Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 september 2023
gepubliceerd op 07 december 2023

Decreet betreffende de diensten voor het vervoer van personen over de weg tegen vergoeding door middel van voertuigen met een kleine capaciteit

bron
waalse overheidsdienst
numac
2023206356
pub.
07/12/2023
prom.
28/09/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2023. - Decreet betreffende de diensten voor het vervoer van personen over de weg tegen vergoeding door middel van voertuigen met een kleine capaciteit (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL I - Begripsomschrijvingen en toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "taxidienst": de activiteit die erin bestaat passagiers te vervoeren met een klein voertuig, bestuurd door een chauffeur, tegen een tarief dat is vastgesteld binnen de grenzen die bij of krachtens dit decreet zijn vastgesteld, en die wordt onderverdeeld in standplaatstaxidienst en straattaxidienst, en die voldoet aan de volgende voorwaarden: a) het voertuig wordt beschikbaar gesteld aan het publiek;b) de bestemming wordt vrij bepaald door de gebruiker;c) het voertuig of elk van de zitplaatsen wordt beschikbaar gesteld. In het tweede geval wordt de totale prijs van de rit gedeeld tussen de gebruikers; 2° "standplaatstaxidienst": de taxidienst die wordt geëxploiteerd door middel van een voertuig uitgerust met een taxameter of een ander door de Regering goedgekeurd toestel dat dezelfde functies vervult. Alleen standplaatstaxi's zijn taxi's in de zin van de Wegcode; 3 "straattaxidienst": een taxidienst die uitsluitend door middel van een elektronische vervoersbemiddelingsdienst wordt geëxploiteerd; 4° "vervoersdienst met een bijzonder doel": de activiteit die erin bestaat passagiers te vervoeren met een voertuig met een kleine capaciteit, bestuurd door een bestuurder, met een specifiek doel dat behoort tot de door de Regering toegestane doeleinden en dat voldoet aan de volgende voorwaarden: a) het voertuig of een van de zitplaatsen wordt op basis van een contract aan de gebruiker ter beschikking gesteld voor een specifieke vooraf bepaalde dienst;b) de bestemming is overeengekomen tussen de exploitant en de gebruiker in overeenstemming met het gekozen doel;5° "vervoersdienst met een maatschappelijk doel": de activiteit die erin bestaat personen te vervoeren met een voertuig met een kleine capaciteit, bestuurd door een bestuurder en georganiseerd door een door de Regering erkende Instelling, dat voldoet aan de volgende voorwaarden: a) het voertuig wordt door de Instelling aan de gebruiker ter beschikking gesteld op basis van een reserveringssysteem;b) de Instelling heeft geen winstoogmerk;c) de bestemming is overeengekomen tussen de gebruiker en de Instelling, onverminderd eventuele kleine aanpassingen die tussen de gebruiker en de bestuurder zijn overeengekomen;6° "de dienst voor elektronische vervoersbemiddeling": de natuurlijke of rechtspersoon die een bezoldigde activiteit uitoefent waardoor, door middel van een elektronisch platform, exploitanten in contact kunnen worden gebracht met personen die zich binnen een vooraf bepaald kader wensen te verplaatsen;7° "de verplaatsing": het enkele traject dat door het voertuig wordt afgelegd van de ophaling tot het uitladen van klanten;8° "de exploitant van het platform voor elektronische bemiddeling": de natuurlijke of rechtspersoon die een dienst van elektronische vervoersbemiddeling verleent;9° "de exploitant": de natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van zowel een certificaat van toegang tot het beroep als een exploitatievergunning of -machtiging voor elk van de voertuigen die hij bezit of waarover hij beschikt op basis van een langlopend contract voor het verrichten van een van de diensten bedoeld in de punten 1° en 4°;10° "de vervoersbeheerder": de natuurlijke persoon die effectief en permanent, onder de door de Regering bepaalde voorwaarden, de betaalde vervoersdienst beheert voor rekening van een exploitant-rechtspersoon. De vervoersbeheerder oefent een leidinggevende functie uit op basis van de statuten van de rechtspersoon of heeft een specifiek mandaat van de exploitant dat voldoet aan de minimumvoorwaarden die door de Regering zijn vastgesteld; 11° "de bestuurder": de natuurlijke persoon die de betaalde vervoersdienst verricht;12° "voertuig met een kleine capaciteit": elk voertuig op maximaal vier wielen, al dan niet gemotoriseerd, dat maximaal 9 personen kan bevatten, de bestuurder inbegrepen, en dat bestemd is voor het vervoer van personen over de weg tegen vergoeding, met uitzondering van de voertuigen die gereglementeerd zijn door het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;13° "intraregionaal traject": elke verplaatsing van personen op een parcours waarbij de plaats van ophaling en de plaats van aankomst van de klant zich in het Waalse Gewest bevinden;14° "interregionaal traject": elke verplaatsing van personen op een parcours waarvan hetzij de plaats waar de klant wordt opgehaald, hetzij de plaats waar de klant aankomt, zich gedeeltelijk in het Waals Gewest bevindt;15° "exploitatievergunning": de vergunning om een taxidienst te exploiteren, afgeleverd door het gemeentebestuur voor elk voertuig dat aan de dienst wordt toegewezen;16° "exploitatietoestemming": de toestemming om een bijzondere vervoersdienst te verlenen, die door de Regering wordt afgeleverd voor elk voertuig dat voor die dienst wordt ingezet;17° "de Administratie": de door de Regering aangewezen dienst;18° "de Wegcode": het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;19° "de taxameter": het meetinstrument dat onderworpen is aan het koninklijk besluit van 28 september 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/09/2010 pub. 15/10/2010 numac 2010011375 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de installatie en de delegatie van de herijkverrichtingen van taxameters sluiten betreffende de installatie en de delegatie van de herijkverrichtingen van taxameters 20° "de werkdagen" : een dag van de week buiten zaterdag en zondag of een wettelijk erkende feestdag.21° "de raad": de gemeenteraad van de gemeente waar de exploitant een taxidienst uitbaat of voornemens is uit te baten;22° "het college": het gemeentecollege van de gemeente waar de exploitant een taxidienst uitbaat of voornemens is uit te baten;23° "bestelde en aanvaarde rit": een rit die vooraf werd geboekt, besteld en aanvaard vóór het binnenkomen op het grondgebied en waarvoor de bestuurder niet over een rijbewijs beschikt.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de volgende diensten voor het vervoer van personen over de weg tegen vergoeding: 1° de taxidienst;2° de vervoersdienst met een bijzonder doel;3° de vervoersdienst met een maatschappelijk doel.

Art. 3.§ 1. Een "Commission des services de transport rémunéré de personnes par route" (Commissie voor personenvervoer over de weg tegen vergoeding) en thematische subcommissies worden opgericht en komen bijeen op verzoek van de Minister die verantwoordelijk is voor vervoer. § 2 De Commissie bestudeert elk specifiek probleem in verband met taxidiensten, de vervoerdiensten met een bijzonder doel en de vervoerdiensten met een maatschappelijk doel, en met name : 1° de toe te passen tarieven;2° het maximum aantal af te geven vergunningen per gemeente overeenkomstig het principe vastgelegd in artikel 14;3° alle voorgestelde wijzigingen aan de reglementering betreffende het vervoer van personen over de weg tegen vergoeding. § 3 De Commissie bestaat uit de volgende leden: 1° een Regeringsafgevaardigde, die de Minister vertegenwoordigt; 2° drie afgevaardigden van de Administratie; 3° een vertegenwoordiger van de organiserende overheid voor openbaar en gedeeld vervoer;4° een afgevaardigde van de "Union des villes et communes de Wallonie" (Vereniging van de Waalse Steden en Gemeenten): 5° twee afgevaardigden van de Nationale Groepering van Ondernemingen met Taxi-en Locatievoertuigen met chauffeur;6° een afgevaardigde van de "Association des chauffeurs belges de limousine" (Belgische Vereniging van Limousinechauffeurs);7° twee vertegenwoordigers van de elektronische vervoersbemiddelingsdiensten. § 4. De leden van de Commissie en hun plaatsvervangers worden benoemd door de Minister. § 5. De voorzitter kan derden uitnodigen om in hun hoedanigheid van deskundigen de vergaderingen van de Commissie bij te wonen. § 6. De Commissie wordt voorgezeten door de Inspecteur-generaal van het Departement Administratie of zijn afgevaardigde die verantwoordelijk is voor het vervoer van personen over de weg tegen vergoeding. § 7. De Regering bepaalt de modaliteiten van haar organisatie.

TITEL II. - Toegang tot het beroep

Art. 4.§ 1. Om exploitant te worden van een taxidienst of een vervoersdienst met een bijzonder doel in het Waals Gewest, moet elke persoon eerst een certificaat van toegang tot het beroep krijgen dat wordt uitgegeven door de Regering. § 2 Om een certificaat van toegang tot het beroep te verkrijgen, moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° een permanente en effectieve vestiging hebben op het grondgebied van het Waals Gewest;2° zijn zedelijkheid bewijzen;3° aantonen dat hij zijn fiscale en sociale verplichtingen nakomt;4° bewijzen dat hij over de nodige beroepskwalificaties beschikt; 5° het bewijs van solvabiliteit leveren. De in lid 1 bedoelde elementen worden gespecificeerd door de Regering.

