Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 februari 2002
gepubliceerd op 22 mei 2002

Decreet tot regeling van de organisatie en de werking van de instanties belast met het beheer van de gelden die de Europese Unie ter beschikking stelt voor het secundair onderwijs met beperkt leerplan, voor het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs, voor het onderwijs voor sociale promotie en voor het hoger onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029219
pub.
22/05/2002
prom.
28/02/2002
ELI
eli/decreet/2002/02/28/2002029219/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2002. - Decreet tot regeling van de organisatie en de werking van de instanties belast met het beheer van de gelden die de Europese Unie ter beschikking stelt voor het secundair onderwijs met beperkt leerplan, voor het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs, voor het onderwijs voor sociale promotie en voor het hoger onderwijs (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen wat volgt : TITEL I. - Algemene maatregelen HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder : 1° "secundair onderwijs met beperkt leerplan" : het secundair onderwijs met beperkt leerplan ingericht door het decreet van 3 juli 1991, zoals gewijzigd;2° "onderwijs voor sociale promotie" : het onderwijs voor sociale promotie ingericht door het decreet van 16 april 1991;3° "hoger onderwijs" : het hoger onderwijs ingericht in de hogescholen die worden ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, geregeld door het decreet van 5 augustus 1995;4° "technisch en beroepssecundair onderwijs" : het technisch en beroepssecundair onderwijs zoals ingericht door de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs;5° "onderwijsnetten" : - het door de Franse Gemeenschap ingericht onderwijs; - het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd officieel onderwijs; - het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs. 6° "vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van inrichtende machten" : de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen die zijn erkend door de Regering met toepassing van artikel 74 van het decreet van van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;7° "ESF-agentschap" : de dienst in afzonderlijk beheer die door de Franse Gemeenschap is opgericht met toepassing van artikel 9 van het samenwerkingsakkoord waartoe op 2 september 1998 is besloten tussen de Franse Gemeenschapsregering, de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie aangaande de coördinatie en het beheer van de steun die door de Europese Commissie wordt verleend inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds; HOOFDSTUK II. - Overeenstemming met de Europese bepalingen

Art. 2.Het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs, het onderwijs voor sociale promotie en het hoger onderwijs nemen deel aan de acties die worden gecofinancierd door het Europees Sociaal Fonds of andere specifieke betoelagingsmechanismen van de Europese Unie, aan de communautaire initiatiefprogramma's die deze acties versterken en aan de communautaire actieprogramma's wier doelstellingen met name erin bestaan : 1. zich te concentreren op de groei en de menselijke middelen te mobiliseren;2. de beleidslijnen en systemen inzake onderwijs, opleiding en tewerkstelling aan te passen en te moderniseren;3. goede arbeidskrachten en de ondernemingszin te promoten en het verval in de werkloosheid te vermijden;4. te strijden tegen de uitsluiting op de arbeidsmarkt en te streven naar een maatschappij zonder uitsluitingen;5. het aanbod aan arbeidsplaatsen beter in beeld te brengen en de onderwijs-, opvoedings- en opleidings- en integratiesystemen te verbeteren en de arbeidskanalen te moderniseren;6. de gelijke kansen tussen mannen en vrouwen te promoten. TITEL II. - Bijzondere bepalingen voor het secundair onderwijs met beperkt leerplan en voor het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs HOOFDSTUK I. - Definities

Art. 3.Voor de toepassing van deze titel dient te worden verstaan onder : 1° "De minister" : de minister van de Franse Gemeenschap bevoegd voor het secundair onderwijs met beperkt leerplan en voor het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs;2° "Coördinatie- en beheerscentrum" : het orgaan dat als gesprekspartner aangewezen is om als tussenpersoon te dienen voor de schoolinstellingen van het onderwijs met beperkt leerplan en het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs, de inrichtende machten, de netten, de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten tussen, enerzijds, de minister en, anderzijds, het ESF-agentschap;3° "globale ESF-actieplannen" : de projecten die de algemene doelstellingen bepalen die door de Regering zijn goedgekeurd in het raam van de reglementen en programma's aangaande de steun van de Europese Commissie;4° specifieke ESF-actieplannen" : de individuele of gezamenlijke projecten die worden ingediend door de instellingen, de inrichtende machten, de netten, de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen die voldoen aan de doelstellingen van de in artikel 2 bedoelde acties en die passen in het raam van de globale projecten van het ESF;5° "andere projecten" : de communautaire initiatief-programma's (CIP) en de communautaire actieprogramma's (CAP). HOOFDSTUK II. - Beheer van het programma in de Franse Gemeenschap

Art. 4.In het raam van de in artikel 3 bedoelde acties bepaalt de minister de globale ESF-actieplannen na het advies te hebben ingewonnen van het coördinatie- en beheerscentrum.

