigheidsprocedures bepalen of de overeenkomstig punt A, punt B, 1°, punt B, 2°, a) tot en met e), en punt E verzamelde informatie betrouwbaar is door gebruik te maken van de informatie en documenten waarover hij beschikt in zijn online doorzoekbare bestanden.3° Niettegenstaande 1° en 2°, met toepassing van punt F, 3°, b), in gevallen waarin de Meldende Platformoperator reden heeft om te weten dat een van de in punt B of punt E beschreven gegevens waarschijnlijk onjuist is als gevolg van informatie die door de bevoegde overheid van een Lidstaat is verstrekt in een aanvraag betreffende een specifieke Verkoper verzoekt hij de Verkoper de onjuist bevonden informatie te corrigeren en betrouwbare en uit onafhankelijke bron afkomstige ondersteunende documenten, gegevens of informatie te verstrekken, zoals: a) een geldig identificatiedocument dat door de nationale overheden is afgegeven;b) een recent bewijs van fiscale woonplaats. D. Bepaling van de Lidstaat of Lidstaten waar de Verkoper woont 1° De Meldende Platformoperator beschouwt de Verkoper als ingezetene van de Lidstaat waar de Verkoper zijn hoofdadres heeft.Indien de Lidstaat van woonplaats verschilt van de Lidstaat waar de Verkoper zijn hoofdadres heeft, gaat de Meldende Platformoperator ervan uit dat de Verkoper ook zijn woonplaats heeft in de Lidstaat waar het FIN is afgegeven. Wanneer de Verkoper overeenkomstig punt B, 2°, f), informatie heeft verstrekt over het bestaan van een vaste inrichting, gaat de Meldende Platformoperator ervan uit dat de Verkoper ook zijn woonplaats heeft in de overeenkomstige Lidstaat die door de Verkoper is opgegeven. 2° Onverminderd 1° beschouwt de Meldende Platformoperator de Verkoper als ingezetene in elke Lidstaat die is bevestigd door een elektronische identificatiedienst die door een Lidstaat of door de Unie overeenkomstig punt B, 3° ter beschikking is gesteld. E. Verzamelen van informatie over gehuurde onroerende goederen Wanneer een Verkoper een betrokken Activiteit verricht die bestaat uit de verhuur van onroerende goederen, verzamelt de Meldende Platformoperator het adres van elke Kavel en, indien uitgegeven, het overeenkomstige kadasternummer of het equivalent daarvan krachtens de nationale wetgeving van de Lidstaat waar het onroerend goed zich bevindt. Wanneer een Meldende Platformoperator meer dan 2.000 betrokken activiteiten heeft gefaciliteerd door de verhuur van een Kavel voor dezelfde Verkoper als een Entiteit, verzamelt de Meldende Platformoperator bewijsstukken, gegevens of informatie waaruit blijkt dat de Kavel aan dezelfde eigenaar toebehoort.
F. Tijdschema en geldigheid van redelijke zorgvuldigheidsprocedures 1° De Meldende Platformoperator voert uiterlijk op 31 december van de Meldingsperiode de in de punten A tot en met E beschreven redelijke zorgvuldigheidsprocedures uit.2° Niettegenstaande 1° moeten voor Verkopers die op 1 januari 2023 of op de datum waarop een Entiteit een Meldende Platformoperator wordt, reeds op het Platform waren geregistreerd, de in de punten A tot en met E beschreven redelijke zorgvuldigheidsprocedures uiterlijk op 31 december van de tweede Meldingsperiode door de Meldende Platformoperator zijn voltooid.3° Niettegenstaande 1° kan de Meldende Platformoperator zich beroepen op de redelijke zorgvuldigheidsprocedures die met betrekking tot de eerder gerapporteerde Periodes zijn uitgevoerd, op voorwaarde dat: a) de krachtens B, 1° en 2°, vereiste informatie over de Verkoper in de afgelopen 36 maanden is verzameld en geverifieerd of bevestigd;en b) de Meldende Platformoperator heeft geen redelijke gronden om te weten dat de overeenkomstig de punten A, B en E verzamelde informatie niet of niet meer betrouwbaar of correct is. G. Toepassing van redelijke zorgvuldigheidsprocedures alleen op Actieve Verkopers De Meldende Platformoperator kan ervoor kiezen de in de punten A tot en met F beschreven redelijke zorgvuldigheidsprocedures alleen voor Actieve Verkopers uit te voeren.
H. Uitvoering van redelijke zorgvuldigheidsprocedures door derden 1° De Meldende Platformoperator kan een beroep doen op een derde dienstverlener om de in dit artikel omschreven redelijke zorgvuldigheidseisen te vervullen, met dien verstande dat deze verplichtingen onder de verantwoordelijkheid van de Meldende Platformoperator blijven vallen.2° Wanneer een Platformoperator de redelijke zorgvuldigheidseisen vervult voor een Meldende Platformoperator wat betreft hetzelfde platform overeenkomstig 1°, voert die Meldende Platformoperator de redelijke zorgvuldigheidseisen uit overeenkomstig de voorschriften van dit artikel.De redelijke zorgvuldigheidseisen blijven de verantwoordelijkheid van de Meldende Platformoperator.