Met betrekking tot het eerste lid, 4°, wordt de beroepskwalificatie vastgesteld door een bewijs van geldigheid van de bekwaamheid dat wordt afgeleverd volgens de procedure bepaald door de Regering en waarvoor een bijdrage van ten hoogste vijftig euro kan worden gevraagd.

Dit bedrag kan door de Regering aangepast worden volgens de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen.

Indien de aanvrager een rechtspersoon is, wordt aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 2° en 4°, voldaan door de vervoersbeheerder en aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 3° en 5°, door zowel de rechtspersoon als de vervoersbeheerder. § 3. De Regering stelt de procedure vast voor de indiening en behandeling van de aanvraag voor een certificaat van toegang tot het beroep en bepaalt de vorm en inhoud ervan.

Zij bepaalt de vorm van het certificaat van toegang tot het beroep en de informatie die het bevat.

Art. 5.§ 1. Het certificaat van toegang tot het beroep is vijf jaar geldig en kan met dezelfde periode worden verlengd.

De Regering stelt de procedure vast voor de indiening en behandeling van de verlengingsaanvraag en bepaalt de vorm en inhoud ervan. § 2 De verlenging van het certificaat van toelating tot het beroep wordt geweigerd aan de exploitant onder de volgende voorwaarden : 1° hij voldoet niet meer aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 2;2° hij neemt de bepalingen van dit decreet, de besluiten genomen ter uitvoering ervan niet in acht;3° hij blijft in gebreke bij de betaling van de geldboetes opgelegd door de ambtenaar van de administratieve instantie op basis van de artikelen 74 tot 77 na een termijn van veertig werkdagen volgend op een ingebrekestelling door de Administratie. § 3. De Administratie kan te allen tijde nagaan of voldaan is aan de geldigheidsvoorwaarden van het certificaat van toelating tot het beroep. Als er een overtreding of onregelmatigheid wordt geconstateerd, kan het certificaat worden opgeschort of ingetrokken.

De Regering bepaalt de voorwaarden en de maximumtermijnen waarbinnen de exploitant orde op zaken moet stellen en de wijze waarop dit moet gebeuren. § 4. De exploitant moet tijdens elke procedure ter verificatie van de voorwaarden voor toegang tot het beroep en tijdens elk verzoek met de administratie samenwerken, op straffe van opschorting of intrekking van zijn certificaat van toegang tot het beroep.

Art. 6.De exploitant moet de administratie op de hoogte stellen van elke verandering in zijn situatie sinds de indiening van zijn aanvraag tot toelating tot het beroep en tijdens de volledige duur van de exploitatie.

De Regering bepaalt de wijze waarop de exploitant de Administratie informeert.

Art. 7.Het certificaat van toegang tot het beroep wordt ingetrokken of geschorst om de redenen bepaald in artikel 5, § 2, bij beslissing van de Regering, overeenkomstig de procedure die zij bepaalt.

TITEL III. - Erkenning van elektronische bemiddelingsdiensten

Art. 8.§ 1. De elektronische bemiddelingsdienst is erkend door de Regering. § 2 Om een erkenning te krijgen, moet de exploitant van het platform voor elektronische bemiddeling aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° hij is opgericht overeenkomstig de wetgeving van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de wetgeving van een Staat waarvan de ondernemingen in België krachtens een internationaal verdrag worden gelijkgesteld met Belgische ondernemingen;2° hij beschikt over een exploitatiezetel in België, indien aan deze voorwaarde niet is voldaan op het ogenblik van de indiening van de erkenningsaanvraag, verbindt hij zich ertoe hieraan te voldoen uiterlijk op de dag vóór de eerste dag waarop zijn reserveringsplatform ter beschikking wordt gesteld van het publiek;3° zij beschikt over een ondernemingsnummer toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen, voor bemiddelingsactiviteit, of over een btw-identificatienummer in de lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in de staat waarvan de vennootschappen in België worden gelijkgesteld met Belgische vennootschappen krachtens een internationale overeenkomst;4° het voldoet aan dit decreet, de uitvoeringsbesluiten ervan en alle andere relevante voorschriften;5° ze voldoet aan de verplichting tot transparantie op sociaal, fiscaal en operationeel vlak. Deze elementen worden gespecificeerd door de Regering. § 3. De Regering stelt de procedure vast voor de indiening en behandeling van de erkenningsaanvraag en bepaalt de vorm en inhoud ervan.

Het bepaalt de vorm van de erkenning en de informatie die het bevat.

Art. 9.§ 1. De erkenning is vijf jaar geldig en kan met dezelfde periode worden verlengd.

De Regering stelt de procedure vast voor de indiening en behandeling van de verlengingsaanvraag. § 2 De verlenging van de erkenning wordt geweigerd aan de exploitant van het platform voor elektronische bemiddeling onder de volgende voorwaarden: 1° hij voldoet niet meer aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8, § 2;2° hij neemt de bepalingen van dit decreet, de besluiten genomen ter uitvoering ervan of andere relevante voorschriften terzake niet in acht;3° hij neemt de wetgeving geldend in het kader van zijn beroepsactiviteit niet in acht.4° hij blijft in gebreke bij de betaling van de geldboetes opgelegd door de ambtenaar van de administratieve instantie op basis van de artikelen 74 tot 77 na een termijn van veertig werkdagen volgend op een ingebrekestelling door de Administratie. § 3. De Administratie kan te allen tijde nagaan of voldaan is aan de geldigheidsvoorwaarden van de erkenning. Als er een overtreding of onregelmatigheid wordt geconstateerd, kan de erkenning worden opgeschort of ingetrokken.

De Regering bepaalt de voorwaarden en de maximumtermijnen waarbinnen de exploitant aan de eisen moet voldoen, op straffe van intrekking of opschorting van de erkenning. § 4. De exploitant moet tijdens elke procedure ter verificatie van de erkenningsvoorwaarden en tijdens elk verzoek met de administratie samenwerken, op straffe van opschorting of intrekking van zijn erkenning. § 5 De erkenning kan om de in paragraaf 2 genoemde redenen bij beslissing van de Regering worden ingetrokken of opgeschort volgens de door haar vastgestelde procedure.

Art. 10.De exploitant moet de Administratie op de hoogte brengen van elke verandering in zijn situatie en die van het elektronische platform dat hij beheert sinds de indiening van de erkenningsaanvraag en tijdens de volledige geldigheidsduur van de erkenning. De Regering bepaalt de wijze waarop de exploitant de Administratie informeert.

TITEL IV. - Taxidiensten HOOFDSTUK 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 11.De voorwaarden voor de uitbating van een taxidienst worden vastgelegd door de raad, binnen de perken bepaald door de Regering.

Onder de voorwaarden van de raad wordt de exploitatievergunning afgegeven door het College.

De raad legt het geldend tarief vast binnen de perken bepaald door de Regering. Als de vergunningsvoorwaarden niet een welbepaald tarief opleggen, legt het college het tarief op op voorstel van de uitbater.

Art. 12.§ 1. Om een taxidienst te exploiteren, moeten alle exploitanten eerst een exploitatievergunning krijgen. § 2 Als de exploitant een interregionaal traject maakt, heeft hij voor elk voertuig een exploitatievergunning die is afgegeven door de gemeente van het vertrekpunt van de ophaling of het aankomstpunt van de rit overeenkomstig hoofdstuk 2 of een ander soortgelijk document dat geldig is afgegeven door een overheidsinstantie.

Behalve in de gevallen voorzien in een samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 92bis, § 2, c), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, mag tijdens een rit die op het grondgebied van het Waals Gewest wordt uitgevoerd door een taxidienst erkend in een ander Gewest, geen enkele persoon op het grondgebied van het Waals Gewest op het voertuig stappen, tenzij de rit werd besteld en aanvaard vóór het binnenrijden van het grondgebied van het Gewest. § 3 Als de exploitant een intraregionaal traject maakt, moet hij voor elk voertuig een exploitatievergunning hebben die is afgegeven door de gemeente van de opstapplaats of het punt van aankomst van de rit.

In afwijking van lid 1 mag de exploitant, indien de rit werd besteld en aanvaard voordat het grondgebied van de gemeente van de opstapplaats werd betreden, houder zijn van een door een andere gemeente afgegeven exploitatievergunning.

Art. 13.§ 1. Het voertuig met vergunning wordt toegewezen aan een standplaatstaxidienst of een straattaxidienst.

Een exploitant die gebruik maakt van een voertuig dat is uitgerust met een taxameter, of een ander door de overheid goedgekeurd apparaat dat dezelfde functies vervult, dient dat voertuig uitsluitend in te zetten voor de standplaatstaxidienst.

De overheid specificeert de voorwaarden voor het boeken van de rit. § 2. Een exploitant die uitsluitend gebruik maakt van een elektronische bemiddelingsdienst die is erkend op basis van de bepalingen van titel III, wijst zijn voertuig uitsluitend toe aan een straattaxidienst.

De Regering specificeert de voorwaarden voor erkenning van het in paragraaf 1, tweede alinea, bedoelde alternatieve systeem voor de taxameter.

