Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 april 2014
gepubliceerd op 04 juni 2014

Decreet tot aanvulling van Boek I van het tweede deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de hulp aan de woonwagenbewoners

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014203420
pub.
04/06/2014
prom.
28/04/2014
ELI
eli/decreet/2014/04/28/2014203420/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 APRIL 2014. - Decreet tot aanvulling van Boek I van het tweede deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de hulp aan de woonwagenbewoners (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in artikel 128, § 1,van de Grondwet.

Art. 2.In boek I van het tweede deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wordt een titel 7 ingevoegd, met als opschrift "Hulp aan de woonwagenbewoners".

Art. 3.In titel 7, ingevoegd bij artikel 2, worden de artikelen 149/1 tot 149/12 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 149/1.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 1° woonwagenbewoners: gemeenschappen van verschillende herkomsten gekenmerkt door een verplaatsbare habitat, die zich gedurende verschillende maanden van het jaar van plaats tot plaats verplaatsen en die bij elke stilstand een paar dagen ter plaatse blijven alvorens zich opnieuw op weg te begeven;2° onthaal: procedure die het tijdelijk verblijf van de woonwagenbewoners officieel organiseert en die het zoeken naar in overleg bepaalde oplossingen voor specifieke problemen mogelijk maakt;3° bemiddeling: actiemethode die de tussenkomst van een onafhankelijke en onpartijdige derde vereist en die als doel heeft personen of partijen het eens te doen worden, tot overeenstemming te brengen of te verzoenen.

Art. 149/2.Deze titel heeft als doel hulp te verlenen aan de woonwagenbewoners, waarbij met name: 1° hun integratie wordt bevorderd;2° de processen die de armoede van de woonwagenbewoners als gevolg hebben, worden bestreden;2° een gezamenlijk en kwaliteitsvol onthaal van de woonwagenbewoners in Wallonië wordt ondersteund. HOOFDSTUK 2. - Onthaal van de woonwagenbewoners Afdeling 1. - Opdrachten van de instelling gespecialiseerd voor het

onthaal van de woonwagenbewoners

Art. 149/3.De opdrachten van de instelling gespecialiseerd voor het onthaal van de woonwagenbewoners bestaan in: 1° de bevordering van de sociale en socioprofessionele projecten van de woonwagenbewoners en de bevordering van de deelname van de woonwagenbewoners en van hun verenigingen aan het maatschappelijk leven;2° het verlenen van hulp voor de vervulling van de administratieve formaliteiten van de woonwagenbewoners, met name in verband met hun verplaatsbare habitat;3° de bevordering en de verbetering van de betrekkingen tussen de plaatselijke overheid, de woonwagenbewoners en de sedentaire bevolking;4° het informeren en de begeleiding van de openbare overheden wat betreft het beheer van het verblijf van de woonwagenbewoners;5° het verzekeren van de bemiddeling, met name door op verzoek van de gemeenten of van de woonwagenbewoners op het terrein tussenbeide te komen, ook voor spoedgevallen;6° het verzamelen van de statistische gegevens over de groepen, de bemiddelingen van de instelling gespecialiseerd voor het onthaal van de woonwagenbewoners en hun interpretatie;7° de analyse van de verordeningen en "goede praktijken" in Europa;8° het voorstellen van de oriëntaties van het onthaalbeleid voor de woonwagenbewoners in het Franse taalgebied.9° de informatie van de diensten van de Regering. De Regering kan de opdrachten waarvan sprake in 1° tot 9° nader bepalen. Afdeling 2. - Erkenning van de instelling gespecialiseerd voor het

onthaal van de woonwagenbewoners

Art. 149/4.De Waalse Regering of haar afgevaardigde erkent een instelling gespecialiseerd voor het onthaal van de woonwagenbewoners

Art. 149/5.De erkenningsvoorwaarden van de instelling zijn de volgende: 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;2° zijn bedrijfszetel op het grondgebied van het Franse taalgebied hebben en er zijn opdrachten uitoefenen;3° de opdrachten waarvan sprake in artikel 149/3 verrichten;4° ten minste drie jaar tellen van activiteiten betreffende het onthaal van de woonwagenbewoners;5° over een ploeg beschikken waarvan de minimale samenstelling door de Regering wordt bepaald;6° over lokalen beschikken die aangepast zijn aan de uitoefening van haar opdrachten en die de gezondheids- en veiligheidsnormen vervullen.

Art. 149/6.De erkenningsaanvraag wordt aan de Regering of aan haar afgevaardigde gericht bij ter post aangetekend schrijven of op elke wijze waarop een vaststaande datum aan de zending wordt verleend.

De erkenning wordt verleend voor een onbepaalde periode.