Het coördinatie- en beheerscentrum dient de globale plannen in bij het ESF-agentschap.

De minister hecht zijn goedkeuring aan de specifieke ESF-actieplannen die door het coördinatie- en beheerscentrum zijn ingediend alsook aan de begrotingsenveloppes.

Art. 5.De andere projecten worden beheerd door hun promotor in nauwe samenwerking met het ESF-agentschap. De promotoren moeten eerst, via het coördinatie- en beheerscentrum, een valorisatieaanvraag van het Belgisch overheidsaandeel ter goedkeuring voorleggen aan de minister.

Art. 6.Er wordt bij de Algemene Directie van het Verplicht Onderwijs van het Ministerie van de Franse Gemeenschap een "coördinatie- en beheerscentrum van de Europese gelden voor het secundair onderwijs met beperkt leerplan en voor het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs" opgericht, in deze titel "het coördinatie- en beheerscentrum" genaamd.

De zetel van het coördinatie- en beheerscentrum is gevestigd in de lokalen van de Algemene Directie van het Verplicht Onderwijs. Het kan, desnoods, elders vergaderen.

Art. 7.§ 1. Het coördinatie- en beheerscentrum is als volgt samengesteld : 1° de afgevaardigde van de minister belast met het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het voltijds technisch en beroepsecundair onderwijs, voorzitter;2° de adjunct-directeur-generaal van de algemene dienst van het matieriële en financiële organisatie van de structuren van het secundair onderwijs, van de psycho-medisch-sociale centra en van het medisch schooltoezicht, ondervoorzitter;3° de inspecteur-generaal voor de vakken van het technisch en beroepssecundair onderwijs;4° drie vertegenwoordigers van de onderwijsnetten aangeduid door de minister op voordracht van deze netten, wat het gesubsidieerd onderwijs betreft;5° de directeur van het ESF-agentschap;6° de adjunct-directeur-generaal van de algemene dienst van het Onderwijs voor sociale promotie, van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en van het afstandsonderwijs;7° een vertegenwoordiger van de minister van Begroting;8° de in artikel 16 bedoelde opdrachthouders; § 2. Voor ieder in § 1, 1° tot 7°, bedoeld werkend lid wordt een plaatsvervanger aangeduid.

De in § 1, 1° tot 4°, bedoelde leden zijn stemgerechtigd. § 3. Wanneer dossiers aangaande statutaire en geldelijke kwesties behandeld worden, kan geëist worden dat een vertegenwoordiger van het algemeen bestuur van het onderwijspersoneel aanwezig is. § 4. De voorzitter kan, op eigen initiatief of op verzoek van het coördinatie- en beheerscentrum, externe personen uitnodigen op de vergaderingen van het coördinatie- en beheerscentrum welke adviesverlenende stem hebben. § 5. Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de ondervoorzitter.

De in § 1, 4°, bedoelde werkende leden en hun plaatsvervangers worden door de minister(s) aangesteld voor een termijn van drie jaar welke hernieuwbaar is.

Wanneer een werkend lid of een plaatsvervanger ontslag neemt of de hoedanigheid verliest waarin het werd benoemd, maakt het van rechtswege geen deel meer uit van het coördinatie- en beheerscentrum.

Ieder ontslagnemend lid blijft evenwel zetelen tot zijn plaatsvervanger werd aangeduid.

Ieder lid dat werd aangesteld ter vervanging van een ander lid volbrengt het mandaat van diens voorganger.