Art.5/6 § 1. Het tijdschema en de procedures voor de mededeling van de in artikel 5/4, § 1, bedoelde informatie zijn als volgt: 1° De in artikel 5/3, § 1, punt A, 4°, a), eerste lid, bedoelde Meldende Platformoperator deelt de in § 2 bedoelde informatie betreffende de Meldingsperiode mee aan de bevoegde Belgische overheid, uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de Verkoper is geïdentificeerd als een Te Melden Verkoper. Indien er meerdere Meldende Platformoperatoren zijn, is elk van hen vrijgesteld van het meedelen van de informatie indien hij overeenkomstig het op het grondgebied van de Franse Gemeenschap toepasselijke recht kan aantonen dat dezelfde informatie door een andere Meldende Platformoperator is meegedeeld. 2° De in artikel 5/3, § 1, punt A, 4°, a), tweede lid, bedoelde Platformoperator kiest een van deze Lidstaten om aan de in dit artikel bedoelde meldingsplicht te voldoen.Indien de Meldende Platformoperator ervoor kiest de meldingsplicht uit hoofde van dit artikel in België te vervullen, deelt hij overeenkomstig artikel 5/3, § 1, punt A, 4°, onder a), tweede lid, de in § 2 genoemde informatie met betrekking tot de meldingsperiode mee aan de Belgische bevoegde overheid, uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de Verkoper is geïdentificeerd als een Te Melden Verkoper. Indien er verschillende Meldende Platformoperatoren zijn, is elk van hen vrijgesteld van het verstrekken van de informatie indien hij overeenkomstig de nationale wetgeving kan aantonen dat dezelfde informatie is verstrekt door een andere Meldende Platformoperator in een andere Lidstaat. 3° De Platformoperator bedoeld in artikel 5/3, § 1, punt A, 4°, b), deelt de in § 2 bedoelde informatie betreffende de Meldingsperiode mee aan de Belgische bevoegde overheid wanneer deze bij deze Belgische bevoegde overheid is geregistreerd overeenkomstig artikel 5/3, § 1, punt A, 4°, b), tweede lid, uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de Verkoper is geïdentificeerd als een Te Melden Verkoper.4° Niettegenstaande 3° hoeft een in artikel 5/3, § 1, A, 4°, onder b), bedoelde Meldende Platformoperator de in § 2 bedoelde informatie niet te verstrekken met betrekking tot in aanmerking komende relevante activiteiten die vallen onder een bestaande in aanmerking komende overeenkomst tussen bevoegde overheden die reeds voorziet in de automatische uitwisseling van gelijkwaardige informatie met een Lidstaat met betrekking tot in die Lidstaat woonachtige te melden Verkopers.5° De Meldende Platformoperator verstrekt de in § 2, 2° en 3° bedoelde informatie ook aan de Te Melden Verkoper waarop deze betrekking heeft, en wel uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de Verkoper als Te Melden Verkoper is geïdentificeerd. 6 ° Informatie over de betaalde of gecrediteerde Tegenprestatie in contanten wordt meegedeeld in de valuta waarin deze is betaald of gecrediteerd. Wanneer de Tegenprestatie in een andere valuta dan contant is betaald of gecrediteerd, wordt deze informatie meegedeeld in de lokale valuta, die door de Meldende Platformoperator op systematische wijze wordt omgerekend of gewaardeerd. 7° Informatie over de Tegenprestatie en andere bedragen wordt verstrekt voor het kwartaal van de Meldingsperiode waarin de Tegenprestatie werd betaald of gecrediteerd. § 2. Elke Meldende Platformoperator verstrekt de volgende informatie: 1° de naam, het adres van de maatschappelijke zetel, het FIN en, in voorkomend geval, het overeenkomstig artikel 5/3, § 1, punt A, 4°, b), tweede lid, toegekende individuele identificatienummer van de Meldende Platformoperator die de melding indient, alsmede de firmanaam of -namen van het platform of de platforms waarvoor de Meldende Platformoperator die de melding doet.2° ten aanzien van elke Te Melden Verkoper die een andere betrokken Activiteit dan de verhuur van onroerend goed heeft verricht: a) de overeenkomstig artikel 5/5, onder B, te verzamelen informatie;b) de identificatiecode van de financiële rekening, voor zover deze beschikbaar is voor de Meldende Platformoperator en de bevoegde overheid van de Lidstaat waarin de Te Melden Verkoper gevestigd is in de zin van artikel 5/5, onder D, niet publiekelijk heeft meegedeeld dat zij niet voornemens is de identificatiecode van de financiële rekening voor dit doel te gebruiken;c) indien verschillend van de naam van de Te Melden Verkoper, naast de identificatiecode van de financiële rekening, de naam van de houder van de financiële rekening waarop de Tegenprestatie is betaald of gecrediteerd, voor zover beschikbaar voor de Meldende Platformoperator, en alle andere financiële identificatiegegevens waarover de Meldende Platformoperator beschikt met betrekking tot de houder van die rekening;d) elke Lidstaat waarin de Te Melden Verkoper zijn woonplaats heeft voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 10/3, in de zin van artikel 5/5, D;e) het totale bedrag van de betaalde of gecrediteerde Tegenprestatie in elk kwartaal van de Meldingsperiode en het aantal betrokken Activiteiten waarvoor deze werd betaald of gecrediteerd;f) alle vergoedingen, kosten of belastingen die door de Meldende Platformoperator tijdens elk kwartaal van de Meldingsperiode zijn ingehouden of geheven.3° Ten aanzien van iedere Te Melden Verkoper die een betrokken Activiteit bestaande uit de verhuur van onroerend goed heeft verricht: a) de overeenkomstig artikel 5/5, onder B, te verzamelen informatie;b) de identificatiecode van de financiële rekening, voor zover deze beschikbaar is voor de Meldende Platformoperator en de bevoegde overheid van de Lidstaat waarin de Te Melden Verkoper gevestigd is in de zin van artikel 5/5, onder D, niet publiekelijk heeft meegedeeld dat zij niet voornemens is de identificatiecode van de financiële rekening voor dit doel te gebruiken;c) indien verschillend van de naam van de Te Melden Verkoper, naast de identificatiecode van de financiële rekening, de naam van de houder van de financiële rekening waarop de Tegenprestatie is betaald of gecrediteerd, voor zover beschikbaar voor de Meldende Platformoperator, en alle andere financiële identificatiegegevens waarover de Meldende Platformoperator beschikt met betrekking tot de houder van die rekening;d) elke Lidstaat waarin de Verkoper zijn woonplaats heeft voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 10/3, in de zin van artikel 5/5, D;e) het adres van elke Kavel, bepaald op basis van de procedures van artikel 5/5, onder E, en het overeenkomstige kadasternummer of het equivalent daarvan volgens de nationale wetgeving van de Lidstaat waar hij zich bevindt, indien van toepassing;f) het totale bedrag van de betaalde of gecrediteerde Tegenprestatie in elk kwartaal van de Meldingsperiode en het aantal betrokken Activiteiten dat met betrekking tot elke Kavel is uitgevoerd;g) alle vergoedingen, kosten of belastingen die door de Meldende Platformoperator tijdens elk kwartaal van de Meldingsperiode zijn ingehouden of geheven;h) indien van toepassing, het aantal huurdagen voor elke Kavel gedurende de Meldingsperiode en het type van elke Kavel. Art. 5/7 Indien een Verkoper de krachtens artikel 5/5 vereiste informatie niet verstrekt na twee herinneringen na het eerste verzoek van de Meldende Platformoperator, maar niet voor het verstrijken van 60 dagen, sluit de Meldende Platformoperator de rekening van de Verkoper en belet hij de Verkoper zich opnieuw op het Platform te registreren of houdt hij de betaling van de voor de Verkoper bestemde Tegenprestatie in totdat de Verkoper de gevraagde informatie heeft verstrekt.
