Etaamb.openjustice.be
Decreet van 24 november 2022
gepubliceerd op 20 december 2022

Decreet betreffende het fietsbeleid en tot wijziging van het decreet van 1 april 2004 betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid en het decreet van 4 april 2019 met het oog op een algemene invoering van kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in Wallonië en een hogere fietsersveiligheid

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022207146
pub.
20/12/2022
prom.
24/11/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2022. - Decreet betreffende het fietsbeleid en tot wijziging van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid en het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 15/07/2019 numac 2019203304 bron waalse overheidsdienst Decreet met het oog op een algemene invoering van kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in Wallonië en een hogere fietsersveiligheid sluiten met het oog op een algemene invoering van kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in Wallonië en een hogere fietsersveiligheid (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid

Artikel 1.Het opschrift van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid wordt vervangen volgt: "Decreet betreffende de duurzame mobiliteit en de toegankelijkheid".

Art. 2.Artikel 1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Artikel 1.Dit decreet beoogt : 1° de uitwerking van een langetermijnvisie voor duurzame mobiliteit en van de gewestelijke mobiliteitsstrategie;2° de in de gemeenten en stedelijke mobiliteitsgebieden afgesproken uitwerking van een planningsinstrument om de toegankelijkheid tot de woon- en leefgelegenheden te organiseren en te verbeteren zowel voor personen als voor goederen en dit gelet op de duurzame ontwikkeling;3° de gecoördineerde uitvoering van de organisatorische of infrastructurele maatregelen die uit deze planning voortvloeien en de evaluatie daarvan;4° de beginselen van het fietsbeleid en de ontwikkeling van de actieplannen "Wallonie cyclable"; 5° de invoering van een trekkingsrecht voor plaatselijke besturen met betrekking tot de infrastructuur in het kader van duurzame mobiliteit.".

Art. 3.In hetzelfde decreet wordt een Titel I/1 ingevoegd, met als opschrift "Langetermijnvisie voor duurzame mobiliteit en van de gewestelijke mobiliteitsstrategie".

Art. 4.In Titel I/1, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. 2/.1. Voor de periode tot 2027 en vervolgens om de tien jaar stelt de Regering een langetermijnvisie voor duurzame mobiliteit vast.

De langetermijnvisie op duurzame mobiliteit bevat de doelstellingen die op het gebied van mobiliteit moeten worden bereikt om de economische, sociale en milieu-uitdagingen voor de komende tien jaar aan te gaan.

De Regering wint het advies in van de beleidsgroep "Mobiliteit" en raadpleegt de verschillende institutionele en associatieve actoren die bij de mobiliteit betrokken zijn en die zij aanwijst.".

Art. 5.In Titel I/1, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 2/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 2/2.Voor de periode tot 2029 en vervolgens elke tien jaar vanaf 2029 stelt de Regering de gewestelijke mobiliteitsstrategie vast.

De gewestelijke mobiliteitsstrategie voert de doelstellingen van de langetermijnvisie voor duurzame mobiliteit uit.

De Regering wint het advies in van de beleidsgroep "Mobiliteit" en raadpleegt de verschillende institutionele en associatieve actoren die bij de mobiliteit betrokken zijn en die zij aanwijst.".

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt een Titel IV/1 ingevoegd, met als opschrift "Fietsbeleid".

Art. 7.In Titel IV/1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een hoofdstuk I ingevoegd, met als opschrift "Algemeenheden".

Art. 8.In Titel I/1, ingevoegd bij artikel 7, wordt een artikel 31/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 31/1.Het doel van het fietsbeleid is het modale aandeel van de fiets te verhogen door aantrekkelijke alternatieven te bieden voor het gebruik van de privé-auto en het mogelijk te maken de uitstoot van broeikasgassen in het Waalse Gewest te verminderen. Meer in het algemeen draagt het fietsbeleid bij tot duurzame mobiliteit, in haar sociale, ecologische en economische aspecten.

Het fietsbeleid wordt op het hele grondgebied toegepast, rekening houdend met alle dynamiek en specifieke kenmerken ervan, via een goed bestuur van de acties, rond een coherent netwerk van hoogwaardige en veilige infrastructuren en van diensten en communicatie die de modale verschuiving ondersteunen.".