Art. 14.§ 1. De gemeente geeft exploitatievergunningen af om aan te tonen dat de dienst in het algemeen belang is. § 2. Het maximum aantal licenties dat per gemeente kan worden uitgegeven, wordt bepaald door de Regering. § 3. Dit aantal wordt jaarlijks herzien door de in artikel 3 bedoelde Commissie.

Elke vergunning die wordt afgegeven boven de in paragraaf 2 bedoelde limiet wordt door de Regering geannuleerd overeenkomstig artikel 19, § 3. § 4. Bij wijze van uitzondering kan een vergunning worden afgegeven boven de in paragraaf 2 bedoelde limiet, overeenkomstig de door de Regering vastgestelde regels.

Art. 15.Elke exploitant die van het College toestemming heeft gekregen om een taxistandplaats te exploiteren, mag zijn voertuigen innemen: a) een onbezette parkeerplaats voor taxi's op de openbare weg van de gemeente die de vergunning heeft afgegeven, of;b) elke niet op de openbare weg gelegen standplaatsen waarvan de uitbater eigenaar is of waarvan hij het genot heeft.c) elke andere voor het publiek toegankelijke plaats op het grondgebied van de gemeente die de vergunning heeft afgegeven, mits de wegbeheerder hiermee instemt. Het aantal voertuigen dat aanwezig is op een bepaalde standplaats op de openbare weg mag in geen geval het aantal voorziene standplaatsen overschrijden.

Art. 16.Straattaxi's parkeren niet op gereserveerde plaatsen met het bordje "taxi".

Bestuurders van dienstdoende straattaxi's mogen hun voertuig niet parkeren of heen en weer rijden binnen honderd meter van een parkeerplaats die is voorbehouden aan taxi's, behalve in het kader van een bestelde rit.

Art. 17.De regering bepaalt de prijsbepalingen van taxidiensten.DL-75 De overheid bepaalt de tarieven voor taxidiensten. HOOFDSTUK 2. - Exploitatievergunningen Afdeling 1. - Aanvraag voor een exploitatievergunning

Art. 18.De aanvrager dient een aanvraag voor een exploitatievergunning in bij het betreffende college van de gemeente.

Als de exploitant een rechtspersoon is, wordt de aanvraag ingediend door de vervoersbeheerder.

De Regering bepaalt de procedure voor het indienen en behandelen van aanvragen voor exploitatievergunningen, de vorm waarin ze moeten worden ingediend en de informatie en bijlagen die ze moeten bevatten.

Art. 19.§ 1. Het college of zijn afgevaardigde verlenen de exploitatievergunning.

De gemeente kan, binnen de door de Regering vastgestelde grenzen, aanvullende voorwaarden vaststellen voor de afgifte van een exploitatievergunning. § 2 De gemeente stuurt een kopie van de exploitatievergunning naar de Regering, op de manier die zij bepaalt. § 3 De Regering kan de akte tot toekenning van de exploitatievergunning geheel of gedeeltelijk vernietigen indien de gemeente de bepalingen van dit decreet, in het bijzonder artikel 14, de uitvoeringsbesluiten ervan of andere relevante reglementeringen niet heeft nageleefd.

De annuleringsprocedure wordt vastgesteld door de Regering.

Art. 20.De exploitatievergunning bevat de volgende informatie: 1° informatie waarmee het voertuig kan worden geïdentificeerd; 2° de gemeente van exploitatie;3° het soort taxidienst;4° de duur van de exploitatievergunning;5° de identiteit van de exploitant. De Regering kan deze elementen specificeren en aanvullen.

Art. 21.Het College of zijn afgevaardigde weigert de afgifte van de exploitatievergunning onder de volgende voorwaarden aan de kandidaat-exploitant of aan de exploitant, overeenkomstig de door de Regering vastgestelde procedures : 1° hij heeft geen toegang (meer) tot het beroep bedoeld in artikel 4;2° hij neemt dit decreet of de besluiten genomen ter uitvoering ervan niet in acht;3° hij neemt de wetgeving geldend in het kader van zijn beroepsactiviteit niet in acht.4° het niet in overeenstemming zijn met de geldende gemeentelijke reglementering inzake taxidiensten;5° hij blijft in gebreke bij de betaling van de geldboetes opgelegd door de ambtenaar van de administratieve instantie op basis van de artikelen 74 tot 77 na een termijn van veertig werkdagen volgend op een ingebrekestelling door de gemeente.6° het voertuig voldoet niet aan de voorwaarden bepaald bij dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan. Het College brengt de kandidaat-exploitant of de exploitant binnen vijf werkdagen op passende wijze op de hoogte van het besluit om de afgifte van een exploitatievergunning te weigeren.

Indien het College geen beslissing neemt binnen zestig werkdagen na de datum van bevestiging van ontvangst van het verzoek, wordt het besluit geacht negatief te zijn. Afdeling 2. - De duur van de exploitatievergunning;

Art. 22.De duur van de exploitatievergunning wordt vastgesteld op basis van de toegestane leeftijdsgrens van het voertuig, zoals bepaald door de Regering.

In afwijking van lid 1 en binnen de door de Regering gestelde grenzen kan de vergunning voor een kortere duur worden verleend indien bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard, die in de exploitatievergunning worden vermeld, zulks rechtvaardigen.

Art. 23.Wanneer de exploitatievergunning vervalt, krijgt de exploitant voorrang bij het verkrijgen van een nieuwe vergunning voor dezelfde dienst, op voorwaarde dat : 1° hij zijn aanvraag tot hernieuwing uiterlijk binnen de veertig werkdagen na het verstrijken van de exploitatievergunning indient;2° hij niet het voorwerp uitmaakt van een van de weigeringsgronden bedoeld in artikel 21. Verlengingsaanvragen moeten worden ingediend volgens de procedures in afdeling 1.

Als er geen prioriteit is, worden de vergunningsaanvragen behandeld in de volgorde waarin ze zijn ingeschreven op een wachtlijst die door de gemeente is opgesteld, volgens de procedures die door de Regering zijn vastgelegd. Afdeling 3. - Aanvraag voor een vergunning voor een reservevoertuig

Art. 24.§ 1. Binnen de door de Regering vastgestelde limieten kan de exploitant een vergunning krijgen om een reservevoertuig dat hij bezit of langdurig tot zijn beschikking heeft, te gebruiken. § 2. Het reservevoertuig wordt uitsluitend gebruikt als een voertuig met een vergunning niet beschikbaar is om de dienst te verlenen waarvoor het voertuig dat het vervangt, is toegewezen en voor de duur van deze onbeschikbaarheid. § 3. De Regering bepaalt de procedure voor het indienen en behandelen van het verzoek, de vorm van het verzoek en de inhoud ervan, evenals de eisen waaraan het reservevoertuig moet voldoen.

Het is ten minste uitgerust om een standplaatstaxidienst of een straattaxidienst te verzorgen waaraan het voertuig dat het vervangt, is toegewezen. § 4 De duur van de vergunning wordt vastgesteld in overeenstemming met artikel 22, lid 1. Afdeling 4. - Aanvraag voor een tijdelijke vergunning

Art. 25.§ 1. Een exploitant wiens voertuig met vergunning tijdelijk niet beschikbaar is door immobilisatie, bijvoorbeeld ten gevolge van een ongeval, mechanisch defect, diefstal of technisch onderhoud, kan met toestemming van het College zijn dienst uitvoeren met een vervangvoertuig.

In afwijking van artikel 1, 9°, mag de exploitant het vervangingsvoertuig niet bezitten of op lange termijn ter beschikking hebben.

Als het voertuig niet langer dan twee weken niet beschikbaar is, volstaat een eenvoudige elektronische verklaring aan het college of zijn afgevaardigde. § 2 De tijdelijke vergunning wordt enkel toegekend voor de duur van de onbeschikbaarheid van het voertuig waarvoor de vergunning is afgegeven, die een periode van zestig werkdagen niet mag overschrijden, en om de dienst te verlenen waaraan het voertuig is toegewezen. § 3. De Regering bepaalt de procedures voor het indienen en behandelen van het verzoek om tijdelijke vergunning en de verklaring, de vorm van het verzoek en de inhoud ervan, evenals de eisen waaraan het vervangingsvoertuig moet voldoen.

Het is ten minste uitgerust om een standplaatstaxidienst of een straattaxidienst te verzorgen waaraan het voertuig dat het vervangt, is toegewezen. Afdeling 5. - Het beginsel van niet-overdraagbaarheid van de

exploitatievergunning

Art. 26.§ 1. De exploitatievergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar. § 2 In afwijking van paragraaf 1, behoudens toestemming van het College en goedkeuring door de Regering : 1° bij overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de exploitant kunnen de echtgeno(o)t(e), de wettelijk samenwonende partner, de ouders of bloedverwanten tot en met de tweede graad onder dezelfde voorwaarden één of meer van zijn exploitatievergunningen aan hen laten overdragen, indien zij houder zijn van een certificaat van toegang tot het beroep en voldoen aan de verplichtingen die krachtens dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan aan de exploitant worden opgelegd;2° de exploitant die een natuurlijke persoon is, kan één of meer vergunningen overdragen aan een door hem opgerichte rechtspersoon, onder de volgende voorwaarden : a) hij is geen minderheidsaandeelhouder in deze rechtspersoon;b) hij wordt gedurende ten minste drie jaar de vervoersmanager van deze rechtspersoon;c) de rechtspersoon voldoet aan de verplichtingen die zijn vastgelegd in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan;3° een exploitant die, na ten minste tien opeenvolgende jaren taxidienst te hebben geëxploiteerd, de exploitatie van de taxidienst volledig stopzet, kan een of meer bijbehorende vergunningen afstaan. Voor de toepassing van 1° kan de overnemer bij het einde van elke vergunning een nieuwe aanvraag voor een exploitatievergunning indienen overeenkomstig paragraaf 1.

