Etaamb.openjustice.be
Decreet van 25 februari 1999
gepubliceerd op 16 maart 1999

Decreet tot oprichting van het Waals Agentschap voor Telecommunicatie (1)

bron
waals ministerie van uitrusting en vervoer
numac
1999027206
pub.
16/03/1999
prom.
25/02/1999
ELI
eli/decreet/1999/02/25/1999027206/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 1999. - Decreet tot oprichting van het Waals Agentschap voor Telecommunicatie (« Agence wallonne des Télécommunications ») (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Oprichting en opdracht van het « Agence wallonne des Télécommunications »

Artikel 1.Er wordt een openbare instelling opgericht met de benaming « Agence wallonne des Télécommunications », hierna het Agentschap genoemd.

Zijn zetel is gevestigd te Namen.

Art. 2.§ 1. Doel van het Agentschap is enerzijds de bevordering van de algehele toegang tot de informatietechnologie en tot de communicatie, en anderzijds het aanmoedigen tot het algemeen verspreide gebruik daarvan om zo een impuls te geven aan de economische ontwikkeling in het Waals Gewest.

Daartoe krijgt het Agentschap de volgende opdrachten opgelegd : 1° het evalueren en opvolgen van de uitvoering van beslissingen die worden goedgekeurd en overeenkomsten die worden afgesloten door het Gewest in verband met diens beleid inzake informatietechnologie en communicatie;2° het uitbrengen van adviezen en aanbevelingen ten behoeve van de Regering in het beleid inzake informatietechnologie en communicatie, wat gebeurt op eigen initiatief ofwel op verzoek van de Regering en binnen de door deze laatste opgelegde termijn;3° het treffen van maatregelen waardoor informatietechnologie en communicatie in het Waals Gewest bevorderd worden, zowel inzake productie en commercialisering als inzake gebruik.Maatregelen ter bevordering van bedoelde aangelegenheden mogen geenszins de vorm aannemen van een financiële tegemoetkoming aan bedrijven. § 2. Bovendien heeft het Agentschap mits naleving van artikel 14, tweede lid, de mogelijkheid om tegen vergoeding zijn diensten te verlenen, inzonderheid inzake consultancy en adviesverlening. § 3. Op verzoek van de Regering mag het Agentschap de delegatie van het Gewest bijstaan in de overlegstructuren tussen de Gewesten onderling ofwel tussen Gewesten en Gemeenschappen, bij de federale overheid en in de internationale instellingen, voor zover beslissingen voorbereid dan wel goedgekeurd moeten worden wat betreft het beleid inzake informatietechnologie en communicatie.

De wijze waarop deze bijstand wordt verleend, wordt bepaald in het beheerscontract bedoeld in artikel 5.

Art. 3.In verband met de opdrachten bedoeld in artikel 2, § 1, mag het Agentschap zowel bij de diensten van de Regering als bij de publiekrechtelijke rechtspersonen die onder het Waals Gewest ressorteren inlichtingen opvragen wat betreft het beleid inzake informatietechnologie en communicatie.

Om zich doeltreffend van zijn opdracht te kwijten inzake het uitbrengen van adviezen en aanbevelingen zoals voorzien in artikel 2, § 1, tweede lid, 2° wordt het Agentschap geregeld ingelicht door de diensten van de Regering over de in elk departement gestelde beleidsdaden die een weerslag hebben op aangelegenheden inzake informatietechnologie en communicatie. Hetzelfde geldt voor de publiekrechtelijke rechtspersonen die onder het Waals Gewest ressorteren.

Door de Regering worden aan het Agentschap documenten en verslagen overgemaakt die een zeker nut hebben voor het uitvoeren van diens opdrachten zoals uiteengezet in het beheerscontract bedoeld in artikel 5 en voor het uitbrengen van adviezen en aanbevelingen zoals gevraagd door de Regering krachtens artikel 2, § 1, tweede lid, 2°. Hetzelfde geldt voor de publiekrechtelijke rechtspersonen die onder het Waals Gewest ressorteren.