Art. 9.In Titel IV/1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een hoofdstuk II ingevoegd, met als opschrift "Actieplan Wallonie cyclable".

Art. 10.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 9, wordt een artikel 31/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 31/2.Binnen 18 maanden na de vorming van de Regering en voor een periode van vijf jaar stelt de Regering bij het begin van elke legislatuur een actieplan "Wallonie cyclable" op.

Het actieplan "Wallonie cyclable" wordt besproken met de institutionele en associatieve actoren die betrokken zijn bij het fietsbeleid en door de Regering worden aangewezen. Het bevat de acties en het fietsbeleidsproject om de gewestelijke mobiliteitsstrategie uit te voeren en is gebaseerd op de volgende thema's: 1° het bestuur;2° de infrastructuur en het fietsnetwerk;3° de diensten;4° de communicatie. Het plan voorziet waar nodig in de financiering van acties op meerjarenbasis.

Vóór elk nieuw plan zal de Regering het vorige plan herzien. Het plan bevat een hoofdstuk over de evaluatie van het vorige plan.

De Regering bepaalt de methoden en instrumenten voor het verzamelen van gegevens om de effecten van het fietsbeleid te meten.

Een verslag over de uitvoering van het plan wordt jaarlijks aan het parlement voorgelegd.".

Art. 11.In Titel IV/1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een hoofdstuk III ingevoegd, met als opschrift "Waals structurerend fietsnetwerk".

Art. 12.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 31/3 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/3.De Regering zet een Waals structurerend fietsnetwerk op.

Het Waalse structurerend fietsnetwerk is een functioneel fietsnetwerk in de vorm van kwalitatieve fietsvoorzieningen zoals gedefinieerd door de Regering, met inbegrip van verkeersmaatregelen om het autoverkeer en de snelheid van het verkeer aanzienlijk te beperken.

Het Waalse structurerend fietsnetwerk maakt gebruik van de meest geschikte wegen of innemingen vanuit het oogpunt van de volgende criteria: 1° netwerkcoherentie;2° snelheid;3° het rechtstreekse karakter van de verbinding tussen twee beleidsgroepen;4° veiligheid;5° comfort;6° hellingen; 7° erkenningen. Er kunnen plaatselijk alternatieve routes en tijdelijke fietsvoorzieningen worden aangelegd in afwachting van de voltooiing van de definitieve hoogwaardige fietsvoorziening.".

Art. 13.In hetzelfde hoofdstuk III wordt een artikel 31/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 31/4.Het Waalse structurerend fietsnetwerk bestaat uit fietssnelwegen en bovenlokale functionele verbindingen.

Fietssnelwegen vormen de ruggengraat van het structurerend fietsnetwerk en verbinden gebieden met een hoog verplaatsingspotentieel en bieden een aantrekkelijk alternatief voor de auto. Fietssnelwegen worden potentieel intensief gebruikt en genieten een hoogwaardige infrastructuur die comfortabel, veilig en efficiënt reizen over middellange tot lange afstanden en op herkenbare fietsvoorzieningen mogelijk maakt. De Regering somt de fietssnelwegen op en bepaalt hun visuele identiteit.

De functionele interstedelijke fietsverbindingen vormen een fijnmazig netwerk van fietsroutes die stedelijke of landelijke centra verbinden met voorzieningen, winkels, diensten of intermodaliteit.

Het Waalse structurerend fietsnetwerk is gedefinieerd in samenwerking met lokale actoren, met name de gemeenten, en utilitaire fietsers.

Het structurerend fietsnetwerk wordt lokaal aangevuld met lokale fietsverbindingen die een prima fietsaanbod in de omgeving bieden. Zij verbinden lokale centra met centra van hoger niveau, met bovenlokale functionele fietsverbindingen of met fietssnelwegen.".

Art. 14.In hetzelfde hoofdstuk III wordt een artikel 31/5 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 31/5.De Regering kan de wijze van financiering van hoogwaardige fietsvoorzieningen op het Waalse structurerend fietsnetwerk en de lokale verbindingen bepalen.

De investeringen in verband met de uitvoering van fietssnelwegen worden vastgesteld en in principe betaald door de Regering.

De beheerders van een domein of een weg kunnen de uitvoering van studies, de gunning van een opdracht voor diensten of werken of de investering in dit domein of deze weg door middel van overeenkomsten delegeren aan een publiekrechtelijke rechtspersoon. De Regering bepaalt de voorwaarden en de inhoud van deze delegatieovereenkomsten.".