Als de in 2°, b), bedoelde termijn van drie jaar niet wordt nageleefd, vervalt de opdracht, behalve in geval van overlijden of blijvende ongeschiktheid van de natuurlijke persoon.

Voor de toepassing van 3° moet de verkrijger houder zijn van een bewijs van toegang tot het beroep. 3° is niet van toepassing wanneer het verzoek tot overdracht deel uitmaakt van een door een rechtbank bevolen gerechtelijke reorganisatie of een faillissementsprocedure. De overdrager mag gedurende een periode van tien jaar na de overdracht geen nieuwe aanvragen voor exploitatievergunningen indienen, noch in eigen naam, noch in zijn hoedanigheid van vervoersbeheerder, bij de gemeente die hem de overgedragen vergunningen heeft verleend. § 3 De Regering stelt de procedure vast voor het indienen en behandelen van het verzoek tot overdracht van een exploitatievergunning, alsmede de vorm en inhoud van het verzoek.

Art. 27.De exploitatievergunning en het voertuig dat wordt gebruikt als onderdeel van een taxidienst worden niet geleased in welke vorm dan ook.

In afwijking van lid 1 mag het voertuig alleen worden verhuurd aan een andere exploitant wiens voertuig met vergunning tijdelijk niet beschikbaar is overeenkomstig artikel 25. Afdeling 6. - Beroep

Art. 28.Tegen de beslissing om de afgifte van een exploitatievergunning te weigeren, kan de aanvrager beroep aantekenen bij de Regering.

Het in lid 1 bedoelde beroep moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, worden ingesteld binnen vijftien werkdagen na de kennisgeving van de in artikel 21, lid 2, bedoelde afwijzingsbeslissing, of binnen vijftien werkdagen na het verstrijken van de in artikel 21, lid 3, bedoelde termijn van zestig werkdagen, overeenkomstig de door de Regering vastgestelde procedures.

De Regering neemt een beslissing binnen zestig werkdagen na ontvangst van het beroep. Afdeling 7. - Schorsing en intrekking

Art. 29.§ 1. Bij beslissing van het College wordt de exploitatievergunning ingetrokken of geschorst in de volgende gevallen : 1° om een van de redenen vermeld in artikel 21;2° als blijkt dat het voertuig niet verzekerd is overeenkomstig de reglementering betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen;3° als het voertuig niet voldoet aan de voorschriften van de technische controle omdat de wettelijke termijn is overschreden of als het voertuig een rood keuringsbewijs heeft gekregen en van de weg is verbannen, overeenkomstig de reglementering betreffende de technische voorschriften voor motorvoertuigen en hun aanhangwagens, hun onderdelen en veiligheidstoebehoren. De regering bepaalt de intrekkings- en schorsingsprocedure. § 2 De exploitant kan bij de Regering in beroep gaan tegen het besluit tot intrekking of opschorting.

Het beroep heeft schorsende werking en moet op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen vijftien werkdagen na kennisgeving van de beslissing worden ingesteld volgens de door de regering vastgestelde procedures.

De Regering neemt een beslissing binnen zestig werkdagen na ontvangst van het beroep. Afdeling 8. - Betaling van de vergunning

Art. 30.Voor de vergunning kan een jaarlijkse vergoeding worden gevraagd die door de exploitant aan de desbetreffende gemeente moet worden betaald. Dit jaarlijkse bedrag wordt verminderd in verhouding tot het aantal dagen dat resteert tussen het begin van de activiteiten en het einde van het jaar.

Het bedrag dat wordt vastgesteld door de betreffende lokale overheid is hetzelfde voor alle taxidiensten.

Het bedrag is vastgesteld op maximaal vijfhonderd euro per vergunning.

De schorsing of intrekking van een vergunning of het uit het verkeer nemen van een voertuig om welke reden dan ook, geeft geen aanleiding tot terugbetaling van bovengenoemd bedrag.

Het indienen van een klacht betekent niet dat het bovengenoemde bedrag niet wordt geïnd. HOOFDSTUK 3. - Exploitatievoorwaarden

Art. 31.De exploitatievoorwaarden met betrekking tot exploitanten, bestuurders, voertuigen en gebruikers worden vastgesteld door de Regering, binnen de grenzen van dit decreet.

Als de exploitatievergunning wordt afgegeven aan een rechtspersoon, wordt aan de voorwaarden die worden opgelegd aan de natuurlijke persoon voldaan door de vervoersbeheerder.

Art. 32.Exploitanten zorgen ervoor dat de exploitatievoorwaarden met betrekking tot bestuurders en voertuigen worden nageleefd.

Art. 33.§ 1. De bestuurder is in het bezit van een getuigschrift van vakbekwaamheid dat wordt afgegeven door het college of zijn afgevaardigde, waarvan de voorwaarden, de toekenningsprocedures, de vorm en de bijzonderheden door de Regering worden vastgesteld op basis van de door haar bepaalde eisen inzake goed gedrag en beroepskwalificaties. § 2. Het getuigschrift van vakbekwaamheid wordt elk jaar opnieuw gevalideerd, onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden.

Het opnieuw valideren van het getuigschrift van vakbekwaamheid van de bestuurder wordt geweigerd onder de volgende voorwaarden: 1° hij voldoet niet langer aan de voorwaarden van goed gedrag en beroepskwalificatie;2° hij neemt dit decreet of de besluiten genomen ter uitvoering ervan niet in acht;3° hij is niet in overeenstemming met de geldende gemeentelijke reglementering inzake taxidiensten;4° hij blijft in gebreke bij de betaling van de geldboetes opgelegd door de ambtenaar van de administratieve instantie op basis van de artikelen 74 tot 77 na een termijn van veertig werkdagen volgend op een ingebrekestelling door de gemeente. De regering stelt de procedure vast voor het opnieuw valideren en het weigeren van het getuigschrift van vakbekwaamheid. § 3 Als een bestuurder die houder is van een getuigschrift van vakbekwaamheid niet langer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, 1°, vervalt het getuigschrift automatisch. § 4. Bij beslissing van het college kan het getuigschrift van vakbekwaamheid worden ingetrokken of opgeschort om de in paragraaf 2 genoemde redenen De regering bepaalt de intrekkings- en schorsingsprocedure. § 5. Tegen de beslissing om een getuigschrift niet te verlengen, in te trekken of op te schorten kan de bestuurder beroep aantekenen bij de Regering.

Het beroep heeft schorsende werking en moet op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen vijftien werkdagen na kennisgeving van de beslissing worden ingesteld volgens de door de regering vastgestelde procedures.

De Regering neemt een beslissing binnen zestig werkdagen na ontvangst van het beroep.

Art. 34.Standplaatstaxichauffeurs en straattaxichauffeurs mogen, als ze daarvoor toestemming hebben van de exploitant, het voertuig voor privédoeleinden gebruiken als ze geen dienst hebben. De bewijslast voor dit privégebruik ligt bij de bestuurders.

Het voertuig dat voor privédoeleinden wordt gebruikt, mag geen uiterlijke tekenen dragen waaruit blijkt dat het om een standplaatstaxidienst en straattaxidienst gaat.

In de in lid 1 bedoelde omstandigheden moet de bestuurder de woorden "voor privégebruik" rechtsvoor op de voorruit aanbrengen, waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld.

De Regering bepaalt de voorwaarden voor het gebruik van het voertuig voor privédoeleinden

Art. 35.Aan boord van het voertuig hangt een identificatiekaart die zichtbaar is voor de persoon die de verplaatsing maakt en waarop de identiteit van de bestuurder vermeld staat, evenals de gegevens met betrekking tot het voertuig, in overeenstemming met de procedures die door de Regering zijn vastgelegd.

Het voertuig is uitgerust met een elektronisch betaalsysteem en een systeem voor het uitgeven van een vervoersbewijs aan mensen die een verplaatsing hebben gemaakt.

Art. 36.Het voertuig is uitgerust met een onderscheidingsteken waarvan de vorm door de Regering wordt bepaald, afhankelijk van het feit of het voertuig is toegewezen aan een standplaatstaxidienst of een straattaxidienst.

Het voertuig dat is toegewezen aan een straattaxidienst is niet voorzien van een extern teken dat kenmerkend is voor of herinnert aan het voertuig dat is toegewezen aan de exploitatie van een standplaatstaxidienst, zoals een taxameter, waarschuwingslicht of -bord.