Art. 4.In het kader van diens opdracht zoals omschreven in artikel 2, § 1, tweede lid, 3° is het het Agentschap geoorloofd samen te werken met alle instellingen, verenigingen en ondernemingen, zijn ze van publiek- of privaatrechtelijke aard, van Belgische of buitenlandse oorsprong, evenals ze samen initiatieven mogen ontwikkelen. Het Agentschap mag, zij het rechtstreeks, zij het onrechtstreeks, deelnemen in vennootschappen zonder winstoogmerk of een dergelijke vennootschap oprichten of mede oprichten in het raam van het beheerscontract bedoeld in artikel 5.

In het raam van de activiteiten bedoeld in artikel 2, § 2, is het het Agentschap geoorloofd samen te werken met alle instellingen, verenigingen en ondernemingen, zijn ze van publiek- of privaatrechtelijke aard, van Belgische of buitenlandse oorsprong, evenals ze samen initiatieven mogen ontwikkelen. Het Agentschap mag deelnemen in handelsvennootschappen of een dergelijke vennootschap oprichten of mede oprichten. Beslissingen inzake deelneming in handelsvennootschappen of inzake oprichting van dergelijke vennootschappen worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. HOOFDSTUK II. - Bestuur en toezicht

Art. 5.De opdrachten bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1° en 3°, worden uitgevoerd door het Agentschap in overeenstemming met de prioriteiten en de beleidsbepalingen zoals omschreven in een beheerscontract. Dat contract wordt afgesloten voor de duur van vier jaar door de Regering en de raad van bestuur van het Agentschap.

In het beheerscontract worden onder meer behandeld : 1° de algemene doelstellingen die het Agentschap worden opgelegd in de uitvoering van diens opdrachten zoals bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1° en 3°;2° de middelen die aangewend moeten worden om bedoelde doelstellingen na te streven;3° de criteria en procedures die als maatstaf dienen om de mate waarin het beheerscontract uitgevoerd wordt, in te schatten;4° de sancties waarin voorzien wordt indien de doelstellingen en de termijnen zoals bepaald in het beheerscontract niet worden nagekomen. Ten laatste wordt het beheerscontract afgesloten door de Regering en de raad van bestuur van het Agentschap wanneer de begroting m.b.t. het eerste werkingsjaar door de Regering wordt goedgekeurd.

Het beheerscontract kan worden aangevuld met één of meerdere aanhangsels, afgesloten door de Regering en de raad van bestuur van het Agentschap.

Art. 6.§ 1. Het Agentschap wordt beheerd door een raad van bestuur die bestaat uit een voorzitter, een administrateur-generaal en negen bestuurders. Zij worden door de Regering aangewezen.

Vier van de negen bestuurders worden aangewezen uit een tweevoudige lijst voorgesteld door de « Conseil économique et social de la Région wallonne » (Economische en Sociale Raad van het Waals Gewest). § 2. Alle negen bestuurders worden aangewezen voor een periode van vier jaar. Zij kunnen voor een nieuwe ambtstermijn worden aangewezen; het ambt wordt van rechtswege beëindigd zodra de bestuurder de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt. Indien een bestuurder om welke reden ook vroegtijdig uit zijn ambt wordt ontheven, wordt diens ambt voleindigd door zijn plaatsvervanger.

De hoedanigheid van lid van de raad van bestuur is onverenigbaar met de hoedanigheid van personeelslid of leider van een handelsvennootschap die actief is in de branches informatietechnologie of communicatie. § 3. Door het Agentschap worden aan de negen bestuurders vergoedingen voor verplaatsingsonkosten, wegens verblijfskosten en presentiegeld uitbetaald. Het bedrag van die vergoedingen wordt door de Regering vastgelegd.

Art. 7.§ 1. De raad van bestuur is bevoegd om alle daden te stellen die nodig of nuttig zijn voor de uitvoering van de opdrachten van het Agentschap. De raad kan, op voorstel van de administrateur-generaal, sommige bevoegdheden aan één of meerdere leden van de raad of sommige taken van het dagelijks beheer aan personeelsleden van het Agentschap overdragen.

In het Agentschap is uitsluitend de raad van bestuur bevoegd om de adviezen en aanbevelingen bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2° goed te keuren. Die bevoegdheid is niet opdraagbaar. § 2. De raad van bestuur komt bijeen ofwel na oproeping door de voorzitter, ofwel telkens als de gang van zaken dat vereist, of ook nog als vier van diens leden daarom verzoeken. De raad komt minstens zesmaal per jaar bijeen.