Art. 15.In hetzelfde hoofdstuk III wordt een artikel 31/6 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 31/6.De eigenaar of beheerder van de weg moet het Waalse structurerend fietsnetwerk onderhouden.

In afwijking van lid 1 kan de Regering de voorwaarden voor het onderhoud van het Waalse structurerend fietsnetwerk vaststellen.

In afwijking van de leden 1 en 2, staat het Gewest in voor het onderhoud of de financiering van het onderhoud van de fietspaden volgens door de Regering te bepalen modaliteiten.".

Art. 16.In hetzelfde hoofdstuk III wordt een artikel 31/7 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 31/7.De Regering houdt een actuele inventaris bij van de voorzieningen op het Waalse structurerend fietsnetwerk en hun toestand. ".

Art. 17.In hetzelfde decreet wordt een Titel IV/2 ingevoegd, met als opschrift "Trekkingsrecht voor plaatselijke besturen met betrekking tot de infrastructuur in het kader van duurzame mobiliteit.".

Art. 18.In Titel IV/2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een hoofdstuk I ingevoegd, met als opschrift "Algemeenheden".

Art. 19.In hoofdstuk I, ingevoegd bij artikel 18, wordt een artikel 31/8 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/8.Voor de toepassing van deze Titel dient te worden verstaan onder : 1° de gemeenten: alle gemeenten gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest;2° het STOP-principe: het principe volgens hetwelk voorzieningen worden geprioriteerd volgens de behoeften van de gebruikers op de volgende wijze: a) voorzieningen voor voetgangers;b) voorzieningen voor fietsers;c) voorzieningen voor openbaar vervoer, collectief privé-vervoer zoals taxi's, deelauto's of carpooling;d) voorzieningen voor individueel vervoer, zoals een ontlastingsparkeerplaats;3° de plenaire voorontwerpvergadering : de vergadering in het stadium van de potloodschets in aanwezigheid van alle personen die kunnen meewerken aan het ontwerp van het project en met het doel de kwaliteit van de projecten en de veiligheid van de werken te waarborgen en, behalve in geval van overmacht, nieuwe werken binnen de in het contract voorziene garantieperiode op de omtrek van de betrokken investering te vermijden; 4° het investeringsplan: het gemeentelijk investeringsplan met betrekking tot de realisatie van bepaalde infrastructuren in het kader van duurzame mobiliteit.".

Art. 20.In Titel IV/2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een hoofdstuk I ingevoegd, met als opschrift "Trekkingsrecht".

Art. 21.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel 31/9 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/9.§ 1. Gemeenten kunnen onder de voorwaarden en volgens de procedure van deze titel subsidie ontvangen in de vorm van een trekkingsrecht voor de verwezenlijking van bepaalde infrastructuur in het kader van duurzame mobiliteit. § 2. Het trekkingsrecht is specifiek bedoeld om, overeenkomstig het STOP-principe, de ontwikkeling te ondersteunen van voorzieningen die duurzame mobiliteit en in het bijzonder actieve utilitaire mobiliteit en intermodaliteit in de gemeenten bevorderen.".

Art. 22.In hetzelfde hoofdstuk II wordt een artikel 31/10 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/10.§ 1. Het trekkingsrecht wordt georganiseerd voor de duur van een gemeentelijke ambtstermijn, in twee programma's van elk drie jaar, geïntegreerd in het overkoepelend strategisch programma, bedoeld in artikel L1123-27 van het Wetboek van plaatselijke democratie en decentralisatie. § 2. Het bedrag van het trekkingsrecht wordt voor elk driejarenprogramma door de Regering vastgesteld. § 3. Het totale bedrag van het trekkingsrecht voor de gemeenten komt, voor een programma van drie jaar, overeen met de gecumuleerde kredieten die bestemd zijn voor de gehele looptijd van dit programma.".