Art. 5/8 De Regering van de Franse Gemeenschap stelt de administratieve regels en procedures vast om de effectieve uitvoering en naleving van de in de artikelen 5/3 tot en met 5/7 bedoelde redelijke zorgvuldigheidsprocedures en meldingsplichten te waarborgen, waaronder, inzonderheid: 1° de maatregelen die nodig zijn om van de Meldende Platformoperatoren te verlangen dat zij ten aanzien van hun Verkopers de in artikel 5/5 vervatte verplichtingen inzake verzameling en verificatie nakomen;2° de nodige maatregelen om van de Meldende Platformoperatoren te verlangen dat zij registers bijhouden van de stappen die zijn ondernomen en alle informatie die is gebruikt om de in de artikelen 5/5 en 5/6 beschreven redelijke zorgvuldigheidsprocedures en meldingsplichten na te komen.Deze gegevens moeten voldoende tijd beschikbaar blijven en in ieder geval minimaal vijf en maximaal tien jaar na afloop van de Meldingsperiode waarop zij betrekking hebben; 3° de nodige maatregelen, met inbegrip van de mogelijkheid om een meldingsbevel te geven aan de Meldende Platformoperatoren, om ervoor te zorgen dat alle nodige informatie aan de bevoegde overheid wordt doorgegeven zodat deze laatste kan voldoen aan de meldingsplicht overeenkomstig artikel 5/4, § 2;4° de administratieve procedures om na te gaan of de Meldende Platformoperatoren de redelijke zorgvuldigheidsprocedures en meldingsplichten van de artikelen 5/5 en 5/6 naleven;5° procedures voor de follow-up van Meldende Platformoperatoren wanneer de verstrekte informatie onvolledig of onjuist is.
Art. 11.Afdeling VI, met inbegrip van artikel 7, zoals gewijzigd bij het decreet van 12 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/11/2020 pub. 24/11/2020 numac 2020031686 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking sluiten, wordt als volgt gewijzigd: 1° Afdeling VI wordt vervangen door de volgende bepalingen: "Afdeling VI.- Andere vormen van administratieve samenwerking Onderafdeling 1. - Aanwezigheid in de administratiekantoren en deelname aan administratieve onderzoeken Art. 7 § 1. De bevoegde overheid kan met een buitenlandse bevoegde overheid, met het oog op de uitwisseling van informatie bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, overeenkomen dat door de bevoegde overheid gemachtigde ambtenaren, overeenkomstig de door de buitenlandse bevoegde overheid vastgestelde procedurevoorschriften: 1° aanwezig zijn in de kantoren waar de administratieve overheden van de aangezochte Lidstaat hun taken vervullen;2° administratieve onderzoeken bijwonen op het grondgebied van de aangezochte Lidstaat;3° deelnemen aan administratieve onderzoeken van de aangezochte Lidstaat, in voorkomend geval met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen. De aangezochte overheid reageert op een verzoek als bedoeld in het eerste lid binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek, teneinde haar instemming te bevestigen of de Belgische bevoegde overheid in kennis te stellen van haar weigering, met opgave van redenen.
Indien de gevraagde inlichtingen zijn opgenomen in documenten waartoe de ambtenaren van de aangezochte overheid toegang hebben, ontvangen de door de Belgische bevoegde overheid gemachtigde ambtenaren afschriften.
Wanneer door de bevoegde Belgische overheid gemachtigde ambtenaren aanwezig zijn bij of deelnemen aan administratieve onderzoeken met behulp van elektronische communicatiemiddelen, kunnen zij personen ondervragen en documenten onderzoeken, met inachtneming van de door de aangezochte Lidstaat vastgestelde procedurevoorschriften.
Elke weigering van een onderzochte persoon om zich te onderwerpen aan de controlemaatregelen van de door de Belgische bevoegde overheid gemachtigde ambtenaren wordt door de aangezochte overheid beschouwd als een weigering tegenover haar eigen ambtenaren.
De door de Belgische bevoegde overheid gemachtigde ambtenaren die zich overeenkomstig deze paragraaf in een andere Lidstaat bevinden, moeten steeds een schriftelijk mandaat kunnen voorleggen waarin hun identiteit en hun officiële hoedanigheid zijn vermeld. § 2 De bevoegde overheid kan met een buitenlandse bevoegde overheid overeenkomen dat, met het oog op de uitwisseling van informatie bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, door de buitenlandse bevoegde overheid gemachtigde ambtenaren, overeenkomstig de door de bevoegde overheid vastgestelde procedurevoorschriften: 1° in de Franse Gemeenschap aanwezig kunnen zijn in de kantoren van de dienst van de Algemene Directie Begroting en Financiën die deze taken uitvoeren;2° administratieve onderzoeken op het grondgebied van de Franse Gemeenschap kunnen bijwonen;3° deze deel kunnen nemen aan administratieve onderzoeken door ambtenaren van de Algemene Directie Begroting en Financiën, eventueel met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen. De Belgische bevoegde overheid reageert op een overeenkomstig het eerste lid ingediend verzoek binnen 60 dagen na ontvangst ervan, teneinde haar instemming te bevestigen of de verzoekende overheid in kennis te stellen van haar weigering, met opgave van redenen.