Verhinderde leden kunnen een ander lid van de raad van bestuur machtigen, maar elk lid kan slechts één machtiging tegelijk uitoefenen. § 3. De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen als de meerderheid van diens leden aanwezig is. Ongeacht het aanwezige of vertegenwoordigde ledental kan er niettemin geldig worden beraadslaagd indien bijeengekomen wordt ten minste vijftien dagen na een vergadering waarvoor het vereiste quorum niet werd bereikt.

Beslissingen getroffen door de raad van bestuur worden goedgekeurd bij eenvoudige meerderheid der stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij staking van stemmen weegt de stem van de voorzitter door.

Het is de leden van de raad van bestuur verboden aanwezig te zijn bij beraadslagingen over items waarbij zij, zij het rechtstreeks, zij het onrechtstreeks, tegengestelde vermogensbelangen hebben. § 4. De raad van bestuur stelt een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Regering.

Art. 8.§ 1. Beraadslagingen door de raad van bestuur worden voorbereid en uitgevoerd door de voorzitter van de raad van bestuur.

Hij is belast met het algemeen bestuur van het Agentschap.

De administrateur-generaal is belast met het dagelijks beheer.

In alle rechts- en buitengerechtelijke handelingen die de perken van het dagelijks bestuur te boven gaan wordt het Agentschap vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur en door de administrateur-generaal. De administrateur-generaal vertegenwoordigt het Agentschap in alle buitengerechtelijke handelingen die onder het dagelijks beheer ressorteren. § 2. De voorzitter van de raad van bestuur wordt door de Regering benoemd voor een zesjarige ambtstermijn. Die termijn is hernieuwbaar.

De administrateur-generaal wordt door de Regering uit de personeelsleden van het Agentschap benoemd voor een zesjarige ambtstermijn. Ook die is hernieuwbaar.

De voorzitter van de raad van bestuur en de administrateur-generaal hebben geen recht op de vergoedingen en het presentiegeld waarin voorzien wordt bij de artikelen 6, § 3, en 9, § 3.

Zij worden van rechtswege uit hun ambt ontheven zodra ze de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt hebben.

Art. 9.§ 1. Er wordt een wetenschappelijk comité van het Agentschap opgericht.

Dat comité wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur van het Agentschap. In het comité zetelen naast de voorzitter de administrateur-generaal van het Agentschap en twaalf leden benoemd door de Regering op grond van hun bekwaamheid en ervaring inzake informatietechnologie en communicatie.

De twaalf leden zijn respectievelijk : 1° vier experts uit het universitair onderwijs en het onderzoekswezen waarvan ten minste één zijn hoofdberoep niet in België uitoefent;zij worden gekozen uit een tweevoudige lijst voorgedragen door de Raad van het Wetenschappelijk Beleid (« Conseil de la politique scientifique »); 2° vier experts uit het bedrijfsleven en uit de instellingen die steun verlenen aan de bedrijven;zij worden gekozen uit een tweevoudige lijst voorgedragen door de raad van bestuur; 3° drie experts die gespecialiseerd zijn in het gebruik van informatietechnologie en communicatie in de overheidssector en de non-profit sector, en één expert uit de gebruikersverenigingen;zij worden gekozen uit een tweevoudige lijst voorgedragen door de raad van bestuur. § 2. De leden van het wetenschappelijk comité worden aangewezen voor een vierjarige termijn. Hun ambtstermijn kan worden verlengd en wordt van rechtswege beëindigd zodra het lid de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt. Indien een lid om welke reden ook vroegtijdig uit zijn ambt wordt ontheven, wordt diens ambt voleindigd door zijn plaatsvervanger.

In afwijking van het eerste lid worden de leden van het wetenschappelijk comité die benoemd worden bij de oprichting van het Agentschap, aangewezen voor een driejarige ambtstermijn. § 3. Door het Agentschap worden aan de twaalf leden van het wetenschappelijk comité vergoedingen voor verplaatsingsonkosten, wegens verblijfkosten en presentiegeld uitbetaald. Het bedrag van die vergoedingen wordt door de Regering vastgelegd.