Art. 8.Het coördinatie- en beheerscentrum heeft als taak : 1° op te treden als gesprekspartner aangewezen door de Franse Gemeenschapsregering om als tussenpersoon te dienen tussen, enerzijds, de schoolinstellingen van het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs, de inrichtende machten en de onderwijsnetten en, anderzijds, de minister, het agentschap en de Europese besluitvormingsstructuren, wat betreft de programma's van het Europees Sociaal Fonds, de initiatiefprogramma's die deze versterken en de verschillende actieprogramma's van de Europese Unie, voor acties die als hoofddoel hebben de socioprofessionele integratie van mensen jonger dan vijfentwintig jaar die voltijds school hebben gelopen te vergemakkelijken, het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs te ontwikkelen en in te staan voor de opleiding van de verschillende actoren van het secundair onderwijs met beperkt leerplan en van het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs;2° de wedstrijdaanvragen voor te bereiden en daarbij de voorstellen van de schoolinstellingen, de inrichtende machten en de onderwijsnetten te coördineren en samen te brengen, de minister voorstellen te formuleren omtrent de verdeling van de Europese kredieten die ter beschikking worden gesteld van het secundair onderwijs met beperkt leerplan en van het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs en omtrent de herwaardering van het overheidsaandeel voorzien in de Europese regelgeving, de wedstrijdaanvragen in te dienen na de goedkeuring te hebben verkregen van de minister, ervoor te zorgen dat de goedgekeurde acties worden geprefinancierd en te zorgen voor hun implementatie, verloop, opvolging, prospectieve en retrospectieve evaluatie, nationale en transnationale partnerships te concipiëren en tot stand te brengen, activiteitenverslagen en tussentijdse financiële rapporten voor te bereiden en in te dienen en de verzoeken om de saldi in te dienen nadat is nagegaan of de uitgaven in aanmerking kunnen komen;3° ervoor te zorgen dat de Europese subsidies goed besteed worden door de kwaliteit van de gerealiseerde meerwaarden te verhogen en daarbij rekening te houden met de subsidiariteits- en complementariteitsbeginselen;4° de Europese programma's te promoten bij de schoolinstellingen die een band hebben met het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs;5° de ontwikkeling van het alternerend onderwijs af te stemmen op het onderwijs voor sociale promotie en op het regionale tewerkstellingsbeleid;6° bij te dragen tot de herwaardering van het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs;7° toe te zien op de terugbetaling van de voorschotten, betaald door de Franse Gemeenschap, voor goedgekeurde acties;8° de minister elke wijziging voor te stellen aan de reglementaire bepalingen inzake de werking van het coördinatie- en beheerscentrum en inzake het beheer van de projecten.

Art. 9.De werkingswijzen van het coördinatie- en beheerscentrum zijn als volgt vastgelegd : § 1. Het coördinatie- en beheerscentrum vervult haar in artikel 8 bedoelde opdrachten bij consensus.

Wanneer geen consensus bereikt wordt, neemt het centrum zijn beslissingen, brengt het adviezen uit en vervult het al zijn opdrachten bedoeld in artikel 8 op grond van een stembeurt uitgebracht bij twee derde meerderheid van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Desgevallend wordt een minderheidsnota toegevoegd. § 2. Het coördinatie- en beheerscentrum stelt zijn huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de minister. § 3. Er wordt een uitvoerend bureau ingesteld, hierna "het bureau" genaamd, dat als volgt is samengesteld : 1° de adjunct-directeur-generaal van de algemene dienst van de materiële en financiële organisatie en van de structuren van het secundair onderwijs, van de psycho-medisch-sociale centra en van het medisch schooltoezicht, welke instaat voor de coördinatie.De coördinator is belast met het dagelijks beheer, coördineert het werk van de opdrachthouders en heeft de leiding over het eventueel contractueel personeel. Hij heeft recht op de terugbetaling van zijn vervoerskosten en op verblijfsvergoedingen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld door de bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden met rang 15 van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Zijn administratieve standplaats is die van zijn ambt; 2° de in artikel 16 bedoelde opdrachthouders. De afgevaardigde van de minister kan de vergaderingen van het uitvoerend Bureau bijwonen.

Het Bureau heeft als opdracht : 1° de agenda te bepalen en de vergaderingen van het coördinatie- en beheerscentrum voor te bereiden;2° de door het coördinatie- en beheerscentrum toevertrouwde opdrachten te vervullen;3° de beslissingen van het coördinatie- en beheerscentrum uit te voeren. § 4. Het secretariaat van de vergaderingen van het coördinatie- en beheerscentrum en van het bureau wordt verzorgd door een personeelslid van de algemene directie van het verplicht onderwijs.

Art. 10.De directeur-generaal van het verplicht onderwijs is aangesteld als ordonnateur van de uitgaven die door het coördinatie- en beheerscentrum worden aanvaard.