Art. 37.De gemeenten kunnen bij reglement bijzondere voorwaarden vaststellen naast de algemene exploitatievoorwaarden bepaald bij en krachtens dit hoofdstuk.

De gemeenten laten de in lid 1 bedoelde reglementen en de daarin aangebrachte wijzigingen goedkeuren door de Regering onder de voorwaarden die zij bepaalt.

De Regering bepaalt de goedkeuringsprocedure.

TITEL V. - Vervoerdiensten met een bijzonder doel HOOFDSTUK 1. - Bijzondere doeleinden

Art. 38.§ 1. Binnen de door de Regering toegestane grenzen kiest de exploitant een of meer doelen voor elk van de voertuigen die hij in het kader van de dienst voor speciaal vervoer in het verkeer brengt. § 2 Een bijzonder doel wordt gedefinieerd in termen van specifieke categorieën van bestemmingen of specifieke begunstigden.

De volgende categorieën van bestemmingen of personen in het bijzonder vormen een bijzonder doel: 1° vervoer voor ceremonies;2° vervoer voor evenementen;3° vervoer van en naar de luchthaven; 4° vervoer naar bedrijven;5° vervoer voor schoolactiviteiten 6° vervoer van personen met beperkte beweeglijkheid: 7° openbaar vervoer als aanvulling op het gewone openbaar personenvervoer;8° het vervoer van personen die geen toezicht nodig hebben van of naar een ziekenhuis, een bejaardentehuis, een zorginstelling of een zorgverlener;9° het vervoeren van hotelgasten;10° het vervoer met een duur van ten minste 3 uur of in het kader van een overeenkomst voor een dienstenpakket dat over een periode van ten minste zeven opeenvolgende dagen wordt verstrekt. De regering kan voorzien in andere speciale doeleinden.

De Regering kan de specifieke methoden van uitoefening voor bepaalde speciale doeleinden bepalen. § 3 De keuze van bijzondere doeleinden, hun wijziging of de toevoeging van een nieuw bijzonder doel door de exploitant worden toegestaan door de Regering volgens de criteria die zij vaststelt.

Art. 39.Het voertuig wordt alleen vrij geparkeerd en bestuurd op de openbare weg of op een privéweg die toegankelijk is voor het publiek wanneer het in gebruik is en een opdracht uitvoert die een speciaal doel aangeeft.

De Regering bepaalt de regels met betrekking tot het parkeren en bepaalt de voorwaarden van de opdracht en de informatie die in het contract moet worden opgenomen.

Als het voertuig niet in gebruik is, wordt het uitsluitend geparkeerd op een parkeerplaats buiten de openbare weg die eigendom is van of wordt gebruikt door de exploitant.

Art. 40.Voor bijzonder vervoer kunnen door de Regering vastgestelde tariefregelingen gelden.

De Regering kan voorzien in subsidies voor bepaalde speciale doeleinden.

Art. 41.Voor elk voertuig dat de exploitant in het kader van een intraregionaal traject in het verkeer wil brengen, beschikt de exploitant over een door de Regering overeenkomstig hoofdstuk 2 van deze titel afgegeven vergunning voor de exploitatie van een vervoersdienst met een bijzonder doel.

Als de exploitant een interregionaal traject maakt, moet hij voor elk voertuig een vergunning hebben om een speciale vervoersdienst te exploiteren die is afgegeven door de Regering of een ander soortgelijk document dat geldig is afgegeven door een overheidsinstantie.

Behalve in de gevallen voorzien in een samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 92bis, § 2, c), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, mag tijdens een rit die op het grondgebied van het Waals Gewest wordt uitgevoerd door een vervoersdienst met een bijzonder doel erkend in een ander Gewest, geen enkele persoon op het grondgebied van het Waals Gewest op het voertuig stappen, tenzij de rit werd besteld. HOOFDSTUK 2. - Exploitatietoestemming Afdeling 1. - Aanvraag voor een exploitatietoestemming

Art. 42.De exploitant moet elke aanvraag voor een exploitatietoestemming indienen bij de Regering.

Als de exploitant een rechtspersoon is, wordt de aanvraag ingediend door de vervoersbeheerder.

De Regering bepaalt de procedure voor het indienen en behandelen van aanvragen voor exploitatietoestemmingen, de vorm waarin ze moeten worden ingediend en de informatie en bijlagen die ze moeten bevatten.

Art. 43.De Regering geeft de exploitatietoestemming af op basis van voorwaarden die zij bepaalt, binnen de grenzen van dit decreet.

Art. 44.De exploitatietoestemming bevat de volgende informatie: 1° informatie waarmee het voertuig kan worden geïdentificeerd;2° het (de) bijzondere doeleinde(n) voor de bestemming van het voertuig;3° de duur van de toestemming;4° de identiteit van de exploitant. De Regering kan deze elementen specificeren en aanvullen.

Art. 45.§ 1. De exploitatietoestemming wordt geweigerd aan de kandidaat-exploitant of exploitant onder de volgende voorwaarden: 1° hij heeft geen toegang (meer) tot het beroep;2° hij neemt dit decreet of de besluiten genomen ter uitvoering ervan niet in acht;3° hij neemt de wetgeving geldend in het kader van zijn beroepsactiviteit niet in acht;4° hij blijft in gebreke bij de betaling van de geldboetes opgelegd door de ambtenaar van de administratieve instantie op basis van de artikelen 74 tot 77 na een termijn van veertig werkdagen volgend op een ingebrekestelling door de Administratie. § 2. De exploitatietoestemming wordt geweigerd voor elk voertuig dat niet voldoet aan de voorwaarden opgelegd door dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan.

De Regering legt de procedure vast voor een beslissing om een exploitatietoestemming te weigeren. Afdeling 2. - Duur van de exploitatietoestemming

Art. 46.De duur van de exploitatietoestemming wordt vastgesteld op basis van de toegestane leeftijdsgrens van het voertuig, zoals bepaald door de Regering.

De Regering kan deze elementen specificeren en aanvullen.

In afwijking van lid 1 en binnen de door de Regering gestelde grenzen kan de toestemming voor een kortere duur worden verleend indien bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard, die in de exploitatietoestemming worden vermeld, zulks rechtvaardigen. Afdeling 3. - Aanvraag voor een tijdelijke toestemming

Art. 47.§ 1. Een exploitant wiens voertuig met toestemming tijdelijk niet beschikbaar is door immobilisatie, bijvoorbeeld ten gevolge van een ongeval, mechanisch defect, diefstal of technisch onderhoud, kan met toestemming van de Regering zijn dienst uitvoeren met een vervangvoertuig.

In afwijking van artikel 1, 9°, mag de exploitant het vervangingsvoertuig niet bezitten of op lange termijn ter beschikking hebben.

Als het voertuig niet langer dan twee weken niet beschikbaar is, volstaat een eenvoudige verklaring. § 2 De tijdelijke toestemming wordt enkel toegekend voor de duur van de onbeschikbaarheid van het voertuig waarvoor de toestemming is afgegeven, die een periode van zestig werkdagen niet mag overschrijden, en om het(de) doeleinde(n) te verlenen waaraan het voertuig is toegewezen. § 3. De Regering bepaalt de procedures voor het indienen en behandelen van het verzoek om tijdelijke toestemming en de verklaring, de vorm van het verzoek en de inhoud ervan, evenals de eisen waaraan het vervangingsvoertuig moet voldoen. Afdeling 4. - Het beginsel van niet-overdraagbaarheid van de

exploitatietoestemming

Art. 48.De exploitatietoestemming van het voertuig is persoonlijk, ondeelbaar en onoverdraagbaar.

Art. 49.De exploitatietoestemming en het voertuig dat wordt gebruikt als onderdeel van een vervoersdienst met een bijzonder doel worden niet geleased in welke vorm dan ook.

In afwijking van lid 1 mag het voertuig alleen worden verhuurd aan een andere exploitant wiens voertuig met toestemming tijdelijk niet beschikbaar is overeenkomstig artikel 47. Afdeling 5 - Schorsing en intrekking

Art. 50.Bij besluit van de regering wordt de exploitatietoestemming ingetrokken onder de volgende voorwaarden: 1° om een van de redenen bedoeld in artikel 45, § § 1 en 2, eerste lid;2° als blijkt dat het voertuig niet verzekerd is overeenkomstig de reglementering betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen;3° als het voertuig niet voldoet aan de voorschriften van de technische controle omdat de wettelijke termijn is overschreden of als het voertuig een rood keuringsbewijs heeft gekregen en van de weg is verbannen, overeenkomstig de reglementering betreffende de technische voorschriften voor motorvoertuigen en hun aanhangwagens, hun onderdelen en veiligheidstoebehoren. De Regering bepaalt de intrekkingsprocedure.