Art. 23.In hetzelfde hoofdstuk II wordt een artikel 31/11 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/11.§ 1. Het deel van het in artikel 31/10, § 2, bedoelde totale bedrag dat verschuldigd is aan elke gemeente die een investeringsplan indient, wordt als volgt bepaald : ((aantal km wegen in de gemeente/totaal aantal km wegen in het Waalse Gewest) * 0,5 + (aantal inwoners in de gemeente/totaal aantal inwoners in het Waalse Gewest) * 0,5). * (gemiddeld inkomen per inwoner in het Waals Gewest/gemiddeld inkomen per inwoner van de gemeente) + (1 - gemiddeld inkomen per inwoner in het Waals Gewest/gemiddeld inkomen per inwoner van de gemeente) *0,25), wetende dat : 1° onder km wegen wordt verstaan het aantal kilometers verharde gemeentelijke wegen van klein en groot belang volgens de laatste beschikbare statistieken van het "Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique" (Waals Instituut voor evaluatie, prospectief beleid en statistiek);2° onder gemiddeld inkomen per inwoner wordt verstaan het gemiddeld inkomen per inwoner berekend op basis van de belastingaangiften volgens de laatste beschikbare statistieken van Statbel. § 2. Het onuitgevoerde deel voortvloeiend uit het gedeeltelijke gebruik van de in het stadium van de gunning beschikbare bedragen komt het geheel van de gemeenten ten goede. De verdeling is evenredig aan de enveloppes die voor de lopende programmering aan de gemeenten zijn toegekend.

Het bedrag het onuitgevoerde deel van een programmering wordt in het eerste jaar van de volgende programmering uiterlijk op 30 april vastgesteld op basis van de vóór 31 januari van dat jaar ingediende gunningsdossiers.

Na deze termijn ingediende gunningsdossiers worden niet in aanmerking genomen.

De Regering bepaalt de methoden voor de berekening van het onuitgevoerde deel en de gevolgen daarvan voor de betalingen. § 3. De Regering berekent het bedrag van het trekkingsrecht dat aan elke gemeente wordt toegekend uit hoofde van het in paragraaf 1 bedoelde deel. § 4. De Regering deelt het bedrag van het trekkingsrecht op zodanige wijze aan de gemeenten mee dat zij in het eerste jaar van elk programma de goedkeuring van het in artikel 31/12, § 5, bedoelde plan kunnen verkrijgen. § 5. De Regering bepaalt de gewestelijke prioriteiten en de specifieke investeringsvoorwaarden voor elk programma en de werken die kunnen worden gesubsidieerd.".

Art. 24.In Titel IV/2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een hoofdstuk III ingevoegd, met als opschrift "Indiending van het investeringsplan".

Art. 25.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 31/12 ingevoegd, luidend als volgt : " Art. 31/12. § 1. Overeenkomstig het krachtens artikel 31/11, § 3, vastgestelde bedrag stellen de gemeenten die een trekkingsrecht wensen te genieten, een investeringsplan op waarin alle projecten worden opgesomd die zij voornemens zijn in elk jaar van het betrokken meerjarenprogramma uit te voeren.

De gemeente kan worden gemachtigd van het eerste lid af te wijken voor een deel van het trekkingsrecht dat verbonden is aan het eerste meerjarenprogramma met het oog op de uitvoering van werken of een verwerving tijdens het tweede meerjarenprogramma.

Het verzoek om een afwijking wordt ingediend bij de overmaking van het oorspronkelijke investeringsplan. Zij wordt gerechtvaardigd door de ontoereikendheid van de beschikbare middelen of door de ontoereikende duur van de betrokken meerjarenprogrammering in verhouding tot de beoogde projecten.

De Regering stelt de voorwaarden vast waaronder de afwijking kan worden toegestaan. § 2. Het investeringsplan is prioritair gericht op de behoeften die zijn vastgesteld in de door de gemeenten goedgekeurde strategische planningsinstrumenten. § 3. Het investeringsplan wordt ingediend in de door de Regering vastgestelde vorm en voldoet aan de door de Regering vastgestelde beginselen. § 4. Het interventiepercentage van het Waals Gewest voor subsidiabele werken wordt vastgesteld door de Regering. Het ligt tussen zestig en tachtig procent, afhankelijk van de voorwaarden die de Regering stelt. § 5. Het investeringsplan wordt aan de Regering ter goedkeuring voorgelegd volgens de door de Regering vastgestelde procedure.

De Regering kan het bij haar ingediende investeringsplan gedeeltelijk goedkeuren.