Wanneer de gevraagde informatie is opgenomen in documenten waartoe ambtenaren van de Algemene Directie Begroting en Financiën toegang hebben, ontvangen de door de verzoekende overheid gemachtigde ambtenaren een kopie.
Wanneer door de verzoekende overheid gemachtigde ambtenaren met behulp van elektronische communicatiemiddelen een administratief onderzoek bijwonen of daaraan deelnemen, kunnen zij personen ondervragen en documenten onderzoeken, met inachtneming van de in dit decreet vastgestelde procedureregels.
Elke weigering van een onderzochte persoon om zich te onderwerpen aan de controlemaatregelen van de door de verzoekende overheid gemachtigde ambtenaren wordt door de bevoegde Belgische overheid beschouwd als een weigering van de ambtenaren van de Algemene Directie Begroting en Financiën.
De door de verzoekende overheid gemachtigde ambtenaren die zich overeenkomstig deze paragraaf op het grondgebied van de Franse Gemeenschap bevinden, moeten steeds een schriftelijke opdracht kunnen voorleggen waarin hun identiteit en hun officiële hoedanigheid zijn vermeld.
Onderafdeling 2. - Gelijktijdige controles
Artikel 7/1.- Wanneer de Franse Gemeenschap met een of meer Lidstaten overeenkomt om, elk op zijn grondgebied, gelijktijdig controles uit te voeren op een of meer personen die voor hen van gemeenschappelijk of complementair belang zijn, met het oog op de uitwisseling van de aldus verkregen informatie, is dit lid van toepassing.
De bevoegde overheid stelt op onafhankelijke wijze vast welke personen zij voornemens is voor een gelijktijdige controle voor te stellen. Zij stelt de buitenlandse bevoegde overheid van de betrokken Lidstaten in kennis van alle gevallen waarvoor zij een gelijktijdige controle voorstelt en motiveert haar keuze. Zij geeft aan binnen welke termijn de controle plaats moet vinden.
Wanneer een gelijktijdige controle aan de bevoegde overheid is voorgesteld, beslist deze of zij aan de gelijktijdige controle wenst deel te nemen. Binnen de 60 dagen na ontvangst van het voorstel bevestigt zij haar instemming aan de voorstellende buitenlandse bevoegde overheid of deelt zij haar weigering met opgave van redenen mee.
De bevoegde overheid wijst een vertegenwoordiger aan voor het toezicht op en de coördinatie van de controle.
Onderafdeling 3. - Administratieve kennisgeving
Artikel 7/2.- 1. De bevoegde overheid kan een buitenlandse bevoegde overheid verzoeken om, overeenkomstig de regels voor de kennisgeving van overeenkomstige documenten in de aangezochte Lidstaat, aan de geadresseerde alle documenten en beslissingen kennis te geven die uitgaan van de administratieve overheden van de Franse Gemeenschap en betrekking hebben op de toepassing in de Franse Gemeenschap van de wetgeving betreffende alle belastingen die worden geheven door of namens de Franse Gemeenschap, door haar territoriale of bestuurlijke onderdelen of voor hun rekening, met inbegrip van de lokale overheden.
Het verzoek om kennisgeving vermeldt de naam en het adres van de geadresseerde en alle andere gegevens die de identificatie van de geadresseerde kunnen vergemakkelijken, alsmede het onderwerp van de te betekenen akte of beslissing.
De bevoegde overheid verzendt alleen een verzoek tot kennisgeving wanneer zij geen kennisgeving kan doen volgens de in de Franse Gemeenschap geldende regels of wanneer deze kennisgeving onevenredige moeilijkheden zou opleveren. De bevoegde overheid kan een document per aangetekende brief of langs elektronische weg rechtstreeks ter kennis brengen van een persoon die op het grondgebied van een andere Lidstaat is gevestigd. § 2. Op verzoek van een buitenlandse bevoegde overheid geeft de bevoegde overheid, overeenkomstig de in de Franse Gemeenschap geldende regels voor de kennisgeving van de overeenkomstige akten, aan de geadresseerde kennis van alle akten en beslissingen die uitgaan van de administratieve overheden van de verzoekende Lidstaat en die betrekking hebben op de toepassing op het grondgebied van de Franse Gemeenschap van de wetgeving betreffende alle belastingen die worden geheven door of voor rekening van de Franse Gemeenschap, door haar territoriale of bestuurlijke onderdelen of voor hun rekening, met inbegrip van de lokale overheden.
De bevoegde overheid stelt de verzoekende overheid onverwijld in kennis van het gevolg dat zij aan het verzoek heeft gegeven en inzonderheid van de datum waarop de beslissing of de akte ter kennis van de geadresseerde is gebracht.
Onderafdeling 4. - Feedback
Artikel 7/3.- § 1. Wanneer een buitenlandse bevoegde overheid overeenkomstig artikel 3, § 1, of artikel 6 inlichtingen heeft verstrekt en om feedback wordt verzocht, verstrekt de bevoegde overheid die de inlichtingen heeft ontvangen, onverminderd de in de Franse Gemeenschap geldende voorschriften inzake het beroepsgeheim en de gegevensbescherming, deze inlichtingen zo spoedig mogelijk en uiterlijk drie maanden nadat de resultaten van de exploitatie van de ontvangen inlichtingen bekend zijn, aan de buitenlandse bevoegde overheid die ze heeft verstrekt.
De bevoegde overheid geeft eenmaal per jaar feedback over de automatische uitwisseling aan de betrokken Lidstaten, overeenkomstig de bilateraal overeengekomen praktische regelingen. § 2. De bevoegde overheid die overeenkomstig artikel 3, § 2, of artikel 6 inlichtingen heeft verstrekt, kan de buitenlandse bevoegde overheid die de inlichtingen heeft ontvangen, verzoeken hierover advies uit te brengen.