Art. 11.De door de Europese Commissie toegekende bedragen worden gestort op grond van het voorziene artikel van de begroting van de Franse Gemeenschap.

Art. 12.De in artikel 11 bedoelde bedragen worden, na aftrek van de bedragen die bij de opmaak van de begroting zijn voorbehouden voor de werkingskosten van het coördinatie- en beheerscentrum, voor de lonen van de opdrachthouders en voor het contractueel personeel, voor de terugbetalingen van de vervoerskosten en van de verblijfsvergoedingen, verdeeld onder de onderwijsnetten, de inrichtende machten of de instellingen, in verhouding tot de door elkeen uitgevoerde acties.

Art. 13.De werkingskosten die de onderwijsnetten, de inrichtende machten en de instellingen oplopen voor de uitvoering van de acties en die, hiertoe, ten laste vallen van de Europese financieringen, worden aan de begunstigden overgemaakt middels een schuldvordering, waarvan de bewijsstukken moeten overeenstemmen met de criteria die zijn vastgelegd door de Europese Commissie en volgens een door de minister bepaalde administratieve procedure. Voorschotten op de werkingskosten kunnen worden uitbetaald aan de begunstigden voor zover de door de Europese Unie toegekende kredieten dit toelaten.

Art. 14.De in artikel 7, § 1, 1° tot 4°, bedoelde personen hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten aan de voorwaarden die van toepassing zijn op de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Hiertoe zijn zij gelijkgesteld met ambtenaren met rang 12 en is hun administratieve standplaats die van hun ambt. Zij worden beschouwd in actieve dienst te zijn wanneer zij deelnemen aan de vergaderingen van het coördinatie- en beheerscentrum.

Art. 15.De wedden en weddetoelagen toegekend aan de leden van het onderwijzend personeel en het contractueel personeel voor prestaties die zijn geleverd in het raam van Europese programma's en opdrachten van het coördinatie- en beheerscentrum worden integraal, als voorschot, ten laste genomen door de begroting van de Franse Gemeenschap. De Europese tegemoetkoming zal worden opgesplitst onder de artikelen voor de betaling van de wedden en weddetoelagen, na beraadslaging door de Regering.

Art. 16.De minister van het secundair onderwijs met beperkt leerplan en van het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs duidt drie opdrachthouders aan, rekening houdend met het relatief belang van de netten. De minister van het secundair onderwijs met beperkt leerplan en van het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs kan het aantal opdrachthouders eventueel brengen op zeven, naargelang het aantal te behandelen projecten en rekening houdend met de budgettaire ruimte.

Wat het gesubsidieerd onderwijs betreft, duidt de minister van het secundair onderwijs met beperkt leerplan deze opdrachthouders aan na het advies te hebben ingewonnen van de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten, ieder wat hem betreft.

Art. 17.De in artikel 16 bedoelde opdrachthouders zijn met verlof wegens opdracht in het belang van het onderwijs. Ze blijven hiertoe genieten van het verlof- en vakantiestelsel eigen aan hun aanvankelijk ambt. De coördinator kan evenwel eisen dat ze aanwezig zijn tijdens de schoolvakanties, naargelang de behoeften van de dienst. Wat de wijze betreft waarop ze hun opdracht in de schoolinstellingen vervullen, hangen zij af van hun net.

Zij hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten en op de verblijfsvergoedingen vastgelegd in de bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Zij worden hiertoe gelijkgesteld met ambtenaren van rang 12 en hun administratieve standplaats is dezelfde als hun woonplaats.

TITEL III. - Bijzondere bepalingen voor het Onderwijs voor Sociale Promotie en voor het Hoger Onderwijs HOOFDSTUK I. - Definities