Art. 51.Bij beslissing van de regering wordt de exploitatietoestemming geschorst onder de volgende voorwaarden: 1° om een van de redenen bedoeld in artikel 45, § § 1 en 2, eerste lid;2° als blijkt dat het voertuig niet verzekerd is overeenkomstig de reglementering betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen;3° als het voertuig niet voldoet aan de voorschriften van de technische controle omdat de wettelijke termijn is overschreden of als het voertuig een rood keuringsbewijs heeft gekregen en van de weg is verbannen, overeenkomstig de reglementering betreffende de technische voorschriften voor motorvoertuigen en hun aanhangwagens, hun onderdelen en veiligheidstoebehoren. De Regering bepaalt de schorsingsprocedure. HOOFDSTUK 3. - Exploitatievoorwaarden

Art. 52.De exploitatievoorwaarden met betrekking tot exploitanten, bestuurders, voertuigen en gebruikers worden vastgesteld door de Regering, binnen de grenzen van dit decreet.

Als de exploitatietoestemming wordt afgegeven aan een rechtspersoon, wordt aan de voorwaarden die worden opgelegd aan de natuurlijke persoon voldaan door de vervoersbeheerder.

Art. 53.Exploitanten zorgen ervoor dat de exploitatievoorwaarden met betrekking tot bestuurders en voertuigen worden nageleefd.

Art. 54.§ 1. De bestuurder is in het bezit van een getuigschrift van vakbekwaamheid dat wordt afgegeven door de Regering, waarvan de voorwaarden, de toekenningsprocedures, de vorm en de bijzonderheden door de Regering worden vastgesteld op basis van de door haar bepaalde eisen inzake goed gedrag en beroepskwalificaties. § 2. Het getuigschrift van vakbekwaamheid wordt elk jaar opnieuw gevalideerd, onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden.

Het opnieuw valideren van het getuigschrift van vakbekwaamheid van de bestuurder wordt geweigerd onder de volgende voorwaarden: 1° hij voldoet niet langer aan de voorwaarden van goed gedrag en beroepskwalificatie;2° hij neemt dit decreet of de besluiten genomen ter uitvoering ervan niet in acht;3° hij blijft in gebreke bij de betaling van de geldboetes opgelegd door de ambtenaar van de administratieve instantie op basis van de artikelen 74 tot 77 na een termijn van veertig werkdagen volgend op een ingebrekestelling door de Administratie. De regering stelt de procedure vast voor het opnieuw valideren en het weigeren van het bewijs van vakbekwaamheid. § 3 Als een bestuurder die houder is van een getuigschrift van vakbekwaamheid niet langer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het paragraaf 2, 1°, vervalt het getuigschrift automatisch. § 4. Bij beslissing van de Regering wordt het getuigschrift van vakbekwaamheid ingetrokken of opgeschort om de in paragraaf 2, tweede lid, vermelde redenen.

De Regering bepaalt de intrekkings- en schorsingsprocedure.

Art. 55.Bestuurders van voertuigen die zijn toegewezen aan een vervoersdienst met een bijzonder doel mogen, als ze daarvoor toestemming hebben van de exploitant, het voertuig voor privédoeleinden gebruiken als ze geen dienst hebben. De bewijslast voor dit privégebruik ligt bij de bestuurders.

Het voertuig dat voor privédoeleinden wordt gebruikt, mag geen uiterlijke tekenen dragen die wijzen op vervoerdiensten met een bijzonder doel.

In de in lid 1 bedoelde omstandigheden moet de bestuurder de woorden "voor privégebruik" rechtsvoor op de voorruit aanbrengen, waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld.

De Regering bepaalt de voorwaarden voor het gebruik van het voertuig voor privédoeleinden Andere bijzondere doeleinden vereisen het gebruik van een ritblad, waarvan de details worden vastgesteld door de Regering.

Art. 56.§ 1. Aan boord van het voertuig hangt een identificatiekaart die zichtbaar is voor de persoon die de verplaatsing maakt en waarop de identiteit van de bestuurder vermeld staat, evenals de gegevens met betrekking tot de voertuigen, in overeenstemming met de procedures die door de Regering zijn vastgelegd.

De Regering kan bepaalde bijzondere doeleinden vrijstellen van deze verplichting. § 2 Een kopie van de in artikel 39, eerste lid, bedoelde opdracht, waaruit het in artikel 38 bedoelde bijzonder doel blijkt, bevindt zich aan boord van het voertuig.

De Regering zal de voorwaarden van dit document specificeren. § 3. Voor de bijzondere doeleinden aangewezen door de Regering, is het voertuig uitgerust met een elektronisch betaalsysteem en een systeem voor het uitgeven van een vervoersbewijs aan mensen die een verplaatsing hebben gemaakt.

Art. 57.Alle voertuigen zijn uitgerust met een onderscheidingsteken, waarvan de vorm wordt bepaald door de overheid.

Het voertuig is niet voorzien van enig extern of intern teken dat voertuigen identificeert of herinnert aan de exploitatie van een standplaatstaxidienst, zoals een taxameter, waarschuwingslicht of -markering, of aan de exploitatie van een straattaxidienst.

TITEL VI. - Bepalingen met betrekking tot vervoerdiensten met een bijzonder doel HOOFDSTUK 1. - Vervoerskosten

Art. 58.De Regering bepaalt de kosten van de vergoeding en hoe deze betaald moet worden.

De Regering kan de voorwaarden vaststellen voor de subsidiëring van vervoerdiensten met een bijzonder doel. HOOFDSTUK 2. - Erkenning en verklaring

Art. 59.Om in het Waalse Gewest actief te mogen zijn, moet de Instelling aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze wordt erkend door de Regering overeenkomstig de voorwaarden die ze bepaalt 2° zij dient een verklaring van activiteit in bij de Regering. De Regering zal bepalen welke instellingen automatisch worden erkend. § 3. De Regering stelt de procedure vast voor de indiening en behandeling van de erkenningsaanvraag en de verklaring en bepaalt de vorm en inhoud ervan.

Art. 60.De erkenning moet de volgende informatie bevatten: 1° het nagestreefde sociale doel;2° de toegepaste tariefvoorwaarden;3° de vervaldatum; 4° de identiteit van de Instelling. De Regering zal deze elementen specificeren en aanvullen en de vorm van erkenning bepalen.

Art. 61.§ 1. De erkenning en verklaring zijn drie jaar geldig en kunnen worden verlengd.

De Regering stelt de voorwaarden en de procedure vast voor de indiening en het onderzoek van aanvragen tot verlenging van erkenningen en verklaringen. § 2 Verlenging wordt geweigerd aan de Instelling onder de volgende voorwaarden : 1° ze voldoet niet meer aan de voorwaarden verbonden aan de vervoersdienst met een bijzonder doel, zoals die met betrekking tot het afleveren van een erkenning;2° hij neemt de bepalingen van dit decreet, de besluiten genomen ter uitvoering ervan niet in acht;3° hij neemt de wetgeving geldend in het kader van zijn activiteit niet in acht;4° hij blijft in gebreke bij de betaling van de geldboetes opgelegd door de ambtenaar van de administratieve instantie op basis van de artikelen 74 tot 77 na een termijn van veertig werkdagen volgend op een ingebrekestelling door de Administratie. § 3 De Administratie kan te allen tijde controleren of de voorwaarden voor de geldigheid van de erkenning en de voorwaarden van de verklaring zijn nageleefd.

De regering bepaalt de maximumtermijnen waarbinnen de Instelling orde op zaken moet stellen.

Als er een overtreding of onregelmatigheid wordt geconstateerd, kan de erkenning worden opgeschort of ingetrokken. § 4. De Instelling moet tijdens elke procedure ter verificatie van de erkenningsvoorwaarden en tijdens elk verzoek met de administratie samenwerken, op straffe van opschorting of intrekking van zijn erkenningen.

Art. 62.De Instelling stelt de Administratie in kennis van elke verandering in haar situatie sinds de indiening van haar aanvraag om erkenning of verklaring en gedurende de gehele geldigheidsduur daarvan.

Deze elementen worden gespecificeerd door de Regering.

Art. 63.De erkenning kan om de in artikel 61, § 2, genoemde redenen bij beslissing van de Regering worden ingetrokken of opgeschort volgens de door haar vastgestelde procedure. HOOFDSTUK 3. - Uitvoeringsvoorwaarden van de prestaties

Art. 64.De uitvoeringsvoorwaarden van de prestaties met betrekking tot Instellingen, bestuurders, voertuigen en gebruikers worden vastgesteld door de Regering, binnen de grenzen van dit decreet.

Art. 65.De Instelling zorgt ervoor dat de voorwaarden waaronder de diensten worden uitgevoerd met betrekking tot chauffeurs en voertuigen worden nageleefd.

Art. 66.De vervoerdiensten met een bijzonder doel gebruiken een ritblad, waarvan de details worden vastgesteld door de Regering.

TITEL VII. - Gemengd gebruik

Art. 67.De exploitant kan een voertuig met een taxivergunning gebruiken voor de exploitatie van een vervoersdienst met bijzonder doel mits de Regering hiervoor toestemming geeft en de relevante voorwaarden worden nageleefd, en omgekeerd.

Art. 68.In afwijking van artikel 57, lid 2, mag een voertuig dat wordt gebruikt als onderdeel van een standplaatstaxidienst en dat ook wordt gebruikt om een vervoersdienst met bijzonder doel te exploiteren, een taxameter en de onderscheidingstekens binnenin behouden.