Indien om feedback wordt verzocht, verstrekt de buitenlandse bevoegde overheid die de inlichtingen heeft ontvangen, onverminderd de in haar Lidstaat geldende voorschriften inzake fiscale geheimhouding en gegevensbescherming, deze zo spoedig mogelijk en uiterlijk drie maanden nadat de resultaten van het gebruik van de ontvangen inlichtingen bekend zijn, aan de Belgische bevoegde overheid die de inlichtingen heeft verstrekt. § 3. Wanneer een verbindingsdienst van de Franse Gemeenschap of een bevoegde ambtenaar van de Franse Gemeenschap een verzoek om samenwerking ontvangt dat volgens het Belgische recht of beleid niet onder zijn bevoegdheid valt, geeft hij het onverwijld door aan het centrale verbindingsbureau en stelt hij de verzoekende buitenlandse bevoegde overheid hiervan in kennis. In dat geval vangt de in artikel 4 bedoelde termijn aan op de dag nadat het verzoek aan het centrale verbindingsbureau is doorgezonden; 2° die Afdeling VI wordt, na artikel 7/3, aangevuld met een nieuwe Onderafdeling 5, die het nieuwe artikel 7/4 omvat, en die als volgt luidt: "Onderafdeling 5 - Gezamenlijke controle Artikel 7/4.- § 1. De bevoegde overheid van een of meer Lidstaten kan de Belgische bevoegde overheid, in voorkomend geval samen met andere Lidstaten, verzoeken een gezamenlijke controle uit te oefenen. De Belgische bevoegde overheid en, in voorkomend geval, de aangezochte bevoegde overheden van de andere Lidstaten reageren binnen 60 dagen na ontvangst op het verzoek om gezamenlijke controle. De Belgische bevoegde overheid en, in voorkomend geval, de aangezochte bevoegde overheden van de andere Lidstaten kunnen een verzoek om gezamenlijke controle van een bevoegde overheid van een Lidstaat om gegronde redenen afwijzen. § 2. De Belgische bevoegde overheid kan de bevoegde overheid van een andere Lidstaat, eventueel samen met andere Lidstaten, verzoeken een gezamenlijke controle uit te oefenen. De aangezochte bevoegde overheden reageren binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek om gezamenlijke controle. De aangezochte bevoegde overheden kunnen een verzoek om gezamenlijke controle van de Belgische bevoegde overheid op gerechtvaardigde gronden afwijzen. § 3. Gezamenlijke controles bedoeld in § 1 en § 2 worden door de bevoegde overheden van de verzoekende en de aangezochte Lidstaat/Lidstaten uitgevoerd op een van tevoren overeengekomen en gecoördineerde wijze, ook wat de taalregeling betreft, en in overeenstemming met de wetgeving en procedurele vereisten van de Lidstaat waar de gezamenlijke controleactiviteiten plaatsvinden. In elke Lidstaat waar een gezamenlijke controleactiviteit plaatsvindt, wijst de bevoegde overheid van die Lidstaat een vertegenwoordiger aan die belast is met het toezicht op en de coördinatie van de gezamenlijke controleactiviteit in die Lidstaat.
De rechten en verplichtingen van ambtenaren van Lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke controle worden, wanneer zij aanwezig zijn bij activiteiten in een andere Lidstaat, bepaald overeenkomstig het recht van de Lidstaat waar de gezamenlijke controleactiviteiten plaatsvinden. Met inachtneming van het recht van de Lidstaat waar de gezamenlijke controleactiviteiten plaatsvinden, oefenen de ambtenaren van een andere Lidstaat geen andere bevoegdheden uit dan die welke hun door het recht van hun Lidstaat zijn toegekend. § 4. Onverminderd § 3, wanneer de gezamenlijke controleactiviteiten plaatsvinden op het grondgebied van de Franse Gemeenschap en worden uitgevoerd met ambtenaren van de Algemene Directie Begroting en Financiën: 1° zijn de ambtenaren van andere Lidstaten die aan gezamenlijke controleactiviteiten deelnemen, gemachtigd om in samenwerking met ambtenaren van de Algemene Directie Begroting en Financiën, personen te ondervragen en documenten te onderzoeken, met inachtneming van de door de bevoegde overheid vastgestelde procedurevoorschriften;2° wordt het tijdens de gezamenlijke controleactiviteiten verzamelde bewijsmateriaal beoordeeld, ook wat betreft de toelaatbaarheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als die welke zouden gelden in het geval van een controle op het grondgebied van de Franse Gemeenschap, met de uitsluitende deelneming van ambtenaren van de Algemene Directie Begroting en Financiën, ook tijdens een klacht-, herzienings- of beroepsprocedure;3° de persoon of personen die aan een gezamenlijke audit worden onderworpen of die erdoor worden getroffen, hebben dezelfde rechten en verplichtingen als die welke zouden gelden in het geval van een audit waaraan uitsluitend ambtenaren van de Algemene Directie Begroting en Financiën deelnemen, ook tijdens een eventuele klachten-, herzienings- of beroepsprocedure. § 5. Wanneer de bevoegde overheden van twee of meer Lidstaten een gezamenlijke controle verrichten, trachten zij overeenstemming te bereiken over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke controle en op basis van de resultaten van de gezamenlijke controle overeenstemming te bereiken over de fiscale situatie van de gecontroleerde persoon of personen. De conclusies van de gezamenlijke controle worden opgenomen in een eindverslag. De punten waarover de bevoegde overheden overeenstemming bereiken, worden opgenomen in de conclusies van het eindverslag en worden weerspiegeld in de passende instrumenten die de bevoegde overheden van de deelnemende Lidstaten naar aanleiding van de gezamenlijke controle uitvaardigen.