Art. 18.Voor de toepassing van deze titel, dient te worden verstaan onder : 1° "de minister(s)" : de minister(s) van de Franse Gemeenschapsregering, bevoegd voor het onderwijs voor Sociale Promotie en het Hoger Onderwijs;2° "globale ESF-actieplannen" : de projecten die de algemene doelstellingen bepalen die door de Regering zijn goedgekeurd in het raam van de reglementen en programma's aangaande de steun van de Europese Commissie op het vlak van de human resources;3° specifieke ESF-actieplannen" : de individuele of gezamenlijke projecten die worden ingediend door de instellingen, de inrichtende machten, de netten, de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen die voldoen aan de doelstellingen van de in artikel 2 bedoelde acties en die passen in het raam van de globale ESF-plannen;4° "andere projecten" : de communautaire initiatief-programma's (CIP) en de communautaire actieprogramma's (CAP);5° "Coördinatie- en beheerscentrum" : het orgaan dat optreedt als gesprekspartner en dat dient als tussenpersoon tussen de schoolinstellingen, de inrichtende machten, de netten, de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen en, enerzijds de minister(s), anderzijds het ESF-agentschap; HOOFDSTUK II. - Beheer van het programma in de Franse Gemeenschap

Art. 19.De minister(s) bepaalt (bepalen) de globale ESF-actieplannen in het raam van de in artikel 2 bedoelde acties en vragen hiervoor eerst het advies van het coördinatie- en beheerscentrum.

Het coördinatie- en beheerscentrum dient de globale projecten in bij het ESF-agentschap.

De minister(s) hecht(en) zijn (hun) goedkeuring aan de specifieke ESF-actieplannen die zijn voorgelegd door het coördinatie- en beheerscentrum alsook aan de budgettaire enveloppes.

Art. 20.De andere projecten worden door hun promotor beheerd in rechtstreekse samenwerking met het ESF-agentschap. De promotoren dienen voorafgaandelijk een valorisatieaanvraag van het aandeel van de Belgische overheid, via het coördinatie- en beheerscentrum, ter goedkeuring voor te leggen aan de minister(s).

Art. 21.Er wordt een "coördinatie- en beheerscentrum van de Europese gelden voor het onderwijs voor sociale promotie en voor het hoger onderwijs" opgericht bij de algemene directie van het niet-verplicht onderwijs van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, in deze titel "coördinatie- en beheerscentrum" genaamd.

De administratieve zetel van het coördinatie- en beheerscentrum is gevestigd in de lokalen van de algemene directie van het niet-verplicht onderwijs en van het wetenschappelijk onderzoek. Het kan, zo nodig, buiten deze zetel vergaderen.

Art. 22.§ 1. Het coördinatie- en beheerscentrum is samengesteld als volgt : 1° de afgevaardigde van de minister van het onderwijs voor sociale promotie, voorzitter;2° de adjunct-directeur-generaal van de algemene dienst van het Onderwijs voor Sociale promotie, van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en van het Afstandsonderwijs, ondervoorzitter;3° de pedagogisch administrateur van het Onderwijs voor Sociale promotie;4° een vertegenwoordiger van het Onderwijs voor Sociale promotie, ingericht door de Franse Gemeenschap;5° een vertegenwoordiger van het officieel Onderwijs voor Sociale promotie, gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;6° twee vertegenwoordigers van het vrij Onderwijs voor Sociale promotie, gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, hetzij een vertegenwoordiger van algemeen secretariaat voor het katholiek onderwijs en een vertegenwoordiger van de Federatie van de onafhankelijke gesubsidieerde vrije instellingen;7° de directeur van het ESF-agentschap;8° de adjunct-directeur-generaal van de algemene dienst voor de materiële en financiële organisatie en van de structuren van het secundair onderwijs, de psycho-medisch-sociale centra en het medisch schooltoezicht;9° een vertegenwoordiger van de minister voor Begroting;10° de in artikelen 30, 32 en 36 bedoelde opdrachthouders. § 2. Voor ieder van de in § 1, 1° tot 8°, bedoelde werkende leden wordt een plaatsvervanger aangesteld. § 3. De in § 1, 1° tot 7°, bedoelde leden zijn stemgerechtigd. § 4. Wanneer dossiers aangaande statutaire en geldelijke problemen van leerkrachten behandeld worden, kan de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het algemeen bestuur van het onderwijspersoneel worden vereist. § 5. Externe personen met adviesverlenende stem kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van het coördinatie- en beheerscentrum, als minstens vier van de in § 3 bedoelde leden hiermee akkoord gaan. § 3. Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de ondervoorzitter.

De werkende en plaatsvervangende leden, bedoeld in § 1, 4°, 5° en 6°, worden door de minister(s) benoemd voor een termijn van drie jaar welke hernieuwbaar is.

Wanneer een werkend of plaatsvervangend lid ontslag neemt of de hoedanigheid verliest waarin het werd benoemd, maakt het van rechtswege niet langer deel uit van het coördinatie- en beheerscentrum.