Art. 149/7.§ 1. De Regering bepaalt de inhoud van het dossier m.b.t. de erkenningsaanvraag alsook de procedure voor de oproep tot de kandidaten. Het aanvraagdossier bevat op zijn minst: 1° de statuten van de vereniging;2° de samenstelling van de beheersorganen;3° de laatste goedgekeurde jaarrekeningen;4° een omschrijving van de activiteiten van de vereniging en, in voorkomend geval, van haar medewerking met de openbare of private actoren.5° in voorkomend geval, de lijst van de door de vereniging tewerkgestelde personen. § 2. De Regering bepaalt de procedure voor de toekenning van de erkenning. § 3. Als verschillende verenigingen aan de bij deze titel gestelde voorwaarden, namelijk die bedoeld in artikel 149/5, voldoen aan het einde van het onderzoek van de erkenningsaanvragen, gaat de Regering of haar afgevaardigde over tot een selectie uitgevoerd op advies van een jury waarvan de samenstelling door de Regering bepaald wordt.

De jury formuleert zijn mening door de kwaliteit van de projecten en de ervaring van de mensen belast met de uitvoering van deze projecten alsook de acties die hen aantonen te vergelijken, tegenover de opdrachten zoals bepaald bij artikel 149/3.

De jury doet zijn uitspraak binnen een termijn van 30 dagen.

Art. 149/8.Een jaarlijks activiteitenverslag dat door de instelling wordt opgemaakt, wordt uiterlijk 30 juni aan een begeleidingscomité waarvan de leden door de Regering worden aangewezen, overgemaakt en uiterlijk 30 juni ter informatie meegedeeld aan het Parlement.

Dat verslag omvat een balans, een omschrijving van de tijdens het afgelopen jaar uitgevoerde acties, alsmede een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de uitvoering van de in artikel 149/3 uitgevoerde opdrachten.

Het jaarlijkse activiteitenverslag gaat vergezeld van de bewijsstukken van het gebruik van de toelage voor het afgelopen jaar.

Art. 149/9.Binnen twee maanden volgend op haar erkenning en vervolgens om de drie jaar legt de instelling ter goedkeuring aan de Regering of haar afgevaardigde een meerjarig actieprogramma van drie jaar voor, met omschrijving van de acties die ze gaat voeren om de bij artikel 149/3 bedoelde opdrachten uit te voeren.

De Regering of haar afgevaardigde keurt het meerjarig actieprogramma van drie jaar binnen dertig dagen na ontvangst ervan goed.

Art. 149/10.§ 1. De erkenning kan door de Regering of haar afgevaardigde ingetrokken worden als de bepalingen van deze titel of de krachtens deze titel vastgelegde bepalingen niet in acht worden genomen.

De Regering bepaalt de procedure voor de intrekking van de erkenning. § 2. Een beroep tegen de beslissingen tot intrekking van de erkenning kan ingediend worden overeenkomstig de bepalingen van dit Wetboek. § 3. De beslissing tot intrekking van de erkenning van de in artikel 149/4 bedoelde instelling gaat niet tegen een latere kandidatuur voor de erkenning van deze instelling volgens de modaliteiten voorgeschreven in de artikelen 149/6 en 149/7. Afdeling 3. - Subsidiëring

Art. 149/11.Binnen de perken van de begrotingskredieten kent de Regering of haar afgevaardigde een jaarlijkse toelage toe aan de overeenkomstig de artikelen 149/4 tot 149/11 erkende instelling.

De in het eerste lid bedoelde toelagen dekken: 1° de personeelskosten;2° de werkingskosten. De Regering stelt de modaliteiten, bedragen, de berekeningswijze van de eventuele indexering en de toekennings- en rechtvaardigingsvoorwaarden voor de subsidie vast.

De in artikel 149/3 bedoelde instelling kan andere toelagen ontvangen die uitzonderlijke of aanvullende activiteiten dekken om de in dit decreet bevatte acties doeltreffender te maken, om aan overkoepelende acties i.v.m de interactie tussen de verschillende beleidsniveaus te werken, om andere acties te concretiseren die hij ontwikkelt om het doel van de verbetering van het onthaal van de woonwagenbewoners in Wallonië en van de verarmingbestrijding te bereiken. De instelling kan een bijdrage van haar leden ontvangen.

Art. 149/12.De Regering of haar afgevaardigde wijst de diensten belast met de administratieve, kwalitatieve en financiële controle van de instelling aan.". HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 4.Dit decreet treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 28 april 2014 De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement, 1042 (2013-2014) Nrs. 1 tot 4.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 25 april 2014.

Bespreking.

Stemming.

^