TITEL VIII. - Klachten en sancties HOOFDSTUK 1. - Klachten

Art. 69.De Regering zet een klachtenbehandelingsdienst op die rechtstreeks toegankelijk is voor klanten en legt de procedures hiervoor vast.

Elke klachtindiener kan : 1° een beroep doen op de exploitant of de Instelling van de diensten bedoeld in artikel 1;2° of contact opnemen met de dienst bedoeld in het eerste lid.

Art. 70.Informatie over de klachtenbehandelingsdienst die wordt georganiseerd door de Regering en, indien van toepassing, door de exploitant of de Instelling, wordt in elk voertuig aangebracht overeenkomstig de door de Regering vastgestelde voorschriften. HOOFDSTUK 2. - Sancties Afdeling 1. - Vaststelling van de inbreuken

Art. 71.Politieagenten of -ambtenaren en bestuursinspecteurs in de zin van artikel 1 van het decreet van 4 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/1999 pub. 16/02/1999 numac 1999027089 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Decreet houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest sluiten houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest zijn gemachtigd om overtredingen vast te stellen die zijn begaan overeenkomstig dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. Afdeling 2. - Strafrechtelijke sancties

Art. 72.§ 1. Wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en een geldboete van honderd euro tot tienduizend euro of met slechts één van deze straffen : 1° een exploitant die een voertuig in het verkeer brengt dat niet beschikt over een exploitatievergunning of een exploitatietoestemming;2° elke persoon die een van de diensten bedoeld in artikel 1, 1° en 4°, blijkt te verstrekken zonder over een vergunning of toestemming te beschikken om dat soort diensten te verstrekken;3° een exploitant die een elektronische bemiddelingsdienst opzet en beheert zonder een erkenning op basis van artikel 8 te hebben verkregen;4° een Instelling die een voertuig in het verkeer brengt zonder te zijn erkend of zonder aangifte te hebben gedaan van haar activiteit als vervoersdienst met een maatschappelijk doel. § 2 Een boete van vijftig euro tot drieduizend euro wordt opgelegd aan 1° eenieder die een voertuig bestuurt zonder in het bezit te zijn van een getuigschrift van vakbekwaamheid als bedoeld in de artikelen 33 en 54;(2) een persoon die een taxidienst of een vervoersdienst voor bijzondere doeleinden exploiteert zonder : a) een verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen te hebben afgesloten;b) een verzekering te hebben afgesloten voor het bezoldigd vervoer van personen, waarvan de voorwaarden door de Regering zijn vastgesteld;3° degene die een vervoersdienst voor sociale doeleinden organiseert zonder een verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen te hebben afgesloten. § 3 De inbeslagneming van een voertuig dat wordt geëxploiteerd in het kader van een in artikel 1 bedoelde dienst, kan op instructie van de parketmagistraat worden bevolen in geval van verzuim : 1° van een exploitatievergunning, een exploitatietoestemming of toegang tot het beroep;2° van de verzekering bedoeld in het tweede lid, 2°;3° van het voertuig aan de voorschriften van de technische controle omdat de wettelijke termijn is overschreden of als het voertuig een rood keuringsbewijs heeft gekregen en van de weg is verbannen, overeenkomstig de reglementering betreffende de technische voorschriften voor motorvoertuigen en hun aanhangwagens, hun onderdelen en veiligheidstoebehoren. § 4. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de overtredingen bedoeld in de paragrafen 1 tot en met 3.

Art. 73.De rechter kan de inbeslagname bevelen van het voertuig waarmee de overtreding is begaan.

Als het voertuig aan een derde toebehoort, wordt de eigenaar vooraf gehoord om zijn of haar verdediging te voeren. Afdeling 3. - De administratieve sancties

Art. 74.Bij gebrek aan strafrechtelijke vervolging kan een administratieve sanctie worden opgelegd door de ambtenaar van de administratieve overheid die daartoe door de Regering is aangewezen.

Art. 75.§ 1. Er wordt een administratieve sanctie opgelegd voor elke inbreuk op dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan.

De ambtenaar die verantwoordelijk is voor het bestuursorgaan heeft de mogelijkheid om de opgelegde administratieve sanctie te individualiseren.

De Regering bepaalt het bedrag van de administratieve boetes, alsook de termijn en de betalingsvoorwaarden voor inbreuken op dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan, op basis van de mogelijke impact van de inbreuk op de uitgeoefende activiteit, op de kwaliteit van de dienstverlening en op de klanten.

Zij bedragen niet meer dan tweeduizend euro per overtreding. § 2 De overtreder wordt op de hoogte gebracht, volgens de door de Regering vastgelegde procedures, van de administratieve sanctie die hem kan worden opgelegd.

De overtreder wordt verzocht zijn opmerkingen in te dienen overeenkomstig de door de Regering vastgestelde procedure.

De Regering stelt de procedures vast voor de kennisgeving van de beslissing om een administratieve geldboete op te leggen. § 3 De procedures voor invordering van de boete, in het geval van niet-betaling binnen de door de Regering gestelde termijnen, worden bepaald door de Regering. § 4 Bij recidive binnen drie jaar na het opleggen van de boete wordt de boete verdubbeld.

Art. 76.De overtreder heeft het recht om in beroep te gaan tegen de beslissing om een administratieve boete op te leggen.

Op straffe van verval moet dit beroep binnen twintig werkdagen na kennisgeving van de beslissing worden ingediend bij de Politierechtbank.

Het beroep voor de politierechtbank is een voorziening met volle rechtsmacht. Het is opschortend. Tegen het vonnis van de rechtbank is geen hoger beroep mogelijk.

Art. 77.De ambtenaar van het bestuursorgaan kan het dispositief van zijn besluit meedelen aan de gemeentelijke autoriteiten binnen het kader van de bevoegdheden die hun door dit decreet zijn toegekend.

De details van deze transmissie worden bepaald door de Regering. Afdeling 4. - Inbeslagname van toestemmingsdocumenten

Art. 78.Politieagenten of -ambtenaren en bestuursinspecteurs in de zin van artikel 1 van het decreet van 4 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/1999 pub. 16/02/1999 numac 1999027089 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Decreet houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest sluiten houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest zijn gemachtigd om op elk ogenblik de exploitatievergunning of -toestemming in beslag te nemen wanneer zij het volgende vaststellen: 1° het niet verzekeren van het voertuig als bedoeld in artikel 72, § 2, 2°;2° het niet voldoen van het voertuig aan de eisen van de technische controle bedoeld in artikel 72, § 3, 3°. Deze documenten worden onmiddellijk overhandigd aan de Administratie.

De voorwaarden en de procedure voor het opslaan en terugzenden van deze documenten worden vastgesteld door de Regering.

TITEL IX. - Verwerking van persoonsgegevens

Art. 79.De Administratie creëert en beheert een centraal bestand met gegevens over exploitanten, vervoerbeheerders, chauffeurs, exploitanten van elektronische bemiddelingsplatforms en door de overheid erkende instellingen.

Dit bestand bevat de volgende informatie: 1° de volgende gegevens met betrekking tot de exploitant : a) Namen en voornamen en/of handelsnaam;b) het nationale rijksregisternummer en/of bedrijfsnummer;c) het adres van de bedrijfszetel en, indien van toepassing, van de vestiging(en);d) een telefoonnummer en e-mailadres van een contactpersoon;e) gegevens met betrekking tot de in artikel 4 bedoelde voorwaarden inzake goed gedrag, solvabiliteit en vakbekwaamheid;f) het sociaal statuut;g) de identiteit en sociaal statuut van de bestuurder(s) die het (de) voertuig(en) van de exploitant bestuurt (besturen);2° de volgende gegevens met betrekking tot de bestuurder: a) volledige naam, nationaal rijksregisternummer en woonadres;b) een telefoonnummer en e-mailadres van een contactpersoon;c) de gegevens inzake goed gedrag bedoeld in de artikelen 33 en 54;d) rijbewijsnummer;e) de geldigheidsdatum van het rijbewijs en de verklaring van medische geschiktheid;f) het sociaal statuut g) de arbeidsregeling;3° de volgende gegevens met betrekking tot elektronische bemiddelingsdiensten: a) namen en voornamen en/of handelsnaam;b) het nationale rijksregisternummer en/of bedrijfsnummer;c) het adres van de bedrijfszetel en, indien van toepassing, van de vestiging(en);d) een telefoonnummer en e-mailadres van een contactpersoon;e) de gegevens met betrekking tot de voorwaarden bedoeld in artikel 8;4° de volgende gegevens met betrekking tot ritten gemaakt door taxidiensten en bepaalde vervoerdiensten met een bijzonder doel bepaald door de Regering : a) de gegevens met betrekking tot de identificatie van de exploitant bedoeld in 1°, a) tot c);b) de gegevens met betrekking tot de identificatie van de bestuurder bedoeld in 2°, a);c) de nummerplaat van het voertuig;d) de datum;e) locatiegegevens voor de vertrek- en aankomstpunten;f) vertrek- en aankomsttijden;g) het unieke ritnummer;h) de uiteindelijke prijs van de rit;i) de afstand van de rit;5° gegevens met betrekking tot de dagelijkse werking van het voertuig : a) de begin- en einddatum en -tijd van de dienst;b) de begin- en eindtijden van de pauzes tijdens de dienst;c) het aantal gemaakte ritten;d) de totale afgelegde afstand en daarbinnen de afgelegde afstand met passagiers aan boord;6° de volgende gegevens met betrekking tot het voertuig dat wordt gebruikt in het kader van taxidiensten en bepaalde vervoerdiensten met een bijzonder doel bepaald door de Regering : a) de nummerplaat;b) gegevens met betrekking tot technische keuringen;c) gegevens over het voertuigbezit. Gegevens worden maximaal tien jaar bewaard.