Ieder ontslagnemend lid blijft evenwel zetelen tot diens plaatsvervanger wordt aangesteld.

Ieder lid dat aangesteld is ter vervanging van een ander volbrengt het mandaat van zijn voorganger. § 7. Het secretariaat van de vergaderingen van het coördinatie- en beheerscentrum wordt verzorgd door de adjunct van de administratieve coördinator, bedoeld in artikel 30.

Art. 23.Het coördinatie- en beheerscentrum moet : - de globale actieplannen van het ESF ter goedkeuring voorleggen aan de minister(s); - de goedgekeurde globale actieplannen van het ESF indienen bij het ESF-agentschap; - de specifieke projecten voorleggen aan de minister(s) en daarbij de voorstellen van de schoolinstellingen, de inrichtende machten, de onderwijsnetten en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen coördineren en samenbrengen; - de uitgavenstaat opmaken die gepaard gaat met de specifieke projecten, nagaan of deze onder meer conform de uitgaven op de door de minister(s) goedgekeurde begrotingsenveloppes zijn en deze ter goedkeuring voorleggen; - nagaan of de ingediende specifieke projecten in aanmerking komen volgens de criteria van het Europees Sociaal Fonds; - de Europese programma's promoten bij de scholen; - de minister(s) voorstellen de Europese kredieten die ter beschikking worden gesteld van het onderwijs voor sociale promotie en van het hoger onderwijs te verdelen en het door de Europese regelgeving voorziene overheidsaandeel te valoriseren; - de jaarverslagen opstellen en deze ter goedkeuring voorleggen aan de minister(s), alsook de rekeningen van het coördinatie- en beheerscentrum, nadat hiervan de overeenstemming is getoetst; - erop toezien dat de Europese subsidies optimaal besteed worden en dat daarbij vooral wordt gekeken naar het kwalitatief aspect van de gerealiseerde meerwaarden, de subsidiariteits- en complementariteitsbeginselen indachtig; - wat het secundair onderwijs betreft, de ontwikkeling van het onderwijs met beperkt leerplan afstemmen op het regionaal beleid; - de minister(s) voorstellen formuleren aangaande iedere wijziging aan de verordenende bepalingen inzake de werking van het coördinatie- en beheerscentrum en het beheer van de projecten; - ervoor zorgen dat de door de Franse Gemeenschap toegestane voorschotten voor goedgekeurde acties terugbetaald worden.

Art. 24.De werkingswijzen van het coördinatie- en beheerscentrum zijn als volgt vastgelegd : 1° de voorzitter van het coördinatie- en beheerscentrum roept de leden bijeen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de minister(s), hetzij op verzoek van minstens eenderde van de stemgerechtigde leden. De oproepingsbrief moet minstens tien kalenderdagen voorafgaand aan de vergadering worden verzonden, waarbij de postdatum als bewijs dient.

Ieder werkend lid dat verhinderd is, verwittigt hiervan de voorzitter en nodigt zijn plaatsvervanger uit de vergadering bij te wonen. 2° Er kan enkel maar gestemd worden als het door de Franse Gemeenschap ingericht onderwijs en ieder vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan van de inrichtende machten vertegenwoordigd zijn en als minstens tweederde van de stemgerechtigde leden aanwezig is.De beslissingen worden genomen bij consensus. Wanneer geen consensus kan worden bereikt, wordt de beslissing genomen bij tweederde meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Desgevallend wordt een minderheidsnota bijgevoegd. 3° De agenda mag enkel worden gewijzigd met de toestemming van zes stemgerechtigde leden.Als een net of een vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan van de inrichtende machten niet vertegenwoordigd is of als geen tweederde van de leden aanwezig is, wordt een nieuwe vergadering belegd met dezelfde agenda en minstens binnen een tijdsspanne van zeven dagen en tijdens dewelke een stemming kan plaatsvinden, ongeacht de vertegenwoordigde netten of vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten of ongeacht het aantal aanwezige leden. Het stemmen gebeurt dan bij absolute meerderheid van de aanwezige leden.

Art. 25.De directeur(trice)-generaal van het niet-verplicht onderwijs en van het wetenschappelijk onderzoek wordt aangesteld als ordonnateur van de uitgaven van het coördinatie- en beheerscentrum.

