gepubliceerd op 17 juli 2015
Decreet tot wijziging van het decreet van 18 december 2006 inzake het hergebruik van overheidsdocumenten
29 JUNI 2015. - Decreet tot wijziging van het decreet van 18 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2006 pub. 15/03/2007 numac 2007033015 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet inzake het hergebruik van overheidsdocumenten sluiten inzake het hergebruik van overheidsdocumenten (1)
Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet dient tot omzetting van Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG inzake het hergebruik van overheidsinformatie.
Art. 2.Artikel 2 van het decreet van 18 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2006 pub. 15/03/2007 numac 2007033015 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet inzake het hergebruik van overheidsdocumenten sluiten inzake het hergebruik van overheidsdocumenten wordt aangevuld met de bepalingen 5° tot 8°, luidende : « 5° "machinaal leesbaar formaat", een bestandsformaat dat zodanig is gestructureerd dat softwaretoepassingen specifieke gegevens, met inbegrip van individuele feitenbeschrijvingen, en hun interne structuur gemakkelijk kunnen identificeren, herkennen en extraheren;6° "open formaat", een bestandsformaat dat platformonafhankelijk is en voor het publiek beschikbaar is zonder enige beperking die het hergebruik van informatie verhindert;7° "formele open standaard", een standaard die schriftelijk is vastgesteld, met vermelding van specificaties voor de vereisten betreffende de wijze waarop de interoperabiliteit van de software moet worden gegarandeerd;8° "universiteit", een openbaar lichaam dat postsecundair hoger onderwijs verstrekt dat tot een academische graad leidt.»
Art. 3.Artikel 3, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : Dit decreet is niet van toepassing op : 1° documenten waarvan de verstrekking een activiteit is die niet valt onder de openbare taak van de betrokken overheden, als bepaald bij wet of ander bindend voorschrift of, indien een voorschrift ter zake ontbreekt, als overeenkomstig de gangbare bestuurspraktijk, mits de omvang van de overheidstaken transparant is en aan toetsing is onderworpen;2° documenten waarvan de intellectuele-eigendomsrechten bij derden berusten; 3° documenten waartoe de toegang is uitgesloten op basis van de geldende toegangsregelingen, onder meer wegens : - de bescherming van de nationale veiligheid (d.w.z. staatsveiligheid), defensie of openbare veiligheid; - het statistisch geheim; - het handelsgeheim; 4° documenten waartoe de toegang beperkt is uit hoofde van de geldende toegangsregelingen, onder meer in gevallen waarin burgers of bedrijven moeten aantonen dat zij er een bijzonder belang bij hebben toegang tot de documenten te krijgen;5° gedeelten van documenten die alleen logo's, wapens en insignes bevatten;6° documenten waartoe de toegang uit hoofde van de geldende toegangsregelingen uitgesloten of beperkt is op grond van de bescherming van persoonsgegevens, en gedeelten van documenten die uit hoofde van die regelingen toegankelijk zijn, maar persoonsgegevens bevatten waarvan het hergebruik wettelijk onverenigbaar is verklaard met het recht betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens;7° documenten in het bezit van openbare omroepen of hun dochterondernemingen en van andere lichamen of hun dochterondernemingen ten behoeve van de vervulling van een publieke omroeptaak;8° documenten in het bezit van onderwijs- en onderzoeksinstellingen, met inbegrip van organisaties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten, scholen en universiteiten, met uitzondering van universiteitsbibliotheken;9° documenten in het bezit van andere culturele instellingen dan bibliotheken, musea en archieven.»
Art. 4.Artikel 5, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « De documenten waarop dit decreet 1 van toepassing is, kunnen worden hergebruikt voor commerciële of niet-commerciële doeleinden. Dat geldt ook voor documenten waarvoor intellectuele-eigendomsrechten berusten bij bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven, indien hergebruik van die documenten is toegestaan. »
Art. 5.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Artikel 6.Beschikbare formaten Overheden stellen hun documenten ter beschikking in de reeds bestaande formaten of talen en, indien mogelijk en passend, in een open en machinaal leesbaar formaat, samen met hun metadata. Zowel het formaat als de metadata dienen voor zover mogelijk aan formele open standaarden te voldoen.
Het eerste lid behelst geen verplichting voor overheden om documenten te creëren of aan te passen of om uittreksels te verstrekken om aan dat lid te voldoen indien dit een onevenredig grote inspanning vereist die verder gaat dan een eenvoudige handeling.
Overheden kunnen op basis van dit decreet niet worden verplicht een bepaalde soort documenten te blijven produceren en op te slaan met het oog op het hergebruik van die documenten door een particuliere of publieke organisatie. »
Art. 6.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Artikel 7.Vergoedingen Wanneer een vergoeding wordt verlangd voor het hergebruik van documenten, blijft deze vergoeding beperkt tot de marginale kosten voor hun vermenigvuldiging, verstrekking en verspreiding.
Het eerste lid is niet van toepassing op : 1° overheden die verplicht zijn inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten van de uitoefening van hun openbare taken te dekken;2° in uitzonderingsgevallen, documenten waarvoor de betrokken overheid krachtens een decreet of een besluit van de Regering verplicht is voldoende inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding ervan te dekken;3° bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven. In de in het tweede lid, 1° en 2°, bedoelde gevallen, berekenen de betrokken overheden de totale vergoeding aan de hand van objectieve, transparante en controleerbare criteria die door de Regering worden vastgesteld. De totale inkomsten van die overheden uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten mogen over de desbetreffende berekeningsperiode genomen niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen.