Onverminderd het eerste lid worden de maatregelen die door de bevoegde overheden van een Lidstaat of door een van zijn ambtenaren naar aanleiding van een gezamenlijke controle worden genomen, alsmede iedere andere procedure die in die Lidstaat kan plaatsvinden, zoals een beslissing van de belastingoverheden, een beroepsprocedure of een schikkingsprocedure die daarmee verband houdt, uitgevoerd overeenkomstig het nationale recht van die Lidstaat. § 6. De aan de controle onderworpen persoon/personen wordt/worden op de hoogte gesteld van de resultaten van de gezamenlijke controle en ontvangt/ontvangen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag.
Art. 12.In artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, a) in het tweede lid wordt punt 1.vervangen door: "1° de vaststelling en het beheer van de in de wetgeving van de Franse Gemeenschap bedoelde belastingen betreffende de in artikel 2 van de Richtlijn bedoelde belastingen en andere indirecte belastingen;"; b) het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling: "Met toestemming van de buitenlandse bevoegde overheid die de inlichtingen overeenkomstig de Richtlijn heeft verstrekt en voor zover zulks krachtens het in de Franse Gemeenschap toepasselijke recht is toegestaan, mogen de van deze overheid ontvangen inlichtingen en documenten om andere dan de in het tweede lid bedoelde doeleinden worden gebruikt.De Belgische bevoegde overheid die de inlichtingen en documenten ontvangt, mag de ontvangen inlichtingen en documenten evenwel zonder de bovengenoemde toestemming gebruiken om een van de doeleinden die worden genoemd door de Lidstaat die de inlichtingen heeft verstrekt, wanneer de bevoegde overheid van laatstgenoemde Lidstaat aan de bevoegde overheden van alle andere Lidstaten een lijst heeft meegedeeld van andere dan de in het tweede lid bedoelde doeleinden waarvoor de inlichtingen en documenten overeenkomstig zijn nationale wetgeving mogen worden gebruikt; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door de volgende bepaling: " § 3.Voorafgaand aan het verzoek om inlichtingen bedoeld in artikel 3, § 1, moet de bevoegde overheid eerst de gebruikelijke informatiebronnen hebben benut waarop zij een beroep kan doen om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen zonder het bereiken van het gewenste doel in gevaar te brengen.
Voorafgaand aan het verzoek om inlichtingen bedoeld in artikel 3, § 2, moet de bevoegde buitenlandse overheid eerst de gebruikelijke informatiebronnen hebben benut waarop zij een beroep kan doen om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen zonder het bereiken van het nagestreefde doel in gevaar te brengen; 3° paragraaf 7 wordt vervangen door de volgende bepaling: " § 7.De verzoeken om inlichtingen en de administratieve onderzoeken ingediend krachtens artikel 3, eerste lid, en de overeenkomstige antwoorden, ontvangstbevestigingen, verzoeken om algemene inlichtingen en meldingen van onvermogen of weigering uit hoofde van artikel 4 worden zoveel mogelijk toegezonden op een door de Commissie vastgesteld standaardformulier. De standaardformulieren kunnen samen gaan met verslagen, attesten en andere documenten of voor eensluidend verklaarde afschriften of uittreksels daarvan.
De in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde standaardformulieren bevatten minstens de volgende door de verzoekende overheid te verstrekken gegevens: a) de identiteit van de gecontroleerde of aan een onderzoek onderworpen persoon en, in het geval van verzoeken betreffende een groep als bedoeld in artikel 3, § 4, een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) het fiscale doel van de gevraagde informatie. De bevoegde overheid kan, voor zover bekend en in overeenstemming met de internationale toestand, de namen en adressen verstrekken van alle personen die verondersteld worden in het bezit te zijn van de gevraagde informatie, alsmede alle informatie die het verzamelen van de informatie door de aangezochte overheid kan vergemakkelijken.
De spontaan uitgewisselde inlichtingen en de ontvangstbevestiging daarvan krachtens artikel 6, respectief het eerste en het vierde lid, de verzoeken om administratieve kennisgeving krachtens artikel 7/2, de feedback krachtens artikel 7/3, de mededelingen krachtens § 1, het derde, het vierde en het vijfde lid, en de mededelingen krachtens artikel 9, tweede lid, worden toegezonden met gebruikmaking van het door de Commissie vastgestelde standaardformulier.
De automatische uitwisseling van inlichtingen uit hoofde van artikel 5 en artikel 5/4 geschiedt in een geïnformatiseerd standaardformaat dat bestemd is om deze automatische uitwisseling te vergemakkelijken en gebaseerd is op het bestaande geautomatiseerde formaat van artikel 9 van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, dat voor alle soorten automatische inlichtingenuitwisseling moet worden gebruikt en door de Europese Commissie is aangenomen.".
Art. 13.In artikel 10, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 12 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/11/2020 pub. 24/11/2020 numac 2020031686 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking sluiten, worden de woorden "voor elke inbreuk op de artikelen 5/4 tot en met 5/7, die erin bestaat dat de daarin vastgestelde meldingsplicht niet wordt nagekomen, en voor elke inbreuk op artikel 5/3, § 1, punt A, 4°, b), en artikel 2, punten 1° en 7°, die bestaan in het niet nakomen van de daarin vastgestelde registratieverplichting of wanneer de registratie is herroepen," worden ingevoegd tussen de woorden "van de in artikel 5/2, § 14, bedoelde informatie" en de woorden "een fiscale boete van 2.500 tot 25.000 euro wordt toegepast".
