28 JUNI 2018. - Decreet tot wijziging van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies en houdende transparantie van de niet-erkende instellingen

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.In het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, wordt artikel 14 vervangen als volgt : "

Artikel 14.Geen instelling of vereniging mag die Franstalige benamingen " Université ", " Haute Ecole " of " Ecole supérieure des Arts ", " Etablissement d'enseignement supérieur ", " Faculté ", dragen als zij daar activiteiten uitoefent die gelijkaardig zijn met de opdrachten van de instellingen voor hoger onderwijs in de Franse Gemeenschap, behalve als zij als zodanig officieel erkend wordt krachtens een andere Belgische of buitenlandse wetgeving. In dit geval moet zij die wetgeving uitdrukkelijk in al die mededelingen vermelden.

Art. 2.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk III van titel I een artikel 14/1 ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 14/1.Onder niet-erkende onderwijsinstelling wordt verstaan elke onderwijsinstelling, instelling of vereniging die, zonder vermeld te worden in de artikelen 10 tot 13, opleidingen van hoger niveau verlenen die georganiseerd worden ofwel in het Franste taalgebied, ofwel in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voor zover de instelling activiteiten uitsluitend of duidelijk in het Frans verleent."

Art. 3.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk III van titel I een artikel 14/2 ingevoegd, luidend als volgt : « Article 14/2. De Regering bepaalt en werkt elk jaar een geïnformeerd register bij met de instellingen voor hoger onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden erkend, alsook een geïnformeerd register van de niet-erkende onderwijsinstellingen, zoals bedoeld in artikel 14/1.

Het geïnformeerd register met de instellingen voor hoger onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden erkend, wordt bekend gemaakt. Het bijgewerkte geïnformeerd register wordt inzonderheid bekend gemaakt op de websites waarvan de lijst door de Regering van de Franse Gemeenschap wordt vastgesteld. Elke bekendmaking van het kadaster gaat gepaard met een duidelijke en pedagogische uitleg van de gevolgen verbonden aan de al dan niet erkenning van een onderwijsinstelling.

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk III van titel I een artikel 14/3 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 14/3.§ 1. Elke instelling bedoeld in artikel 14/1 is ertoe gehouden om haar activiteit voor 15 september aan de Regering mee te delen.

De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van de mededeling bedoeld in het eerste lid. § 2. Als er gegevens ontbreken in de mededeling bedoeld in § 1, eerste lid vraagt de Regering aan de instelling dat ze de ontbrekende informatie binnen de maand van haar aanvraag aanvult.

Na ontvangst van het geheel van de elementen bedoeld in paragraaf 1 bezorgt de Regering de instelling een gedateerd mededelingsattest.

De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van het mededelingsattest bedoeld in het vorige lid. »

Art. 5.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk III van titel I een artikel 14/4 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 14/4.§ 1. De onthaalpagina van de website van de niet-erkende onderwijsinstelling, elke drager van de informatie over de verstrekte opleidingen en de uitgereikte getuigschriften, elke geschreven promotie met als doel de bekendmaking van de instelling, de opleidingen die ze verstrekt en de getuigschriften die ze uitreikt, of elke andere promotie ongeacht de media, moet de volgende melding bevatten : Instelling en diploma's die niet erkend worden door de Franse Gemeenschap van België ». In voorkomend geval kan de vermelding aangevuld worden met een duidelijke verwijzing naar de buitenlandse wetgeving volgens dewelke de diploma's uitgereikt worden.

De vermelding bedoeld in het vorige lid, wanneer ze geschreven is op ongeacht welke drager, staat vet gedrukt en in een kader dat gescheiden is van de tekst, op de voorzijde van de eerste pagina. § 2. Bij de inschrijving, vóór de eerste vervaldatum van de storting door de student van het inschrijvingsgeld is de niet-erkende onderwijsinstelling ertoe gehouden om aan elke student een document te laten ondertekenen dat de volgende melding op een leesbare manier bevat « Instelling en diploma die niet erkend worden door de Franse Gemeenschap van België ». In voorkomend geval kan de melding aangevuld worden met een duidelijke verwijzing naar de buitenlandse wetgeving volgens dewelke het diploma uitgereikt wordt. Een afschrift van dit ondertekende document wordt aan de student tegen ontvangstbewijs bezorgd. »

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk III van titel I een artikel 14/5 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 14/5.Bij de niet-naleving van de verplichtingen ingeschreven in artikel 14/4, § 2, is de niet-erkende onderwijsinstelling ertoe gehouden om, binnen de 30 dagen na de ontvangst van een door een student ingediende aanvraag, alle inschrijvingsgelden en andere gelijkaardige kosten terug te betalen die geïnd worden sinds de eerste storting van deze inschrijving. Deze aanvraag moet duidelijk verwijzen naar artikel 14/4, ondertekend worden door de student en per aangetekende brief gestuurd worden. »

Art. 7.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk III van titel I een artikel 14/6 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 14/6.§ 1. Bij gebruik van de benamingen bedoeld in artikel 14 bestraft de Regering de niet-erkende onderwijsinstelling met een administratieve geldboete van 500 tot 5.000 euro. § 2. De Regering bestraft met een administratieve geldboete van 500 tot 5.000 euro de niet-erkende onderwijsinstelling die de verplichtingen bedoeld in de artikelen 14/3, § 1 en 14/4, § 1 niet naleeft. Bij herhaling binnen het jaar wordt het maximumcijfer van de geldboete verdubbeld. § 3. Onverminderd de toepassing van artikel 14/5 bestraft de Regering met een administratieve geldboete van 100 tot 1.000 euro per ingeschreven student de niet-erkende onderwijsinstelling die één van de verplichtingen bedoeld in artikel 14/4, § 2 niet naleeft. Bij herhaling binnen het jaar wordt het maximumcijfer van de geldboete verdubbeld. § 4. De Regering bepaalt de procedure en de nadere regels betreffende de beslissingen bedoeld in de paragrafen 1, 2 en 3.

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk III van titel I een artikel 14/7 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 14/7.De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, bij wie zoals in kort geding een zaak aanhangig wordt gemaakt, is bevoegd om de stopzetting te besluiten van elk gebruik van één van de beschermde benamingen bedoeld in artikel 14, van elke mededeling of elke activiteit van een instelling bedoeld in artikel 14/1, bij de niet-naleving van één van de verplichtingen bedoeld in artikel 14/4. »

Art. 9.In hetzelfde decreet wordt artikel 15, § 1, 41°, vervangen als volgt : « 41° Academische graad : bekwaamheidsbewijs dat het slagen bekrachtigt voor een studiecyclus die overeenstemt met een kwalificatieniveau, erkend bij dit decreet en beschermd bij de wet van 11 september 1933 op de bescherming van de titels van hoger onderwijs; ».

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 juni 2018.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor Sociale Promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2017-2018 Stukken van het Parlement.- Voorstel van decreet, nr. 635-1. - Commissieverslag, nr. 635-2.- Amendement(en) tijdens de vergadering, nr. 635-3. Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 635-4.- Integraal verslag.- Bespreking en aanneming.- Vergadering van 27 juni 2018.