De vergoeding wordt berekend overeenkomstig de boekhoudkundige beginselen die op de betrokken overheid van toepassing zijn.
Indien er door de in het tweede lid, 3°, bedoelde overheden een vergoeding wordt verlangd, mogen de totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten over de desbetreffende berekeningsperiode genomen niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging, verspreiding, conservering en vereffening van rechten, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. De vergoeding wordt berekend overeenkomstig de boekhoudkundige beginselen die op de betrokken overheid van toepassing zijn. »
Art. 7.In hetzelfde decreet wordt een artikel 7.1 ingevoegd, luidende : « Artikel 7.1 Transparantie In het geval van standaardvergoedingen voor het hergebruik van documenten die in het bezit van overheden zijn, worden de eventuele voorwaarden en het eigenlijke bedrag van die vergoedingen, met inbegrip van de berekeningsgrondslag ervoor, vooraf vastgesteld en bekendgemaakt, indien mogelijk en passend langs elektronische weg.
In het geval van andere dan de in het eerste lid genoemde vergoedingen voor hergebruik geven de overheden vooraf aan met welke factoren rekening wordt gehouden bij de berekening van die vergoedingen. Op verzoek geeft de betrokken overheid ook aan hoe die vergoedingen zijn berekend met betrekking tot het specifieke verzoek om hergebruik.
De verplichtingen bedoeld in artikel 7, tweede lid, 2°, worden vooraf vastgesteld. Indien mogelijk en passend worden zij langs elektronische weg bekendgemaakt.
De overheden zorgen ervoor dat indieners van verzoeken om hergebruik van documenten in kennis worden gesteld van de rechtsmiddelen tegen besluiten of handelingen die hen betreffen. »
Art. 8.Artikel 8, § 1, van hetzelfde decreet wordt na het derde lid aangevuld met de volgende leden : « Ingeval een afwijzende beslissing gebaseerd is op artikel 3, tweede lid, 2°, verwijst de overheid in haar beslissing naar de natuurlijke of rechtspersoon bij wie de rechten berusten, indien deze bekend is, of naar de licentiegever van wie de overheid het betrokken materiaal heeft verkregen. Bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven zijn niet verplicht deze verwijzing op te nemen.
In elke beslissing over hergebruik wordt verwezen naar de rechtsmiddelen die voor de verzoeker openstaan, mocht hij tegen de beslissing in beroep willen gaan. »
Art. 9.Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Artikel 10.Verbod op exclusiviteitsregelingen § 1. Het hergebruik van documenten staat open voor alle potentiële marktdeelnemers, zelfs indien één of meer marktdeelnemers reeds op deze documenten gebaseerde producten met toegevoegde waarde exploiteren. Contracten of andere overeenkomsten tussen overheden die deze documenten in bezit hebben en derden mogen geen exclusiviteitsrechten verlenen. § 2. Wanneer een exclusief recht echter noodzakelijk is voor het verlenen van een dienst van algemeen belang, dient periodiek, doch in ieder geval om de drie jaar, te worden nagegaan of de redenen daarvoor nog steeds geldig zijn. Exclusiviteitsregelingen die na de datum van inwerkingtreding van dit decreet worden gesloten, zijn transparant en worden openbaar gemaakt. Deze paragraaf is niet van toepassing op de digitalisering van culturele hulpbronnen. § 3. Onverminderd paragraaf 1 duurt, wanneer een exclusief recht betrekking heeft op de digitalisering van culturele hulpbronnen, de periode van exclusiviteit in het algemeen niet langer dan tien jaar.
Indien die periode meer dan tien jaar bedraagt, wordt de duur ervan tijdens het elfde jaar en, indien van toepassing, daarna om de zeven jaar, getoetst.
De in het eerste lid bedoelde regelingen die exclusieve rechten toekennen zijn transparant en worden openbaar gemaakt.
In geval van een in het eerste lid bedoeld exclusief recht wordt in de desbetreffende overeenkomst vastgesteld dat de desbetreffende overheid gratis een kopie van de gedigitaliseerde culturele hulpbronnen krijgt.
Die kopie is na afloop van de exclusiviteitsperiode beschikbaar voor hergebruik. § 4. Exclusiviteitsregelingen die al bestaan op 1 juli 2005 en die niet voor een uitzondering vermeld in paragraaf 2 in aanmerking komen, worden aan het eind van het contract of in elk geval uiterlijk op 31 december 2008 beëindigd. § 5. Onverminderd paragraaf 3 worden exclusiviteitsregelingen die al bestaan op 17 juli 2013 en die niet voor een uitzondering vermeld in de paragrafen 2 en 3 in aanmerking komen, aan het eind van het contract of in elk geval uiterlijk op 18 juli 2043 beëindigd. »
Art. 10.In artikel 11 van hetzelfde decreet wordt na het eerste lid het volgende lid ingevoegd, luidende : « De overheden stellen overzichtslijsten van de belangrijkste documenten met relevante metagegevens ter beschikking die, indien mogelijk en passend, online en in machinaal leesbare formaten toegankelijk zijn, alsook portaalsites met links naar de overzichtslijsten. Indien mogelijk vergemakkelijken de overheden het taaloverschrijdend zoeken naar documenten. » Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Eupen, 29 juni 2015.
O. PAASCH De Minister-President Mevr. I. WEYKMANS De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme A. ANTONIADIS De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden H. MOLLERS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota (1) Zitting 2014-2015. Parlementaire stukken : 66 (2014-2015), nr. 1. Ontwerp van decreet. 66 (2014-2015), nr. 2. Verslag.
Integraal verslag : 29 juni 2015, nr. 15. Bespreking en aanneming.