De gemeente waarvan het investeringsplan niet volledig is goedgekeurd, dient binnen dertig dagen na kennisgeving van de beslissing van de Regering een gecorrigeerd plan in bij de Regering.".

Art. 26.In Titel IV/2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, met als opschrift "Modaliteiten en doel van de subsidie".

Art. 27.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 26, wordt een artikel 31/13 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/13.De toezending van documenten en dossiers geschiedt langs elektronische weg. De Regering stelt de modaliteiten daarvan vast.".

Art. 28.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/14 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/14.De uitvoering van elke in deze titel bedoelde subsidie in het kader van een opdracht voor werken is onderworpen aan de opneming in het bestek van deze werken van sociale, milieu- en ethische clausules ter bestrijding van sociale dumping.

Deze clausules worden cumulatief in het bestek opgenomen wanneer de door de Regering vastgestelde drempels worden bereikt.

De Regering stelt de modaliteiten vast voor het opnemen van deze clausule.".

Art. 29.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/15 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/15.Elke overeenkomstig artikel 31/16 gesubsidieerde investering is het voorwerp van een door de gemeenten georganiseerde en voorgezeten plenaire voortonwerpvergadering.

De Regering bepaalt de modaliteiten van deze vergadering.

Indien de gemeenten geen plenaire voorontwerpvergadering organiseren, wordt de subsidie voor de betrokken investering automatisch geweigerd.

Art. 30.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/16 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/16.De in deze titel bedoelde subsidies zijn gereserveerd voor voorzieningen ten gunste van duurzame mobiliteit. Deze voorzieningen betreffen : 1° voetgangers;2° fietsers : 3° intermodaliteit. De Regering bepaalt de duur van de investering en kan de lijst van in aanmerking komende installaties uitbreiden.".

Art. 31.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/17 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/17.§ 1. De gemeenten kiezen de projecten die zij willen uitvoeren uit de dossiers die voor het lopende jaar zijn opgenomen in hun door de Regering goedgekeurde investeringsplan.

De dossiers worden geprioriteerd volgens de bevindingen van de verschillende instrumenten voor gemeentelijke strategische planning. § 2. De gemeenten leggen de technische dossiers en specificaties van de projecten die zij in het in het investeringsprogramma genoemde jaar en vóór 30 juni, wanneer hun projecten voor het laatste jaar van het programma zijn gepland, ter goedkeuring aan de Regering voor.

De Regering bepaalt de inhoud van de dossiers die haar ter goedkeuring worden voorgelegd. § 3. De Regering controleert of de projecten zijn opgenomen in het investeringsplan van de gemeenten en gaat na of het project technisch en juridisch in overeenstemming is met alle normen en voorschriften die erop van toepassing zijn.

De Regering bepaalt de termijnen en procedures voor de goedkeuring van projecten. § 4. De gemeenten beginnen pas met de procedures voor overheidsopdrachten nadat zij de goedkeuring van de Regering voor het betrokken project hebben ontvangen. Niet-nakoming van deze verplichting heeft tot gevolg dat de subsidie voor het betrokken dossier verloren gaat. § 5. Elk project waarvoor tussen 1 januari van het eerste programmeringsjaar en 31 december van het laatste programmeringsjaar een contract is gegund, valt onder de subsidie.".

Art. 32.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/18 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/8.§ 1. Wanneer de gunningsbeslissing is genomen, leggen de gemeenten de gunningsdossiers ter goedkeuring voor aan de Regering, ook wanneer het bedrag van de opdracht lager is dan de bedragen waarboven de opdracht krachtens de artikelen L3111-1 en volgende van het Wetboek van plaatselijke democratie en decentralisatie aan de algemene nietigverklaring is onderworpen.

De Regering bepaalt de inhoud van het dossier dat haar ter goedkeuring wordt voorgelegd, alsmede de procedures en termijnen voor deze goedkeuring. § 2. Zodra de gunning is goedgekeurd, gaan de gemeenten over tot kennisgeving van de opdracht. Niet-nakoming van deze verplichting heeft tot gevolg dat de subsidie voor het betrokken dossier verloren gaat.".

Art. 33.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/19 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/9.De gemeenten leggen het aankoopdossier ter goedkeuring voor aan de Regering.

De Regering bepaalt de inhoud van het dossier dat haar ter goedkeuring wordt voorgelegd, alsmede de procedures en termijnen voor deze goedkeuring.".