Art. 14.Hetzelfde decreet wordt, na artikel 10, ingevoegd bij het decreet van 12 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/11/2020 pub. 24/11/2020 numac 2020031686 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking sluiten, aangevuld met een nieuwe Afdeling X, bestaande uit de nieuwe artikelen 10/1 tot en met 10/3, die als volgt luiden: "Afdeling X.- Gegevensbescherming Art. 10/1 § 1. Alle uitwisselingen van informatie krachtens dit decreet zijn onderworpen aan de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot opheffing van Richtlijn 95/46/EG. § 2. De verantwoordelijken voor de toepassing van dit decreet zijn de tussenpersonen, de Meldende Platformoperatoren en de Belgische bevoegde overheid bedoeld in artikel 2, § 1, zevende lid, 6°, wanneer zij, alleen of gezamenlijk, de doeleinden en middelen voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van Verordening (EU) 2016/679 bepalen, in hun hoedanigheid van persoon bedoeld in artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot opheffing van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
De volgende categorieën persoonsgegevens worden verwerkt in het kader van het eerste lid : 1° persoonsgegevens, het rijksregisternummer of het identificatienummer van de sociale zekerheid en andere identificatiegegevens zoals het fiscaal identificatienummer;2° de financiële bijzonderheden;3° persoonlijke kenmerken;4° levenswijzen;5° de samenstelling van het huishouden. § 3. In het kader van artikel 5/2 is het doel van deze verwerking de uitwisseling van deze inlichtingen tussen de Lidstaten, inzonderheid om de belastingdiensten in staat te stellen in een vroeg stadium inzicht te krijgen in potentieel agressieve belastingplanning, om in bepaalde gevallen risico's te kunnen opsporen en om een ontradend effect te creëren met betrekking tot vermogensplanning, dit alles binnen het fiscale kader.
In het kader van de andere bepalingen van dit decreet dan artikel 5/2, is het doel van deze verwerking de uitwisseling van deze gegevens tussen de Lidstaten met het oog op, inzonderheid, de uitvoering van de wettelijke opdrachten van de Algemene Directie Begroting en Financiën met betrekking tot de inning, het onderzoek, de controle, de vaststelling, de invordering en de geschillen inzake de door de Franse Gemeenschap verschuldigde belastingen. Meer in het algemeen dient het een algemeen belang, namelijk belastingzaken en de doelstellingen van bestrijding van belastingfraude en -ontduiking, behoud van belastingopbrengsten en bevordering van een billijke belastingheffing, die de mogelijkheden tot sociale, politieke en economische integratie in de Lidstaten versterken. § 4. Onverminderd de bewaring die nodig is voor de verwerking om archiefdoeleinden van algemeen belang, om wetenschappelijk of historisch onderzoek of om statistische doeleinden als bedoeld in artikel 89 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot opheffing van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), worden persoonsgegevens die voortvloeien uit de in dit decreet bedoelde verwerkingen niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaartermijn van één jaar na de beëindiging van alle onder de bevoegdheid van de verantwoordelijke voor de verwerking vallende handelingen en, in voorkomend geval, de definitieve beëindiging van de administratieve, gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures en beroepen die voortvloeien uit de verwerking van deze gegevens, alsmede de volledige betaling van alle daarmee verband houdende bedragen. § 5 De personeelsleden van de Algemene Directie Begroting en Financiën en de personeelsleden van naar behoren gemachtigde derden hebben slechts toegang tot elektronische bestanden, gegevens en toepassingen voor zover deze toegang toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig is voor de uitvoering van de opdrachten die hun in het kader van de in § 3 bedoelde wettelijke opdrachten zijn toevertrouwd. § 6. Niettegenstaande § 1 moet elke tussenpersoon of Meldende Platformoperator die, naargelang het geval, onderworpen is aan een grondgebied waar een belasting wordt geheven die door de Franse Gemeenschap wordt bediend: a) elke betrokken natuurlijke persoon ervan in kennis stellen dat de hem betreffende gegevens overeenkomstig dit decreet zullen worden verzameld en doorgegeven;b) elke betrokken natuurlijke persoon alle informatie waartoe hij toegang heeft van de voor de verwerking verantwoordelijke tijdig genoeg verstrekken om hem in staat te stellen zijn rechten inzake gegevensbescherming uit te oefenen, en in ieder geval voordat de informatie wordt bekendgemaakt. Niettegenstaande het eerste lid, b), zijn de Meldende Platformoperatoren ertoe gehouden de Verkopers in kennis te stellen van de verplichting om de aangegeven Tegenprestatie te melden.
Art. 10/2 § 1. In afwijking van artikel 10/1, § 1, en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot opheffing van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), kan het recht op informatie worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in geval van verwerking van persoonsgegevens waarvoor de Algemene Directie Begroting en Financiën de verantwoordelijke voor de verwerking is, teneinde doelstellingen van algemeen belang op budgettair, monetair en begrotingsgebied te waarborgen en mits in het betrokken geval geen beroep kan worden gedaan op artikel 14, § 5, d), van genoemde Verordening.
De verwerkingen bedoeld in het eerste lid zijn die welke tot doel hebben de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de follow-up van de door de bevoegde diensten van de Algemene Directie Begroting en Financiën uitgevoerde onderzoeken, met inbegrip van de procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve boete of sanctie. § 2 Deze afwijkingen gelden gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp is van een controle of onderzoek of van voorbereidende handelingen daartoe, verricht door bovengenoemde diensten in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten, alsmede gedurende de periode waarin documenten van deze diensten worden verwerkt met het oog op vervolging ter zake.
Deze afwijkingen zijn van toepassing voor zover de toepassing van dit recht afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen, of het geheim van het strafrechtelijk onderzoek of de veiligheid van personen zou kunnen schenden.
De in het tweede lid bedoelde voorbereidende handelingen, gedurende welke de artikelen 13 en 14 van de algemene verordening gegevensbescherming niet van toepassing zijn, mogen niet langer duren dan een jaar vanaf de ontvangst van een verzoek om informatie dat krachtens die artikelen 13 en 14 van die Verordening moet worden verstrekt.
De in § 1, eerste lid, bedoelde beperking is niet van toepassing op gegevens die geen verband houden met het voorwerp van het onderzoek of de controle die de weigering of beperking van informatie rechtvaardigt. § 3. Na ontvangst van een verzoek betreffende de verstrekking van informatie als bedoeld in § 2, derde lid, bevestigt de afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking de ontvangst ervan.