Art. 10.§ 1. De taak van het wetenschappelijk comité is van raadgevende aard.

Ontwerpen van adviezen en aanbevelingen die door de raad van bestuur dienen te worden goedgekeurd in het raam van diens opdracht bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, dienen te worden voorgelegd aan het wetenschappelijk comité. Het comité kan eveneens worden geraadpleegd en op eigen initiatief adviezen uitbrengen met betrekking tot elk vraagstuk dat verband houdt met de activiteiten van het Agentschap. § 2. Het wetenschappelijk comité komt bijeen ofwel na oproeping door de voorzitter, ofwel telkens als de gang van zaken dat vereist, of ook nog als drie van diens leden daarom verzoeken. De raad komt minstens zesmaal per jaar bijeen.

Verhinderde leden kunnen een ander lid van het comité machtigen, maar elk lid kan slechts één machtiging tegelijk uitoefenen. § 3. Het wetenschappelijk comité kan slechts geldig beraadslagen als de meerderheid van diens leden aanwezig is. Ongeacht het aanwezige of vertegenwoordigde ledental kan er niettemin geldig worden beraadslaagd indien bijeengekomen wordt ten minste vijftien dagen na een vergadering waarvoor het vereiste quorum niet werd bereikt.

Adviezen uitgebracht door het wetenschappelijk comité worden goedgekeurd bij eenvoudige meerderheid der stemmen. Bij staking van stemmen weegt de stem van de voorzitter door. Adviezen mogen tegenstrijdige opvattingen inhouden.

Het is de leden van het wetenschappelijk comité verboden aanwezig te zijn bij beraadslagingen over items waarbij zij, zij het rechtstreeks, zij het onrechtstreeks, tegengestelde vermogensbelangen hebben.

De adviezen van het wetenschappelijk comité worden gevoegd bij de adviezen van de raad van bestuur die aan de Regering worden overgemaakt. § 4. Het wetenschappelijk comité mag een huishoudelijk reglement opstellen, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur.

Art. 11.§ 1. Het Agentschap staat onder het toezicht van de Regering.

Het toezicht wordt uitgeoefend via twee door de Regering benoemde commissarissen.

De commissarissen nemen met raadgevende stem aan de bijeenkomsten van de raad van bestuur deel. Te allen tijde mogen ze zonder zich te hoeven verplaatsen kennis nemen van de boeken, de briefwisseling, de notulen en, in het algemeen, van alle geschriften van het Agentschap.

Bestuurders en personeelsleden mogen ze om uitleg en inlichtingen vragen; zij worden geoorloofd alle zaken na te kijken die hen nodig lijken voor de uitoefening van hun ambt. § 2. Elke commissaris kan bij de Regering een beroep indienen tegen elke door het Agentschap getroffen beslissing waarvan hij vindt dat ze strijdig is met de wet of het beheerscontract. Het beroep is opschortend en moet binnen een termijn van tien dagen worden ingediend.

De termijn gaat in ofwel, voor zover de commissarissen op wettige wijze werden opgeroepen, op de dag waarop de raad van bestuur bijeenkomt en bedoelde beslissing goedkeurt, ofwel, in alle andere gevallen, op de dag waarop de commissaris kennis heeft genomen van de goedgekeurde beslissing.

Die daad kan binnen een termijn van dertig dagen door de Regering worden vernietigd. Die termijn gaat in op dezelfde datum. Bij gebrek daaraan wordt de opschorting opgeheven; de beslissing wordt dan rechtsgeldig.

Bedoeld beroep kan slechts ingediend worden tegen aanbevelingen of adviezen die zijn uitgebracht in het raam van de opdracht bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1° en 2°. § 3. Door het Agentschap worden aan de commissarissen vergoedingen voor verplaatsingsonkosten, wegens verblijfkosten en presentiegeld uitbetaald. Het bedrag van die vergoedingen wordt door de Regering vastgelegd.

Art. 12.Jaarlijks wordt door het Agentschap een activiteitenverslag opgesteld dat voor evaluatie aan de Regering wordt voorgelegd uiterlijk op 31 maart van elk jaar. In dat verslag wordt melding gemaakt van de uitvoering van het beheerscontract bedoeld in artikel 5.