Art. 80.De in artikel 79 genoemde gegevens worden verzameld en verwerkt om : 1° een efficiënt administratief beheer mogelijk te maken van de bij dit decreet ingevoerde procedures voor het verlenen en vernieuwen van toestemmingen, vergunningen, erkenningen en verklaringen, het verlenen van bekwaamheidsattesten en het registreren van voertuigen;2° toezien op de naleving van de bepalingen met betrekking tot : a) de voorwaarden voor het verlenen en exploiteren, vernieuwen, opschorten en intrekken van exploitatietoestemmingen en vergunningen;b) de voorwaarden voor het verlenen en exploiteren, verlengen, opschorten en intrekken van de erkenning voor de elektronische bemiddelingsdienst;c) de voorwaarden voor toekenning, schorsing en intrekking van het getuigschrift van vakbekwaamheid en de eisen die aan bestuurders worden gesteld;d) de eisen die aan voertuigen worden gesteld;e) de terbeschikkingstelling van het voertuig;f) de toepasselijke tarieven;3° het delen van gegevens over voertuigen die worden geëxploiteerd in het kader van een taxidienst, exploitanten en getuigschriften van vakbekwaamheid tussen de bevoegde Waalse en federale overheidsdiensten, de bevoegde overheidsdiensten van de andere Gewesten en de politie.

Art. 81.§ 1. De Administratie is verantwoordelijk voor de verwerking in de zin van artikel 4, 7), van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. § 2. De Regering bepaalt welke gegevens in de gegevensbank toegankelijk zijn voor exploitanten, bestuurders, de politie, federale overheidsdiensten en overheidsdiensten belast met het administratief beheer en de controle van diensten voor betaald personenvervoer, alsook de voorwaarden en technische procedures voor die toegang.

De in lid 1 bedoelde toegang is strikt beperkt tot de persoonsgegevens van de persoon die om toegang verzoekt of, indien de persoon die om toegang verzoekt een overheidsinstantie is, tot de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar bevoegdheden.

Art. 82.§ 1. De Administratie publiceert op haar website de lijst van exploitanten van een bezoldigde vervoersdienst, samen met de volgende gegevens met betrekking tot de vergunningen, vergunningen en toestemmingen die zijn afgegeven: 1° de naam of benaming van de exploitant;2° het adres van de bedrijfszetel;3° 3° het model, het nummerplaatnummer en het inschrijvingsnummer van de voertuigen;4° indien de exploitant over voertuigen beschikt die aangepast zijn aan bepaalde specifieke behoeften van de klanten zelf of aan hetgeen zij vervoeren, het type of de typen behoeften waaraan deze voertuigen aangepast zijn;5° de geldigheidsduur van de toestemming; § 2 De in paragraaf bedoelde gegevens worden gepubliceerd om het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan te versterken.

TITEL X. - Opheffings, overgangs- en slotbepalingen HOOFDSTUK 1. - Opheffingsbepalingen

Art. 83.Opgeheven worden: 1° het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur;2° het ministerieel besluit van 25 juni 1975 tot vaststelling van de perimeters voor taxivervoer. HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen

Art. 84.§ 1. Elke exploitant, natuurlijke persoon of rechtspersoon, die houder is van een vergunning om een taxidienst te exploiteren krachtens het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten, vraagt een exploitatievergunning aan voor elk voertuig dat hij krachtens dit decreet in het jaar waarin het in werking treedt in dienst wil stellen.

Na deze termijn vervallen automatisch de vergunningen die zijn afgegeven onder het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten en wordt de exploitant verondersteld een taxidienst te exploiteren zonder vergunning. § 2. Elke exploitant, natuurlijke persoon of rechtspersoon, die houder is van een vergunning om een dienst van verhuur van wagens met chauffeur of collectieve taxidiensten te exploiteren krachtens het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten, vraagt een exploitatievergunning aan voor elk voertuig dat hij krachtens dit decreet in het jaar waarin het in werking treedt in dienst wil stellen.

Na deze termijn vervallen automatisch de vergunningen die zijn afgegeven onder het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten en wordt de exploitant verondersteld een vervoerdienst met bijzonder doel te exploiteren zonder vergunning. § 3 Elke organisatie die een vergunning heeft of die haar activiteit van vervoer in het algemeen belang heeft aangegeven in het kader van het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten, vraagt een vergunning aan of legt een verklaring af in het kader van dit decreet binnen een jaar na de inwerkingtreding ervan.

Na deze termijn vervallen automatisch de erkenningen en verklaringen die zijn afgegeven onder het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten en wordt de Organisatie geacht een sociale vervoersdienst uit te voeren zonder erkenning of verklaring.

Art. 85.Op voorwaarde dat de exploitant of de Instelling zijn aanvraag heeft ingediend overeenkomstig artikel 84, blijft de vergunning die hem is verleend krachtens het decreet van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/10/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007203364 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur type decreet prom. 18/10/2007 pub. 31/10/2007 numac 2007203258 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging sluiten geldig totdat de bevoegde overheid een beslissing heeft genomen over de aanvraag voor een nieuwe vergunning.

Art. 86.De Regering stelt overgangsmaatregelen vast voor de in de artikelen 33 en 54 bedoelde getuigschriften van vakbekwaamheid. HOOFDSTUK 3. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 4 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/1999 pub. 16/02/1999 numac 1999027089 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Decreet houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest sluiten houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest;

Art. 87.In artikel 1 het decreet van 4 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/1999 pub. 16/02/1999 numac 1999027089 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Decreet houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest sluiten houdende aanwijzing van de ambtenaren die moeten toezien op de naleving van de reglementering op het personenvervoer in het Waalse Gewest worden de woorden "de taxidiensten en de diensten voor verhuur van personenwagens met chauffeur," geschrapt.

Art. 88.In hetzelfde decreet wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1bis.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden toegekend aan andere officieren of agenten van de gerechtelijke politie en aan de leden van het operationeel kader van de lokale en federale politie, wijst de Regering de gewestelijke ambtenaren en agenten aan die bevoegd zijn om toezicht te houden op de uitvoering van de reglementering inzake taxidiensten, vervoersdiensten met een bijzonder doel, vervoersdienst met een maatschappelijk doel en elektronische vervoersbemiddelingsdiensten. § 2. De in de eerste paragraaf bedoelde agenten of ambtenaren hebben de hoedanigheid van agenten of officieren van de gerechtelijke politie en moeten de eed afleggen overeenkomstig de vigerende wetten en verordeningen. § 3 De in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren en agenten kunnen in de uitoefening van hun functie : 1° dwangbevelen aan bestuurders uitvaardigen;2° alle onderzoeken, controles en enquêtes uitvoeren en alle informatie verzamelen, in het bijzonder : a) iemand interviewen;b) documenten of bewijsstukken zoeken, raadplegen of laten overleggen, zonder daarvoor te reizen;c) fotografische of andere kopieën maken van de gevraagde documenten, of ze meenemen tegen ontvangstbewijs;3° de bijstand van de politie inroepen om hen te beschermen tegen geweld of aanranding of om hen in staat te stellen alle moeilijkheden te overwinnen die hen kunnen beletten hun opdrachten uit te voeren;4° de exploitatietoestemming, de exploitatievergunning, de erkenning of het getuigschrift van vakbekwaamheid in beslag nemen tot de overtreding ophoudt te bestaan;5° toegang krijgen tot de voertuigen die worden gebruikt voor het personenvervoer over de weg tegen vergoeding met voertuigen met een kleine capaciteit en tot hun garages;6° een proces-verbaal opmaken en de nodige maatregelen nemen wanneer een voertuig zonder toelating een voor taxi's voorbehouden parkeerplaats inneemt;7° overeenkomstig de relevante bepalingen van het Wetboek van Strafvordering, het voertuig waarmee een overtreding is begaan op de reglementering inzake het personenvervoer tegen vergoeding met voertuigen met een kleine capaciteit, op kosten en op risico van de overtreder in beslag nemen, immobiliseren of laten verplaatsen. § 4. In geval van een overtreding kunnen de politiediensten en de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren en agenten een proces-verbaal opmaken dat geldig is tot het tegendeel is bewezen.

Een kopie van het proces-verbaal wordt binnen tien werkdagen na registratie van de overtreding naar de overtreder gestuurd. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 89.Dit decreet treedt in werking op een datum bepaald door de Regering.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 28 september 2023.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Infrastructuren en Mobiliteit, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen, en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2023-2024. Stukken van het Waalse Parlement 1409 (2022-2023) Nrs. 1 tot 5.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 28 september 2023.

Bespreking.

Stemming.

^