Art. 26.De door de Europese Commissie toegekende bedragen worden gestort op grond van het in de begroting van de Franse Gemeenschap bedoeld artikel.

Art. 27.De werkingskosten van de netwerken, de inrichtende machten en van de instellingen voor de verwezenlijking van specifieke projecten en die, hiertoe, ten laste vallen van de Europese financieringen, worden uitgekeerd aan de begunstigden op grond van een schuldvordering vergezeld van een volledige financiële balans en van de bewijsstukken van de uitgaven die in overeenstemming moeten zijn met de criteria van de Europese Commissie om in aanmerking te worden genomen voor deze financiering.

Voorschotten op de werkingskosten kunnen worden uitbetaald aan de begunstigden voorzover de door de Europese Unie toegekende kredieten dit toelaten.

Art. 28.De in artikel 22, § 1, 4° tot 6°, bedoelde personen hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten aan de voorwaarden die gelden voor de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Hiertoe worden zij gelijkgesteld met ambtenaren van rang 12 en is hun administratieve standplaats die van hun ambt.

Zij worden beschouwd in actieve dienst te zijn wanneer zij deelnemen aan de vergaderingen van het coördinatie- en beheerscentrum.

Art. 29.De wedden en weddetoelagen toegekend aan de leden van het onderwijzend personeel en het contractueel personeel voor prestaties die zijn geleverd in het raam van Europese programma's en opdrachten van het coördinatie- en beheerscentrum worden integraal, als voorschot, ten laste genomen door de begroting van de Franse Gemeenschap. De Europese tegemoetkoming zal worden opgesplitst onder de artikelen voor de betaling van de wedden en weddetoelagen, na beraadslaging door de Regering. HOOFDSTUK III. - Bepalingen aangaande het onderwijs voor sociale promotie Afdeling I. - Administratieve en pedagogische coördinatie

Art. 30.Het beheer en de administratieve coördinatie van de ESF-projecten wordt verzekerd door een administratief coördinator welke de vice-voorzitter is van het coördinatie- en beheerscentrum. De minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie duidt bij het bestuur een adjunct-administratief coördinator aan onder de leden van het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt ingericht of gsubsidieerd en ter beschikking is gesteld wegens opdracht in het belang van het onderwijs, welke hem zal bijstaan in zijn opdracht.

De adjunct-administratief coördinator staat in voor het dagelijks beheer en voor de uitvoering van de beslissingen van het coördinatie- en beheerscentrum, voor de coördinatie van het werk van de opdrachthouders bedoeld in artikelen 32 en 36.

Art. 31.§ 1. De pedagogische administrateur van het onderwijs voor sociale promotie is belast met de pedagogisch coördinatie van de specifieke ESF-projecten.

Hiertoe moet hij : - de opdrachten van de inspectiedienst organiseren in verband met de acties die worden ondernomen in het raam van het Europees Sociaal Fonds; - rekening houdend met de autonomie van de netten, de pedagogische activiteiten van de in artikelen 32 en 36 bedoelde opdrachthouders coördineren die onder meer verband houden met : - de uitwerking van de specifieke projecten; - de informatiegaring bij de onderwijsinstellingen; - het meedelen van informatie tijdens de vergadering van het coördinatie- en beheerscentrum; - de evaluatie, op het vlak van de doeltreffendheid, van de ondernomen acties, meer in het bijzonder wat betreft de doelgroep. § 2. De pedagogische administratur stelt, op het einde van iedere programmatieperiode, een verslag op over de pedagogische omvang van de acties die worden gevoerd in het raam van het Europees Fonds et legt dit voor aan de minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie.

Dit verslag steunt op de jaarlijkse activiteitenverslagen van de opdrachthouders. Afdeling II. - Opdrachthouders

Art. 32.De minister van Onderwijs voor Sociale Promotie stelt vier opdrachthouders aan : een voor het net van de Franse Gemeenschap, twee voor het gesubsidieerd officieel net en een voor het gesubsidieerd vrij net.

Wat het gesubsidieerd onderwijs betreft, stelt de minister van Onderwijs voor Sociale Promotie deze aan na het advies te hebben ingewonnen van de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten, elk wat hem betreft.

De opdrachthouder van het gesubsidieerd vrij net wordt aangesteld door de minister van Onderwijs voor Sociale Promotie op gezamenlijk advies van het "secrétariat général de l'enseignement catholique" en van de "fédération des établissements libres subventionnés indépendants", en vervult zijn opdracht in het confessioneel vrij onderwijs en in het niet-confessioneel vrij onderwijs.