De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de voor de verwerking verantwoordelijke stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek, schriftelijk in kennis van elke weigering of beperking van informatie en van de redenen voor de weigering of beperking. Deze informatie betreffende de weigering of beperking kan worden achtergehouden indien de bekendmaking ervan een van de in § 1, tweede lid, genoemde doeleinden in gevaar zou brengen. Zo nodig kan deze termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit en het aantal van de verzoeken. De voor de verwerking verantwoordelijke stelt de betrokkene binnen een maand na ontvangst van het verzoek in kennis van deze verlenging en van de redenen voor het uitstel.
De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking informeert de betrokkene over de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de gegevensbeschermingsoverheid en om beroep in rechte in te stellen.
De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking legt de feitelijke of juridische gronden vast waarop het decreet is gebaseerd. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de gegevensbeschermingsoverheid.
Wanneer de Algemene Directie Begroting en Financiën gebruik heeft gemaakt van de uitzondering als bepaald in § 1, eerste lid, en met uitzondering van de in het zesde en zevende lid bedoelde toestanden, wordt de uitzonderingsregeling onmiddellijk na afloop van de controle of het onderzoek opgeheven. De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking stelt de betrokkene hiervan onverwijld in kennis.
Wanneer een zaak naar de gerechtelijke overheid wordt verwezen, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na toestemming van de gerechtelijke overheid of nadat de gerechtelijke fase is voltooid en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst een beslissing heeft genomen. De informatie die tijdens de uitoefening van de door de gerechtelijke overheid voorgeschreven opdrachten wordt verzameld, mag echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de gerechtelijke overheid worden meegedeeld.
Wanneer een dossier wordt doorgezonden naar een andere dienst van de Algemene Directie Begroting en Financiën of naar de instelling die bevoegd is zich over de resultaten van het onderzoek uit te spreken, worden de rechten pas opnieuw toegekend nadat deze dienst of de bevoegde instelling zich over de resultaten van het onderzoek heeft uitgesproken.
Art. 10/3 § 1. In afwijking van artikel 10/1, § 1, en artikel 15 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot opheffing van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), het recht op toegang tot de hem betreffende persoonsgegevens kan worden uitgesteld, geheel of gedeeltelijk worden beperkt met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens waarvoor de Algemene Directie Begroting en Financiën de verantwoordelijke is, teneinde de doelstellingen van algemeen belang op budgettair, monetair en begrotingsgebied te waarborgen.
De in het eerste lid bedoelde verwerkingen zijn die welke tot doel hebben de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de follow-up van de door de bevoegde diensten van de Algemene Directie Begroting en Financiën verrichte onderzoeken, met inbegrip van de procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve geldboete of sanctie. § 2. Deze afwijkingen gelden gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp is van een controle of onderzoek of van handelingen ter voorbereiding daarvan, verricht door bovengenoemde diensten in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten, alsmede gedurende de periode waarin van deze diensten afkomstige documenten worden verwerkt met het oog op vervolging ter zake.
Deze afwijkingen zijn van toepassing voor zover de toepassing van dit recht afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen, of het geheim van het strafrechtelijk onderzoek of de veiligheid van natuurlijke personen zou kunnen schenden.
De in het tweede lid bedoelde voorbereidende handelingen, gedurende welke artikel 15 van de algemene verordening gegevensbescherming niet van toepassing is, mogen niet langer duren dan een jaar vanaf de ontvangst van het verzoek uit hoofde van artikel 15 van die verordening.
De in § 1, eerste lid, bedoelde beperking geldt niet voor gegevens die niet relevant zijn voor het voorwerp van het onderzoek of de controle die de weigering of beperking van de toegang rechtvaardigt. § 3. Na ontvangst van een verzoek om toegang bevestigt de afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking de ontvangst ervan.
De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de voor de verwerking verantwoordelijke stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek, schriftelijk in kennis van elke weigering of beperking van zijn recht op toegang tot de hem betreffende gegevens en van de redenen voor de weigering of beperking. Deze informatie betreffende de weigering of beperking mag niet worden verstrekt indien de mededeling ervan een van de in § 1, tweede lid, genoemde doeleinden in gevaar zou brengen. Zo nodig kan deze termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit en het aantal van de verzoeken. De voor de verwerking verantwoordelijke stelt de betrokkene binnen een maand na ontvangst van het verzoek in kennis van deze verlenging en de redenen voor het uitstel.
De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking informeert de betrokkene over de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de gegevensbeschermingsoverheid en om beroep in rechte in te stellen.
De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking legt de feitelijke of juridische gronden vast waarop de beslissing is gebaseerd. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de gegevensbeschermingsoverheid.
Wanneer de Algemene Directie Begroting en Financiën gebruik heeft gemaakt van de uitzondering als bepaald in § 1, eerste lid, en met uitzondering van de in het zesde en zevende lid bedoelde situaties, wordt de uitzonderingsregeling onmiddellijk na afloop van de controle of het onderzoek opgeheven. De afgevaardigde voor gegevensbescherming van de verantwoordelijke voor de verwerking stelt de betrokkene hiervan onverwijld in kennis.
Wanneer een dossier naar de gerechtelijke overheid wordt verwezen, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na toestemming van de gerechtelijke overheid of nadat de gerechtelijke fase is voltooid en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst een beslissing heeft genomen. De informatie die tijdens de uitoefening van de door de gerechtelijke overheid voorgeschreven taken wordt verzameld, mag echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de gerechtelijke overheid worden meegedeeld.
Wanneer een dossier wordt doorgezonden naar een andere dienst van de Algemene Directie Begroting en Financiën of naar de instelling die bevoegd is om zich over de resultaten van het onderzoek uit te spreken, worden de rechten pas opnieuw toegekend nadat deze dienst of instelling zich over de resultaten van het onderzoek heeft uitgesproken.
Art. 15.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 3, 2°, b), en 11, 2°, van dit decreet in werking op 1 januari 2024.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 30 maart 2023.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het Toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, Fr. DAERDEN De Vicepresident en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, ?Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2022-2023 Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet, nr. 515-1. - Commissieverslag, nr. 515-2 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 515-3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 29 maart 2023.