Dat verslag wordt door de Regering meegedeeld aan de Waalse Gewestraad en aan de « Conseil économique et social de la Région wallonne ». HOOFDSTUK III. - Personeel van het Agentschap

Art. 13.§ 1. Op voorstel van de raad van bestuur wordt de personeelsformatie door de Regering vastgelegd. Het personeel wordt aangeworven door de raad van bestuur.

De Regering bepaalt de wijze waarop de personeelsleden van het Waals Gewest naar het Agentschap wordt overgeplaatst. Het is de Regering geoorloofd personeelsleden die in haar diensten zijn tewerkgesteld, ter beschikking van het Agentschap te stellen op de wijze die door haarzelf worden vastgelegd.

Het Agentschap mag enkel contractueel personeel in dienst nemen : 1° om uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te lenigen, ofwel om maatregelen uit te voeren die in de tijd beperkt zijn ofwel een buitengewone werklast weg te werken;2° om personeelsleden te vervangen die hun ambt niet uitoefenen of slechts deeltijds uitoefenen;3° om specifieke of hulptaken te verrichten waarvan de lijst op voorhand door de Regering wordt opgesteld. § 2. Artikel 1 van het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waals Gewest ressorteren wordt aangevuld als volgt : « 12° « Agence wallonne des Télécommunications » (Waals Agentschap voor Telecommunicatie).» HOOFDSTUK IV. - Financiering, boekhouding en financiële controle

Art. 14.De ontvangsten van het Agentschap bestaan uit : 1° een jaarlijkse werkingstoelage die ten laste is van de algemene uitgavenbegroting van het Waals Gewest.Die toelage houdt geen verband met de opdrachten bedoeld in artikel 2, § 2; 2° alle eigen ontvangsten uit diens activiteiten;3° de inkomsten uit diens vermogen;4° de opbrengst van gebeurlijke legaten en schenkingen, die aanvaard worden mits goedkeuring door de Regering. Op grond van het jaarlijkse activiteitenverslag bedoeld in artikel 12 worden de niet aangewende saldi van de voorafgaande boekjaren door de Regering aan het Agentschap toegewezen.

De beginselen voor tarifering van de tegen vergoeding aangeboden diensten bedoeld in artikel 2, § 2, worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.

Art. 15.§ 1. Er wordt een jaarlijkse begroting opgemaakt met alle ontvangsten en uitgaven van het Agentschap ongeacht oorsprong en oorzaak. Het begrotingjaar valt samen met het kalenderjaar.

Inkomsten en uitgaven die afkomstig zijn van de uitvoering van diens opdracht bedoeld in artikel 2, § 2 worden afzonderlijk voorgesteld.

De ontwerp-begroting wordt opgesteld door de raad van bestuur en ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. De begroting wordt meegedeeld aan de Waalse Gewestraad als bijlage bij de algemene uitgavenbegroting van het Waals Gewest.

Indien de begroting niet wordt goedgekeurd op de eerste dag van het begrotingsjaar, wordt de aanwending van de kredieten voorzien in de ontwerp-begroting daar niet door verhinderd, behalve de gevallen bepaald door de Regering. Transferten en kredietoverschrijdingen worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. § 2. Tegen uiterlijk 30 april moet het Agentschap de jaarrekeningen ter uitvoering van de begroting opmaken, evenals een toestandsopgave van het actief en passief op 31 december van het betrokken jaar. § 3. De Regering kan verplichten dat een afzonderlijke commerciële begroting wordt gehouden met betrekking tot de opdracht bedoeld in artikel 2, § 2.

De Regering legt de regels vast met betrekking tot het voorstel van de begroting, de boekhouding, de toestandsopgaven en de jaarverslagen, evenals de controle op de vastlegging van de uitgaven.

De Regering kan bij het Agentschap een lid aanwijzen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren die ermee belast is de geschriften na te kijken en ze voor juist en echt te verklaren. HOOFDSTUK V. Inwerkingtreding

Art. 16.Dit decreet treedt in werking de dag waarop hij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 25 februari 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad 443 (1998-1999) nrs. 1 t.e.m. 7.

Volledig verslag, openbare zitting van 24 februari 1999. Bespreking - Stemming.

^