Art. 33.De in artikel 22, § 1, 10°, bedoelde opdrachthouders zijn met verlof wegens opdracht in het belang van het onderwijs. Ze blijven alsdan de vakantie- en verlofregeling genieten die voor hun oorspronkelijke functie gold.

Hun aanwezigheid kan echter, bij beslissing van het coördinatie- en beheerscentrum, volgens de behoeften van de dienst vereist worden tijdens de schoolvakanties.

Ze zijn afhankelijk van hun net wat betreft hun opdrachten die verband houden met de schoolinstellingen en de inrichtende machten en wat betreft de verantwoordelijkheid voor het opvolgen van het programma van het Europees Sociaal Fonds.

Inzake het beheer van de kredieten van het Europees Sociaal Fonds, het stellen en overzenden van de interim- of eindverslagen en de coördinatie tussen de netten, voeren de opdrachthouders de beslissingen van het coördinatie- en beheerscentrum uit; ze verrichten die taak in de lokalen van de bestuurszetel van het coördinatie- en beheerscentrum onder de verantwoordelijkheid van de administratieve coördinator.

Ze hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten en op de verblijfsvergoedingen aan de voorwaarden gesteld in de bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Hiertoe worden zij gelijkgesteld met ambtenaren van rang 12 en is hun administratieve standplaats dezelfde als hun woning.

Art. 34.Bovenop de in artikel 32 bedoelde opdrachthouders kunnen de netten beroep doen op pedagogische en technische deskundigen. Deze vallen ten laste van de lestijdendotatie van een van de instellingen van het net, zoals voorzien in artikel 5, § 3, van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 27 december 1991 tot vaststelling van de regels voor de aanpassing van de lestijdendotaties in het onderwijs voor sociale promotie. Afdeling III. - Budgettaire en financiële aspecten

Art. 35.De in artikel 26 bedoelde bedragen worden na aftrek van de bedragen die zijn voorbehouden voor de globale projecten die rechtstreeks worden beheerd door het coördinatie- en beheerscentrum, voor de werkingskosten van het coördinatie- en beheerscentrum, voor de lonen van de opdrachthouders en van het eventueel contractueel personeel, voor de terugbetalingen van de verplaatsingskosten en de verblijfsvergoedingen, verdeeld onder het net van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten, volgens een verdeelsleutel, verschillend voor doelstelling 1 en doelstelling 3, op grond van volgende criteria : a) naar rato van 50 %, van de organieke dotaties van de instellingen die zijn gelegen in het gebied van desbetreffende doelstelling;b) naar rato van 25 %, van de lestijden die worden georganiseerd door de instellingen die zijn gelegen in het gebied van desbetreffende doelstelling, met de steun van het ESF tijdens het voorlaatste kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de verdeelsleutel wordt toegepast;c) naar rato van 25 %, van het aantal ingeschreven werkzoekenden, in de instellingen die zijn gelegen in het gebied van desbetreffende doelstelling, tijdens het voorlaatste kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de verdeelsleutel wordt toegepast. HOOFDSTUK III. - Bepalingen voor het hoger onderwijs

Art. 36.De minister van Onderwijs voor Sociale Promotie kan, onder de leden van het onderwijspersoneel van de Franse Gemeenschap, een opdrachthouder aanstellen voor het beheer van de dossiers inzake hoger onderwijs die worden ingediend bij het ESF. De bepalingen inzake de opdrachthouders, bedoeld in artikel 33, zijn op hem van toepassing.

TITEL IV. - Slotbepalingen

Art. 37.Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 23 november 1992 betreffende de organisatie en de werking van de instanties belast met het beheer van de gelden die de Europese Economische Gemeenschap ter beschikking stelt voor het onderwijs voor sociale promotie en het secundair onderwijs met beperkt leerplan, in het kader van het Europees Sociaal Fonds, wordt opgeheven.

Art. 38.Dit decreet treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad verschijnt. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.

Gedaan te Brussel, op 28 februari 2002.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheidszorg, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2001-2002 Documenten van de Raad.- Ontwerpdecreet, nr. 228-1. - Commissieamendementen, nr. 228-2. - Verslag, nr. 228-3 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 26 februari 2002.

^