Art. 34.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/20 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/20.De Regering bepaalt welke documenten vóór de uitvoering van de werken moeten worden ingediend.".

Art. 35.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/21 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/21.Het voor elk meerjarenprogramma vastgestelde trekkingsrecht wordt automatisch in opeenvolgende jaartranches aan de gemeenten uitbetaald.

Het trekkingsrecht voor elk meerjarenprogramma van de gemeentelijke zittingsperiode wordt betaald volgens de door de Regering vastgestelde regeling.".

Art. 36.In hetzelfde hoofdstuk IV wordt een artikel 31/22 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/22.§ 1. De Regering houdt toezicht op het gebruik van het trekkingsrecht door de gemeenten, zowel in de afzonderlijke projecten als in het geheel.

De Regering bepaalt de modaliteiten van deze controle. § 2. De gemeenten stellen de door de Regering aangewezen dienst onmiddellijk in kennis van de voorlopige oplevering van een uit het trekkingsrecht gefinancierd bouwterrein.

De gemeenten zullen de Regering verzoeken haar definitieve algemene controle op het juiste gebruik van het trekkingsrecht uit te oefenen wanneer zij de voorlopige oplevering van de laatste in het kader van een investeringsplan uitgevoerde bouwplaats verlenen.

Indien de gemeenten daar niet om verzoeken overeenkomstig lid 2, voert de Regering automatisch een eerste tussentijdse controle uit binnen drie jaar na afloop van het betrokken meerjarenprogramma en een eindcontrole binnen zes jaar na afloop van het betrokken meerjarenprogramma.".

Art. 37.In Titel IV/2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een hoofdstuk V ingevoegd met als opschrift "Algemeen verslag".

Art. 38.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 37, wordt een artikel 31/23 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/23.De Regering stelt na afloop van elk programma een algemeen verslag op over de toepassing van deze Titel.

Dat verslag omvat de volgende elementen : 1° een lijst van projecten per gemeente die overeenkomstig artikel 31/17 zijn goedgekeurd;2° het uitvoeringstempo van de investeringsplannen;3° een kwalitatieve beoordeling;4° een geografische kaart van de projecten die in het kader van elk investeringsplan worden uitgevoerd. Het verslag wordt uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar aan het Parlement toegezonden.".

Art. 39.In Titel IV/2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een hoofdstuk I ingevoegd, met als opschrift "Overgangsbepalingen".

Art. 40.In hoofdstuk VI, ingevoegd bij artikel 39, wordt een artikel 31/24 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 31/24.De Regering wordt gemachtigd een overgangsregeling vast te stellen voor de programmering van het trekkingsrecht vanaf de inwerkingtreding van dit decreet tot 2024.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 15/07/2019 numac 2019203304 bron waalse overheidsdienst Decreet met het oog op een algemene invoering van kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in Wallonië en een hogere fietsersveiligheid sluiten met het oog op een algemene invoering van kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in Wallonië en een hogere fietsersveiligheid

Art. 41.In artikel 1, § 1 van het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 15/07/2019 numac 2019203304 bron waalse overheidsdienst Decreet met het oog op een algemene invoering van kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in Wallonië en een hogere fietsersveiligheid sluiten met het oog op een algemene invoering van kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in Wallonië en een hogere fietsersveiligheid worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "over een "hoog fietspotentieel" beschikt, namelijk zoals opgenomen in het Waals fietsstructuurplan" vervangen door de woorden "in het Waalse structurerend fietsnetwerk is opgenomen";2° in het derde lid worden de woorden "van de gemeenten," in gevoegd tussen de woorden "de raadpleging" en de woorden "van de fietsers";3° in het derde lid worden de woorden "van de Directie Zachte Verplaatsingen en Gemeentelijke Samenwerkingsverbanden alsook van de Directie Veiligheid van de Wegeninfrastructuren van de Waalse Overheidsdienst" vervangen door de woorden "van de door de Regering aangewezen diensten van de Administratie".

Art. 42.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 43.Artikel van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 24 november 2022.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Infrastructuren en Mobiliteit, P. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, C. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen, en Stedenbeleid, C. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Stukken van het Waalse Parlement 1095 (2022-2023) Nrs.1 tot 6.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 23 november 2022.

Bespreking.

Stemming.

^